KERSVERS
Woensdag 31 januari 2007
The beauty
in a song resides not only in the
melody but in the meaning of the words as well
Ronimund von Bissing: SONGS OF SUBMISSION
In de
eredienst aan God is de man als een vrouw
door haar geliefde aangeraakt.
Met de ogen gesloten voor de buitenwereld,
maar de vlam van bewustzijn in haar lichtend
voelt zij de innerlijke stilte in.
Zij denkt aan niets, want gedachten zouden
de gedachtenloze staat afleiden.
Haar gevoelens zijn verstild, want haar staat
is daaraan voorbij.
. . .
Zo is
de man in zijn eredienst aan God als de vrouw.
Want binnen de man is man en vrouw en kind.
En bij de vrouw is hij man.
En bij God is hij vrouw.
En in de baarmoeder van de man is het kind.
De gelouterde man houdt op man alleen te zijn,
behalve met de vrouw als echtgenote;
de vrouw houdt op vrouw alleen te zijn,
behalve met de man als echtgenoot.
De man moet de vrouw in zichzelf vinden:
de vrouw, de man in haarzelf:
beiden, kind in zichzelf.
Dan is de man in de geest geen man,
de vrouw geen beide: ieder drie.
Wie voorbij de dood gaat, gaat voorbij geslacht:
wie vóór de dood voorbij de dood gaat,
gaat voorbij geslacht in het leven.
Wie kan ontvangen, ontvange het.
Wie het niet kan, verwondere zich niet:
geduld alleen.
Twee fragmenten;
het gedicht (waarvan dit de aanvang en het slotakkoord) komt voor
in de bundel Wonder boven wonder (De Bezige Bij, 1972)
als onderdeel van De Vliegende Hollander, in
de serie Eigentijds uitgezonden door de NOS op 1 oktober
1970. Als de t.v.-uitzending bewaard is gebleven, is de stem van
Ramses Shaffy te horen. Info kan ik gaan uitvinden; nu even niet.
Ik ben ontroerd, ik mag het hier bij laten. Als Ode aan de Vrouw
die ik volg & die mij volgt; wij begaan samen een eigen verenigde
weg, verenigd in het Echt. To Her: Edith Ringnalda. Zo
zij het. Simon Vinkenoog, poëzieverslaggever.
Dinsdag 30 januari 2007
Keeping
one's eye on the goal
does not preclude enjoying the surroundings
Een paar uur
op de tuin doorgebracht, even op en aan de aarde, bleek een goed
idee. Het rijden alleen al is een plezier, Volvo met stoelverwarming
en bijrijder naast de meest aantrekkelijke vrouw die ik ooit ontmoet
heb - mijn liefje, wat wil je nog meer?
Dit vastleggen, natuurlijk. Alleen al voor vertrek het afscheid
van week- en dagbladen in de papierbak, het gerinkel van de lege
flessen in de ondergrondse container, het langsgaan bij het Ballonnetje,
en eenmaal in ons tuinpark in Amsterdam-Nieuwendam aangekomen
- de tuin zelf met het koolmeesje dat komt aanvliegen, de padpraat
over het nieuwe clubhuis (verenigingsgebouw, moet ik zeggen )van
Edith met Susan en Simone, en de cirkelzaag van buurman Adriaan.
Thuis: deze zomer wacht ons de lusthof voor de zoveelste eerste
keer. Zo ook nu weer alles voor het eerst: een camelia waarvan
een felrode bloem uitkomt, alles knop- en soms bladvormend; de
clematis, de rhododendron, de forsythias, de kamperfoelie.Uit
kuipen komen de uitlopers van narcissen, tulpen en krokussen naar
boven, en de sneeuwklokjes geven onhoorbaar geluid.
Soms ben ik even helemaal weg, besteed ik tijd aan het volkstrekt
nutteloos heerlijke bezigzijn aan de Totem op de patio - om dan
op te schrikken: hoe lang duurde dit eeuwige moment?
Anderzijds ben ik Edith behulpzaam, die daadkrachtig en voortvarend
als altijd, onmiddellijk ziet wat er NU gedaan moet worden. De
Atlasceder gebruikt dit jaargetijde om in de rui te gaan; ik veeg
aan. Een oranje poes drinkt uit de vijver. Ik kijk toe.
Binnenshuis geeft de Zibro-Kamin behaaglijke warmte; mijn kinderhand
is weer gauw gevuld, ik tel mijn grote en kleine zegeningen.
Uit de post, die ik op weg naar de tuin onderaan de trap achter
de brievenbus oppakte een exemplaar van Zens - tijdschrift
voor zingeving en spiritualiteit meegenomen om te
lezen, niet alleen omdat er een interview met mij in staat.
"Iets
moois van je leven maken is het thema van deze Zens." zet
het voorwoord van de redactie uiteen, ter verduidelijking van
het thema Levenskunst. Een filosoof, een biografiedeskundige
en drie levenskunstenaars komen aan het woord. Deze laatsten ,
"zeg maar de echte praktijkmensen staan het lichtzinnigst
in het leven. Don't worry, be happy! roept Simon Vinkenoog.
Begin met deze dichter op leeftijd een gesprek en de passie begint
vanzelf te stromen. Zijn relaas is een ode aan het leven."
Aldus nog steeds het voorwoord; van de tweede levenskunstenaar,
de van Sesamstraat bekende theatermaker Hakim Traïda is het
motto: Neem het leven niet te serieus. Anders maak je het jezelf
alleen maar moeilijk. Humorvol en flexibel omgaan met wat het
leven op je pad werpt zijn de sleutelwoorden van striptekenares
Gerrie Hondius.
Ik doorloop de bizonder fraai vormgegegeven, met paginagrote kleurenfoto's
(22,5 x 22,5 cm), rose en oker verlichte motto's, ISSN 1873-5185,
een tweede nummer, waarschijnlijk niet aan te treffen in kiosk
of tijdschriftwinkel, en niet besproken door de grote media. Ik
dus hier. Kwam in het eerst nummer de redactie lachend op je afgerend
op papier, in dit tweede nummer verschuilt zij zich in de colofon
achterin op pagina 90. Het tijdschrift is bereikbaar Postbus 1923,
1200 BX Hilversum, redactie@zens.nu, of www.zens.nu.
Na de rubriek Bewogen Wereld (Dankie.nl
ondermeer), en een overzicht van activiteiten, komen de schrijvende
en geïnterviewde individuen aan bod, met wat zij te zeggen
hebben en waarover het gaat. Een idealiste is Wikke Rikmenspoel,
zij beheert het werk achter de website
www.huur-een-dochter.nl.
Wageningse bomenman Eef Arnolds met de vraag bos natuurlijk?
en het antwoord: 'Over dat dilemma zal ik het de volgende keer
hebben.'
Over de zin van het leven wordt aankomend PvdA-tweedekamerlid
Mei Li Vos geraadpleegd, die het Alternatief Voor Vakbond
organiseerde: Nederland telt binnenkort bijna een miljoen freelancers
en tien procent van de beroepsbevolking is flexwerker. Zij doet
zinnige uitspraken; in 2006 verscheen haar boek Over de zoektocht
naar eigentijdse sociale zekerheid in een grenzenloze en flexibele
wereld. (Prometheus).
Klompenmaker Koos Vreeswijk in Zoeterwoude: een goede pasvorm
lukt pas na een zes of zeven jaar.
Fieke Thijs(42) won eind vorig jaar de vrijwilligersprijs van
Stichting Prijs de Vrijwilliger en werkt bij de Stichting Vrijwilligers
Terminale Zorg in Den Bosch.
Marina Beijk (57) uit Zeist richtte het eerste Nederlandse Troosthuis
op; zie
www.indigo97.com. Zij zegt: "Ik heb altijd geweten dat
er iets was dat mij hielp. Ik noem het zelf de aanwezigheid van
het onnoembare, of de Liefde. Het is als het ware een veld dat
mijn verdriet en verwtijfeling helpt dragen, daar vertrouw ik
op. Dat veld van liefde stroomt door alles wat leeft, het is onze
levensader. Het is een immense kracht die ons draagt en die wij
verder kunnen uitdragen. Leed verlamt als wij er niet mee leren
omgaan, als we het passief ondergaan."
Verwezen wordt naar het boek van Susanne Piët De emotiemarkt
- De toekomst van de beleveniseconomie (Pearson Education,
2003).
Jacqueline Berg beheert de Spirituiele Akademie Brahma Kumaris,
en doet dat - zonder tabak alcohol, drugs, vlees en sex - met
overgave. www.bksa.org.
"Door het offer ontvang je waarnaar je op zoek was: authenticiteit,
zelfsrespect en een diepgaand inzicht in de zin van het bestaan.
En dat is toch uiteindelijk wat we allemaal willen."
Hoe gezond is sapvasten? Sla ik over; komt goed - w're OK, so
are you.
Tony Samara publiceerde in het frans La sagesse du shaman.
Retrouver sa connexion perdue avec l'univers (Dangles 2006,
ISBN 2703306407). Als oudste kind van een Grieks-Egyptische vader
en een Noorse moeder, opgegroeid in Caïro, lijkt hij mij,
met zijn ervaringen in een Californisch Zenklooster en een sjamanengemeenschap,
de Ayuhasquasqueros, in het Braziliaanse Amazongebied, iemand
die weet waarover hij het heeft.
www.samarafoundation.com.
"Lachen helpt het lichaam om de angst los te laten in plaats
van deze te vergroten."
En: "Rust is een van de belangrijkste voorwaarden voor spiritualiteit."
Justine Mol (49) las in 1999 het boek Geweldloze communicatie
van de Amerikaanse psycholoog Marshall Rosenberg. Als logopodiste
paste zij de methode toe en publiceert haar tweede boek: na Opgroeien
in vertrouwen (2005) publiceert zij deze maand De giraf
en de jakhals in ons. Waarnemen, voelen, formuleren,
verzoeken - vier stappen in geweldloos communiceren. Rust en vertrouwen.
Bewustwording van behoeftes, bij jezelf en de ander. Info www.comma2me.nl.
Een gedicht. Van mij. Het verbeeldingsvermogen is wat telt; Hakim
kijkt je trouwhartig aan, Jezelf uitvinden zegt filosoof Joep
Dohmen (stappen behorend bij het proces van levenskunst: ken jezelf,
ontwikkel daadkracht, maak verschil, kies het juiste ogenblik,
en let op de context.
Dan kijk ik je aan, word je ingelicht door het Instituut voor
Biografiek in Zeist (www.biografiek.nl)
en vertelt Gerrie (Ansje Tweedehansje) Hondius waarom de wereld
er het meest bij gebaat is als zij het leuk heeft (www.tekenmijnverhaal.nl
en www.studiohondius.demon.nl).
Daar ben ik het volkomen mee eens. Dat geldt voor Elkerlijk.
Ik moet helaas hier, halverwege Zens 2, blz. 58 - ook ik mijn
rust! - mijn bezoekers de rest van de inhoud onthouden, daar heb
ik in 1 zitting geen kennis van kunnen nemen. Ik zou zeggen: kijk
het in of schaf het interessante maandblad zelf aan, een los nummer
voor € 4.95, of jaarabonnement € 49.95. Tot Zens.
Ook de tuin tintelt na, schrammen van rozendoornen op mijn handrug.
Voel! Simon Vinkenoog, judokelixer.
Maandag 29 januari 2007
Life itself feels no need to compromise
Hallo droomwevers!
Een beetje laat welkom op deze eerste dag der vijfde week in het
jaar 2007 van de Huidige Jaartelling, die begint in het fictieve
jaar 0, toen wij in Europa nog niet eens met de nul konden rekenen!
Goed gemutst, vooral bij de nazit in café Vertigo; wij
hadden met graagte de uitnodiging aangenomen om een filmmiddag
in het Filmmuseum bij te wonen, waar vier films van Louis van
Gasteren vertoond zouden worden.
Het waren twee films in opdracht; een film uit 1960 over de planmatige
opbouw van het dorp Nagele in de Noordoostpolder - wij zagen een
groep architecten en stedebouwkundigen bijeen, druk paffend, een
parmantige jonge Aldo van Eyk, en de eerste steen gelegd, achteloos
opzijgesmeten door de metselaar die met het echte werk moest beginnen...
Veel stoerejongenswerk in de tijd van de Wederopbouw-koorts, in
onstuimig zwart wit. Ook de film over Warffum, waar de laatste
schakel werd gelegd van het volledig geautomatiseerde telefoonnetwerk
was een staaltje van vakmanschap; door de snelle montage van synchroniserende
momenten wordt uiteraard het belang van de telefoon onderschreven:
dialogen uit welke andere tijd dan de onze geven altijd aanleiding
tot uitbundig gelach; wat praatte men nog deftig voor de camera!
Anders van toonaard waren de volgende documentaires: swingende
opnamen van set en setting, publiek en omgeving in de Shéhérésade
aan de Amsterdamse Wagenstraat, waar het laatste trimester van
1963 jazz & poetry-bijeenkomsten werden gehouden; daarvan
waren Barry Niekamp, Piet Kuiters (vorig jaar overleden jazz-pianist)
en ik de organisatoren - onder het toeziend oog van eigenaar Piet
Broerse, die ook de Lucky Star-dancing in de Korte Leidsewarsstraat
geëxploiteerd had. Ik werd uiteraard naar voren geduwd als
presentator en kon er mijn eigen instant-poetry kwijt. (verzameld
in de afdeling 'gesproken woord' van mijn Eerste gedichten
1949-1964). Ik herinner me de avond dat ik het geheim van Gerrit
Achterberg openbaar maakte, en de dag dat Kennedy vermoord werd:
zes engelstalige regels in mijn "Œuvre".
Ted Joans (1928, ook al weer enige tijd overleden), de New Yorkse
en kosmopolitische zwarte surrealist, totemdier de Rhinoceros,
las kundig gefilmd, twee van zijn gedichten voor, begeleid door
pianist Piet Kuiters, drummer Cees See en bassist Ruud Jacobs
- en ja, ik kende en herkende ze, met vreugde - gedeeld door het
feit dat Edith nu eens voor het eerst de man in action
zag over wie ik haar vaker had verteld, of wiens herinnering vaker
is opgehaald. Jazz is my religion! De film schijnt door
een omroep destijds geweigerd te zijn.
Ophef maakte enkele jaren later in 1966 Omdat mijn fiets daar
stond, de film die Van Gasteren maakte bij de opening door
Jan Wolkers van een tentoonstelling in een Galerie op de Prinsengracht
bij de Utrechtsestraat van tekeningen en foto's betreffende de
tiende maart, ruim een week tevoren, toen Prinses Beatrix en Claus
van Amsberg een rookbom op hun trouwkoets af zagen komen en de
politie met ongekende heftigheid tekeer ging.
Er waren veel mensen op de been, meer dan in de Galerie pasten;
ik stond met onder meer Cor Jaring op de hoge stoep en zag hoe
het door Van Gasteren gefilmde tafereel zich afspeelde. De grijpgrage
camera volgde nauwgezet de confrontatie van een 22-jarige psychologie-student
- die naderhand mondig zijn verhaal wist te doen - met een politieman
die hem bij het oversteken van de brug tegenhield, maar ik moest
nu eenmaal die kant uit, omdat mijn fiets daar stond.
Er ontstond enig gekrakeel, drie collega's van wie er een eerder
een pet was afgeslagen voegden zich bij hun collega, verbazend
snel en voordat iemand het wist waarom vielen er tikken, slagen,
klappen, meedogenloos in slow motion herhaald en herhaald; een
voorbeeldig staaltje van wat je met montagetechnieken kunt doen,
een dolle macabere dans. Toen die in de werkelijkheid van de dag
dichterbij kwam en ik moest toezien hoe een agent op iemand insloeg
vlak onder me op die stoep zette ik het op een gillen; Cor heeft
me daar nog eens aan herinnerd.
Pièce de résistance was de korte speelfilm,
een halfuur: Het Huis. Van bouwtekening tot sloop; van
het fin de siècle naar de bezettingsjaren, de
verwildering en het totale verval. De sloopscenes (erkers en dakkapellen
in 1 ruk omlaag gehaald) zijn indrukwekkend en wisselen af met
huiselijke scenes - man, vrouw, architect en dochter - dienstmeisjes,
die bijna woordeloos de geschiedenis van een huwelijk en het Huis
weergegeven. Indrukwekkend; werkelijk heel heel mooi, zegt de
altijd zo kritische Edith.
Ik zie uit naar volgende Van Gasteren-middag (er zijn er vijf
geprogrammeerd; dit was de tweede); ik hoop de film over Hans
van Sweeden en Allemaal rebellen over de Leidsepleinjeugd
tussen 1955-1965 graag nog eens terug te zien!
Dit was, lieve mensen, het verhaal van de dag. Ik heb nog twee
DVD's te bekijken; de Herman Brood-film en de registratie door
Michel Holla (www.wortelmedia.nl)
van de avond met Bo's Art Trio, bassist Arjen Gorter en uw dienstwillige
dienaar van het concert eind december in Mahogany in Edam. Ik
kijk er naar uit, vooral naar de tweede.
En noteer: gun de planeet vijf minuten rust. Tussen vijf
voor acht en acht uur s'avonds op de eerste februari aanstaande
alle lichten uit. L'Alliance pour la Planète is
originator; voor meer info:
www.henkveen.nl. Gegroet, Simon Vinkenoog, cinefiel.
Zondag 28 januari 2007
There are ever-recurring miracles in everyday events
Navrant en
openhartig: Dichter Rutger Kopland 'Ik ben mijn fundament
kwijt' op de omslag van het Volkskrant magazine
dit weekeinde.
Boos op het lot, heet het aan Rutger Kopland (ps. van
Rudie van den Hoofdakker) gewijde bezoek-interview van Coen Verbraak
"Ruim een jaar geleden kreeg de oud-psychiater (72) en dichter
een ernstig auto-ongeluk. In het ziekenhuis kwam hij uiteindelijk
terecht op de psychiatrische afdeling. Langzaam krabbelde hij
op, gepijnigd door 'die verwoestende geheugenstoornissen'."
Na weken op de intensive care van het Universitair Medisch Centrum
Groningen te hebben gebalanceerd tussen leven en dood- hij had
in december 2005 tijdens het autorijden een hartaanval gekregen
en werd gereanimeerd door agenten uit een surveillancewagen -
diende Kopland te beslissen of hij een apparaatje in zijn borst
wilde hebben, dat hem bij een hartstilstand zou kunnen shocken.
Na lang aarzelen stemde hij toe: "Ik kon het niet opbrengen
om tegen mijn vrouw en mijn dochters te zeggen: schrijf me maar
af. En ik kon het ook niet opbrengen om dat tegen mezelf te zeggen.
Ik kón het niet. Ik was er niet aan toe om te denken; ach,
ik heb een mooi leven gehad. Ik wilde gewoon niet dood."
Hij kwam een tijdlang terecht op de gesloten psychiatrische afdeling
waarvan hij zelf als psychiater jarenlang de chef was geweest;
opgesloten op een plek waarvan hij zelf ooit de sleutel had. Na
maanden voelde hij zich beter.
"Maar het gevoel dat ik weer helemaal de oude zou worden...
nee, dat heb ik eigenlijk nog steeds niet. Ik ben veel vergeetachtiger.
Banger ook dat er iets mis zal gaan. Ik heb veel minder grip op
de dingen. Tegen een lange reis kan ik vreselijk opzien. Met de
trein moeten overstappen, op een vliegveld de weg moeten vinden.
Zien dat een vlucht niet doorgaat, moeten uitzoeken wanneer die
dan wel vertrekt. De gate zoeken en dat vervolgens weer vergeten.
Het vermogen om te improvisreen is weg. En vooral het vertrouwen
van: och, dat red ik wel."
Of hij er iets aan had dat hij zelf psychiater was geweest? "Niet
eens zoveel. Hooguit dat ik wist: dit kan voorbijgaan, dit hoeft
niet een leven lang te duren. Dat had ik bij mijn patiënten
meegemaakt. Ik ben in elk geval wel gaan beseffen dat ik als psychiater
onvoldoende heb ingezien wat het is om de greep op de realiteit
te verliezen. Ik probeerde altijd mededogen te hebben. Maar ik
kon toen niet werkelijk begrijpen wat het is om wanen te hebben."
Een reusachtige ervaring was voor hem een optreden juni 2006 op
een poëziefestival in Dublin, samen met de Ierse dichter
Seamus Heaney: "Ik beklom dat katheder met kloppend hart.
Toen ik er stond, bleek het prima te gaan. Ik kon dat nog!...
Ik dacht: zie je wel, ik bén er nog. "
Kan poëzie helen? "Zeker. Het kan iets onder woorden
brengen op een helende manier."
Met een gerust
hart kunnen omkijken. "Ik heb niet veel goed te maken. Vroeger
vond ik de gedachte dat ik ooit dood zou gaan eng en beklemmend.
Nu vind ik het niet zo bedreigend meer. Niet meer per se dit willen
bereiken en dat willen hebben."
Toen hij voor het eerst weer aan zijn schrijftafel zat, en de
tuin inkeek zag hij dat die precies hetzelfde was als vroeger."Die
tuin gaat zijn eigen gang, heeft mij helemaal niet nodig. Die
bomen staan er niet voor mij, die zijn er gewoon. Ze houden niet
van me, hebben ook geen hekel aan me, ze zijn. Dat vond ik ontzaglijk
ontroerend. Die liefderijke onverschilligheid troostte me. Ik
ging zitten en het was weer precies als toen. Alsof er nooit iets
gebeurd was. Zo zal het ook zijn als ik er niet niet meer ben.
Dat is toch geweldig?"
Ja, en het leven is geweldig; wij hopen, beste Rudie,
dat je er nog vele momenten oprecht van kunt genieten. Angels
have no memory, hoorde ik eens: engelen zijn dringend nodig
op aarde! Edith's moeder is daar éen van.
Dat ouder worden interessant is, ik hoef het niemand te vertellen;
zelf maar even afwachten. In elk geval doen deze dagelijkse KRSVRS-uitlatingen
mij goed. Ik ben geen mens van statistieken en grafieken; in mijn
leven zal het altijd om individuen gaan, mijn levensverhaal zal
altijd over en van mensen spreken, en dat doe ik proefondervindelijk
- aan de hand van eigen lees- en leefervaringen: dit was er een
van.
Ik heb gisteren inderdaad de eerste stap weer gezet van mijn Engelstalige
verhaal, waarmee ik vorig jaar om deze tijd begon, en nu opnieuw
met de afspraak met mezelf) dat ik eens per week Madmaster
Calling speel. Madmaster uiteraard zijnde de letters van
mijn geboortestad AmSterDam. Gegroet, Simon Vinkenoog, Earthling.
@ @ @ @ @ @ @ @ NOTICE FOR ENGLISH LANGUAGE VISITORS @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @
Click the
cursor SPOT & be welcome as a Member of the Society for
the Protection of Truth.
No log-ins, no fees, no dues, no watchwords, no passwords, no
identity-crisis, no shopping carts, no existential Angst,
no problems, don't worry, be happy!
All our love from Amsterdam, Makom Aleph, Windy City.
Simon Vinkenoog, Senior Worldcitizen.
Zaterdag 27 januari 2007
Youth
is becoming to a younger person,
age to an older one
Insatiable
- soms schiet je een woord eerder in het Engels dan in je eigen
taal te binnen - vooral wanneer ik er aan denk bijvoorbeeld, dat
ik wel weer eens achter de aanduiding Engels een nieuwe bijdrage
aan MADMASTER CALLING zou willen schrijven. Het zou de eerste
dit jaar zijn. Wat is er up to date te brengen?
Dezer dagen moest ik een expat-Amerikaan moed inspreken notabene,
door te zeggen dat wij, de welingelichten in Europa, heus wel
weten dat er sprake is van de DIS-United States, dat het merendeel
van de Amerikaanse bevolking niet achter de Irakese politiek
van de huidige regering-Bush staat - laten wij nooit het bewind,
de mensen aan de macht in een maatschappij, over één
kam scheren met de bewoners van dat land. Al is het een onloochenbaar
feit dat slechts 17 % (of is het minder?) van de Amerikanen over
een paspoort beschikt, dat dus het overgrote deel van de bevolking
nooit buiten de eigen grenzen heeft gekeken, en soms ook denkt
in God's Own Country te leven, en dat de hele wereld
aan hen gelijk wil worden.
En zo is het nu eenmaal niet, veronderstel ik. De wet van de remmende
voorsprong zal wel in werking treden op een gegevn ogenblik, gezien
de ontzettend hoge staatsschulden, onder meer veroorzaakt door
de politionele, mensonterende acties in Afghanistan en Irak.
Wij weten toch dat de Volksverhuizingen niet alleen van vroeger
zijn, maar juist - en misschien wel meer dan ooit, van nu? En
dat geen Rita Verdonk of Geert Wilders, geen Leon de Winter of
Ayaan Hirsi Ali daaraan iets kunen doen? Dat wij kunnen helpen
een wereldburgerschap tot stand te brengen, waarin het beste van
alle culturen bijeen is gebracht? Een nieuwe Universele Verlichting
zou door velen op grote prijs worden gesteld.
Uiteraard spreek ik geheel namens mijzelf; gelukkig kan ik dat
op veel (deel)gebieden. En mijn eerste wereldburger was inderdaad
een Amerikaan die zijn paspoort verscheurde, Parijs 1948, Gary
Davis - vanaf toen begon mijn ontdekking van Amerika,. die al
gevoed was door de pockets die na de oorlog verschenen met titels
van Hemingway, Dos Passos, Steinbeck, Scott Fitzgerald, Erskine
Caldwell, Upton Sinclair - sommigen van hen al voor de jaren 40
in het Nederlands vertaald en gretig gelezen in de leesbibliotheek,
waar ik als schooljongen op zaterdag een centje bij verdiende
(meestal voor de aanschaf van boeken; een insatiable habit).
Gisteren weer een dik boek rijker, te weten de meer dan anderhalf
kilo wegende 103de Almanak van het StudentenCorps
aan de Vrije Universiteit, voor buitenstaanders een curieus
compendium van 464 pagina's gedrukt op 150 grams houtvrij silk
mc-papier, waardoor de honderden foto's en fotootjes van de velerlei
bij de totstandkoming van de bij dit netwerk (young boys &
girls) betrokkenen des te duidelijker tot hun recht komen:
Spes Patriae indeed, er bestaat zelfs een Dubbel-D-Club,
die getrouw heur raison d'être toont. Voer voor grappenmakers.
Bij de colofon geen enkele naam, louter photo- en laptop, 14 gebruikte
lettertypen, alle kleuren van de regenboog plus plus; magistrale
showbusiness van www.thiememediacenter.nl.
Het thema van deze Almanak is COBRA, mij was gevraagd een Voorwoord
te schrijven en als mystery guest, gastspreker bij de uitreiking
te verschijnen , en daar was ik dus dan, de smalle gang door in
een pand aan de Singel 452, waarop vermeld Doopsgezinde Gemeente
en opeens sta je dan midden in een mooie kerk met preekstoel en
al, twee balkons en een zaal vol hoopvollen, die ik mocht toespreken.
Ik word altijd ongedurig van de aankondigingen, waarbij men zich
beroept op de bewoordingen waarmee de koninklijke bibliotheek
mij op internet weergeeft: een rijtje adjectieven dat ik langzamerhand
uit het hoofd ken, en waaraan ik me telkenmale wil onttrekken
; ik ben altijd meer dan dat, ik ben ik, een vrije vogel, geen
zout op mijn staart, aan mijn lijf geen polonaise, enzovoort.
Een hagepreek dus, en het gedicht dat ik in 1970 voorlas bij de
opening van de tentoonstelling van Karel Appel's Oogappels
in het Utrechtse Centraal Museum.
Cobra dus Thema; er zijn verschillende subthema's tussen de jaarverslagen,
naam- en adreslijsten, advertenties, joligheden, liederen en gedichten,
interviews en grafieken door: Verzet, Experiment, Entartete Kunst,
De nederlandse Kultuurkamer, Cobra en Jazz.
Vier bronvermeldingen voor deze teksten worden genoemd; toch doet
het enigzins vreemd aan te lezen: "De Cobra keerde zich tegen
het nazi-regime en werden niet lid van de Kultuurkamer. Zij schilderde
in het verborgene van de oorlog. Karel Appel schijnt wel gebruik
gemaakt te hebben van de Kultuurkamer, omdat hij zo door kon studeren
in de oorlog. Hij was hierdoor erg omstreden."
Dit is wel allemaal zeer kort door de bocht. Alsof "de Cobra"
bestond in die oorlogsjaren, toen van buitenlands contact nog
geen sprake was. Alsof niet zowel Appel als Corneille de boer
op moesten om onderweg met portretschilderen aan de kost (in natura)
te komen?
In wat voor gouden kooi leven deze lieve studentenalmanakmensjes?
Geen ondankbaar woord over mijn lippen, ik blijf mijn zegeningen
tellen en ik ga me inderdaad een dezer dagen richten tot mijn
Engelstalige lezers. En voor vandaag heb ik er weer even genoeg
van; veel op te ruimen en van rust te genieten: geen bezigheden
buitenhuis dezer dagen. Oost West Thuis Best! Simon Vinkenoog,
Raad & Daad.
Vrijdag 26 januari 2007
Sometimes blending in is requisite for survival
Ook vandaag
een goede dag voor de poëzie (als alle andere): Piet Gerbrandy
ontdekt in de Volkskrant vandaag 'een nieuwe
Lucebert in de maak' bij de verschijning van de dichtbundel Resistent
van Saskia de Jong (Prometheus; waarom geen antwoord, op mijn
e-mail over het ROES-boek, heren?), en Hagar Peeters beschrijft
in haar Volkskrant- column Alle dagen dichtersdag met
humor, inzicht en gevoel de treinreis die 5 dichters gisteren
maakte ter gelegenheid van Gedichtendag; de Volkskrant siert haar
voorpagina met een foto van de treincoupé met bekoptelefoonde
reizgers, luisterend naar een gedicht over de Stilte.
Stilte gebiedt.
Noodklok.
Stilte.
sst
s
.
Ik heb enkele stappen gezet in de voorportalen van de Maybe
Logic Academy, waar de memes van Robert Anton Wilson,
die ll.01.2007 om 4.52 overleed, in stand gehouden worden. Opmerkelijk
is de numerologie van dit moment: 23. Het is de titel van een
fascinerend boek over het getal 23, waarmee hij een tijdlang geconfronteerd
werd. Voor mij was RAW bovenal unforgettable als schrijver
van de Illuminatus! -trilogie; ik heb het boek in lange
tijd niet meer onder ogen gekregen. Op de Bazel-conferentie vorig
jaar lag een groot boek van hem, waarvan ik de aanschaf overwoog;
het kwam er helaas niet van. http://www.maybelogic.org
leidt de belangstellende verder.
Philippe Vermeersch (Zetetic Patagnost, resident Cde'P) mailt:
"Vier jaar geleden startte ter gelegenheid van Wilson's Maybe
Logic DVD een forum waarop hij meteen zelf drie webkursussen leidde.
In totaal heeft Bob ons, de paar honderd gelukkigen van de Maybe
Logic Academy acht kursussen mogen geven over onderwerpen gaande
van quantum psychologie over Crowley tot Finnegans Wake."
Ondertussen verschenen negen nummers van het publieke webzine,
de Maybe Quarterly, te vinden op http://www.maybelogic.org/maybequarterly.
"Volgend nummer wordt uiteraard een tribute aan RAW. En we
wensen de grenzen open te trekken. Helaas zwegen de media in alle
talen toen hij leefde en nog steeds bij zijn overlijden."
Interessant is ook het You Tube-filmpje van 23 seconden
(!) waarin RAW lachend en wuivend vanuit een auto afscheid neemt.
Farewell, Bob! Hail, Eris!
En voor degenen die in de buurt zijn, op de Santa Cruz Beach Boardwalk
in Santa Cruz, California in the DISunited States, wordt 17 februari
van 13 tot 18 uur een Robert Anton Wilson Cosmic
Meme-orial & Lasagna Levitation Celebration gehouden.Tickets
$ 23.--.
Uit het boek Cosmic Trigger van RAW nam ik het diagram
Dertigduizend Jaar Verlichting over in mijn boek Levend
Licht, 1978:
Drie keer verschenen teksten van RAW in BRES: over Buckminster
Fuller in nr. 90, Hoe je je vrienden van de apen kunt onderscheiden
in nr. 110 en Wakker worden, een interview met Colin Wilson in
nr. 113. Nieuws voor snuffelaars. Zelf heb ik vaker in mijn Bres-rubriek
Wereld in beweging over RAW's boeken geschreven; in de
keuze daaruit, Herem'ntijd (1998) komt hij voor op de
pagina's 135, 223 en 382. Nu ben ik verondersteld, door mezelf,
daar even naar te kijken. Even fileren en pauzeren. En: wordt
vervolgd, als alle goede dingen. Tegenwijs & eigendraads noemt
zich Philippe Vermeersch, die kan worden bereikt
http://clinamen23.blogspot.com/en bijdragen zoekt voor de
Maybe Quarterly.
Verheugd ben
ik ook met de aandacht, die de Volkskrant wijdt aan een
nieuw boek van Atte Jongstra; hij staat, terecht zelfverzekerd,
op een 5-kolomsfoto bij de verzameling prenten en afbeeldingen,
door hem vergaard tijdens het redigeren van De avonturen van
Henri II Fix, een quasi-vergeten Zwollenaar die leefde van
1774 tot 1844, en een uitgebreid en openhartig dagboek bijhield.
Aan de door Jongstra herontdekte levenskunstenaar is een tentoonstelling
gewijd in het Historisch Centrum Overijssel in Zwolle; Jongstra's
boek verscheen bij de Arbeiderspers, 384 pagina's, € 22.95,
ISBN 90 295 6444.
Bert Wagendorp wandelt met de gepassioneerde historicus-literator
door de stad en heeft een interessant verhaal (na) te vertellen;
zo meldt hij onder meer:
"Jongstra roept het Zwolle van twee eeuwen geleden tot leven,
dankzij een zee aan details, afkomstig uit de autobiografie zoals
hij die in 2004 min of meer toevallig in bezit kreeg. De levensbeschrijving
maakte deel uit van de door hem op een veiling te Leiden voor
260 Euro verworven 'Collectie Schutte': drie kisten met mappen
en papieren; een pak van Sjaalman anno 21ste eeuw."
Zo gaat dat, in de wereld van serendipity, intuïtie en sychronisatie.
Atte Jongstra: De tak van Salzburg. Autobiografie van een
lezer, in 2002 eveneens bij de Aebeiderspers verschenen (ISBN
90 214 6801 8), met een krantentussenkop dwars over de titelpagina
Onwetendheid is de bron van alle kwaad! afgedrukt, is
een pil van 445 + pagina's, rijkelijk met vervreemde l9e eeuwse
prenten geïllustreerd, en zich bezighoudend met de vreemdste
onderwerpen zoals vergaard in encyclopedieën en vergeten
(hand)boeken, onvindbare tijdschriften, kortom overal waar (on)nutte
kennis verzameld kan worden.
Forteaans. In de rijke traditie van de Encyclopedisten, met toegevoegde
kennis uit allerlei disciplines, met het waarschuwend motto (1
van talloze) van H. Bakels: "Waarschuwing aan de lezers.
'k Ben electrisch geladen, en 'k zal ook jullie laden, ... als
'k kàn.'"
Wat mij bij eerste lezing (ik schafte mij het boek in oktober
2002 aan) opviel, vooral bij het Register van 21 pagina's - je
vlooit daarvan de zaken en namen door, op zoek naar interconnecties
- is de vermelding van 44 wwwebsites.
Zelf nog niet on line zijnde, aan de andere kant van
de scheidslijn die zich schijnt te ontwikkelen, gaf dit boek me
de eerste impuls om ook zelf interspace, interface, hyperlink
te gaan - juni 2004 gaf de evolutie mij een herstart; permanente
educatie.
Had ik niet vanaf 1946 op hetzelfde soort QWERTY-toetsenbord zitten
rammelen, al stonden de toetsen wat hoger en zag je ze naar elkaar
toebuigen op het midden van een voortsnellende pagina- ach ja,
don't break me the back open! AZERTY doen de Fransen.
Rap & Ruhr.
Van de wederomstuit; Jongstra is onderhoudend, op hoog niveau.
I like it. Maar aan het surfen naar die 44 adressen heb ik
mij nog niet durven wagen. Misschien bang te moeten lezen: 'deze
pagina kan niet worden weergegeven. 'En da's dan jammer. En dat
gebeurde ook toen ik zelf voor het eerst ging surfen. Simon
surft: zie toe. Ik ga er RAW aan toevoegen; de boom wordt
hoe langer hoe dikker!
Ik heb weer genoeg aan de buitenwereld gedaan; Edith komt binnen
met boodschappen en het AD (dankje Else en Laura, voor het sms-je)
- ik ga andere dingen (niet) doen. Ook dit wordt vervolgd, altijd
DV. Simon Vinkenoog, leeuwerik.
Donderdag 25 januari 2007
Fate indeed
casts a long shadow,
but keep your own light shining
Gedichtendag 2007. A poem a day keeps the doctor away: 1 dag per jaar is natuurlijk veel te weinig; elke dag heeft zijn eigen gedicht, of je het nu van een scheurkalender op de wc leest, of in een van de boeken die je zou kunnen openslaan.
De ontvangst
van de Openbare Bibliotheek in Lelystad was hartelijk - wij waren
inderdaad vroeg genoeg van huis gegaan om vanuit Almere-Buiten
de zon over de Oostvaardersdijk te zien zakken, links de uitgebreide
massa water waar ooit de Markerwaard geprogrammeerd stond, rechts
het land dat er een halve eeuw geleden niet was.
Altijd interessant in het Nieuwe Land te lopen; een gewaarwording
die bijblijft wanneer je als kind het IJselmeer in zijn uitgestrektheid
hebt gekend. (Het Nieuw Land Erfgoedcentrum: www.nieuwlanderfgoedcentrum.nl
voor info). In elk geval: prachtig en uniek, dit zo Hollands landwaterschap.
Wij kwamen zo dicht als wij konden bij het VOC-schip, de Batavia;
een Heras-hekwerk versperde ons ergens, de B gevolgd hebbende,
de weg - op de werf liep 1 iemand met een balk te sjouwen. Er
werd dus gewerkt! Maar ik hoorde niet de daarbij behorende klassieke
geluiden.
Wij genoten van een eenvoudige doch Franse maaltijd bij de Gordiaan
en kwamen op tijd in ondertussen vrieskoude bij de Bibliotheek
aan, waar zeven vrijwilligers stoelen klaar zetten. 7 Van de oorspronkelijk
7.000, thans 70.000 zielen tellende gemeente, waarvan er zo'n
vijftig m/v bijeen waren gekomen om naar mij te luisteren; de
gedichten die ik voorlas en het verhaal eromheen. Ook hier dus
een hartelijke ontvangst en Anton Scheepstra kan tevreden zijn:
er bleven slechts 3 Passage-uitgaven over van de volle doos die
de boekhandeldames bij zich hadden, om door mij in de pauze te
laten zwigneren..
Prettig om aan terug te denken, mooie bibliotheek - wat een land
vol voorzieningen zijn wij toch: houden zo, en salarisverhoging
voor iedereen.
Ten afscheid overhandigde men mij een typografisch hoogstandje,
de Ode aan de Zon, verschenen ter gelegenheid van 25
jaar Sunsations (Zonnewende bij het Observatorium van Robert Morris,
www.sunsation-festival.nl).
Hierin ook Helios, het gedicht waarmee ik de avond opende.
Adieu, en tot ziens, stad van Lely bovenop die obelisk bij Stadhuis-Bibliotheek.
Even een foto van mijn roerganger en onmisbare partner Edith,
mijn eerste en meest kritische lezer, aan wie ik uiteraard eveneens
twee gedichten wijdde.Van oorsprong ben ik liefdesdichter. Ik
denk dat ik het zo wil houden. Meer dan denken of vermoeden; weten.
Kortom, vandaag heeft de stilte-trein met dichters zich op weg gezet: van Amsterdam naar Eindhoven en terug (10u45 - l4u16) met aan boord de dichters Erik Jan Harmens, Tsead Bruinja, Hagar Peeters, Ruben van Gogh, alsmede Simon Vinkenoog & Edith Ringnalda. De tot dusverre perfecte organisatie is in handen van Poetry International en de Nederlandse Spoorwegen die alle reizigers aan het lezen willen hebben. Terecht: de avonturen van binnenuit via de schrijver te beleven, zijn minstens zo interessant en betekenisvol als de werkelijkheid buiten. In feite dienen zij elkaars spiegel te zijn, maar in deze tijd zitten er heel wat roest-en vochtplekken op die spiegel, heel wat barsten en stervormige inslagen. Kortom, een dag vol pohesie. Werk aan de winkel voor creatieve geesten, levend in een wereld in beweging. Allereerst wat schijnbaar a-poëtisch nieuws, dat mij gisteren gewerd via het nieuw verschenen nummer van Vrij Nederland. Lees mee.
Foto-synthese.
Niet dat ik er alles van weet, maar ik heb dit eerder gehoord.
Show us the light, come and suck the light. Nikolas Tesla
was dichtbij, maar nam zijn geheim het graf mee in - volgens conspirationalisten
leegde de FBI (Federal Bureau of Investigation) zijn
kluis in de hotelkamer waar hij woonde. En zelfs de misprezen
Wilhelm Reich was er dichtbij, met de naam die hij er aan gaf:
orgonen.
De zon spreekt vanzelf, gaat vanzelf op en onder, zoals wij nog
altijd denken in een heliocentrische wereld. Ooit schreef ik die
Zonne-hymne, Helios, in de Eerste Persoon Enkelvoud.
Het was het eerste gedicht dat ik samen met SPINVIS in de Rotterdamse
Doelen voordroeg tijdens Bulkboek 2005; ik verleen de Zon gaarne
mijn stem.
Ik schreef het bij de onthulling van een gelijknamig beeld van
Else Ringnalda, Edith's jongere zuster, in de tuin van de familie
Houtsmuller in Rotterdam. En die zon blijft schijnen, al zijn
we dan volgens de lijfarts van de Dalai Lama in het jaar 77 van
500 duistere jaren. Zie Louise's bundel, gisteren opengeslagen.
Met dichterlijke vrijheidsgroeten op een dag vol poëzie,
laat het zinderen en je niet hinderen. Reisgenoot Simon Vinkenoog.
PS Helios was ons ter wille tijdens
de gedichtendagtreinreis Schiphol - Eindhoven v.v. Mededichter
Hagar Peeters leest voor, naast haar stille disco DJ Ernst Walgenbach,
terwijl Radio 2 meeluistert.
Woensdag 24 januari 2007
A house with no curtains has nothing to hide
Bijspijkeren.
Het eerste profiel van de geduchte mededinger naar de plaats die
ook Hilary Clinton ambieert: Willem Post in de Volkskrant
over de Ameerikaanse senator Barack Obama (45). Amerikanen snakken
naar andere tijden. ("De neocons hebben het presidentschap
gekaapt. Cheney en Rove regeerden Washington met als slippendragers
Rumsfeld, Rice en eigenlijk ook de superlakei Colin Powell.")
Een schone lei, al zal dat wel een smart-board zijn, nu ook het
onderwijs digitaliseert. (zelfde bron: ochtendzon koffie en krant).
Geduchte concurrent, want waar mrs. Clinton in een patriottische
roes achter de Bush-politiek inzake Irak stond, "durfde Obama
zich in 2003 wél duidelijk tegen de 'illegale, onzinnige
oorlog' in Irak uit te spreken die zonder steun van de internationale
wereld alleen maar 'de vlammen in het Midden-Oosten zou doen oplaaien.'"
Obama "ziet zichzelf als bruggenbouwer tussen het conservatieve
rode en het progressieve, blauwe Amerika. Hij is anders dan de
oudere Amerikanen die nog vastzitten aan het conservatieve normen-
en waardenpatroon van de jaren vijftig. Vindt ook dat de vrijdenkers
van de jaren zestig en zeventig zijn doorgeslagen met hun
counterculture die uiteindelijk is ontaard in een ongebreideld,
plat consumentisme. Obama wil daar als late babyboomer bovenuit
stijgen. Het goede van diverse Amerikaanse generaties in zich
verenigen. Meer pragmatisch zijn. Zich richten op de echte problemen
in de VS. Niet opereren vanuit ingegraven posities maar openstaan
voor iedere constructieve opvatting. Conservatief of progressief
telt bij hem niet.
Ondertussen moet hij opboksen (binnen de democratische partij)
tegen de gepolitiseerde Hillary met haar machtige politieke- en
geldmachine, maar de charismatische Obama, met z'n 'melkwitte'
moeder uit Kansas en z'n 'pikzwarte' vader uit Kenia is ook volgens
de freelance journalist Post het prototype van de melting pot-Amerikaan.
"Hij is de vleesgeworden moderne Amerikaan!"
Terug naar
die andere Amerikaan, de schrijver William S. Burroughs (1914-1997),
wiens biografie (tot 1992, jaar van verschijning) ik aan het lezen
ben; zie de leesnotities dezer dagen. Als er iemand is die als
vrijdenker aan het scheppen van een zogeheten counterculture heeft
bijgedragen, is het wel Burroughs.
Maar hij is niet de enige speler in dit register, waarin van zondebokken
eigenlijk geen sprake zou moeten zijn. Je kunt Marx toch de Goelag-archipel
niet verwijten?
Al wat hip is of lijkt, wordt toch meteen overgenomen, ingekapseld
door de macht van het geld? Behalve de spirit - het Zijn tegen
het Hebben - die niet wijken wil.
Hip is niet in, en ongebreideld consumentisme is dat
zeker niet. Het is niet hip om op te scheppen, mee te doen aan
bling, glamour of status - mensen met wie ik meestal niet in contact
kom. Hip is cool, calm and collected.
Kom, ik wil toekomen aan het citaat van Burroughs dat ik vandaag
wilde overbrengen, mij klaar makend voor een ritje naar Flevoland
en Lelystad. Misschien krijgen wij de Batavia nog te zien; Edith
wil eventuele files vóor zijn, en ook ik heb niks tegen
een dagje zicht-zeeën. Leuk juist.
There is only one thing a writer can write about: what is in front of his senses at the moment of writing... I am a recording instrument.... I do not pretend to impose 'story' 'plot' 'continuity'... Insofar as I succeed in Direct recording of certain areas of psychic process I may have a limited function.... I am not an entertainer.
Waarvan acte. "It is confessional literature at its absolute, since it can work only if it is completely honest." En zo zit dat; anders niet. Simon Vinkenoog, wonderkind.
Uit Banana Baby van Louise Landes Levi,
bezorgd en vertaald door Alessandro Tuoni, Supernova 2006, ISBN
88-88548-67-X
Dinsdag 23 januari 2007
Makeup generally looks best when unnoticed
"Alle intelligente menselijke wezens hebben wel eens een kortstondige ervaring van momenten van beschouwing gehad, waarin het bewustzijn zich schijnt te verbreden en zich bewust wordt van het loutere belang en de ingewikkeldheid van de wereld. En wanneer je in die staat verkeert, voel je niet meer dezelfde intense begeerte naar bepaalde personen of voorwerpen, omdat je je van zovele bewust bent. De lichtbundel van je begeerte is als het ware dun uitgespreid. (...) Je kunt weer diep ademhalen; de stekel is uit je voet verwijderd. Je was het slachtoffer van het zelfbedrog, dat geluk inhoudt te krijgen wat je hebben wilt. Nu weet je plotseling dat het geluk is, niets te willen. Het is beslist geen kwestie van uitgeput of onverschillig zijn. Integendeel. Dit gevoel, een vogel te zijn, vanaf grote hoogte op de wereld neer te kijken, levert je een intenser voldoening op dan je ooit door de vervulling van verlangens ervaren hebt. (...) De mens houdt op mens te zijn: dat wil zeggen, een wezen dat zijn eigen doeleinden en verlangens nastreeft, en wordt een reusachtige spiegel die de werkelijkheid weerspiegelt. En als gewone 'contemplatie' al een gevoel van verrukking en verlichting teweeg brengt, dan zou deze contemplatie van het heelal wel een onbevangen extase teweeg moeten brengen die verder gaat dan alles wat we ons kunnen voorstellen, de uiterste vrede en verrukking van het Nirwana."
Colin Wilson: Poëzie & Mystiek, (blz. 26/27) vertaald door Jean-A. Schalekamp, Uitgeverij Heureka, Weesp 1981. Oorspronkelijk Poetry and Mysticism, City Light Books, San Francisco, Cal., USA 1969.
Alfabetweters,
wij; wat betreft het gebruik van psychedelica verschillen Colin
Wilson en Simon Vinkenoog van mening, met diens conclusies is
de laatste het volkomen eens:
"Proust's Recherche en Hesse's Steppenwolf
stellen dezelfde vraag, bespeuren vaag dat het antwoord wel eens
zou kunnen liggen in het met succes overdragen van de betekenisinhoud
van het 'orgasme ' op het dagelijks bewustzijn.(...) Het antwoord
is dus, al onze bewuste discipline erop te richten om het inzicht
van het intensiteitsbewustzijn over te dragen op het dagelijks
bewustzijn - wat inderdaad zou betekenen dat het dagelijks bewustzijn
dan afgestemd zou worden op een doel, en zijn eigen beperkingen
voorbij zou streven. (...) Want zelfs voor een imbeciel moet het
toch wel duidelijk zijn dat, als ons probleem willoosheid is en
de fragmentarische aard van ons bewustzijn, niets anders ons kan
redden dan een krachtige, vastberaden poging om iets te bereiken
dat de naam van bewustzijn verdient."
Dat we het
over reddingspogingen hebben; het spreekt welhaast vanzelf. Zovele
heilige huisjes werden in naam van 'de vooruitgang' omver gegooid,
dat mensen spiritueel dakloos raakten - niet voor iedereen was
een bevrijdende rol weggelegd in de vele vernieuwingen die zich
afspeelden, in mode en muziek, in de wereld van kunst en cultuur,
entertainment en de media.
Zoveel ersatz, surrogaat ook over mensen heen gestort, zoveel
opgefokte angsten en paranoïde beslissingen, een soms onomkeerbare
verwijdering van al wat reeel en waarachtig was, en zo vele verschillende
mogelijkheden om maskers op te zetten ... Ik ben verheugd te leven
in een roemruchte tijd met Alle onbegrensde (on)mogelijkheden
die zich maar voordoen, in een wereld die - vele metaforen; twijfel
slaat toe! - zijn eigen Gordiaanse knopen dient te ontwarren of
door te hakken. We zien de overgang van een staatsorde naar een
groeiende internationale geopolitieke wanorde rond milieu en energie;
dreigingen van mens & natuur: wat hebben wij nog niet gezien?
Mogen wij, mensen van nu en straks beteuterd zeggen: Wir haben
es nicht gewusst? We waren even met iets anders bezig?...
Henry Miller schreef eens, dat als mensen de waarheid overduidelijk
zou worden gemaakt, zij terstond van schrik zouden doodzakken.
Aan de andere kant schreef hij ook: When you read
me smile a little.
En zelf ben ik verheugd als ik in El hombre invisible
lees, dat Allen Ginsberg en William Burroughs het op een bepaald
moment, na al hun experimenten met drugs (van heroine tot yage)
het over éen ding eens waren.
Een en ander speelde zich af in Parijs, in het naderhand zo genoemde
Beat Hotel, op nummer 9 van de rue Git le Coeur, een
zijstraatje van de rue St André des Arts, waar beiden elkaar
na eerdere ontmoetingen in de toen nog vrijstaat Tangiers opnieuw
troffen. Ginsberg was in die jaren ontvanger van Burroughs brieven
geweest en onvermoeibaar propagator van diens geschriften; The
Naked Lunch zou eerst, bijna onopgemerkt in 1959 bij de Parijse
Engelstalige Olympia Press (een boeiend verhaal rond Maurice Girodias!)
verschijnen, terwijl het boek zich pas langzamerhand een weg zou
banen na de de verschijning in New York bij Grove Press 1962 -
om, ik zou bijna zeggen helaas, een cultboek te worden: de afgekickte
schrijver had met dit boek wel een ware handleiding (die naar
het inferno, de Abyss voerde), een Algebra of Addiction
geschreven. Men diene evenmin te vergeten dat Burroughs levenslang
zou lijden onder het feit dat hij zijn vrouw Joan Vollmer per
ongeluk had doodgeschoten in 1951.
Hier volgt
een fragment, uit Barry Miles boek, de pagina 76:
"Towards the end of 1957 Bill had finally kicked junk; he
had stopped drinking and stopped writing. Each afternoon he sat
on his bed and meditated, slowly and repeatedly analysing his
thoughts. He accepted all the unpleasant or horrible fantasies
that entered his head as a real part of himself, and instead of
suppressing them with a shudder of revulsion, he concentrated
on each one, developing and analysing it in more or less the same
manner as he developed ideas to their absolute limits in his routines.
Burroughs became finally aware of what he called 'a benevolent
sentient centre to the whole Creation'. He had, in his own way,
the same vision of what Ginsberg called a 'big peaceful Lovebrain'.
It was a revelation to him and had given him the courage to examine
his whole life dispassionately, in particular his relationship
with Allen."
BEAT in de betekenis van BEATITUDE. Men hoort er te weinig van.
Hier dus even.
Genoeg Anglo-saksische Exil-Literatuur voor vandaag. Uw Simon
Vinkenoog, gastheer.
Maandag 22 januari 2007
Enthusiasm
is life-giving,
but deadly when misguided
Gegroet, vierde
week! Een achtjarig, zeer mondig jongetje, een krullebol die Thomas
heette, had aller aandacht gisterenavond laat: hij tapte, met
flair en onverschrokken enkele hele goeie moppen - het is dat
ik zelf geen moppentapper of -onthouder ben, maar het deed goed,
zo laat op de avond.
Het huis aan de Haagse Hogeweg bood plaats aan bijna vijftig mensen,
voor zwager Gerard, schoonzusje Else en hun dochter Laura, die
er hun verjaardag vierden. Gerard komt uit een Voorburgs gezin
met 11 kinderen, die er allen - betreurd werd de enige jaren overleden
oudste zoon - met partner en jonge kinderen waren, en zich over
de diverse benedenvertrekken verspreidden. Er werd gezongen en
in koor gerepeteerd voor het aanstaande 60-jarig huwelijk van
de ouders Van den Berg, Mientje en Cornelis (Kees) die zich eveneens
buitenshuis hadden gewaagd - ik vernam dat het om achtenzestig
familieleden in totaal ging. Dit enig kind heeft in de loop der
jaren even moeten wennen aan zo 'n schare mensen, maar de sfeer
was zo goedertieren dat ik voor het eerst met enkelen in wat dieper
vaarwater geraakte, bij het praten. Ook de vier Ringnalda-dochters
waren aanwezig die er weer op hun verrukkelijkst uit zagen; Gawie
heeft van alles over de roman waaraan hij werkt meegedeeld, en
ik toon bezoekers zijn zojuist verschenen boek Encyclopedie
van de populaire cultuur, een mooi geillustreerde uitgave
van L.J. Veen ISNBN 90 204 0561 6.
De tentoonsteling
over de Sixties trok zoveel publiek, dat van het tentoongespreide
weinig te zien was. Het is wel de oude kabinetten-traditie, waarvan
er sommige je aandacht trekken (zo bijvoorbeeld Daan van Golden)
maar ik miste de samenhang, afgezien van de vele kleine filmzaaltjes
waar films getoond worden. Ik dien er terug te komen om een bezonken,
weloverwogen oordeel te kunnen spreken; ik kom er 16 februari
weer terug.
Woensdag ben ik op bezoek bij de Openbare bibliotheek in Lelystad,
donderdag neem ik deel aan de gedichtendagtrein die van Schiphol
naar Eindhoven v.v. rijdt: daarover biedt de grootpers alle informatie.Vrijdag
een studentenclubbijeenkomst en een eerste repetitie met Spinvis
voor een nieuw project, waarover ik lekker pu niet uitwijd. Uitweid.
Nu ga ik even rustig aan doen, weinig geslapen - veel meegemaakt
en een stuk verder in de biografie van William Seward Burroughs
El Hombre Invisible , een wel zeer informatief boek van Barry
Miles ( Virigin Books 1992, ISBN 1 85227 440 9.
In de Londense 79, Beak Street - het adres van Riflemaker (www.riflemaker.org)
vinden nog enkele activiteiten plaats die betrekking hebben op
de Indica gallery van John Dunbar en Barry Miles, in de jaren
'66-'67 trefpunt van What's going on-Hip Classic was: de ontmoeting
tussen John Lennon en Yoko Ono. Maandag 29 januari Word Incest
& Cut-Ups: Four poets read simultaneously. Tueday 30 januari:
New Departures Live! Michael Horovitz presents a jazz, blues,
protest, sound and song poetry seminar. Da's heel veel in 1 zin.
Aan het boek dat Joost Zwagerman zo gracieus was mij te overhandigen,
de 700 pagina's tellende I Celebrate Myself - The Somewhat
Private Life ofAllen Ginsberg door Bill Morgan durf ik nauwelijks
te komen - ik sloeg slechts de pagina's op mij betrekking hebbende
open en herleefde weer die dagen dat Peter Orlovsky uitfreakte
in de jaren 80 in mijn vorige Amsterdsmse woning. Nu zeg ik stop
tegen mezelf; ik bazeldazel. Gegroet, medelezers. Simon Vinkenoog,
wandelslaper.
Zaterdag 20 januari 2007
The words 'I can't ' are best used sparingly
Straks op weg naar Den Haag, waar wij de opening van de
Sixties! tentoonstelling in het Gemeente Museum willen bijwonen,
en horen hoe Roel van Duyn (hij opent) over een en ander denkt,
de show bezichtigen en verder een familieweekend; de andere Ringnalda-dochters
bij Mama verjaardagen vierend.
Wat is
hip, papa? vroeg Anna, mijn dochter, 1973, drs.psychologie,
al drie jaar werkzaam bij Jeugdzorg-Amsterdam-Zuidoost als gezinsvoogd
met 22 dossiers, die ons weer eens een uitgebreid bezoek bracht.
Moeilijk uit te leggen, ze heeft volgens mij een hippe opvoeding
gehad, hippe vrienden met wie ze in haar vakanties naar Thailand
of India reist, geen square ouders die haar in de weg zaten -
bovendien was zij al vroeg zelfstandig toen Barbara en ik gingen
scheiden, in 1987.
Ze kreeg haar antwoord, en ik kom er hier ook op terug.
Wat een fantastisch interessant boek Hip: the History
van John Leland, een uitgave van Harper Collins, New York, 2004.
Ik kreeg enkele gecopieerde hoofdstukken ter inzage. met titels
als In the Beginning There Was Rhythm: Slavery, Minstrels and
the Blues, of The Golden Age of Hip: Bebop, Cool; Jazz and the
Cold War.
Uit het tweede hoofdstuk een eerste fragment; brengt ons verder
terug dan ik dacht - ik was bij Norman Mailer begonnen, Some
Notions on Hip, in het uit de jaren 50 stammende Advertisements
for Myself. Opnieuw een verruimende blik!
"In the 1850s, as the nation lurched toward Civil War, Ralph
Waldo Emerson, Henry David Thoreau, Walt Whitman and Herman Melville
produced a body of work that has been dubbed the American Renaissance.
The five-year period between 1850 and 1855 saw the publication
of Emerson's Representative Man, Melville's Moby
Dick and Pierre, Thoreau's Walden and the
first edition of Whitman's Leaves of Grass. (I skip over
Nathaniel Hawthorne, whose great novels, also published in this
period, were too singularly moralizing for our puproses here.)
These wrtiters set down the intellectual framework for hip. Celebrating
the individual and the nonconformist, advocating civil disobedience,
savoring the homoerotic, and above all claiming the sensual power
of the new, the writers articulated a vision of hip that we now
carry everywhere like an internal compass. The hip felicities
that have come since - the uncapped solos of bebop and hip-hop,
the gnostic blur of the Lost Generation and the Beat generation,
the indie purism of Chapel Hill or Olympia, the altered consciousness
of the drug culture - all built on the principles they threw down."
Dit nummer van de revisor (2005, 3-4)
verscheen gelijktijdig met de kettingvertaling van 22 dichters
van Whitman's Leaves of Grass, dat 150 jaar daarvoor
voor het eerst verscheen.
In dit nummer het nimmer herdrukte, voor het eerst in het Nederlands
vertaalde Voorwoord dat de dichter schreef bij de eerste
druk; een machtige tekst - ruim 14 pagina's vertaald door Menno
Lievens met medewerking van Ilja Leonard Pfgeijffer en Allard
Schröder. Een onmisbare handleiding, schrijven de heel rare
kinderen - ik ben het er volkomen mee eens, voor een keer!
Wat een goede
verstandhouding wij met iedereen; wat mag ik me verblijden in
degenen die ik ontmoet: wie goed doet, uiteraard.
Ik denk goed te doen, ik doe me te goed aan wat ik meemaak (zojuist
weer een interessante, maar koude, vergadering op tuinpark Buitenzorg,
met plannen en vooruitzichten: o, wat kijken we naar het voorjaar
uit. De storm die over Nederland woedde, heeft in de tuin weinig
schade aangericht). Ik wens mijn bezoekers een rustig weekend
toe. Blijf je verdiepen in de vraag: doe ik wel wat ik het liefste
doe? - en weest gegroet door Simon Vinkenoog, liefhebber.
Vrijdag 19 januari 2007
In dreams,
some forget
while others discover
who they really are
Ik houd van
de juichkreet waarmee dit apparaat aanslaat als ik de knop heb ingedrukt
en het geluidsvolume hoog gedraaid heb: Tata tàta táta
ja ja já - daar ben ik weer. Tue das Næchstliegende!
Het (meest) voor de hand liggende, het meest noodzakelijke Opstaan
en bewegen; hoe fel die zon schijnt waar vannacht de stormen woedden;
heel laag maar niet minder fel - dwars door de drie ramen naar binnen
vallend en in de achterkamer over de daken heen op de scholen in
de Stadstimmertuinen.
Hoe de Zon bron is, die gewaarwording - vurig begin en einde, indalen
en uitzakken, meenemen, meegeven.
Laat er nu een gedicht over the solar system onder mijn
ogen komen, op zoek naar een ander, waarover ik schrijven wil, te
weten het ruim vier pagina's tellende Last Words, in een
grote bundel met dezelfde titel, geschreven door een dichter die
schuil gaat achter de naam Antler.
Notities achterin
het boek verduidelijken:
The Antler'd Dancer is een prehistorische rotstekening in de
Ariège in Frankrijk; de cave Les Trois Frères (vermeld
in Joseph Campbell's The Masks of God: Primitive Mythology),
die door Abbé Breuil de Gehoornde God wordt genoemd. ...
een man met het gewei van een hert (stag), de ogen van
een uil, de oren van een hert (deer), de klauwen van een
beer, een paardenstaart, plainly dancing or prancing: de
oudste sjamanen-tekening bekend..
Dat doet Antler zeker; hij laat zijn woorden dansen. In dit
lange titelgedicht geeft hij voorbeelden van de manieren waarop
je sterven kan, welke mogelijkheden daarvan zijn, in welke staat
je je dan wellicht bevindt, de misschiens, de ditwilikniets, en
het uiteindelijke: wat zal ik zeggen?
Vervolgens geeft Antler een pagina lange opsomming van een aantal
famous last words (onder meer Rabelais, Marie
Antoinette, Chopin, Scriabin, Dylan Thomas, Dutch Schultz en James
{"Does nobody understand?"} Joyce), moet ik iemand
vinden om het uit mijn mond te horen, op te schrijven? En dan het
ultieme:
I tell myself
what my last words will be,
Hoping I don't get stage fright.
Hoping I don't get laryngitis.
Hoping someone will hear them.
Hoping I'm not interrupted.
Hoping I don't forget what they are.
From now on everything I say and write
Are my last words.
Hofnar van
de macht. De Voorkant (pagina 13) van de Volkskrant meldt,
met een grote foto gepavoiseerd, het overlijden van de 81-jarige
Art Buchwald, woensdagnacht thuis in Washington. Voor mensen, die
in Parijs in de jaren vijftig de International Herald Tribune
lazen, was Buchwald een household name, zoals hij het was
als columnist - een van de allereersten - voor 550 kranten over
de hele wereld.
Anderen zullen hier willen meelezen. Schrijft Jan Tromp :"Art
Buchwald is dood. Meer dan een halve eeuw lang was hij - even scherp
als humoristisch - de meestgelezen Amerikaanse columnist. Het laatste
jaar van zijn leven besteedde hij vooral aan doodgaan, een gebeurtenis
waarvan hij zijn lezers tot in detail, en met veel plezier, op de
hoogte hield."
Tromp maakt melding van een videofilmpje op de website van The New
York Times (www.nyt.com)
waarin hij nog éen keer wordt geïnterviewd. Hij grijnst:
"Hi, I am Art Buchwald and just died."
In een november jl verschenen boek Too Soon to Say Goodbye (Random
House, New York) zijn de stukken van het afgelopen jaar gebundeld,
waarin hij zijn lezers nauwgezet informeerde over zijn sterfproces.
In feite genoot Buchwald van het feit dat hij, door dokters opgegeven,
in leven bleef: hij werd een medisch mysterie en hield nog een jaar
stand.
"De verlenging van zijn leven bracht op de valreep een laatste
wending in zijn schrijverschap. Hij ging schrijven over de dood.
Over zijn eigen dood. Onveranderd geestig waren de stukjes, maar
daarenboven waren ze een superieur, zo men wil jaloersmakend vertoon
van verzoening met de eindigheid."
"Ik ontken niet dat het mogelijk is dat er een hemel is. Als
het iemand gelukkig maakt om dat te geloven, is dat prachtig. Als
het iemand ongelukkig maakt, wil ik niet dat het hem ongerust maakt.
Wat zo mooi is aan de dood, is dat je er alles over kunt zeggen
wat je wilt, zolang je maar niet de baas speelt over anderen en
pretendeert dat jij iets weet dat zij niet weten.
Wat heel belangrijk is, en waarom ik dit schrijf, is dat iedereen
aan de beurt komt, of je het nu leuk vindt of niet. De grote vraag
die we onszelf nog moeten stellen, is niet of we gaan, maar wat
we hier eigenlijk te zoeken hebben."
Bevrijdende
woorden. Niet vergeten, Art Buchwald.
De vier regels hier gisteren geciteerd, van wie wij de auteur niet
wisten, werd ons door drie correspondenten in het Guesthouse duidelijk
gemaakt, stammen uit een lied van Bram Vermeulen.
Dank voor de info; Bram Vermeulen zelf inderdaad niet vergeten -
zijn vrouw Shireen Strooker kende ik eerder dan dat ik hem zelf
oppervlakkig kende - in Vlaanderen vooral kwamen wij elkaar soms
backstage tegen; wij mochten elkaar, en waardeerden wat de ander
deed - laat ik het zo zeggen.
In de Volkskrant ook de Parijse wandelaar Adriaan van Dis,
en een uitvoerig artikel van Fred de Vries bij het vijftigjarig
bestaan van Jack Kerouac's boek On the road, waarvan een
nieuwe vertaling, de vijftiende editie, door Guido Golüke bij
de Bezige Bij verschenen is. Weer de nodige ideeën en opmerkingen
over het begrip HIP, waarover ik hier een BOOM had willen opzetten,
maar dat wordt een andere keer - genoeg van de aandacht gevergd
- en we slepen er dan ook Walt Whitman bij, een van de eerste Hipsters,
eerst zien wat Transito zegt.
Wat ik wel doe,
en de technische vaardigheden van Edith stellen ons daartoe in staat,
is te verduidelijken wat R. Buckminster Fuller's uitspraak:
I Seem To Be A Verb - zie KRSVRS gisteren - te betekenen heeft:
wat het IK te doen staat.
En daarmee sluit ik voor vandaag deze laatste woorden af. Simon
Vinkenoog, Snuffeltje Leuk.
Eerste zes pagina's van I Seem To Be a Verb
by R. Buckminster Fuller with Jerome Agel and Quentin Fiore,
Bentam Books, New York 1970. Op linker lege eerste pagina toegevoegd
een uitspraak van R. Buckminster Fuller
uit mijn leerboek De ervaring van de verandering van
de ervaring, Meulenhoff Educatief, 1974
Donderdag 18 januari 2007
The playfulness
of the Universe
is reflected in the dance of the stars
IK is niet alleen
een Ander (Arthur Rimbaud), IK is ook een werkwoord (Buckminster
Fuller).
Leven is dan alleen Waar als IK BEN, voegde de Russische tovenaar
Gurdjieff daar aan toe; ik gebruikte het als motto in mijn dagboek
Liefde: zeventig dagen op ooghoogte, in 1965 verschenen
als Literaire Reuzenpocket bij De Bezige Bij. 507 pagina's.
Laatste zinnen luiden:
"Noem het de tien geboden. Noem het de wetenschap. Noem het
een opgave. Gij zult niet doden. Gij zult leven. Gij zult het gebod
van Christus navolgen: volmaakt te worden als God.
Het gaat altijd om het doel, en nooit om de middelen. Het doel:
volledige overgave aan het bewuste leven."
Wie ik
ben, wie ben ik? is volgens Ramana Maharshi - een wijze yogi,
uit wiens mond meerdere mooie teksten zijn opgeschreven en uitgegeven,
de belangrijkste vraag die een mens met zich mee kan dragen, een
nooit definitief te beantwoorden vraag, ik zou hier bijna zeggen
een paradigmatische vraag: definitief kan het antwoord nooit zijn.
Overigens weten mijn eigen lezers allang dat ik van mening ben dat
un Dieu défini un Dieu fini is.
Uit reisdagboek VS - Mexico, 1969 - 1970 van Simon
Vinkenoog
Toch maar voorlopig die hoofdletters, vanwege de storm die om het
huis woedt, vanwege de vragen die je jezelf blijft stellen, vanwege
de vragen van de diepte-interviewer, die mij al eerder aan de tand
voelde voor het dagblad Trouw (over de tien Geboden); hij
kwam zelfs terug op het zesde....
Je had bij de recherche gemoeten, zei ik 'schalks' tegen de goeie
man: 1 geheim mag ik toch wel tussen Edith en mijzelf bewaren, hoe
transparant ik ook wil zijn?
Na jou nooit een ander.
Ik neem een hond.
Ik neem een kat.
"En als
ik dood ben, treur dan niet
ik ben niet echt dood moet je weten
het is mijn lichaam dat ik achterliet
dood ben ik pas, als jij mij bent vergeten"
Toegevoegd aan mijn verzameling teksten-bij-rouwadvertenties.
Wie heeft dat geschreven? vraagt Edith me; ik weet het niet - een
uwer? Contact via Guesthouse.
Nergens bang
voor zijn, zei de overlevende die de dood voortdurend voor ogen
had zonder er over te hoeven nadenken. Volgende dans. Solo. Duo.
Triangel in de jungle. Plekje plek. Op naar de quintessens. De grote
verdwijntruc. Laatste afstapje. Adem. Blik. Alea jacta est,
al bij je geboorte: GeboorteOrgasme Dood.
Angst verblindt. Grootste vijand. Lach dan, Paljas - Hekkensluiter.
Durf-al; meeleven.
"My God. I am so emotional that sometimes I can't stand the
intensity. Oh, my God. Then they ask me if I ever cry? I say, "Holy
shit, probably two days ago." I'm very subject to violent fits
of weeping, for very good reasons."
William S.Burroughs, in William Burroughs El Hombre Invisible,
door Barry Miles, Virgin Books, Londen 1992.
Ik neem HET zoals het is, Al Wat Het Geval Is. Dag heren spittend zwoegend berekenend achter de apparatuur; de mijne zweeft met de storm buiten mee op zijn eigen snelweg. Soms luister ik, en huiver mee - zwiepgeluiden, fluitend gierend bijna, holle boze bulder waar tram tussendoor glijdt. Takkendans.Politiesirene.
Le plaisir
de se voir imprimé is natuurlijk nooit weg, al timmert
de weg meer dan een halve eeuw aan jou (jij, Ik daar). Het Gemeentemuseum
in Den Haag brengt t/m 29 april 2007 een uitgebreide cultuurhistorische
tentoonstelling Sixties! Kunst, mode, design, film en fotografie,
die a.s. zaterdag 20 januari om 17.30 door Roel van Duijn, ex-Provo,
zal worden geopend.
Wat een beroep ex-Provo! Ik ben niks ex-, hooguit X-factorist, vanuit
het principe X + non-X = 1. Ik heb ooit gekozen voor het schrijverschap
- hoehoehoe - zal ik 's over NA(voor)denken, en "Nee, mevrouwtje,
ik ben NIET 'binnen', ik werk voor mijn plezier en hoop dat de rest
van mijn leven te blijven doen. Deo Volente. Het Werk bestaat
eruit de mensen een hartverwarmende boodschap mee te geven: je leeft!
Hoe; dat is de eigen opgave. Laat me een voorbeeld geven uit een
inwijdingsboek van Nikos Kazantzakis: ASCESE - Salvatores Dei,
verschenen in de Kwintessens-reeks van de
Bezige Bij, 1973, 110 pagina's.
Ik sla het open op pagina 11, lemma 13 van de eerste Opgave:
13: Ik ben de
arbeider van de afgrond. Ik ben de toeschouwer van de afgrond. Ik
ben de bespiegeling en de daad. Ik ben de wet. Buiten mij is er
niets.
14: Zonder zinloze opstandigheid de grenzen van het menselijk verstand
te doorzien en te aanvaarden, en zonder verzet binnen deze strenge
grenzen te ademen en te werken, dat is de eerste opgave.
15: Bouw boven de bewegende duisternis met moed, geduld en hardvochtigheid
de volmaakte cirkel, de heldere dorsvloer van het begrip, om er
het Heelal te verslaan en te wannen.
(Uit de blurbtekst van deze uitgave: "De oorspronkelijke versie verscheen in 1927 in het Atheense maandblad Renaissance als 'de eerste schreeuw van een post-kommunistisch Credo '. Kazantzakis diende het werk aan als: 'een mystiek boek, waarin beschreven wordt hoe de ziel van niveau tot niveau kan klimmen totdat zij het hoogste niveau bereikt. Er zijn er vijf: Ego, Mensheid, Aarde, Heelal, God.'")
Telefoontje. Of ik met het NOS-Journaal over de tentoonstelling wil lopen. Vereerd, maar wij hebben een tuinvergadering - als die doorgaat met de storm. Even antwoord uitgesteld tot Edith terug is van boodschappendoen.
In een programmakrant
van de Sixties!-tentoonstelling met info over de verschillende
tentoongespreide facetten uit de Jaren Zestig, die morgen ook als
Volkskrant-bijlage wordt verspreid, komen de ik-ken en ik-jes, de
ego-optiekjes en kiekjes van enkele medespelers uit die jaren aan
het woord, soms bien étonnés de se trouver ensemble,
soms niet: Freek de Jonge, Roel van Duyn, Marcel van Dam, Hans Wiegel,
Reinier Lucassen, Fong Leng, Kees 't Hart & Ik, zei de gek,
ieder zijn 800 woorden.
Bij de aankondigingen twee concerten van Cuby and the Blizzards
op 2 februari en 24 maart, sixties op TV 18 t/m 25 januari
; zie ook www.cultura.nl,
de 16e februari een POPBLIK met Simon Vinkenoog over de muziek die
in de jaren 60 zijn oren bereikte, een literaire salon 'de donkere
kamer' met en/of over Ik, Jan Cremer op 15 februari, Sixties
on Film 18 maart en 4 maart: Introducing the Sixties! En dat allemaal
in het Haagse gemeentemuseum aan de Stadhouderslaan 41, 070-3381111,
www.gemeentemuseum.nl.
Edith kwam ongehavend
uit de storm terug; wij verkiezen - blijkt - onze Amsterdamse functie
boven het loopje met de NOS. Leve de eer.
Twee maanden geleden kreeg ik drie foto's uit mijn verleden voorgelegd
(leve de ict-markt) en of ik bij een daarvan een onderschrift wilde
leveren, voor het tijdschrift ZIN. Vanochtend kwam het resultaat
binnen; kijk het nr. 02 van februari 2007 (adviesprijs € 3.95,
www.zin.nl) in bij kiosk of tijdschriftwinkel, tabakzaak of
supermarkt - hoofdredacteur Marjolein Westerterp rept van bijna
honderdduizend lezers die een abonnement hebben of Zin los in de
winkel kopen, dus het bevindt zich vast wel bij mijn NL bezoekers
in de buurt, als ze hun huis al uitkomen bij deze storm.
Pagina 98 bladvullend in kader en passepartout de mooie foto die
Philip Mechanicus in 1962 maakte van uw dw.dr. streng de camera
inkijkend, naast zich Ilse Vinkenoog-Monsanto (1937-1989) met een
open blik afwachtend kijken, op Simon's schoot de op 13 mei 1961
geboren Alexander Simon Matthias, die nog steeds op zichzelf lijkt!
Ook de tekst is paginavullend, en wordt als volgt ingeleid: Hollands
Glorie/ Camera Obscura/ De mooiste foto's zijn herkenbare schetsen
van een kleine wereld. In de serie Camera Obscura plakt journalist
Rob Bouber de scherven van de tijdgeest aan elkaar. Deze maand:
schrijver/performer Simon Vinkenoog en dan groot groen Literaire
Oerkracht.
Het aantal adjectieven dat op mij wordt losgelaten, doet mij telkenmale
opspringen - geen hagiografie alstublieft. Ik ken de goede heer
Bouber niet, mijn complimenten - en Derrick wil je er voor zorgen
dat je ZO nooooit over me schrijft. Doe maar gek, dan doe je gewoon
genoeg. ''Spiritueel, energiek, creatief, gepassioneerd, geestverruimend,
filosoferend en waarachtig ..." Nou, vooruit dan maar, uw Simon
Vinkenoog, diamantslijper.
Woensdag 17 januari 2007
There is room for many stars in the firmament
Het is vandaag
zes jaar geleden, dat de laatste en jongste van de "Daddies",
die de kerngroep van de Beat Generation vormden, Jack Kerouac,
Allen Ginsberg en William S. Burroughs, te weten Gregory Corso,
geboren 2 maart 1930, zijn aardse ogen sloot.
"He loved us. He loved us not. He loved us." schrijft
Patti Smith in haar voorwoord bij An Accidental Autobiography,
the Selected Letters of Gregory Corso, Edited with Commentary
and Introduction by Bill Morgan (A New Directions Book, New York
2003, ISBN 0-8`112-1535-0). In de 444 pagina's nemen de brieven
uit de jaren vijftig de meeste plaats in, 230 pagina's, om uit
te pieteren tot enkele brieven uit de laatste decennia; de laatste
- van mei 2000, is gericht aan Griselda Ohnnessian, zijn redactrice
bij de uitgeverij van deze brieven.
"In the mid-sixties the various demands of drugs and alcohol
addiction began to take over. schrijft Bill Morgan in zijn Introduction.
"His letters became shorter, less frequent, less informative,
less self-examining. They became increasingly bitter, as one after
another of his old friends failed to respond to his many demands.
He still had that junkie's ability to flatter the right person
at the right time, but he couldn't sustain relationships, and
was lucky to have a few loyal friends for so many years.
After his disastrous reading in 1965 at the Royal Albert Hall
poetry festival, which was a triumph for other poets like Ginsberg
and Ferlinghetti, Corso stopped reading in public. Although he
would try again from time to time to make money by occasional
readings, his alcohol and drug use always marred the event. At
the same time his rude behavior grew worse, and as more and more
people abandoned him, he sank into a self-inflicted silence. He
assured his publishers that he was writing constantly, but in
fact, it was only in fits and spurts that he would produce enough
for publication. He did continue to write poetry over the decades
and some books and wonderful poems were created, more a tribute
to his natural talents and abilities than to hard work."
Tijdens de laatste jaren van zijn zelfgekozen kluizenaarschap
(Horatio Street in de West Village van Manhattan) maakten Gus
Reininger en Hiro Yamagata een film over hem, en ontdekten dat
Gregory's moeder - die hij sinds zijn eerste jaar niet meer gezien
had - nog leefde. Zijn laatste dagen bracht hij, lijdend aan kanker,
bij zijn oudste dochter Sheri Langerman in Minnesota door. Een
mis werd aan hem opgedragen in de parochiekerk waar hij was gedoopt,
en zijn as werd naar Rome overgebracht en aan de voeten van de
dichter Percy Bysshe Shelley geplaatst.
In de laatste ziekenhuisbrief aan zijn uitgeefster schrijft hij
geen gewetensbezwaren te hebben tegen het opnemen van brieven
waarin hij om geld vraagt: "In that respect I'm in good company
- Mozart, Wagner, James Joyce and many others. I want you to publish
this one too. If I had known my letters were going to be published
I would have endured whatever hubris had befallen me. Ginsberg
and Kerouac knew they were writing for posterity - the lucky sons
of Angels!"
Het merendeel der brieven is gericht aan Don Allen, Paul Bowles,
William Burroughs, Lawrence Ferlinghetti, Allen Ginsberg, Ted
Joans, LeRoi Jones, Jack Kerouac, James Laughlin, Peter Orlovsky,
Hope Savage en Philip Whalen. Er zijn pijnlijke lengthy confessional
letters - uiteindelijk komt alles in zijn tragische leven
bijeen in de door hem geschreven poëzie, zijn raison
d'être waarover hij indringend en uiterst persoonlijk
weet te schrijven.
Mijn eerste
herinnering aan Gregory gaat terug tot 1958, toen ik hem samen
met Allen Ginsberg en Peter Orlovsky in Amsterdam ontmoette; Eddy
Posthuma de Boer maakte een foto van hen bij een artikel dat ik
voor de Haagse Post schreef.
De volgende foto's zijn genomen tijdens een One World Poetry
festival in Amsterdam, eind jaren zeventig/begin jaren tachtig.
Op de eerste foto onderscheiden wij, soms met moeite, van links
naar rechts: Harry Hoogstraaten, John Cooper Clark, Gregory Corso,
Kathy Acker, Jules Deelder, René Stoute en Gerben Hellinga
(foto Cor van Keuk).
De tweede foto van Jean van Lingen toont Gregory in actie tijdens One World Poetry, en de derde waarop ik dochter Anna een slokje bier laat proeven, is genomen in de Galerie A van Harry Ruhé door Suze Hahn.
En nu maak ik tijd voor de dagelijkse bezoeker; een diepte-interviewer, zowaar! Gegroet vrienden bekend en onbekend. Simon Vinkenoog, senior poet.
Dinsdag 16 januari 2007
Stretch
only as high as you can,
but a stepladder may help you
to reach a bit higher than that
Goed zo; weer
eens betrokken geraakt bij een muzikaal-theatraal project. Het
idee, de uitvoering, de voorbereidingen, de repetitiedagen, de
datum van uitvoering - inspiratie alomme. Ik laat de bezoeker
de Artaud-oogst zien, wij spreken over het Living Theater,
de Dogtroep, de over te brengen essentie van datgene
waarmee je bezig bent - o, ik wil het hier nog even abstract laten
- maar het jaar heeft volop ingezet met activiteiten, die de noodzakelijke
woorden te voorschijn moeten brengen om vast te stellen wat er
uit te drukken en te benadrukken is. Bestaande teksten, te schrijven
teksten, een uitnodiging - een gesprek zonder einde.
"Keep on dancing, it 's your fortune!" werd
mij door twee lieve dames nageroepen, toen ik na de première
en eerste voorstellingen van Frankenstein van het Living
Thater aan het strand van de Middellandse Zee in Cassis afscheid
nam. Dionysos danst weer, Pan blijft pijpen!
("Aan echte trance kwamen de zes derwisjen ondanks langdurig
gedraai niet toe en ook voorzanger Shakkûr, met zijn diep
resonerende bas een van de grootste vocalisten van de Arabische
wereld, bereikte pas helemaal aan het einde van de voorstelling
iets dat op extase begon te lijken." Ton Maas, de Volkskrant
vandaag).
Waaruit blijkt
extase? Ik heb mensen indrukwekkend in trance zien gaan, sprekend
met een gans andere stem dan hun eigen stem. Ik herinner mij ook
hugging parties en raves, waar iedereen de anderen
omhelsde, of in de ogen keek en van elkaar hield: van Rajneesh/Osho
tot Ecstasy, van LSD tot zonsop- of - ondergang.
En uiteraard, waarom de wereldas draait; l'acte des sexes
qui est l'axe des sectes: het orgasme, de lijfaanlijfgemeenschap,
in de erogene zone die heelal heet, een voortdurend klaarkomen,
ieder voor zich, met de partner, met het leven, met de dood, met
de obstakels en lessen, valkuilen en hindernissen - om op een
gegeven moment uit te vinden dat de dingen gaan zoals ze gaan,
ongeacht ambitie of eerzucht; dat je heel wat kunt afleggen, als
je eenmaal het een en ander aan tijd en ruimte hebt afgelegd,
dat er niets meer af te leggen valt, behalve de openbarende transparantie:
Alles Leeft!
Spreek me maar eens tegen! Ja, in extase, soms kan ik de teugels
laten vieren, en dat doe ik dan privé, hoeveel exhibitionisme
ik in mijn leven ook gekend hebt, hoe 'schaamteloos ' je altijd
wilde schrijven, en leven... Tot je niemand meer wilt kwetsen.
En van het leven een kunst maken: waarheidsgetrouw, verliefd en
verwonderd.
Tot je pas echt beseft dat je schrijven niets dan een voortdurend
zelfonderzoek is, waarvan je denkt a) dat het anderen interesseert
en b) dat ook anderen daar iets van kunnen opsteken. En zolang
er nog een schoolmeester in me zit, en een klavier-ridder, lever
ik deze content met graagte, in deze vreemde hypervorm.....
Het orgasme.Kom toch 's klaar, klootzak. Pardon, Johnny.
Ik wil Wim Brand bij de VPRO vragen de stemmen van Artaud en die
van Johnny te vergelijken; bovendien zit er een oerschreeuw van
mij in de eerste Utrechtse Poëzienacht, op cd en ook , dacht
ik op de link See me! hear me! (Meteen weggezet in de
categorie: belijdenis-, getuigenis-literatuur).
Was niet het eerste gedicht, dat ik van Antonin Artaud vertaalde,
het
POSTSCRIPTUM
Wie ben ik?
Waar kom ik vandaan?
Ik ben Antonin Artaud
en ik zeg het
zoals ik het zeggen kan
ogenblikkelijk
en ge zult mijn lichaam van nu
in stukken zien springen
en opnieuw tezamen komen
in tienduizend vermaarde gestalten
een nieuw lichaam
waar ge me nooit meer
zult kunnen vergeten.
Door mij spreken verboden stemmen. Bloemlezing uit de
moderne buitenlandse poëzie 1900-1950, samengesteld door
Sybren Polet (de Bezige Bij, 1961 en Bert Bakker, 1975).
Na het lang verwachte bezoek hier gisteren van een oude vriend,
uit de Parijse jaren, die ik in tijden niet gezien had, de wereldreiziger
en fotojournalist Otto van Noppen (1924), waarbij weer heel wat
namen uit de vergeethoekjes te voorschijn kwamen duikelen en gezicht
kregen, bood hij ons de gelegenheid zijn collectie keramiek te
aanschouwen in zijn Buitenveldertse appartement, toen wij hem
een Volvo-rit naar huis aanboden.
Een ware, intieme schatkamer, waarvan het Drents Museum in Assen
in 2005 een grote keuze heeft laten zien: Kleurrijke Keramiek
- Art Nouveau en Art Deco uit de collectie Van Noppen
(een mooie grote catalogus van 76 pagina's, ISBNummer onvindbaar).
Dankbaar voor de geboden gelegenheid keerden wij huiswaarts -
mij wachtte des avonds een kleine bijeenkomst ter voorbereiding
van een symposium.
Hoe alles leeft, het verleden, het heden - en laten we hopen:
de toekomst. Speculaties over Utopia moeten levend gehouden worden,
oordeelde Norman Brown:
"Utopian speculations must come back into fashion. They are
a way of affirming faith in the possibility of solving problems
that seem at the moment insoluble. Today even the survival of
humanity is a utopian hope." Life against Death The Psychoanalytical
Meaning of History, Vintage books 1959).
Edith zoekt een mooi plaatje uit de collectie uit; adieu voor vandaag, tijdgenoten. Gegroet. Simon Vinkenoog, wandelganger.
Maandag 15 januari 2007
In the
great battles of life, the most powerful weapons
are often wisdom and understanding.
Welkom, bleekzonnige
derde maandag van het jaar!
En in de eerste plaats mijn oprechte gelukwensen voor Erik de
Jong (Spinvis) die zaterdag tijdens de Noorderslag 2006
op het podium van de Groningse Oosterpoort de BV Popprijs
2006 won, en daarna werd onthaald op de traditionele
bierdouche vanuit het publiek, waarvoor hij hartelijk en kalm
bedankte. Mooie foto in de Volkskrant; volop lof ook
voor de Excelsior-bandjes, zoals dat in het muziekjargon heet.
Uit het enthousiast verslag van Menno Pot: "Spinvis wint
zaterdagavond de Popprijs niet wegens internationaal succes, spectaculaire
verkooprecords of omdat hij een rolmodel voor Marokkaanse jongeren
is, maar gewoon omdat zijn muziek zo prachtig is. Dat mocht ook
wel weer eens."
"Het succes van Spinvis", nog altijd Menno Pot geciteerd,
"is ook het succes van zijn platenlabel Excelsior Recordings,
al ruim tien jaar een kwaliteitskeurmerk van jewelste en als label
van onschatbare waarde voor de Nederlandse popmuziek. Noorderslag,
de jaarlijkse staalkaart van de nederpop, is een triomftocht voor
het kleine liefhebberslabel, dat er door niet minder dan vijf
bands vertegenwoordigd wordt."
Het klinkt als muziek in de oren, en dat doen ze dan ook: Johan
- Do the Undo - Alamo Race Track. "En het mooiste is:
vrijwel geen enkele Excelsior-act lijkt een Brits of Amerikaans
voorbeeld na te apen of aan te haken bij een internationale trend.
Niet alleen Spinvis, maar ook de Engelstalige gitaarbandjes van
Excelsior zijn eigenlijk heel Hollands."
Ongetwijfeld zal het juryrapport op de Spinvis-site (www.spinvis.nl)
te lezen zijn. Enige essentialia: Erik de Jong (1961) debuteerde
in 2002 met een titelloos album, won een Essent Award, een Zilveren
Harp en maakte muziek voor uiteenlopende projecten en manifestaties.
2005 het album Dagen van Gras, Dagen van Stro, in 2006
gevolgd door Ja!, een cd met schrijver Simon Vinkenoog.
"Origineler ging in Nederland geen muzikant te werk."
Goed om te horen, de waarheid en niets dan de waarheid, verklaart
Popvader Vinkenoog. Popvoeder. Er is een moment geweest, way
back in the Sixties dat de woorden Pop Art, en Op
Art, en Pot Art me zodanig de neus uitkwamen, dat
ik in een hoofdstuk in het boek dat ik aan het schrijven was,
alle belangrijke woorden van het voorzetsel pop voorzag;
dat ziet er dan heel gek/leuk/interessant/flauw uit - net zoals
Count Alfred Korzybski die voorstelde achter elk belangrijk woord
etc. te zeggen, gevolgd door een belangwekkende stilte
om te leren leven met zijn non-aristoteleaanse logica, door Martin
Gardner gerekend tot de Fads & Fallacies in the Name of
Science, het livre de chevet van Rudy Kousbroek,
maar nu dwaal ik af: je faisais une petite randonnée,
een dérive - ik word teruggeroepen door de regie
der Wegen. Une intervention.
Het andere nieuws, dat gisteren mijn leven binnendrong, via een
e-mail van Brummbaer uit Los Angeles:
Counterculture
icon ROBERT ANTON WILSON passed away quietly in his Capitola home
on January 11th. Wilson, perhaps best known as co-author of the
1975 cult classic novel "Illuminatus!" wrote
more than 30 books and several plays, and was the subject of a
2003 documentary, "Maybe Logic." A long-time friend
of such counterculture figures as Timothy Leary, Paul Krassner
and George Carlin, Wilson recently gained notoriety as a vocal
proponent of medical marijuana, which he claimed relieved the
pain and sufferings of his Post-Polio Syndrome. Robert Anton Wilson
was 74 years old."
Mijn vriend Brummbaer, die Wilson "one of the funniest and
wisest human beings I ever met" noemt, voegt daar tevens
aan toe:
Bob's last message from the 6th of Jan.:
Hi there,
Various medical authorities swarm in and out of here predicting
I have between two days and two months to live. I think they are
guessing. I remain cheerful and unimpressed. I look forward without
dogmatic optimism but without dread. I love you all and I deeply
implore you to keep the lasagna flying. Please pardon my levity.
I don't see how to take death seriously. It seems absurd. RAW.""
Geen enkele behoefte daar iets aan toe te voegen. De dag gloort. Simon Vinkenoog, oude vriend.
Zie Kersvers zaterdag 13 januari
Zondag 14 januari 2007
In chess small moves pave the way for big ones
HUGO CLAUS - VOOR DE DICHTER ANTONIN ARTAUD
Bij ons, de
vreemden, de verdwaalden,
de nooit gelanden, de ontwrichten
is een bleke kapitein gestorven.
Ik zie de
aders in zijn slapen
niet meer kloppen.
Zijn gezicht, uitgekerfde straatsteen
is eindelijk stil.
Dat wij zijn
aangetast voor het leven
weten zij, de gelijke naturen,
de onverstoorde zielen
in elk van hun effen uren.
Zij braken
zijn weke ruggegraat.
Zij sloten hem op met stoel en brood en stro.
Zij noemden hem ziek en gek.
Zij hadden medelijden.
Ik zal hem
nog ontmoeten
onder de bruggen, in het leeg station.
Hij zal zijn arm om mijn schouder leggen.
Tegen de morgen zal hij aan mij komen boren,
aan mijn vezels schuren
zodat ik schreeuwen zal: Artaud, Artaud.
Ik zie de
aders in zijn slapen
niet meer kloppen.
Verbreek de
gordel van onmacht.
Kraak de schelp van onvruchtbaarheid.
Mijn dode hazewind, mijn toren in puin,
mijn bloedende doodgeborene,
uitgebrande man, Antonin Artaud.
`Hugo Claus, Gedichten 1948-1993, pagina 55 (uit de bundel
Registreren,1948) , De Bezige Bij, Amsterdam,
1994.
"Claus had Artaud gezien in een Parijs café, vlak
voor het eind van zijn leven en hij kende zijn naam en faam. Zijn
identificatie met deze poète maudit bij uitstek
was uitermate romantisch. Ook de jonge dichter van Registreren
voelde zich blijkbaar verdoemd en 'aangetast door het leven'.
Interessanter is echter de poëticale verwantschap: zowel
in Claus' houding tegenover 'de Kunst' als in het directe beeldgebruik
in deze vroege gedichten lijkt hij het kleine maar overtuigde
broertje van de Franse dichter."
(Geert Buelens: Van Ostrtaijen tot heden Zijn invloed op de
Vlaamse poëzie, Uitgeverij Vantilt, 2001, p. 578/9).
Sheikh Hamza
Shakkûr, zanger en koranlezer van de Grote Moskee in Damascus,
en het Ensemble Al-Kal-Kindi, onder artistieke leiding van Julien
Jâlal Eddine Weiss, brachten in een volle zaal van het Amsterdamse
Muziektheater een anderhalf uur durende Soeficeremonie van de
Grote Moskee van de Ommayyaden ten gehore, met zes koorleden en
zes derwisjen behorend tot de soefi-orde van de Mavwlawiyya .
Jalâl al-din Rumi (1207-1273), dichter en mysticus, ook
wel Mevlena genoemd, was de leidende figuur van de soefibeweging
in Konya. "Toen Rûmi aldaar op 17 december 1273 stierf
wedijverden christenen, joden en moslims om de eer hem te mogen
begraven. Zijn graf is nog steeds een heilige plaats voor volgelingen."
meldt het programma, met tekst(en) en uitleg.
De in 1953 geboren Julien Jalal (Franse vader, Zwitserse moeder)
raakte in de jaren zeventig gefascineerd door Arabische muiziek
en richtte in 1983 zijn eigen ensemble op, waarmee hij de wereld
rondreist - en graag in Amsterdam terugkeert, verzekerde hij na
afloop het enthousaiste publiek dat inderdaad een uniek gebeuren
hadden bijgewoond. Het was een spektakel an sich, op
een lange rij over het gehele toneel zittend, die achttien merendeels
getulbande mannen in witte en bruine of gestreepte gewaden, die
derwisjen die drie keer de verbinding tussen Hemel Aarde mochten
uitdrukken door rond hun eigen wereldas te wervelen, vibrerend
met alles wat, gedragen door zang en indringende muziek, omhoog
en omlaag, in de diepte en de breedte zich zou kunnen verspreiden
- helaas...
De toneellijst bleef een toneelgrens, hoe prachtig ook het lichtontwerp
van Henk van der Geest, een achterdoek met wiselende sterrenhemels
en nevelvlekken, van kleur veranderend. Hoe imponerend de voorzanger,
het koor of de instrumentale solisten, hoe meesterlijk gespeeld
ook, echte vervoering bleef bij mij uit, helaas. Het was eerder
een gedisciplineerde voorstelling, dan een ceremonie - hoe indringend
vertolkt door ieder der betrokkenen, aan wier goede bedoelingen
wij uiteraard geen ogenblik twijfelen. No business
like showbusiness!.
Waren wij bevooroordeeld door het interview dat Julien Jalal 3
januari in Istanbul aan Saskia Törnqvist van Het Parool
had gegeven, dat gisteren werd gepubliceerd (ps. 36/37, 13 jan.07)?
Hij kwam er nogal zelfingenomen uit te voorschijn, en op een moeilijke
vraag geeft hij een vreemd antwoord:
"In 1986 bekeerde u zich tot de islam. Ik neem aan dat
dat voortkomt uit een diepe geloofsovertuiging."
"Lange stilte. Mijn bekering tot de islam heeft met
veel zaken te maken. Allereerst fascineert de islam me. Verder
bevordert mijn bekering de mythevorming omtrent mijn persoon.
Ik heb mijn lichte leefstijl wel behouden. In mijn omgeving wordt
dat getolereerd. Wel doe ik trouw sommige plichten. Heel onlangs
was ik voor mijn vijfde hadj in Mekka."
Ik weet niet
de hoeveelste hadj het is, die ik vanmiddag naar de Psylisten-kerk
in Ruigoord maakte - maar het was er weer een vol beloften! Altijd
goed vrienden terug te zien, met wie je alleen hier rustig aan
een tafel kunt zitten en om je heen kijkend weten dat iedereen,
zo'n tweehonderd man schatte ik, zeer op elkaar gesteld is, elkaar
liefheeft. Ons kent ons, en wij weten waarom. Autonome Vrijplaats
tenslotte, where fortune favours fools! Een Vrije Gemeente,
indeed! Batafysica! Situationisme Ahoy!
Pionierende bewoners Hans Plomp en Gerben Hellinga zetten de plannen
voor het komende jaar van het Zwijn uiteen (zie de activiteitenladder
op www.ruigoord.nl)
- onder meer een Beeldentuin, hoe groter beelden hoe beter, en
wezen ook op het wezenlijke belang van St.Geertruid, waarschijnlijk
gereïncarneerd als Tante Jans, de laatst vertrokken, in Ruigoord
geboren kruidenierster, die had verklaard: Ruigoord zal altijd
blijven bestaan. Ruigoord zal nooit verdwijnen!
Daarna mocht een Flamencokoor het feest dat vast tot in de diepste
uurtjes zal duren, openen. Dag die en die, die en die, ik zal
het lezen ( 2 x), en onthouden, noteren en vergeten; ik mocht
het woord UTOPIA doen weerschallen, en was weer even in mijn element
alwaar ik immer terugkeer, hier en nu - altijd NU! Simon Vinkenoog,
orakelaar.
Zaterdag 13 januari 2007
To the crazy person, the normal one is insane
"Moi
je réponds que nous sommes tous en état épouvantable
d'hypnotension,
nous n'avons pas un atome à perdre sans risquer d'en
revenir immédiatement au squelette, alors que la vie est
une incroyable prolifération, l'atome éclos en pond
un autre, lequel en fait immédiatement éclater un
autre.
Le corps humain est un champ de guerre où il serait
bon que nous revenions.
C'est maintenant le néant, maintenant la putréfaction,
maintenant la résurrection
attendre je ne sais pas quelle apocalypse d'au-delà,
l'éclatement de quel au-delà pour se décider
à reprendre les choses
est une crapuleuse plaisanterie.
C'est maintenant qu'il faut reprendre la vie."
Antonin Artaud,
1946. Tekst gepubliceerd op de achterkant van ARTAUD Œuvres,
Édition établie, présentée et annotée
par Évelyne Grossman + Vie et œuvre illustré
+ Choix bibliographique. (Quarto, Gallimard, 2006). Een boek om
je in te verliezen, zoals je je ook in die man en zijn werk kunt
verliezen.
Haar uitgebreide, bijna 1800 pagina's tellende chronologische
bloemlezing bevat alle belangrijke werken van A.A., (4 sept.1896,
Marseille - 4 maart l948, Ivry) een ruime keuze van artikelen,
scenario's en diverse teksten, meer dan 200 brieven (dont
certaines inédites) en une abondante iconographie,
met de namen van Élie Lascaux, André Masson, Jean
de Bosschère, Balthus, Man Ray ... et de très
nombreuses reproductions des dessins d'Artaud, de ses manuscrits
et de ses cahiers..
Kortom. Nooit meer kortom. A suivre...
Lucas van Leyden, 16e eeuw, De dochters van
Lot, Louvre
Dit
schilderij inspireerde Artaud tot de lezing die hij op 10 december
1931 hield in de Sorbonne, getiteld De regie en de metafysica,
naderhand opgenomen in Le Théâtre et son
Double (Nederlands: Het theater van de wreedheid).
Op 6 april 1933 hield hij een lezing Het theater en de pest,
eveneens daarin gepubliceerd.
Anaïs Nin woonde deze lezing bij en schreef erover in haar
Dagboek 1933. Artaud had haar dit schilderij laten zien
en schreef haar vervolgens een ontstellende liefdesbrief. Œuvres,
Paris le 18 mai 1933, page 393.
Nachtrust. De weldaad van de stilte. Het knisperend ochtendblad:
Nieuw leren gaat niet over leren. Jo Nelissen,
werkzaam bij het Freudenthal Instituut van de Utrechtse Universiteit,
vindt het onwetenschappelijk als mensen van paradigma-shift
spreken, omdat de computer door leerlingen als flitsender wordt
ervaren dan een klassikale les.
Er vallen namen, of liever: ze duiken op. Copernicus, Descartes,
Newton, Marx, Einstein, Freud, Popper, Piaget, Chomsky of Watson
(van Double Helix: DNA).
Als deelnemer aan een paradigmashift - laat mij in mijn oerwaan
- zijn hier meer namen aan toe te voegen: William James, Oliver
Reiser, Albert Hofmann ("Die Evolution der Menschheit besteht
in der Veränderung des Bewusstseins"), Timothy Leary
- en ho maar; zeker zouden niet ontbreken enkele namen, die ook
voorkomen in de Préface van Évelyne Grossman:
hup daar gaan we weer, de volgende glijbaan af: James Joyce, Virginia
Woolf, Ronald D. Laing, David Cooper, Gilles Deleuze, Michel Foucault,
Le Grand Jeu, André Breton, Alfred Jarry, Saint-John
Perse, René Char, Maurice Blanchot, Jacques Derrida, Jean
Dequeker, Gaston Ferdière, Jean Dubuffet, Paul Claudel
(die in 1947 over Artaud schreef : les élucubrations
d 'un aliéné), met Paule Thévenin als
eerste fakkeldraagster van Artaud's nalatenschap, over wie Grossman
opmerkt: trek je van alle richtingen-strijd niets aan. Lire
tout. Lire de travers. Réapprendre à lire.
Hetgeen ik me ter harte neem. Waar begint, waar eindigt de geschiedenis
van de waanzin, met een man als George Bush - die elk greintje
gezond verstand schijnt te hebben verloren?
Nauwelijks
weergekeerd van die geweldige driedaagse wachtte me een aangename
opdracht, de eerste van het jaar. In Amsterdam-Noord nog wel,
mijn homestead (eerste herinneringen, zomertuinhuis en
middenstand), waar het Stadsdeel Amsterdam-Noord zijn 25 jarig
bestaan (eerste van Amsterdam) vierde met een Nieuwjaarsfeest
in het stadsdeelhuis aan het Buikslotermeerplein 2000.
Iedereen was welkom, alle activiteiten waren gratis: de stadsdeelraad
had ruimschoots gebruik gemaakt van het aanbod van 'plaatselijk
' talent, dat zich vooral in de diverse muziek-stijlen(salsa,
rap, capoeira) en versnaperingen (tortilla, sushi's, couscous)
uitte. Shows, workshops voor jong en oud; om 17u stond een halfuur
geprogrammeerd voor de bekendmaking Stadsdeeldichter.
Edith en ik waren tijdig genoeg aanwezig om in de raadzaal mee
te doen aan de Noordse Knock-Out Show, een quiz met tien vragen
over Noord, te beantwoorden met omhooggehouden rood A, groen B
of geel C papier. Na de 4e vraag viel ik af; de bejaarde dame
die 9 van de 10 punten goed beantwoord had, struikelde over de
laatste vraag: Hoeveel rijksmonumenten telt Amsterdam-Noord. Geen,
zei ze. Nee, helaas. De andere, jongere dame die ook 9 van de
10 vragen goed beantwoord had, wist het niet, kon niet meer 'geeneen'
zeggen, zei van arremoede éen en was dus het dichtst bij
het juiste aantal: 287! Er werden wat bosjes bloemen uitgereikt;
hier staat een gemengd bouquet te genieten.
Kortom; de uitreiking van de eervolle vermelding, de gedeelde
tweede prijs (150 Euro) en de eerste prijs (500 Euro), waarbij
de juryleden (Jan Donkers, Ivo de Wijs, Floor van Dusseldorp en
Ik, zei de gek) een buiten de prijzen gevallen gedicht naar eigen
keuze voorlazen, en de prijswinnaars uiteraard hun eigen gedicht,
werd met aandacht en gejuich gevolgd, mede gezien de voorziende
Fotomomenten, waarbij vooral Miss Noordje 2006, de prijsuitreikster
- die later op de Feestavond zou zingen, de nodige beroering wekte
en de kwinkslagen niet van de lucht waren.
Adri Slomp werd gekozen als stadsdeeldichter met haar gedicht
Het postkantoor. Zij dient 7 gedichten te schrijven in
het jaar 2007; 4 geïnspireerd door de 4 jaargetijden, 2 vrij
invulbaar naar eigen creatieve inspiratie en een afsluitend gedicht
om voor te dragen tijdens de nieuwjaarsreceptie in januari 2008.
We'll be there, DV!
Wij maakten kennis met de boomlange voorzitter, altijd goed:
Rob Post. Ik vroeg hem deze zomer eens langs te komen op Buitenzorg
en pleitte onnodig, bleek, voor het Vliegenbos.
Een Parool-verslaggever kwam langs: waarom juist dit gedicht?
Hallo, zeg. Zo blijf je aan de gang. Ontroerend waren de teksten
die voormalig wethouder (eervolle vermelding)
A.F.Nuijts ten gehore bracht; hij trilde zo hevig dat menigeen
bang was dat hij zou omvallen... Sfeer: opperbest! Goedertieren.
En wat kregen we mooie Parijse foto's van Derrick! Komen allemaal
in Het Grote Boek. Vanavond kijken, luisteren en in vervoering
raken bij het dansen der Derwisjen in het Amsterdamse Muziektheater.
Uw medewervelaar, Simon Vinkenoog
Twee tortelduifjes voor de Notre Dame. Simon en Edith tijdens een fotomoment.
George Whitman (93) kwam voor Simon Vinkenoog (78) zijn bed uit en heette ook Derrick hartelijk welkom - hij overhandigde mij een geschrift dat ik op de volgende foto aan Cécile en Edith laat zien, die buiten geduldig wachtten met uitzicht op de Notre-Dame bij Shakespeare & Company, sknce 1951
Où-aller? Soms moet een kaart uitkomst bieden
De lediggang van de moderne kunst:
veiligheidsdiensten en gastenlijsten/
De la fainéantise dans l'art moderne: services de securité
et listes d'invités
Palais de Tokyo, Paris le 10 janvier 2007
Hoe wij ons in het Palais de Tokyo, even ontoegankelijk voor toeristen (slechts bar, boetiek en boekhandel open), opmaakten voor de volgende ronde: een bezoek aan het Hotel Majestic aan de Avenue Kléber, de Place de l'Étoile - die tegenwoordig Place Charles de Gaulle heet, per taxi over de 'koopgoot' van de Champs Elysées naar het Quartier Latin, waar wij op nr. 157 rue Saint Jacques in restaurant Le Perraudin van een traditionele cuisine bourgeoise genoten.
Dank je Derrick, tot de volgende
afspraak!
www.gonzomedia.nl
Vrijdag 12 januari 2007
The highest calling, perhaps, is to be true to oneself
In de eerste
plaats ging ik naar Parijs om de Antonin Artaud-tentoonstelling
te zien in de Bibliothèque Nationale de France,
nog tot 4 februari, www.bnf.fr.
Bouleversant.
Artaud (1896-1948) is zeker de Franse dichter, die de grootste
indruk op mij heeft gemaakt - ik ben nog altijd in het bezit van
geschriften die ik in 1950 begon te lezen en te verzamelen; enkele
teksten van hem heb ik vertaald; ook mag ik mij de vertaler noemen
van Het Theater van de Wreedheid, in 1982 bij Meulenhoff
verschenen; de daarin opgenomen teksten verschenen als Le
théatre et son double in 1938. Dit wordt een compte-rendu
van drie volle dagen, waarin ik meer gelopen en taxis genomen
heb dan in een maand Nederland; niet de plek om op Artaud in te
gaan.
Wel wist ik weer 'vooruit' te kunnen met de aanschaf van de catalogus(224
p.) van de tentoonstelling, zijn Oeuvres, een dundrukuitgave
- Quarto, Gallimard 2004, ISBNN 2-07-076507-5 - van 1786 pagina's
met 290 documenten (foto's, tekeningen, affiches, krantenknipsels)
geredigeerd door Evelyne Grossman, en een 4 cd-box, waarin de
(verboden) radio-uitzending, kort voor zijn dood opgenomen
Pour en finir avec le jugement de dieu en "Monsieur
Van Gogh, vous délirez" (Van Gogh, le suicidé
de la société) - 4 heures d'enregistrement
- André Dimanche Editeur. ISBN 2-86916-086-0.
Bij de box een boekje met een Préface van Jean-Christophe
Bailly: L'infini dehors de la voix en bij de vier cd's
nog een mini-essay ingesloten van René Farabet: Les
vibrations des ondes. Deze tekst eindigt als volgt:
Et la voix, vecteur physique, vient ainsi se greffer sur le corps
même de l 'auditeur, elle a le pouvoir de pénétrer
l'autre. Par là, elle renoue avec le danger. Elle ne saurait
être inscrite entièrement dans le graphe.
- Et l'écriture alors, Monsieur Artaud?
- Elle "n'est plus que de cendre", ou pour le dire autrement,
"de la cochonnerie."
Derrick Bergman
en zijn vrouw Cécile vergezelden ons; mijn beoogde biograaf
wilde uiteraard meer weten van de stad waar ik ruim acht jaar
gewoond heb, van september 1948 tot december 1956.
Ons Hotel du Vieux Saule in de Rue de Picardie, om de
hoek van de zeer aantrekkelijke Rue de Bretagne, in Le Marais,
het derde arrondissement dat ik een halve eeuw geleden niet of
nauwelijks kende, was een goed uitgangspunt in een oude buurt,
op loopafstand van het Picasso Museum, het musée Carnavalet
en het Centre Beaubourg/Pompidou.
De dinsdag namen wij een taxi (goedkoop in vergelijking met Amsterdam!)
naar Montparnasse, waar ik weer eens plaatsnam in Le Select
(tegenover La Coupole) en wij de Académie
de la Grande Chaumière binnenliepen, waar ik in 1948 poseerde
voor Ossip Zadkine en zijn leerlingen, onder wie Shinkichi Tajiri,
still going strong...
Vandaar liepen wij (jaja) naar Saint-Germain-des-Prés,
even een pauze bij Le Mabillon, le Quartier Latin, de
Rue de la Huchette - een kort en indringend bezoek aan George
Whitman (kleinzoon van Walt Whitman), van de boekhandel Shakespeare
& Co (37 rue de la Bucherie), 93 jaar oud! -
om via de Notre Dame weer naar ons hotel terug te keren.
Veel veranderd, veel niet veranderd. Opvallend het aantal fietsers;
le vélo is niet meer in het verkeer weg te denken.
Woensdag de Artaud-tentoonstelling (per taxi naar de door François
geëntameerde en naar hem genoemde Nationale Bibliotheek,
vier hoge torens en expositieruimtes op de begane grond. Een gebouw,
om je ogen in en aan uit te kijken; denderend van activiteiten
- ook hier worden schoolklassen doorheen gejaagd, terecht.
Parijs maakte - ook daar nauwelijks winterweer - een relaxte indruk.
Des middags gingen de dames naar het musée Cognacq-Jay,
terwijl Derrick mij vragen stelde, die ik trachtte te beantwoorden.
Wij hadden vernomen dat het Palais de Tokyo tot middernacht open
was; taxi daarheen (mooie rit, met Eiffeltoren verlicht), helaas
konden wij geen bezoek brengen aan de tentoonstelling moderne
kunst - er vond een vernissage plaats, alleen voor uitgenodigden.
Ik probeerde mijn (onze) weg naar binnen te praten, overhandigde
mijn carte de visite, maar oog in oog met al die lege ogen ontstak
ik in een Artaudiaanse woedeaanval (heel goede acoustiek!) die
ik beeindigde met de uitroep van Jimi Hendrix: I just want
to see and hear everything - maar de veiligheidsmannetjes
trokken zo vervaarlijk op dat ik blazend de terugtocht aanvaardde:
twee minuten daarna kon ik het weer weglachen. Via de Champs Elysees
per taxi naar de Bvd Saint-Michel en de Place de la Sorbonne,
in de Rue Saint-Jaques voortreffelijk eten.
Gisteren, donderdag gingen wij ieder ons weegs; Edith en ik bezochten
met overgave het musée Carnavalet, onderweg - Soldes!
- schafte Edith zich een lief jurkje aan, Derrick en lieve eega
gingen naar het Foto-museum, en de Thalys van zeven uur bracht
ons weer om elf uur in Amsterdam, waar wij de metro naar huis
namen.
Met dezelfde trein, die zich in Brussel splitste, reden de Bergmannetjes
via Luik naar Eindhoven, en de Vinkenoogjes bleven thuis nog uren
napraten, post en email lezen, en op het laatste t.v.- nieuws
zien hoe Hare Majesteit ondertussen het Institut Néerlandais
in de Rue de Lille had bezocht, waarvan wij ons verre hadden gehouden.
Einde reisverslag? La vie continue: over een uur of wat
bevind ik mij in het stadsdeelraadkantoor van Amsterdam Noord,
waar een jury (met o.m. Ivo de Wijs, Jan Donkers, Frits Lambrechts
en ik) op een Nieuwjaarsreceptie de stadsdeeldichter Noord zullen
bekronen.
En dat was het dan, even - ik heb jullie niet gemist, maar ben
verheugd dit akkefietje te hebben opgeknapt en weer home sweet
home verslag uit te kunnen brengen van mijn wedervarens.
Gegroet, wapenbroeders en -zusters: Simon Vinkenoog, reisleider.
Maandag 8 januari 2007
Those
lost in their own myth can cut a fine figure
but generally make poor human beings
Welkom tweede
week van 2007, voorhoede en achterban!
Edith zegt verslaafd te zijn aan de zeer professionele tien minuten
film, die Michèl Holla op YouTube heeft gezet van het finalenummer,
Bullebak geheten, van het concert dat Bo's Art Trio
(riet Bo van de Graaf, piano Michiel Braam, percussie Fred van
Duijnhoven), aangevuld met bassist Arjen Gorter en mijzelf als
spoken word-vocalist in Mahogany Hall in Edam gaven, op 21
december jl. Tot dusverre werd het, lezen wij, op YouTube 368
keer bekeken. En Edith maar luisteren en dansen, en ik mee...
Wij konden het doorgeven aan
decontrabas.com en DichtTalent.nl,
sites over poëzie, die het graag overnamen - want het is
inderdaad aanstekelijke free jazz, die de heren (zie
de foto 22 december) ten gehore brachten.
Mijn gedicht Jazz & poetry uit de nieuwe bundel Zonneklaar
las ik halverwege voor en ik pleegde een elegant dansje, adjectief
door Edith gebruikt. En om het even te vergemakkelijken, hierbij
een link naar het filmpje zelf, voordat wij het op de linkl See
me! Hear me! laten zetten door Robbie Vlasman, onze webbeheerder.
http://www.youtube.com/watch?v=8MML_ylHf_o
Ik kwam het krantenknipseltje tegen van de ingezonden brief die ik aan de Volkskrant had gestuurd, en ik dacht meteen: dit kopieer ik voor wat lobbywerk. Ziehier:
Net als 'iedereen'
(mijn iedereen dan, misschien niet de jouwe) in den lande ben
ik nieuwsgierig naar wat ons in de binnenlandse politiek
te wachten staat; ik wil best vertellen waarom ook ik tegen de
EUROPESE grondwet stemde; die diende de INDUSTRIE, de economische
belangen en niet DE EUROPEAAN als Planeetbewoner.
Een verenigde Europese wapenindustrie, daar werd voor gepleit.
Nee, dank u.
In het jaar
2004 werd ook over de grondwet gesproken, de Nederlandse dan,
en in het kader van een avond daaromheen stelde Theatergroep
De Nieuw Amsterdam mij toen voor, iets te zeggen.
Ja dus; ik las enkele inblazingen rond artikel 22 van de grondwet
in de Balie voor: je treft ze aan op de verscholen link
DDV A.I .op deze webstek, waarachter het begrip - en
de 24 gedichten van - de Dichter des Vaderlands ad interim
(feb.2004-jan.2005) schuilgaan; deze grondwettelijke teksten dateren
van 22 april 2004.
Ik ging uit van ontzag, en niet van gezag.
Ik ging uit van vertrouwen, als eerste artikel van elke
grondwet.
Artikel 22 van de Nederlandse Grondwet stelt: "1. De overheid
treft maatregelen ter bevordering van de volksgezondheid. 2. Bevordering
van voldoende woongelegenheid is voorwerp van zorg der overheid.
3. Zij schept voorwaarden voor maatschappelijke en culturele ontplooiïng
en voor vrijetijdsbesteding."
Ik dichtte ook over enkele zeer noodzakelijke wegwerpartikelen,
ook nu nog van nut:
"Weg met het hypocriet-democratisch bestel
weg met de klik- en slik-partijpolitiek
weg met het sjoemelen, frauderen en corrumperen
de opties, bonussen en oprotpremies op hoge verliesposten
weg met de heilige koeien van media & geweld
weg met de hypes en de debiliserende idolen
weg met de vervalste tegenstellingen
weg met het leedvermaak en de verbittering
weg met het ongebreideld consumeren
weg met de heerschappij van kijkcijfers & misverstanden
weg met de mooie woorden en de loze praatjes
weg bovenal met angst, paniek en de verkokerendeblik.
Weg met de
schijn, de belangenverstrengeling, het oude & nieuwe ambtenarenapparaat,
de corpora, de nomenclatura, het old boy's netwerk, de groter
wordende verschillen, weg met het doemdenken en het evangelie
van de zinloosheid.
Frappez, frappez toujours!
En nu ga ik
even mijn neus achterna. Weg met alles? Zeker niet; er zijn genoeg
gegevens om JA tegen te zeggen: dat doe ik evenzeer.
Ook te horen op de seemehearme-link.
Schrap ze tegen elkaar weg en je houdt een schoon geweten.
Misschien ben je wel de enige Utopiaan (terwijl je ergens anders
weer de laatste der Mohikanen bent), maar hoeveel mensen van goeden
wille zijn er niet, die mee willen naar het Koninkrijk der Hemelen,
dat zich IN ons bevindt?
Jezus Christus OK; wat het ChristenDOM van zijn leringen gemaakt
heeft, met alle zelfbenoemde intermediairs tussen God en het Individu:
Nee, driewerf Nee.
Maar over goede wil gesproken: zie hoe het komende gratis dagblad
De Pers zich op haar webstek manifesteert: (www.depers.nl):
intelligente optimisten schrijven de krant vol, met relatief veel
aandacht voor het rare, het afwijkende, het onontdekte, lichtvoetig
geschreven - het kan niet op: daar komt zowaar the sunny side
of the street te voorschijn, zoals nu een bleek zonnetje
op mijn wang schijnt.
Morgen om deze tijd zullen wij, DV, aan het Parijse Gare du Nord
uitstappen en weer eens drie dagen rondkijken. Taxi maar naar
ons hotel in de Marais, liever bovengronds rondkijken dan in de
metro als ondergronds pakketje onderweg, nog afgezien van de -
voor mij moeilijk te lopen - lange afstanden tussen de verschillende
correspondances, op de overstapstations.
Ik ben er dus even tussenuit; D.V. zien wij elkaar vrijdag weer
in cyberspace terug. Men hoeft zich zonder deze dagelijke
notities op deze webstek niet te vervelen; honderden pagina's
wachten er op gelezen te worden: zelf heb ik een voorkeur voor
de link ICH HIC CHI, en zo zijn er meer labyrintische speurtochten
uit te zetten: kijk eens bij Simon Surft! Ooit kom
ik er nog eens aan toe om eigen boeken te digitaliseren; op de
website van de Stichting Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse
Letteren (www.dbnl.org)
is al in het jaar 2000 mijn boek Liefde uit 1964 gedigitaliseerd,
en mijn toestemming werd gevraagd (JA) voor het beschikbaar stellen
van mijn bijdrage (samenstelling) van het Schrijversprentenboek
over De beweging van vijftig, naar de herdruk uit 1972.
Dat is dan all for today; ik kan best een paar dagen zonder KRSVRS; ik hoop gijlieden ook. Au revoir, à bientôt. Simon Oeil de Pinson, écrivain.
Uit: Ports of Entry: William S. Burroughs and
the arts, Los Angeles County Museum of Art, 1996
Sore Shoulder, 1982
.
Zondag 7 januari 2007
A problem encountered may be an opportunity granted
Twee zondagschool-lezingen:
Kahlil Gibran: Jesus, The Son of Man
Take your
harp and sing with me
The joyous song of sea and cliff.
The gods are dead,
And they are lying still
In the forgotten isle of a forgotten sea.
And He who slew them sits upon His throne.
He was but
a youth.
Spring had not yet given Him full beard,
And His summer was still young in His field.
Take your
harps and sing with me
The tempest in the forest
That breaks the dry branch and the leafless twig,
Yet sends the living root to nestle deeper at the breath of earth.
Take your
harps and sing with me
The deathless song of our Belovèd.
Nay, my maidens, stay your hands.
Lay by your harps.
We cannot sing Him now.
The faint whisper of our song cannnot reach His tempest,
Nor pierce the majesty of His silence.
Lay by your
harps and gather close around me,
I would repeat His words to you,
And I would tell you of His deeds,
For the echo of His voice is deeper than our passion.
pagina 102 Kahlil Gibran JESUS The Son of Man - His words and His deeds as told and recorded by those who knew Him. Heinemann, London, first published 1928, my copy 1971.
Tweede lezing: De Grote Leer van Confucius
Het doel van
een universele leer is: Het verstand luister geven; mensen te
vernieuwen en een rustplaats te bieden in deugd.
Wanneer de geest weet waar hij rust kan vinden, zal hij niet langer
dolen; met het einddoel voor ogen, komt hij tot bezinken; in deze
bezonkenheid kan hij de dingen om zich heen aan beschouwing onderwerpen:
En deze beschouwing zal tot het gewenste doel leiden.
Planten groeien uit wortels. Ook daden en handelingen lopen niet
alleen op iets uit, maar hebben evenzo een oorsprong. De mens
die een oordeel verkrijgt over oorzaak en de werking ervan, bevindt
zich op de goede weg.
Toen de Ouden het Rijk naar de heldere beginselen van het verstand
wilden inrichten, schiepen zij voor het eerst orde in hun eigen
landen; met het voornemen, hun eigen landen goed te besturen,
regelden zij vooraf hun eigen huiselijke aangelegenheden; teneinde
hun families te kunnen regelen, hernieuwden zij eerst zichzelf.
Om zichzelf te hernieuwen, louterden zij hun harten; om hun harten
te louteren herzagen zij hun gedachten en gevoelens; om hun gedachten
en gevoelens te herzien, verruimden zij hun kennis voortdurend.
Deze verruiming bestond uit een nauwkeurig onderzoek der natuur
en de mensen en hun onderlinge verhoudingen.
Dit onderzoek leidt tot volledige kennis; deze tot zuivere gedachten
en begeerten; deze tot gelouterde harten; deze tot zelfvernieuwing;
deze tot huiselijke orde; deze tot goed bestuur van eigen landen,
en als deze goed bestuurd worden komt ook de wereld tot rust en
welstand.
Van de leider tot de massa van het volk geldt onveranderlijk het
ene beginsel: Zelfvernieuwing is de grondslag van al het andere.
Uit een verwaarloosde wortel kan onmogelijk iets behoorlijks groeien.
Het is tegen het verstand, om het voornaamste, de zelfvernieuwing
te verzaken en dingen van later zorg in de eerste plaats te willen
regelen.
In: High een synopsis (van Genesis, naar Nieuw Testament, via I Tjing en Confucius naar Boeddha en Plato), een druppel op een gloeiende planeet van Tito de Vries, uit 1998.
En tot slot,
zondagse vrienden en vriendinnen, zoals eerder door mij geciteerd:
Confucius: Ta Hsio
De grote kennis is geworteld in het verhelderen van de wijze waarop de intelligentie toeneemt door het proces van recht in het eigen hart te kijken en te handelen naar de resultaten; zij is geworteld in het liefdevol beschouwen van de wijze waarop mensen zich ontplooien en ongedwongen zijn in volmaakte rechtvaardigheid.
Mastery in Servitude, Simon Vinkenoog, surfend op de Eeuwigheid.
Constantin Brancusi La Colonne sans fin,
staal, 30 meter, 1937, Tirgu-Jiu, Roemenië
Projet d'une colonne qui, agrandie, devrait soutenir la voûte
du ciel.
Zaterdag 6 januari 2007
Each person can be a channel for greater powers
Nu wij ons
voorbereiden op het reisje naar Parijs (hotel geboekt, heen -
en terugreis gereserveerd) en wij ons boven een metrokaart buigen:
hier ligt Clichy, en daar Clamart, en hier moet de Nationale Bibliotheek
van Frankrijk zijn, die ik van krantenfoto's ken: vier hoge torens,
heel ondoelmatig heb ik begrepen, etc. On verra.
Nu dus, realiseer ik mij: is het precies vijftig jaar geleden
plus een week, dat ik na acht jaar Parijs in Nederland terugkeerde,
'om mijn moerstaal weer te horen', 'om terug te keren in de schoot
van mijn moedertaal', om weer een ander avontuur te beginnen.
Serendipiteit; daar heb ik altijd iets mee gehad, zoals
met de wortel uit -1, dat mij een tijdje aan m'n kop zeurde; als
je probeerde een vierde dimensie te beleven, in de hoeken van
plafonds waar drie dimensies elkaar ontmoeten. Wat kun je toch
met de dag wijzer worde, of met de minuut. Of instantaneously,
alsof het zich voor je uitrolt, een tapijt.
Ik had het wel gezien, ja - geen behoefte meer aan nog langer
het nine to five expat-dubbelleven dat ik geleid had.
Twee keer had ik voor mijn werkgever, de UNESCO een reis gemaakt
van twee maanden (Montevideo in 1954 en New Delhi in 1956), om
ter plekke de distributie van documenten te verzorgen, die in
ruime mate geproduceerd werden voor de door meer dan duizend gedelegeerden
uit alle lidstaten bijgewoonde tweejaarlijkse Algemene Vergadering
van deze U.N. Agency.
Kisten inpakken aan de Avenue Kléber, inventariseren, ruimtes
in een nieuw-gebouwd Palace installeren, uitpakken, sorteren,
beheren en leren: 20 locale medewerkers urgentie en discipline
bijbrengen, zorgen dat zus zo, dit dat en daar hier - voilà.
Een en ander in een tweeploegendienst, in verband met
de stroom van nieuwe (gestencilde) documenten; met een Franse
collega.
Er was enige aarzeling geweest bij mijn chefs rond de reis naar
New Delhi; men wist van mijn aangekondigde afscheid aan het eind
van het jaar, maar in Montevideo was het zo van een leien dakje
gegaan (Simon en zijn leien dakje!), dat mij de opdracht toch
werd toevertrouwd.
De maanden leidden tot drie gedichten Barbaar in Azië
en herinneringen, al dan niet ergens genoteerd, of lekker
rondrollend hier in koppiekoppie: een weekeinde uit het warme
Delhi naar Nainital, met de Himalaya als horizon - zover het oog
reikte. Onderweg langs een tijgerjacht en een Kumb Mehla -
ik wist niet wat ik zag; nu komen er t.v.-beelden van door - nog
pas gisteren. O schoon bewustzijn.
Kortom, ik incasseerde mijn pensioenpremie, zo'n tienduizend florijnen
- lang genoeg om het een jaar mee uit te zingen, dacht ik - maar
dat was dus niet zo- en een blauwtje van Susanne le Cointre, met
wie ik had verwacht na negen maanden samenwonen in Parijs in Amsterdam
te gaan wonen.
De terugkeer in Amsterdam, daarentegen, stond weer in het teken
van een goed gesternte: de kreeft werd verwelkomd in de Kreeftstad.
De nachttrein vanaf het Gare du Nord; ik werd
dronken op de treeplank met Han van der Ploeg aan wie ik mijn
baantje had kunnen doorschuiven, een fles cognac legend; aangekomen
in Amsterdam deponeerde ik mijn handbagage (de rest zou in kisten
nagezonden worden) en ik liep, als zovelen voor mij het Damrak
op. Bordje Woningbureau.
Trap op: ik kreeg vijf adressen om te bezoeken voor 50 pietermannen,
en bij het eerste het beste adres was het raak: bij de aardige
familie Meier, voormalige cafehouders, die hun bovenverdiepingen
aan de Herengracht 292 verhuurden. Beklonken; ik heb er twee jaar
gewoond, alvorens naar de Bloemgracht 8 te verhuizen, tweede verdieping
en mooie zolderkamer, die vrij kwam na de dood van Margreet Schierbeek.
Maar ik dwaal af, al panoramiserende.
Parmantig baasje, ik - na die acht jaar was ik geen doorsnee-Nederlander
meer, zo die al bestaat, ik kwam inderdaad als wereldburger terug
om te zien waar ik terecht zou komen; vast wel een eigen plek
in de republiek der Nederlandse letteren.
Bij de Bezige Bij was in 1954 Zolang te water verschenen,
de bloemlezing Atonaal stond op mijn conto, mijn debuut
Wondkoorts (1950) was gevolgd door twee, drie andere
bundels, mijn tweede prozaverhaalWij helden was onderweg,
om eind 1957 te verschijnen ("de zonder twijfel knappe tekening
van een jongeman, die een psychiater of een pak rammel nodig heeft."
aldus Willem Brandt in de Bussumsche courant van 18 januari
1958). En nu zit ik hier dus, gezegend en bevoorrecht.
En nét als
ik in Klukhuhn's Sterf Oude Wereld het hoofdstuk
Wis- en natuurkunde voor dichters wil gaan lezen, dat begint
met het geruchtmakende Two Cultures and the scientific revolution
van C.P. Snow, komt daar de Volkskrant vanochtend
met een eerste van vijftig Vensters op de stille kracht,
een Bèta-canon, wekelijkse doorkijkjes naar meerdere dimensies
van de natuurwetenschappen, onder redactie van - uiteraard - een
commissie van B-BoBos: Harry Lintsen, Louise Fresco, Ronald Plasterk,
Robbert Dijkgraaf, Salomon Kroonenberg, Frans van Lunteren, Sander
Bais en Bas Haring. ("Wij hopen dat onze aanzet voor een
lijst van grote inzichten, keerpunten en personen uit de wereld
van natuurwetenschap en techniek - gevoed door het verleden, midden
in de actualiteit, en met de blik op de toekomnst - de bèta
in ieder van ons zal aanspreken.").
Daar ga ik natuurlijk voor, daar kwam ik 50 jaar geleden voor
terug. En kijk eens, ICT-kinderen. Kadertje spreekt:
"i Wiki-site Bouw zelf mee aan de Volkskrant bèta-canon
op volkskrant.nl/betacanon.
Met een uitgebreide versie van elke aflevering, het archief, achtergronden,
een blog. Plus een wiki-systeem om samen verder te werken."
Het eerste venster van de Canon: Het niets dat toch getal
is: het getal Nul werd geschreven door Vincent van Noord
(1980), die aan het Mathematisch Instituut van de Universiteit
van Utrecht werkt aan een proefschrift over symmetrie in objecten
met oneindig veel dimensies.
Nieuwe kennis voor mij, leve Fibonacci die de 0 in 1202 in het
Westen 'importeerde' na zijn reizen in het Middelllandse Zeegebied,
en van wie ik slechts de Fibonbacci-reeks kende.. Ons woord cijfer
stamt van het Arabische sifr, dat nul beteken. Zit dat
zo? Zo zit dat. Simon Vinkenoog, dijkgraaf. Houd je haaks!
Als Nieuwjaarsgroet ontvangen van Maria van Daalen
"Deze vodou-vlag betekent 'Bescherming, Vruchtbaarheid
en Magie' (Rada)"
en is afkomstig uit de Dominicaanse Republiek
Vrijdag 5 januari 2007
This world may be but a set of symbols for a higher form of existence
Nog 1 citaat,
het allerlaatste dat voorkomt in het boek van André Klukhuhn:
Sterf oude wereld, zie KRSVRS van gisteren.
Het is afkomstig uit Italo Calvino's Zes memo's voor het volgende
millennium (Bert Bakker, 1991):
"Iemand zou het bezwaar kunnen opperen dat hoe meer het werk
neigt naar vermenigvuldiging van mogelijkheden, des te meer het
zich verwijdert van het unicum dat wordt gevormd door het eigen
'zelf ' van degene die schrijft, zijn innerlijke oprechtheid en
de ontdekking van zijn eigen waarheid.
Integendeel, antwoord ik dan: zijn wij niet, is ieder van ons
niet louter een combinatie van ervaringen, informatie, gelezen
boeken, verbeeldingen? Elk leven is een encyclopedie, een bibliotheek,
een inventaris van voorwerpen, een verzameling van stijlen, waarin
alles voortdurend door elkaar gehusseld en vervolgens op alle
mogelijke manieren opnieuw geordend kan worden."
Zo, dat staat
vast. Hoe je ook tot kennis komt, door intense studie, de omgang
met andere mensen, de lessen die het leven je leert (de ervaringen),
je reizen of de eigen betrokkenheid: aan het eind van het liedje
hoor je je eigen melodietje, in een koor van stemmen, die alle
om aandacht roepen: hear me! see me!
Elke confrontatie is een noodzakelijkheid, zelfs de misverstanden
hebben een betekenis - en dat het universum in zijn nog altijd
niet geheel doorwrochte staat van niet-materie zonder enige zin
zou zijn, wil er bij mij niet in.
Volmaaktheid bestaat; wie daar ooit maar 1 glimp van heeft opgevangen,
krijgt dat niet uit zijn hoofd gepraat door een ander. Zoals Ganesh
Baba al eens in een van zijn rantings tot uiting bracht:
A non-psychedelic cannot enlighten a psychedelic. Deze
heeft namelijk zelf het Licht gezien, en dat laat zich niet
door welk argument dan ook terzijde schuiven.
Van de Gaia
Media Stiftung (www.gaiamedia.org)
in Bazel, die vorig jaar januari een driedaags symposium LSD
- Sorgenkind und Wunderdroge organiseerde - ik was een der
tweeduizend bezoekers uit 37 landen en een van de ongeveer 80
sprekers - gehouden ter gelegenheid van Albert Hofmann's 100ste
verjaardag, zojuist het Jahresbericht 2006 ontvangen.
Een nieuwsbrief gaiamedianews wordt verstuurd naar ruim
2000 abonnees, en trekt maandelijks 10.000 bezoekers. Ook de website
www.LSD.info
blijft onderhouden.
"Laut Statistik suchen viele der ebenfalls rund 10'000 monatlicher
Besucher nicht mehr nur Informationen zum Symposium, sondern zu
LSD. Wir werden die entsprechenden Links kontinuierlich aktualiseren
und ergänzen und damit dem offensichtlich grossen Bedürfnis
nachkommen. In diesem Zusammenhang ist auch das Projekt einer
neuen Website zu sehen, die sich ausschliesslich der Welt der
Psychedelika in Geschichte, Gesellschaft, Kultur, Kunst und Wissenschaft
widmen soll."
In zijn boek
King Acid - Hoe Amsterdam begon te trippen (uitgeverij
Contact, Amsterdam, 1999, ISBN 90 254 2149 0) vertelt Peter ten
Hoopen bloemrijk en humoristisch in 52 hoofdstukjes (350 pagina's)
over zijn ervaringen als LSD-dealer in het jaar voorafgaande aan
het verbod daarvan, ingegeven door de angst dat provo's hun bedreigingen
zouden waarmaken, te weten LSD in het drinkwater van Amsterdam
te gieten en het gedrenkt in suikerklontjes aan de politiepaarden
te voeren die de bruidskoets van Beatrix & Claus moesten trekken.
Uit het eerste hoofdstuk Voortrip, Mentale Voorbereiding:
"Groeiende vraag, maar geen bevoorrading - het klassieke
scenario voor een marketingdoorbraak. Toen die er kwam, vroeg
in 1965, werd Amsterdam plots vergast op methodische distributie
van goedkope, chemisch zuivere LSD van constante dosis, in de
vorm van een bedruppeld suikerklontje. Het verschil met een gewone
klont was voor oningewijden niet te zien. De klont was een ommiddellijke
hit, niet in de laatste plaats omdat hij, anders dan de streng
verbopden marihuana, legaal was. Dit feit alleen was zo komisch
dat veel trippers gillend van de lach over straat liepen.
Gedurende de korte, idyllische periode die eindigde op 9 februari
1966, toen LSD onder de aloude Opiumwet werd gebracht, absorbeerden
de Amsterdammers en hun gasten uit de wijde wereld tienduizend
van deze pure witte klonten.
Ik kan dit aantal met zoveel stelligheid neerzetten omdat ik ze
alle persoonlijk heb geprepareerd. Met een laboratorumpipet deponeerde
ik nauwgezet tienduizend kleurloze, reukloze en smaakloze druppeltjes,
één voor éé. op suikerklontjes van
de oude vertrouwde Centrale Suiker Maatschappij. Monnikenwerk,
engelengeduld..."
Heel erg zin
om weer even in de tuin te gaan kijken - zegt Edith; ik sta op
en ga graag mee. Wij verheugen ons op de drie dagen in Parijs
volgende week, voor onder meer een bezoek aan de Antonin Artaud-tentoonstelling
in de Bibliothèque nationale de France.
Dat we alweer bijna door de eerste week van het nieuwe jaar
heenzijn; het is een gemeenplaats als ik zeg: wat gaat de tijd
snel! Op naar het Nulpunt waar alle versnellingen elkaar zullen
treffen in 1 groot Op-onthoud. Alles vergeten wat ik hier zeg,
niets meer te zien van wat ik nu zie, niets meer te zeggen behalve
poshuum. Loving all of it... Simon Vinkenoog, wolkenridder.
Donderdag 4 januari 2007
The world of the unknown must always be respected
Leven is kunst.
Niet DE kunst, of EEN kunst, maar tout court: KUNST. De kunst
van het veilig oversteken, de kunst van het wakker opstaan, de
kunst van verliefd en verwonderd blijven kijken, de kunst van
het doorzien (problemen bestaan niet, er zijn slechts vraagstukken,
no problems), de kunst het altijd willen weten Wie Wat
Waar Wanneer en Waarom, de kunst van het harmoniseren, integreren
en synthetiseren van de Kennis waarover je beschikt. De kunst
van het doen samengaan; krachten bundelen; de kruisbestuivingen
en dwarsverbanden; de onontkoombaarheid van het Onomkeerbare:
de kunst van het waarschuwen.
De kinderen van Don Quichotte.
De kunst van het vertrouwen.
Optimaal en maximaal, vanzelfsprekendheden. Hoge eisen aan jezelf
stellen. Niet DIT doen en DAT zeggen. Jezelf betrappen op ontwijkingen,
ondermaatse prestaties, gemakzucht, lege woorden. Wat je zegt
ben jezelf, vaak kun je ook denken (als iemand bijvoorbeeld zegt:
"Wij in Nederland...."): Speak for Yourself.
De kunst van het relativeren, de kunst van het jezelf niet
als brandpunt van de wereld te zien, de kunst van het aanpakken,
de kunst van het luisteren, de kunst van het willen begrijpen,
de buigzaamheid, de flexibiliteit: ja schud maar, gevoelens en
gedachten en emoties en herinneringen dooreen en dán is
het STOP. Zet die adem maar eens af. Tikkie, jij bent 'm! Hier
en Nu. Inner Space.
Ruimte, Tijd, Kennis.
"Wat
in onze eeuw staat te gebeuren is van veel groter belang dan het
verschijnen van het boeddhisme. Het gaat er in de toekomst niet
langer om, aan de een of andere godheid menselijke eigenschappen
toe te dichten. Het is de religieuze macht van de aarde zelf,
die in ons een crisis doormaakt: die van haar eigen ontdekking.
Wij beginnen te begrijpen, voor altijd te begrijpen, dat de enige
aanvaardbare godsdienst voor de mens die is, die hem in de eerste
plaats zal leren, het heelal, waarvan hij het belangrijkste deel
uitmaakt, te herkennen en hartstochtelijk lief te hebben en te
dienen."
Teilhard de Chardin tel que je l'ai connu, G. Magloire, tijdschrift
Synthèse, novembre 1957.
In beweging blijven, doorstromen, golvend leven, genieten van
de nachtrust en de activiteiten van de alledag die niet alledaags
hoeven te zijn. Je zegeningen tellen, het pad van het hart volgen
en je bewust worden, stap voor stap, van jaar tot jaar, hoe innig
de samenhang der onderlinge delen, hoe teder en kwetsbaar het
evenwicht tussen binnen en buiten, Zijn en niet-zijn, en dat van
éen lichaam alleen al, die ontelbare processen die zich
voortdurend onophoudelijk elke nanoseconde in ons afspelen, de
onwillekeurige en autonome af- en aanvoer van licht, lucht, voedsel
en de levensadem.
"Het
belangrijkste menselijke probleem is, dacht ik, een geest hebben
en een lichaam zijn. Dat komt nergens zo pijnlijk en duidelijk
aan de orde als in de geneeskunde. Pijnlijk, omdat een lichaam
zijn betekent dat we dood moeten. Duidelijk, omdat een geest hebben
betekent dat we dat weten."
Bert Keizer, Het refrein is Hein, geciteerd in André
Klukhuhn: Sterf oude wereld Een inleiding tot de
21ste eeuw, 454 pagina's, Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam-Antwerpen,
1995, ISBN 90 295 2612.
Dit boek is trouwens een ware Fundgrube van citaten;
in het register van zeven pagina's vallen de namen op van Aristoteles,
Francis Bacon, Niels Bohr, William Boyd, William Calvin, Italo
Calvino, Hendrik Casimir, René Descartes, Albert Einstein,
Galileo Galilei, JW von Goethe, GWF Hegel, AFTH van der Heijden,
Christiaan Huygens Johannes Kepler, Thomas Kuhn, GW Leibniz, Robert
Musil, Isaac Newton, Friedrich Nietzsche, Max Planck, Plato, Karl
Popper, Marcel Proust, WC Rõntgen, Richard Rorty, Arthur
Schopenhauer, Peter Sloterdijk, Socrates en Ludwig Wittgenstein,
als zijnde het meest aangehaald of vermeld. Voorwaar een eregarde!
De auteur (Amsterdam, 1940) werd na een elfjarige opleiding en
carrière in de fysische chemie en indfraroodspectroscopie
aan de Universiteit van Amsterdam, als gepromoveerd bèta-wetenschapper
door de Universiteit van Utrecht in staat gesteld tweeëntwintig
jaar lang Studium-Generale-programma's te organiseren, van belang
voor de algemene ontwikkeling van aanstaande academici, op het
gebied van wetenschap, kunst, filosofie, politiek, economie en
alle andere denkbare onderwerpen.
"Dat betekent tweeëntwintig keer twaalf programma's
keer zes lezingen, dat maakt alles bij elkaar meer dan anderhalf
duizend lezingen over allerlei belangrwekkende onderwerpen, door
zeer ter zake kundigen met didactische kwaliteiten uitgelegd aan
een geïnteresseerd maar niet-specialistisch gehoor. Sterf
oude wereld is daar een (uiteraard gedeeltelijke) neerslag van."
schrijft de auteur in zijn inleiding.
Schoonheid zal de wereld redden is de titel van het eerste
hoofdstuk, waarin het eerste lemma Bewustzijn ons al
onmiddellijk confronteert met de negentiende-eeuwse profeet van
de ondergang Nietzsche. En als ik deze tekst hier aanhaal, dan
is het voor vandaag met dit Leven is kunst-college gedaan.Laten
wij de aansporing van dada-schilder Francis Picabia niet vergeten:
Wij moeten nomaden zijn, door ideeën heen trekken, zoals
we door landen en steden trekken.
"In een of andere uithoek van het in talloze zonnestelsels flonkerend uitgegoten heelal, was er eens een planeet waar schrandere dieren het weten uitvonden. Dat was de meest hoogmoedige en leugenachtige minuut in de 'wereldgeschiedenis', maar toch niet meer dan éen minuut. Na enkele ademtochten van de natuur verstarde de planeet, en de schrandere dieren moesten sterven. Zo'n fabel zou iemand kunnen verzinnen, en toch zou niet voldoende geïllustreerd zijn, hoe beklagenswaardig, schimmig en vluchtig, hoe doelloos en willekeurig het menselijk intellect aandoet. Er zijn eeuwigheden geweest waarin het er niet was, en als het er weer mee gedaan is, zal er niets zijn voorgevallen."
Het weten
dat niets hoeft te bewijzen. Tot uw dienst. Gegroet, medereiziger
in 2007,
Simon Vinkenoog
Uit: Monotonos, ons toegezonden met de
beste wensen voor 2007 door Albert van Nood, 'regelmatige webstekbezoeker'
Woensdag 3 januari 2007
To desire without any wish for attachment is a high aim
Het was bomvol
bij Festina Lente; slechts zes dichters lieten van zich
horen: het was weer een regenboog van beelden en klanken, manieren
van optreden, schuw of zelfverzekerd. Lennart, ACG Vianen, Jan-Willem,
Boris, Montana en Robin.
Soms zijn het (zeer welkome!) debutanten- die zich voor volgende
poëzieslagen, de eerste dinsdag van de maand, kunnen opgeven
(Looiersgracht 40b, Amsterdam-Centrum, 020-6381412); meer info
is te vinden op www.cafefestinalente.nl.
Overigens ging Lennart met de publieksprijs en Robin met de jury-prijs
naar huis. Lennarts paddo-ervaringen zouden uitstekend passen
in de aangekondigde ROES-uitgave bij Prometheus dit voorjaar te
verschijnen, onder redactie van Hafid Bouazza.
De eerste dinsdagavond van de maand is voor Edith en mij altijd
een hoogtepunt; rondom de kwieke equipe van Festina Lente heeft
zich in deze Poetry Place aan de Looiersgracht, waar ik in 1959
de Amerikaanse dichter Allen Ginsberg voor het eerst ontmoette,
een waarlijkse vriendenkring ontwikkeld - nog afgezien van de
velen die Festina Lente als huiskamer buitenshuis, met een goed
ingerichte bar en een keuken vol kleine exquise gerechten hebben
ontdekt.
Vér van andere actualiteiten, waar andere woordenwisselingen
gaande zijn, wordt hier op de poëzie-avonden het woord bij
de bron zelf (her)ontdekt: de eigen explorateurs die zich via
de taal en de dichterlijke vrijheid staande weten te houden in
deze schifzofrene, chaotische maatschappij. En denk maar niet
dat democratie veiligheid verzekert, of het sluiten van de grenzen;
of dat wij ontwaakt zijn uit onze dromen.
Tot de jury was dit keer toegetreden, naast Sven Ariaans en mijzelf,
bijgestaan door onze respectievelijke Muzen Leonora en Edith,
Hélène Gelèns van wie dit seizoen als nr.
13 in de Sandwich-reeks onder redactie van Gerrit Komrij de dichtbundel
niet beginnen bij het hoofd verscheen (Uitgeverij 521,
Amsterdam).
Tevens liet (met graagte) Pom Wolff van zich horen, wiens
tweede bundel toen je stilte stuurde, zojuist bij uitgeverij
Holland verscheen. Hij las er drie uit voor.
Van beiden een gedicht.
Hélène Gelèns: EN NU
verklaar je de dood aan je verraad
hoe? ga je
het vermoorden met ware woorden
in braafheid of gebeden smoren
ga je het vergelden met zelfkastijding
of lach je het weg
ga je het verdelgen met ditjes en datjes
onder drukdrukdruk bedelven
ga je
Uit niet beginnen bij het hoofd, ISBN 90 499 7031 1, www.uitgeverij521.nl
Van Pom Wolff: TISLIEFDE WEER, DAT IS HET
we leven in
een permanente staat
van oorlog
het is niet anders
je bent niet hard je taal is teder
houd jij je diepte-interview
schop ik de katten naar de keuken
de zon schroeit
alle gaten dicht
van het exceem
de katten vreten hergohart
we drinken goede doelen
zo is het pais zo is het vree
én wachten we
en wachten
we
op welk gezicht ons nu weer roept
ik gaf je een hand
het was de laatste hand
die je leven voelde
wat kan het ademen als het woedt
UIT: toen je stilte stuurde, ISBN 90 251 1009 6 www.pomgedichten.nl.
Het geeft
me een goed gevoel het jaar met poëzie te kunnen beginnen:
uit en thuis, het huiswerk van de dichter. Poëzie is zo'n
eigen geaard kind in de taaltuin, met de vreemdste streken, de
mooiste vondsten, de vertolking van velerlei metanoia-topervaringen,
epifaniëen & andere openbaringen. Abundanzia. De hoorn
des overvloeds. De bron zelve, waaruit wij allen putten, sleutel
tot niet alleen kunst en cultuur, maar maatschappij en samenleving.
En bovendien: a poem a day keeps the doctor away!
Guur buiten, zonne-energie van binnen. Gegroet, Simon Vinkenoog,
onthaaster.
Dinsdag 2 januari 2007
The relative weight of difficulties is largely a function of our own perception
De voorkant.
De achterkant. De binnenkant. De buitenkant. De andere kant. De
zelfkant.
Een dictator minder. Eerwraak. Voltrokken vonnis. Debaathisering.
Iedereen heeft gelijk.
("Ik ben
ook tegen de doodstraf. Maar het lijkt me niet onze taak een land
dat met zulke problemen worstelt als Irak op de vingers te tikken
omdat in hun rechtsysteem de doodstraf wel wordt toegepast, terwijl
we dat van een land dat al een eeuw onze grote bondgenoot en voorbeeld
is, wel accepteren."
Briefschrijfster Nelleke van Schieveen uit Almere in de Volkskrant
vanochtend.)
...
"Het gerijpte bewustzijn weet dat poëzie
Vandaag het wezenlijke en het minimum vereist.
Dat alleen de Stilte als die van God Alles zou kunnen zeggen.
Tenminste één harde woordenstroom blijft.
De litanie van de lugubere namen uit krantenkoppen.
Louter om te melden wat de zenuwen kan tarten:
Vietnam, Angola, Thailand en Pakistan,
Chili, Cambodja, Iran, Afghanistan.
De bogside van Derry, Belfast en Crossmaglen:
Hogerop in Stratchclyde of later in Porton Down.
Op Three Mile Island of in het Italiaanse Seveso:
Dan heb je nog Manson, Pol Pot en Amin,
Om slechts lukraak drie mythische monsters te noemen,
En meer, te veel om te vermelden, allemaal massamoordenaars,
Voor wie geen adjectieven nodig zijn, en al walgen we
Van onze eigen walg van hen, hun namen blijven gegrift
Of gebrand zelfs in vereelte gewetens."
....
(Fragment uit het gedicht van David Gascoyne: Voorspel tot een nieuw fin-de-siècle, vertaald door Eugène van Itterbeek. In: Goede raad is vuur, een in 2004 door mij bijeengebrachte autopoëziebiografie. Een uitgave van Uitgeverij Passage, postbus 216, 9700 Groningen, www.uitgeverijpassage.nl)
Stil rondom.
En zo blijft het even, van binnen en buiten: Edith brengt haar Ma
met de voiture terug naar Den Haag, waar zij verwelkomd
zal worden door haar oudste dochter Mariana, echtgenoot Ori en zoon
Bozar, plus de hondjes Jackie en Spinky.
Vanavond, DV, de eerste Festina Lente-avond van het jaar: elke eerste
dinsdag van de maand (uitgez. de zomermaanden) de poëzieslag
aan de Looiersgracht 40b, 020-6381412, in Amsterdam, inderdaad.
Vanwaar deze missives.
Het afgelopen jaar vermeldde ik boven deze (in principe) dagelijkse
KRSVRS-pagina's de namen die Gary Goldschneider elke dag had geschonken,
in zijn majestueuze boekwerk The Secret Language of Birthdays
- Personality Profiles For Each Day of the Year, een Joost
Elffers-productie en uitgave van Viking Studio Books, Penguin USA.
Dit jaar wil ik, ongetwijfeld weer met Gary en Berthe's ongevraagde
toestemming, de Meditationvermelden bij de desbetreffende
dag. Mij doet het idee goed, zo ook gijlieden, vooronderstel ik.
A HAPPY 2007 TO YOU ALL: Make Earth into Heaven in two oh oh seven. Waar anders is het Koninkrijk der Hemelen dan Hier en Nu? Nu dus, Simon Vinkenoog, schoonzoon.
Uit: Henri Michaux, Peindre, composer, écrire,
sans titre, 1982
Maandag 1 januari 2007
It takes two to tango, but it is best to dance together as one
Ten volle
genoten van het Nieuwjaarsconcert 2007 Het Paradijs in
het Amsterdams Concertgebouw, georganiseerd door het Nederlands
Blazers Ensemble en de VARA, die het opgenomen programma vanavond
om 20u20 op het Tweede Net uitzendt. Dat wordt straks dus een
déjà-vu - en met genoegen. Verrassend gevarieerd;
mede door de musici die als vluchteling naar Nederland kwamen,
uit Nigeria, Ethiopië, Burundi en Irak.
De Nationale Stichting ter Bevordering van Vrolijkheid
(www.vrolijkheid.nl)
is een netwerk van musici, beeldend kunstenaars en theatermakers,
die zich inzetten voor kinderen in asielzoekerscentra, en soms
een ontdekking doen: de twaalfjarige Achmed Omer Hasan, die een
ontroerend Koerdisch/Irakees volksliedje over liefde en afscheid
zong.
Heel wat vaker geroerd, deze anderhalf uur non-stop, zoals het
hoort bij de muzikale beleving: is het niet vanwege de mogelijkheid
van dit unieke Ensemble (hout, koper, slagwerk en contrabas) om
zowel een bruisende storm van tweeentwintig instrumenten te weeg
te brengen, als wel om een a capello koor of een trio
met Canadese volksmuziek te laten horen, of een klompendans met
de driekusman.
"Het NBE geeft haar programma's, die vaak de indeling 'klassiek'
en 'hedendaags ' ontstijgen, graag een theatraal accent."
Zo kwamen de musici éen voor éen een glijbaan afglijden,
het podium op - weer eens wat anders dan een trap aflopend!
Van de 25 uitgevoerde programma-onderdelen zullen zeker de uitvoeringen
van de jonge componisten tussen 8 en 18 jaar mij bijblijven: het
lied Ons Paradijs van Maria Lievegoed (1988), A Taste
of Paradise van trompettist Hans Blok (1990), de E-sevensharp9
band van vier l5-jarige jongens met een door iedereen luidkeels
meegezongen I am the Greatest Bitch of the Earth, en
de 11-jarige en zeer zelfbewuste Eline Mann met haar liedje
In mijn Paradijs. "De website www.jongnbe.nl
speelt een grote rol in de compositiewedstrijd Op weg naar
het Nieuwjaarsconcert. Bezoek de virtuele hangplek voor jong
muziek makend Nederland. Hier zijn alle inzendingen voor het Nieuwjaarsconcert
te horen."
Hoe lustig het NBE er op los experimenteert (hulde & lof)
bleek uit Martin Fondse's Android by the Dashboid Loid; indrukwekkend
was de vertolking van Jean-Baptiste's Jupiter uit de
18e eeuw en uiteraard de Pastorale in c-mineur van Bach en Also
sprach Zarathustra van Richard Strauss.. Hoe Hanneke
Groenteman de interviewtjes met de jonkies er van afbracht, was
vanaf mijn plek niet te zien; zij waren allen goed van de tongriem
gesneden. Een dvd à € 20,00 gaat verschijnen, te
bestellen bij het NBE, Korte Leidsewarsstraat 12, 1017 RC Amsterdam,
020-623780, of www.nbe.nl.
Tot zover mijn (zelf opgelegde) taak van Berichterstætter.
Eerste handen van het jaar geschud: Kitty en Harry Mulisch en
Jan Wolff plus dochter.
Oud &
Nieuw verliep zoals verwacht; Lebbis&Jansen waren weer zeer
op dreef; zo ook de klappenmakers en vuurwerkfonteinspuiters.
Met het jonge volkje stroomden wij naar de brug (alwaar handenschudden
met buren en onbekenden); de laatste avond van 2006 zeer genoeglijk
doorgebracht met vier vrouwen die mij na staan: Edith, haar moeder,
Barbara Mohr en Louise Landes Levy, met nog jet lag vanuit Amerika.
Zij kwam voor
het weerzien, en de groeten van Ira Cohen, en om mij een boek
met haar vertalingen van Henri Michaux, Toward Totality,
te overhandigen. (Shivastan Publishing, Shiv Mirabito, 54E Tinker
St Woodstock, New York 12498 USA, www.shivastan.com).
Het colofon vermeldt onder meer: "The author's autobiographical
essay How I Came to Meet & Work with Henri Michaux, is printed
online: www.milkman.org.
vol 41."
En Edith maakte foto's, die de wereld mogen bereiken. The
pictures show we're all right! Happy New Year! Edith &
Simon Vinkenoog, geluksbrengers.