Donderdag 30 september 2004

 

De geboortedag van de soefidichter en mysticus Roemi (1207-1273), de Griekse tragediedichter Euripides (ca.480-407 v.Chr.), en de sterfdag van Jerome (Hieronimus?) 420-320 v.Chr., nog altijd volgens de onvolprezen Festival Calender van de Shrine of Wisdom.

Met een glimlach (zijn constante gelaatsuitdrukking) overhandigde Peter Verstegen (groots vertaler en redacteur van het literaire tijdschrift De Tweede Ronde), mij tijdens de bijeenkomst in de Rode Zaal van het Haagse Letterkundig Museum, waar de verschijning van vier debuterende dichters in de vernieuwde Windroos-reeks (zie Kersvers van gisteren) werd gevierd, een roodgeelwitte ballpoint, versierd met smilies en de tekst, die ik hier graag citeer:

"Wie vakkundig kan beslissen
in de jaren des verstands
is ervoor dat Driek van Wissen
Dichter wordt des Vaderlands."

Goedzo, dacht ik, na gisteren hier te hebben aangekondigd dat ik mijn waarnemend dichterschap des vaderlands graag wilde continueren (het bevalt me uitstekend; het is een eer en genoegen om het ambt te bekleden), meldt zich een tegenkandidaat.
Laat duizend Dichters des Vaderlands bloeien; laten zij allen Marsman's noodkreet Zonder Weerklank niet vergeten:

"Volk, ik ga zinken als mijn lied niet klinkt;
ik moet verdrogen als gij mij niet drinkt;
verzwelg mij, smeek ik - maar zij drinken niet;
wees mijn klankbodem, maar zij klinken niet."

Met open vizier stap ik op dit vreemde strijdtoneel: ja, ik wil graag het interimschap van D.d.V continueren, ik ga me er niet anders door gedragen dan gebruikelijk. Ik speel niet 'op de man', ik speel omdat met de dichtkunst leven en dood gemoeid is, omdat het verlangen van de dichterlijke vrijheid daarin ligt dat de hoop op verlossende woorden levend blijft, zoals je niets dan leven ziet, waar je maar ziet.
Met hoeveel graagte citeer ik niet vaker dan eens een brief van Kahlil Gibran, 14 oktober 1914, kort na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog aan Mary Haskell geschreven (Beloved Prophet):

"De geest van deze wereld is niet vrij van haar lichaam en zolang het lichaam voor meer leven vecht, zal de geest doorvechten voor meer leven, meer geest. Er is niet zoiets als strijd om de dood. Er is niets op deze planeet dan de strijd om het Leven. Iedere fysieke of geestelijke beweging, iedere golf van de zee en iedere gedachte of droom is een strijd om meer leven."

Laten we dat even vooropstellen, dan heb je geen ander credo nodig, geen enkel curriculum vitae, dan zeg je: kijk op Google, of kom hier 's terug. Dichterlijke vrijheid is eveneens een strijd op leven en dood, zei de overlevende. Ciao. Simon Vinkenoog. Be prepared!



Woensdag 29 september 2004

 

De eerste vier bundels in de poëziereeks De Windroos zullen vanmiddag (van 3 tot 5 uur) in het Letterkundig Museum in Den Haag gepresenteerd worden: uitgeverij Holland heeft de taak op zich genomen elk half jaar vier bundels met nieuwe poëzie te doen verschijnen, die als pakket voor slechts 20 euro worden aangeboden - de serie is ook als abonnement verkrijgbaar en zal te koop zijn bij de boekhandel.
De oorspronkelijke Windroos-reeks maakte in 1950 onder de bezielde leiding van Ad den Besten zijn opwachting in de Nederlandse letterkunde; tussen 1950 en 1970 debuteerden diverse dichters in deze reeks, van wie een aantal nu bekend is als Vijftiger: Remco Campert, Jan Hanlo, Gerrit Kouwenaar, Sybren Polet en Simon Vinkenoog.
De nieuwe reeks staat onder redactie van Chrétien Breukers, en de volgende dichters maken hiermee hun debuut: Paul Jansen met Instructies voor een ober, Catharina Blaauwendraad met Niet ik beheers de taal, Eva Cox met Pritt.stift.lippe en Han van der Vegt met Ratel & Experimenten.
De eerste vier exemplaren zullen aan mevrouw Jeltje van Nieuwenhoven, vice-fractievoorzitter PvdA worden overhandigd, uw ad interim mag als 'beschermheer' een woordje zeggen, en uiteraard is er een Comité van aanbeveling met een twaalftal deskundologen; zie www.uitgeverijholland.nl.
Zelf heb ik me voorgenomen van elk dezer dichters een gedicht in de link Bloemlezing onder te brengen, die al groeiende is met oude en nieuwe dichters.
Ik ben er meer dan ooit van overtuigd dat de poëzie op dit moment een renaissance beleeft, niet alleen omdat het scala van mogelijkheden voor een dichter groter is geworden: meer podia, meer media, meer verschijningsvormen en uitdrukkingsmogelijkheden. Het tijdschrift Awater, door de eerste dichter des vaderlands Gerrit Komrij opgezet, heeft 1100 abonnees, wat als 'veel' wordt gezien - in poëticis is er nauwelijks sprake van bestsellers - tenzij het gaat om de eeuwen omspannende bloemlezingen van Komrij, die in elk geval de belangstelling voor afzonderlijke dichters kan wekken.
Dat ook het internet zijn entree heeft gemaakt, hier ter plekke zijn wij er getuige van en nemen daaraan deel; het aantal websteks en weblogs is onafzienbaar! Een debuterende dichter als Lucas Laherto Hirsch (laherto.web-log.nl) heeft dit jaar een tiental optredens voor de boeg, vermeldt trots de podia waar hij opgestapt is en de tijdschriften waarin hij publiceerde. Als velen geeft hij links, die altijd verrassingen bieden als je ze even langssurft - een van de nieuwe spelletjes dit jaar dankzij de poëzie beschikbaar. Laten wij ook Bart FM Droog niet vergeten, Gronings stadsdichter en hoofdredacteur van de internetpoëziekrant Rottend Staal, die mij op deze zo verrassende en plezierige webstekplek heeft doen belanden door het uitschrijven van een verkiezing van ad interim-dichter des vaderlands. Gaarne verklaar ik bij deze mij ook in de strijd om de officiële verkiezing, begin 2005, te werpen. Tot dusverre is het ad interimschap mij ten zeerste bevallen, en zo zou ik door willen gaan. Met goede moed vanuit (vooruit dan maar) een overvol gemoed. Ik hoop dat het de wereld goed doet! Simon Vinkenoog.


Dinsdag 28 september 2004

 

H6: bedankt, op deze dag van de Egyptische Ptah (Divine Creative Fire). ' Zijn laatste glas voorgoed geleegd/ zijn hart stond stil, uit mededogen/ de roofbouw op zijn ziel gepleegd,/ heeft hem gevloerd' - en toen wist ik niets meer. unvollendet dus. Een tweede poging kwam evenmin uit de verf, toen nam de tot in de puntjes verzorgde en geregisseerde Arena-happening het over en stokte iedereens adem, van welke overtuiging dan ook: wetenschappelijk, emotioneel, betrokken, lacherig (de Vlaamse schrijver), beschouwend, analyserend, deducerend, opgetogen, kritisch, gemelijk, etc. - voer voor columnisten kortom; het zal weer pagina's leesvoer
over ons heen regenen dezer dagen.
'Een kist op de stip
hoe eenzaam kun je zijn
de volksheld geveld
op leven en dood betrapt
bemind en gekweld '
Ook hier dus prijsgegeven aan wat het is: vier papiertjes vol woorden, soms onleesbaar, verband houdende met andere teksten van de beeldbuis geplukt, dankzij H6: wij bleven hangen.
Good vibrations? Jubilant aura, 'het gevoel dat het voor jou geschreven is', 'kun je het nog droog houden vanavond?', verankerd in de volksziel, 't slaot op mìjn!', ouwe ziel - driftige
verzamelaar van herinneringen, onze Nederlandse karaoka (Edith), bij zijn moeder in de hemel (ik moest aan mijn moeder denken, ze zat duizendmaal vermenigvuldigd in de Arena, nam me als jongetje mee naar Snip & Snap in Carré hier om de hoek), onderdrukte gevoelens loskomend, 'togetherness', farao van de blues, geen gebrek aan erkenning, eeuwige onzekerheid, twijfel, woorden als bloemen, vlieger van vrouw naar vrouw, drinken en snuiven, uit het leven gegrepen, de pen in 't hart gedoopt, dwars door 'ons' heen, ook in de hemel zal gezongen worden, kan mag zal niet vergeten, Koning - Houdoe!, I still got the blues, de fado, passie, puur & dwars, - ik luister naar Django Reinhardt en tuur naar de pagina geprint uit Fons Elders webstek: Life and Death are each other's friend Frightening beautiful.
We kwamen hem tegen gisteren langs de Amstel, wij wandelend naar de Utrechtsestraat voor bevoorrading by de Styx, hij op weg naar Felix Meritis, om Europa te redden. Enthousiast liet hij me op de brug waar we even gingen zitten een juist-verschenen boek met de tekst van een Italiaanse professor zien, die zowel hiërogliefen als sanskriet las en overeenkomsten gevonden had met het monotheisme, keuvelend over het Piranesi-huis, dat ik ooit als Baarmoederhuis had gekend (Warder, aan de dijk) en zijn zoon, de uitvaartleider David, bij wie ik ooit terecht kan. 'En dan drinken we een pilsje met Frits Müller in zijn stamcafé', had Edith aangekondigd, en voorwaar - daar zat hij, in de gulle streep zon die de dag ons schonk. Ulli kwam voorbij, ene Silvio - we zouden elkaar vaker moeten zien; voorwaar.
Reinhardt maakt me mellow yellow; de witte weduwe doet haar wellustig werk. Van Dieter Bruls, die de webstek www.blindedarm.com beheert, en die ik gevraagd had om een bijdrage voor het Guesthouse (waarin geen plaats is voor gedichten) over de bedoeling daarvan, kreeg ik een antwoord dat hij weer annuleerde, meer dan 'de zijkant van het nieuws' kreeg ik niet te horen. Zelf kijken dus, zo je wilt.
Ik ben materiaal aan het verzamelen voor een vernieuwing van de link Simon surft. Geen verwijzingen naar allerlei encyclopedieën, please; noch commerciële sites: ik doe dit uit passie - dat wat ik voor en in het leven voel. En ik doe dat vanuit mijn eigen verschijningsvorm, die van het Woord, gehoord, gezien, gelezen, beluisterd, gefluisterd - zowel verschijning als verdwijning, tussen bliksem en donder (stilte), aan het einde en het begin van de ademhaling (stilte), voor de storm: stilte. Voor het oorverdovend wordt. Door geweld doorboord; neem ooit over mijn laatste woord.
Blow, André, blow. O Lied!


Maandag 27 september 2004

 

Bonjour Tristesse (1954). Adieu, Tristesse (2004). Eros. Thanatos.
Soms zou ik de hele wereld een lesje willen leren, de les lezen, maar op het moment dat zulks het geval is, kan ik er alleen maar om lachen - en huilen, omdat het zoals het nu gaat niet veel langer gaat, zodat wij te maken zullen krijgen met de consequenties van het graaien en snaaien, schieten en bedriegen.
In 1954, na mijn eerste bezoek van twee maanden in India, schreef ik:

'Als het volk zich niet meer met uitwerpselen warmt
als het volk uit zijn eeuwenoude slaap ontwaakt
en geen leper ons meer om een aalmoes vraagt

Als het volk leert tellen en van ellende spreken
als de honger naam krijgt, in bloed geschreven,
hoedt u dan voor de wraak, Europa.

                                             Nu is het al te laat.'

Staking in Amsterdam.Vroeg op; een cameraploeg van het televisieprogramma Twee Vandaag kwam langs om mij (en anderen) te vragen naar een reactie op de dood van zanger André
Hazes, vanavond uit te zenden vóor het door hem gedroomde spektakel in de Arena, waar hij tentoongesteld en geëerd en herdacht zal worden.
Mij leek het meest geschikt, passend en toepasselijk, een gedicht van Guido Gezelle voor te lezen, door de Vlaamse priester-dichter in juni 1860 geschreven.

Guido Gezelle: O LIED

O LIED! o lied.
Gij helpt de smert
wanneer de rampen raken,
gij kunt o Lied, de wonde in 't hert,
de wonde in 't hert vermaken.
o Lied! o Lied,
gij laaft den dorst,
gij bluscht het brandend blaken,
gij kunt, o Lied, de drooge borst
en 't wee daarvan doen staken.
O Lied, o Lied,
het zwijgend nat
dat leekt nu langs mijn kaken,
gij kunt het, en uw kunst is dat,
gij kunt het honing maken...
o Lied! o Lied!

Metanoia! De sprong in het ongewisse. Het gevaar van de idolatrie. De hypes en andere hinderlagen. Herfst; niet alleen de bladeren zullen vallen: wij zullen nog heel wat te zien en te verwerken krijgen. Een spirituele mobilisatie. Niemand hoeft die uit te roepen - je bent er mee bezig, of niet. Ook goed. 'Mijn spel is zo eenvoudig. Niemand kan het raden.' (Die andere Vlaamse grootmeester, Paul van Ostayen). Wakker worden!


 

Zaterdag 25 september 2004

 

Maak supergrote zeepbellen, hoor ik op AT5 een reclameboodschap van het wetenschappelijk instituut NEMO luiden. Elk detail kan tot in het oneindige vergroot worden, om dan steeds meer deel van het geheel uit te gaan maken. Patanjali's yoga-regels; oneindig groot worden, onzichtbaar klein, doe er maar eens aan mee, rek maar eens uit, krimp maar eens in. Wat zijn de actualiteiten, wie gaan er aan de lopende band dood, slaat Parkinson eerder toe dan al die andere ziekten, die steeds accuter - en blijkbaar bespreekbaarder - worden al naar de jaren van leeftijdsverwachting naderkomen of verstrijken?
Ik kon op de verjaarsparty van de zondag aanstaande vijftig wordende Bart Chabot in de Vide van Hotel Arena op een gegeven moment tijdens een changement niet anders doen dan op de voorgrond treden en getuigen dat de overlevenden er ook nog zijn en dat het om het leven hier en nu gaat, en dat de poëtische vrijheid er toe doet, en dat Bart nu twee kruisjes heeft, maar dat de drie kruisjes op hem wachten, en die lieve zoons van hem - nooit na te vertellen, die ingevingen die niet te voorzien of te debriefen zijn, maar wel uit het hart, op het moment zelf.
Het moment zelf: het is niet te vatten, als die zeepbel die je zojuist steeds groter zag worden, dat spectrum van regenboogkleuren, en opeens ging het KLAP - weg was de zeepbel. Kan het met het leven niet zo gaan? Je blaast en blaast en wordt weggeblazen. Altijd de dood een halve meter achter je linkerschouder, om je op een zeker moment op de schouder te kloppen: het is je tijd man, tijd om te gaan.
Van Fons Elders zeer gelaagde webstek (www.fonselders.nl) haalde ik een veelzeggende cirkel, benadrukkend in rode letters 'Life and Death are each other's friend Frightening, beautiful' en daaromheen cirkelend de begrippen creation, space and time, destruction, eternity, zero, form & chaos.
Begrippen, gedachtentenwerelden, die er allemaal toe doen. Waarmee wij voortdurend te maken hebben. Waarheen onze aandacht dient uit te gaan. Waarheen onze blikken zich kunnen richten. Het onbedingde, voorbij de dingen, de processen en repercussies, de acties en reacties, de energieën pro en contra, al die tegelijkertijd middelpuntvliedende en middelpuntzoekende krachten, die het op jou gemunt hebben, die jouw bewustzijn aanscherpen zodat het gewaar wordt en waarneemt. Wie geen aangrijpende veranderingen in de lucht voelt, wie niet leeft in het besef van de vergankelijkheid van al het zichtbaar waarneembare, wie kortom zich niet voorbereidt op de dood, heeft nog een wijle menswording voor zich.
Hoe miraculeus, dit leven! Hoe niet genoeg te bezingen, in zijn meest ongelukkige omstandigheden, in zijn meest gelukzalige momenten. De jammerklacht die strijdlied wordt. De blues die uitzicht biedt. De cantate die troost. De kreet die je omverwerpt. Het ritme dat je bloed doet kloppen. Zoveel stemmen, klanken, geluiden, wegstervend in een stilte die het laatste woord overboord zet, aan al het gehakketak een eind maakt. Maar bovenal in deze geheiligde tussentijd aandacht voor de mensen die deze tijd springlevend houden, en niet doden -mazzeltof, beste Bart. Ik pikte een draaiboek mee. Barbarber-gedicht, geheten Draaiboek presentatie Bart Chabot. Vanaf de taart die 's ochtends bij de Arena bezorgd werd op naam van Alma Fens, tot aan ' 19.30 uur. Afloop. Met zachte drang gasten verwijderen...'
Deze zaterdag brengt me des middags in het kader van Dichter aan huis naar de Taalunie aan de Lange Voorhout in Den Haag, en zondag hoop ik de tentoonstelling te bezoeken van Robert Geesink, die in Hampi (India) woont ('Een prachtige dame van de kleurrijke zigeunertribe zorgt liefderijk voor me en heeft in de tussentijd me drie dochters geschonken, dus een nest vol meisjes met deze ietwat overrijpe vader als spil.'). Het Voorbeeld, Postjesweg l (voormalig Vakschool Edelsmeden), tramlijn 17. Za 25 sept. l7-24u; 26 sept. l4-18u.
Als ik morgen vrijaf neem, neemt niemand me dat kwalijk. Het voelt goed aan je goed te voelen. Insgelijks. Simon Vinkenoog.


Vrijdag 24 september 2004

 

Speeltijd. Rechtop gaan zitten en je afvragen: wat nu? Wat gisteren was, komt niet terug - morgen is er nog niet, al heb je nog zo'n volle agenda voor je. Los laten, je overgeven. Ik wil best, in leven, en over wat daarna komt kun je van alles te weten komen maar gaat het dan wel over jou? Zoveel mensen wanen zich onsterfelijk, en André Hazes wilde bij zijn dood op het Journaal komen; nou - dat is hem wel gelukt.
Het verlies hier is winst voor de andere kant, is wel eens gezegd. En met verlies moet je leren leven, eveneens. Een stukje theosofie dan maar.

"Maar hoe zit het met de dood en het hiernamaals? Is de hemel een plaats of niet? Theosofie leert, zoals in alle heilige boeken kan worden teruggevonden, dat de ziel na de dood een rustpauze oogst. Dit vloeit voort uit haar eigen natuur. De ziel is een denker en kan tijdens het leven niet alle of zelfs maar een klein deel van de myriaden gedachten waarmee zij zich heeft beziggehouden verwerken of uitvoeren. Wanneer zij dus met de dood het lichaam en het astraalichaam afwerpt en van de hartstochten en begeerten wordt bevrijd, krijgen haar natuurlijke krachten onmiddellijk de overhand en werkt zij haar gedachten uit op het ziele-gebied, gehuld in een fijner lichaam geschikt voor dat bestaan. Dit wordt Devachan genoemd. Dit is de toestand die aan de basis ligt van de beschrijvingen van de hemel, die alle religies gemeen hebben maar slechts in het Boeddhisme en Hindoeïsme is deze leer volkomen duidelijk uiteengezet. Het is een tijd van rust omdat door het ontbreken van het fysieke lichaam het bewustzijn niet langer in dat meer volledige contact met de zichtbare natuur staat zoals dat op het materiële gebied mogelijk is. Toch is het een werkelijk bestaan en niet meer illusoir dan het aardse leven; nu ontplooit zich de essentie van levensgedachten, die van de hoogste kwaliteit waren die het karakter toeliet, en hier wordt deze essentie door de ziel en het denkvermogen opgenomen. Wanneer de kracht van deze gedachten volledig is uitgewerkt, wordt de ziel opnieuw aangetrokken door de aarde, naar een omgeving die zodanig met haar overeenkomt dat aan haar de geschikte omstandigheden voor verdere evolutie wordt verschaft. Deze afwisseling van de ene naar de andere toestand gaat voort totdat het wezen door herhaalde ervaringen boven onwetendheid uitkomt en in zichzelf de werkelijke eenheid van alle geestelijke wezens ervaart. Vervolgens gaat het over tot hogere en verhevener trappen op de weg van evolutie."

W.Q.Judge, Theosofie in Hoofdlijnen in het tijdschrift Theosofie, zomer 2004, Antwerpen. Uit een lezing, gehouden voor het eerste Wereldparlement van Religies, Chicago, 1893. 'Hoewel deze lezing meer dan honderd jaar gelden werd uitgesproken, vormt zij nog steeds een duidelijke inleiding tot de belangrijkste leringen van de oorspronkelijke theosofie.' Achter op het tijdschrift wordt in de beginselverklaring van de Geünieerde Loge van Theosofen nog eens benadrukt: 'De ware Theosoof behoort tot geen geloof noch sekte en toch behoort hij tot alle.'
Of, zoals de Tibetaanse dichter-leraar Chögyam Trungpa het uitdrukte, in The Song of Separation, in de bundel Mudra (Shambala, Berkeley & Londen, 1972):
"Knowledge of being is the perfect teacher
And he is with me everywhere I go;
Since he it is I am relying on,
Sever me from those who speak for sect or party."

Speeltijd. Zielerust. peace of mind. Simon Vinkenoog


 

Donderdag 23 september 2004

 

Zon in weegschaal. Equinox. Herfst. Nieuw tijdschrift voor lezers, geheten BOEK, stelt zich voor: hoofdredacteur Jeroen Jansen: 'U kent ons niet en wij u niet. De komende 100 pagina's leert u ons aardig kennen. We zijn ontzettend benieuwd of dat bevalt. Ik hoor (of lees) het graag.' Introductienummer € 2, 95. Jessica Durlacher, 'Het is éen grote krankzinnigheid', kijkt ons onderzoekend aan. Naar aanleiding van de verschijning van haar derde roman, Emoticon, is zij vaker geïnterviewd dezer dagen en laat zich openhartig uit. Bravo, zei oom Simon.
Een goed gevoel laat Coen de Jonge achter, op bezoek voordat hij verder naar Hoorn trekt; als onderwijskundige gaat hij uitleg geven bij subsidie-aanvragen als ik het goed heb. Mij is gevraagd de dertiende Groninger Onderwijsdag ('het nieuwe leren - de nieuwe kleren?') op 13 oktober a.s. in het Academiegebouw van de RU Groningen op te luisteren met mijn aanwezigheid.
'Voor een passend en apart slot zorgt de Dichter des Vaderlands Simon Vinkenoog: chroniqueur van een wereld in beweging en levenslang kenner van vernieuwing en dus ook nieuw leren.'
Het zal je maar gezegd zijn; het is gezegd.
Jerome Rothenberg stelde een zeer bijzondere bloemlezing samen:Technicians of the Sacred. A Range of Poetries from Africa, America, Asia, Europe & Oceania (Second Edition, Revised and Expanded, University of California Press, Berkeley and Los Angeles, l985), een van de tientallen die hij schreef en redigeerde. Het valt open op pagina 428; ik had al eens eerder een elastiekje om dat boek op die pagina aangebracht, gemakkelijke openvaller dus. De afdeling Statemens; de tweede van tien, onvertaald, om de taal zelf te savoureren, afkomstig van de Trobriands in Nieuw-Guinea:
"The mind, nanola, by which term intelligence, power of discrimination, capacity for learning magical formulae, and all forms of non-manual skill are described, as well as moral qualities, resides somehere in the larynx.
The memory, however, the store of formulae and traditions learned by heart, resides deeper, in the belly.
The force of magic, crystallized in the magical formulae, is carried by men of the present generations in their bodies.
The force of magic does not reside in the things; it resides within man and can escape only through his voice.

Wat poëzie terugbrengt tot haar kwintessens, dames en heren van de litkritcanon. En schreef niet al Tristan Tzara, dadaïst en surrealist van het eerste uur: La pensée se fait dans la bouche.
- Op dit moment krijg ik van Coen telefonisch te horen, dat op de radio het overlijden van Andre Hazes is bekend gemaakt: een hartaanval. Het hart is in de aanval dezer dagen.
Dat de ziel van Nederlands Oorspronkelijkste Blueszanger de rust moge vinden, waarnaar hij in het leven snakte.
Larynx is strottenhoofd, bouche is mond. Ik houd mijn. Simon V. Half twee.


 

Woensdag 22 september 2004

 

Verboden voor zwartkijkers. Alleen voor levenslustigen. Verboden te verbieden.
'Zie, hoe het licht vanaf een ster in een onsterfelijke loop de onzekere duisternis der eeuwigheid doorkruist. De ster kan sterven, maar nooit het licht! Dat is de schreeuw van de vrijheid.' Nikos Kazantzakis, Ascese.
Met twee regels van Rabindranath Tagore herdenken directie en medewerkers van het Tropentheater het verscheiden van John Eijlers ('Dank voor je enorme toewijding waardoor het publiek jarenlang kon genieten van fascinerende muziek en dans uit India. Je passie leeft voort in onze gedachten.'):
'You have set the fire of music burning in my soul
And the blaze has spread in all directions.'
Welke ontdekkingen in het leven niet aan muziek te danken! Van de continue klankstroom uit de radiodistributie in vooroorlogse jaren (mijn moeder zong met operazangers mee) tot de reddende zigeunerswing van Django Reinhardt en zijn Quintette du Hot Club de France, waarvan de echo's mij dit weekeinde bereikten - tot de kennismaking met jazz & bebop die ik aan Remco Campert (en Henk Boekenoogen) te danken heb, de jazz-musici die ik heb leren kennen en met wie ik samen opgetreden heb - en het zo nu en dan nog altijd doe, waarnaast ook de atonale klanken mijn oor bereikt hebben: Schönberg, Alban Berg, de serïelen, Messiaens, Boulez en mensen als Glass, Riley en niet te vergeten de Silences van John Cage. Daarnaast, hoger en lager de muziek die uit dit alles ontstond, per generatie anders, om de drie tot vijf jaar veranderend van klankkleur. In de winterdagen van 1960/1 logeerde ik een weekje in Londen bij Ellen Waller, 's avonds dwaalde ik door Soho, hungry i en kwam ik in kelders en schoolstallingen terecht, waar levende muziek werd gemaakt en ik meedeinde met de mij onbekenden om mij heen.
Hoe die muziek heette, wie die muziek maakte, het ging aan me voorbij - ik was met eigen sores bezig. Was het ska, skiffle? In elk geval: wat er een tijdje later te voorschijn kwam, de nieuwe evangelisten uit Liverpool (John, Paul, George en uiteindelijk Ringo), het was spekje voor mijn bekje, een lafenis van het gehoor. 'Tuurlijk, de Rolling Stones ook, jazz & dixieland & New Orleans & de blues: het was je toch allemaal nader gekomen? Gospel en soul, reggae en wat er nu allemaal aan funky vertakkingen bestaat - ik heb er geen deskundologisch 'verstand' van.
In San Francisco toonde ik vrienden waar ik logeerde, het tiental LP's dat ik zojuist (1969) aangeschaft had, een hunner rende het huis uit en kwam terug met een plaat die ik absoluut ook moest beluisteren: Crosby, Stills & Nash - nog voordat Neil Young zich bij hen voegde, en van wie ik eens een concert zag, samen met Willem van der Linden, die opnamen maakte voor de Deutsche Rundfunk. Ronde vonken.
Hoeveel muziek ik al niet beluisterd heb (nog afgezien van de klassieke musts: ik ben een eigentijdeling) en waar ik nog altijd met graagte naar luister: Bob Dylan, The Band, The Grateful Dead, de Mama's en de Papa's, Janis Joplin en Jimi Hendrix, The Who en John Coltrane: mijn geheugen is aan het downloaden en kun je nog horen, hoor dan mee.
Met Tagore voel ik een speciale band; niet alleen omdat Olivier Boelen met leden van het Living Theater kwam te werken in Santiniketan, waar Tagore zijn school gevestigd had en daarvandaan mooie boekjes en Indiase muziek op de plaat voor me meebracht, niet alleen omdat ik voor de Wereldbibliotheek zijn Religie van de mensheid vertaalde, een serie lezingen uit de jaren dertig voor een Engelse universiteit, maar ook omdat ik dagelijks aan zijn bestaan word herinnerd; een mooie portretfoto hangt ingelijst aan een muur, voorzien van een handtekening - eveneens een gift van Olivier. En ik zoek nog altijd in de papieren, die zich opstapelen, af laten leggen en vergelen, naar zijn gedicht geschreven bij de Borobodoer, waarin hij spreekt van de nameless unremembered.
Op naar de muziek, met de muziek mee, achter de muziek aan. It don't mean a thing, if it ain't got that swing! Dat is een levenswijze, en een gedicht : (uit De ware Adam, pp.32/35)
'Waarom valt er zonder muziek niet te leven,
waarom klopt mijn hart als ik dit schrijf?
Waarom staan mijn oren wijd open,
waarom weet ik dat muziek overleeft?'
Veel muziek toegewenst, vandaag. Simon Vinkenoog


 

Dinsdag 21 september 2004

 

Dag van Mattheus. De eerste druiven geplukt vanmorgen, d.w.z. met een schaar de trossen knippen en er een tas mee vullen. De grond lag trouwens bezaaid met door vogels of wind losgekomen druiven - klein formaat dit jaar, maar plotseling donkerblauw gezwollen. Straks aan de druivenpers; ik opperde zelfs: druivenjam. Buurvrouw Suzanne zeiden wij, dat zij gerust haar gang kon gaan en plukken hoeveel ze maar wilde.
In vroeger jaren, toen Boebie R. voor ons de druiven nog verstookte tot een onwaarschijnlijk sterke eau de vie, verrichtten wij de druivenpluk in éen middag, de ene na de andere vuilniszak vullende, eenmaal zelfs tot 100 kilogram. Tuinderslatijn. Kortom, enige planten rechtgezet - wat hebben wij ons eerste kind, de tuin, dit jaar verwaarloosd terwille van het nieuwe kind dat ik nu op zijn dienstbaarheid beproef. Mastery in servitude.
Er stond helemaal geen artikel over Bart Huges in De Telegraaf van zaterdag, zoals Cor Jaring me had aangekondigd, maar kijk eens in NRC Handelsblad van afgelopen weekend, de voorpagina van het katern Leven&cetera: gansch een pagina gewijd aan Bart Huges, gelardeerd met drie portretten: bij Willem Duys voor de televisie, als bebaarde grijsaard in 1999 en dan, kwartpagina groot de ons onderzoekend aankijkende blik van Bart Huges zelf; hij zit (januari 1965) naakt op zijn hurken, houdt een boor in de hand, en over zijn bebrilde gezicht stroomt bloed uit zijn gebandeerde voorhoofd.
Een namaakfoto. Na de operatie zelf, waar niemand bij was, riep hij Cor J. om het op de foto en voor de buitenwereld vast te leggen en deed het nog eens dunnetjes over. Ik twijfel niet aan het bloed, Cor vragen of het tomatensap was?
'Bij de dood van de man die een gaatje in zijn hoofd boorde omdat hij zijn hele leven high wilde zijn.' kopte het stuk, je kon merken dat de ontwerper gezocht had naar een speciale letter om het woord HIGH te benadrukken. Het stuk zelf was verrassend interessant, hoewel een foutieve vermelding in Het Parool ten onrechte was overgenomen. De genoemde aanwezigen bij Barts trepanatie zouden de operatie niet verrichten, er slechts getuigen van zijn. De gedachte dat het kon mislopen bracht een hunner ertoe de boor te doen verdwijnen, zodat Huges het zelf later op eigen houtje, zonder getuigen, deed. Hij werd toen tegen zijn wil (en die van zijn vrouw Barbara) opgenomen in Paviljoen 3, omdat hij bij het Wilhelmina Gasthuis was komen vragen of ze röntgen-foto's van zijn hoofd konden maken, om te bewijzen dat hij etc..
De schrijfster van het artikel, Gabrielle Provaas verhaalt hoe zij hem vijf jaar geleden opzocht voor een pilot project van een tv-programma, dat de naam Apocalypso zou dragen over randverschijnselen en sluimerende zaken, over dansen op de vulkaan.Hij stemt toe in een gesprek. 'Huges praat opgewekt en met heldere stem, maar het gevecht tegen vierendertig jaar onbegrip, heeft zijn tol geeist. Voor ons geestesoog tovert hij een wonderlijk bouwsel van ongefundeerde stellingen, gedachtekronkels, voetnoten en verwijzingen naar Oosterse filosofieën, volkswijsheden en westerse wetenschap. Soms is hij de draad kwijt, maar in de loop der jaren heeft hij zoveel 'bewijsmateriaal' verzameld, dat hij zonder haperen een nieuwe draai vindt. Zo hamert hij plotskaps op de noodzaak van een macrobiotisch dieet en vertelt hij geagiteerd over het gevecht dat hij voert om fluoride uit het drinkwater te krijgen. (In Nederland wordt geen fluoride aan het drinkwater toegevoegd.)
Aanvankelijk probeer ik dapper een helder citaat uit zijn mond te krijgen, maar dan raak ik het spoor bijster. Vanachter de camera kijkt mijn vriend me teleurgesteld aan: als dit een verlicht brein is, laat dan maar zitten.'
Vervolgens gaat Mlle Provaas in op de geschiedenis van trepanatie, een gat in de schedel, de oudste chirurgische praktijk - nog steeds een ritueel gebruik bij sommige volkeren; bovendien 'trepaneert men tot op heden om zwellingen, als gevolg van ongelukken te verlichten.'
Zij vermeldt zijn Engelse volgelingen, Joe Mellon en Amanda Fielding (waarschijnnlijk niet wetende dat Julie Felix een liedje maakte en zong over het brain blood volume), maar interessant is bovenal dat zij door de website www.trepan.com te vermelden een brug slaat over de Atlantische Oceaan - of is het via de Pacific, of station Zero somewhere in inner/outer space - die naar het Third Eye Innocent and Open Wide voert, namens de International Trepanation Advocacy Group - en gaat dus zien hoe de poppetjes dansen! Zij dragen (de vijftien bekeerden) de datum van hun trepanatie als een soort nieuwe geboortedag mee; ik ben van 200l en jij pas in 2004! Ongelooflijk, maar waar - meer iets voor Matthijs van Boxsel; hier even voorlopig afscheid van Bart, die virtueel nog doorleeft dus.
Ik denk terug aan Fads and Fallacies, dat ik nog wel eens boven de tafel houd, Martin Gardner. Ik ben niet zo'n onderuithaler; ieder zijn functie, rol te spelen, masker te dragen, buiten zichzelf, in zichzelf gekeerd, scala intro extra vert inner outer directed hoe anders toch ieder 1? En dat elk door mij ervaren verhaal telkens weer opneiuw aan de horizon verschijnt, even in het spottend licht en weer terug in de vergetelheid. Golven, energieën, processen - eerder dan feiten.
Ik ga terug naar mijn druiven, ritsen en persen, zeven en savoureren: vruchtensap van eigen bodem! Santé! Simon V.
P.S. Ondertussen weer heerlijk verzeild geraakt in het boek van Kees Slager: Het geheim van Oss. Een geschiedenis van de SP. Knap geschreven; ik zag er een film in - vooral in die weer opgevoerde vroegtwintigste eeuwjaren. Lesje politicologie, grassroots! Over en sluiten maar.


 

Maandag 20 september

 

Edith en ik maakten een lijf-aan-lijf dansje op de Accordéon Mélancolique van de Parade des Poules, een van de twee CDs (naast het Orkest Polytour met Le roi des jongleurs), mij toegestuurd door de accordeonist Jean Pierre Guiran, die mij zo stemmingsvol wist te begeleiden bij het adopteren van het driejarig appelboompje (nr.152) in de biologische appelboomgaard van de Olmenhorst in Lisserbroek. Bedankt, Le Hot Club de France weende mee...
Terugkijken of vooruitzien? Terugkijkend is de meest nabije herinnering nog het meest vers; het bezoek van drie heren vanochtend die van mij een tekening op steen verlangen voor een litho. Maar al te graag: volgende week een bezoekje aan een Utrechtse drukkerij en pasta eten bij Baldin. Gisterenavond laat in televisieprogramma 'Wonderland' de oren gespitst bij enkele ontroerende slotopmerkingen van de schrijver Leon de Winter: 'De onwaarschijnlijk mooie Nederlandse hemel! Soms besef je de breekbaarheid van alle dingen, voel je even het geluk en denk je: wat zijn wij rijk dit wonder van het leven mee te mogen maken. Wij zijn de adel van de geschiedenis!' Uit het geheugen naar waarheid opgetekend - we waren teruggekomen van een rijke middag in Ruigoord, waar inderdaad die wonderschone hemel zich uitspande.
Om beter zicht op het uitspansel te heben, was er boven aan de dijk met uitzicht op de Afrikahaven en de horizon van Noordszeekanaal en Amsterdam-Noord een tempeltje gebouwd, ter ere van de feminieme goddelijkheid in ons allen. Wij namen maar al te graag plaats. In de culturele vrijhaven Ruigoord zelf kon op een twintigtal plaatsen het gluren bij de buren-spel beoefend worden; ateliers die anders slechts als werkplaats dienden stonden open voor bezoek. Theo Kley beheerde een theetuin, De Witte Aap (goedkoopste tweedehandsboekhandel van Nederland) was geopend, galeries, studio's, foto's - installaties van Popke Bakker in de grote Schuur; figuratief werk van Emanuel Lorsch, de serie van zestien staande personages, waarvan ik de laatste was, nog ruikend naar verf, van Hennie van der Vegt; zelf 'hing' ik met acht oostindische inkt-tekeningen in de Pastorie, waar ook werk van Aat Veldhoen en Guus Boissevain te zien was - de makers helaas op dit moment uitgeschakeld.
Een mooie hemel, mooie mensen, leuke gesprekken, goede verstandhoudingen.
Robert Doolaard glom van oor tot oor: zijn astrologische onderzoekingen vallen in steeds vruchtbaarder aarde; hij acht het nog altijd van groot belang dat mensen beseffen dat wij ons in een nieuwe Renaissance bevinden, met alle geboorteweeën stuiptrekkingen van dien. Live jazz in de kerk en een Doekenbal na, dat wij niet bijwoonden.
Nog verder terugkijkend: de zateredagmiddag poëzie in het Haagse Westbroekpark ('Poëzie aan de waterkant) trok door het wisselvallige weer minder bezoekers dan vorig jaar, werd me verzekerd, maar de dichters Tsead Bruinja, Jet Crielaard, Andy Fierens, en AGC Vianen plus ondergetekende hadden in elk gecval een aandachtig gehoor. De muziek van Can of Be was prachtig; de stem van de zangeres deed me aan Buffy Sainte-Marie denken - zou ze die kennen? Presentatoren Diann van Faassen en Harry Zevenbergen organiseren met hun SUB-vereniging veelvuldig literaire activiteiten in de hofstad; bereikbaar via www.subliterair.org.
Een van de leukste ontdekkingen van het weekend waren de papieren, die ik onder ogen kreeg van de Utrechtse UniC-school (eigenzinnig havo-vwo) waar Edith's nichtje van bijna 12, Laura haar middelbare schooltijd heeft aangevangen.
Ik heb nog niet rondgekeken op www.unic-utrecht.nl, noteerde wel twee andere schoolwebsites: www.digischool.nl en schoolweb.argo.be. Het zal mijn eerste ontmoeting met het web-based onderwijs zijn; wat zal er veel te genieten zijn! Digitale vaardigheden; al in de eerste klas van de middelbare school bouwen aan een eigen website. Naar ik begrijp een pilot project, dat ik al het goede toewens.
De inleiding die ik schreef voor een nieuwe uitgave van Aldous Huxley's De eeuwige wijsheid, is in dank aanvaard, hoor ik zojuist van de uitgever telefonisch - ja, dat apparaat werkt ook nog. Een onuitputtelijk schrijver, deze Huxley - en de familie waaruit hij stamt ook niet een der minste; zijn broer Julian heeft in grote mate bijgedragen aan de oprichting van de Unesco, na de Tweede Wereldoorlog, als een der gespecialiseerde agencies van de Verenigde Naties, onze enige redelijke hoop in deze wereld. Zei hij.
Vrijdag viert Bart Chabot zijn 50e verjaardag hier in Amsterdam (Hotel Arena), de dag erna ben ik weer in Den Haag, voor het jaarlijkse Dichter aan huis, waar Miriam Van hee en ik voor uitgelezen (uitverkocht) publiek uit onze gedichten lezen in het gebouw van de Taalunie aan de Lange Voorhout.
Stippeltje stippeltje, uitge(s)tippeld. Andere leuke dingen wachten, een prettige week toegewenst: be good. Love, Simon V.


 

Zaterdag/zondag 18 & 19 september 2004

 

Deze week heb ik weer eens een aantal van mijn onbenoembare gewaarwordingen overgebracht op papier; oost-indische inkt, pikzwart, vormt en ontvormt in de woeste actie tussen plensen en drogen - een kras hier, een teken dat op een letter lijkt, daar. PIJN staat er, niet meer uit te vinden of het lichamelijk of geestelijk is. AU doet de wereld, waarin je de stappen zet, die je agenda van je verlangt. Edith aan mijn zijde, samen kunnen wij alles aan.
Verrast ook door de nieuwe openingen en ontmoetingen; een druk jaar, ook vol afscheid nemen. Eergisteren de crematie van Bart Huges (1934-2004; Huub in mijn boek Liefde uit 1964); de Telegraaf zou vandaag over hem berichten, vanmiddag te lezen bij mijn schoonouders in Den Haag - eerst gedichten lezen in het Westbroekpark.
Vandaag begint ook Openbare werken, een open atelier weekend in Ruigoord, vanaf 12 uur vandaag en morgen (omlijst door diverse attracties); wij hopen er morgen te zijn. Edith heeft inlijstwerk verricht, kijken hoe de acht werkjes tot rust komen in de pastorie van de Kerk. De lijst van deelnemers en gasten (uit de galerie 'In de Etna' van de Rapenburgerstraat) telt zo'n vijftig namen.
Afgelopen weken (twee keer in Ruigoord geposeerd) maakte Hennie van der Vegt een portretschilderij van me; de Minerva-traditie zal ik maar zeggen, het echte schilderen met penseelstreken die het handschrift van de schilder zijn. Van deze mensen ligt een aantal me dicht aan het hart, vanwege gedeelde (psychedelische) ervaringen - hoe goed het is door de mist heen te kijken en leven in ogen te zien, de glimlach die de ziel blootlegt, de vertrouwde trekken van mensen die je lief zijn. In Liefde Bloeyende: zie www.ruigoord.nl, en verdwaal niet. Het overkwam ons weer eens, terug van de Olmenhorst in Lisserbroek, waar ik van mijn geadopteerde appelboom heerlijke (zelf geproefd) appels mocht plukken raakten wij weer eens verzeild tussen snelwegen en de keuze tussen richting IJmuiden of Halfweg. We kwamen er als altijd, de werkeloze kranen in de Afrikahaven kwamen dichter en dichterbij. Het nadeel is uiteraard dat Ruigoord niet op ANWB-borden is aangegeven. Maar het is er heus, en vanuit Amsterdam is het, kronkels meegerekend, gemakkelijk genoeg. Richting IJmuiden, en met bus 82 vanaf het Marnixplein.
Zo laat als ik gisteren met Kersvers was (nadat ik de hele dag een groot artikel, voor het eerst, op het scherm had gecomponeerd), zo vroeg ben ik vandaag. De paden op, de lanen in, vooruit met flinke pas. En trek je het Amerikaanse begrotingstekort niet aan, al bedreigt het de wereldeconomie. Volgens mij wordt de wereldeconomie al langer bedreigd, door de lieden die geld niet als middel, maar als doel zien. En maar graaien en oppotten, je kunt er een heel leven aan wijden. De mensen die ik zelf als vrienden zie, hebben gekozen voor het Zijn in plaats van het Hebben: en reken maar dat je dan rijker leeft. Zo, nu even afzwaaien. 'When you read me, smile a little!' heeft ooit Henry Miller geschreven. Sluit ik me met graagte bij aan, prettig weekeinde eenieder. Licht en Liefde op je pad. Simon V.


 

Vrijdag 17 september 2004

 

Op zeventien september 1179 stierf in de abdij van de benedictinessen op de Rupertsberg bij Rüdesheim aan de Rijn een tweeëntachtig jaar oude non. De abdij ligt in een romantisch landschap op een heuvel, die hoog uittorent boven het Rijndal.
Aldus Hoofdstuk I. Het levende licht in Louis A.M.van den Bercken's Hildegard von Bingen - haar leven, mystiek, muziek en geneeskunde (Ankh-Hermes bv, Deventer tweede druk, 1996). Als hoofdstuk VII, Hildegards natuurfilosofie openvalt bij het doorbladeren, lees ik daar haar uitspraak: 'Hoe uitzonderlijk is toch het innerlijk weten dat de Eeuwige ieder schepsel draagt.'
Om datzelfde weten gaat het, ging het mij vandaag bij het schrijven van een inleiding voor een nieuwe uitgave van Aldous Huxley's De Eeuwige Wijsheid, een bloemlezing met uitspraken van heiligen en wijsgeren, uit Oost en West, in alle perioden van de wereldgeschiedenis, over zo'n drieduizend jaar verspreid, alle vanuit de mystieke ervaring beleefd en geschreven, met de grootste gemene deler, waarover zij het allen eens zijn, niet uit openbaring, overlevering, dogma en geschiedenis, maar door de eigen transcendente ervaring, die openstaat voor wie zich daar met overgave aan wil wijden.
De mitsen en de maren; zover is het nog lang niet met ons soort schepsel, daar kunnen we het wel over eens worden. In het duister van de tweede wereldoorlog stelde Huxley dit boek in Californië samen, omdat hij inzag dat er nooit vrede op aarde zou kunnen zijn, nooit meer dan een tijdelijke wapenstilstand, als er geen gemeenschappelijke Weltanschauung gevonden kon worden. Het is nog altijd een heel tijdig en nuttig boek, voor degenen die bereid zijn meer te willen weten van de verschillende wijzen van bewustwording van het Zijn.
Moeten we dat nou willen? hoorde ik een vertwijfelde locale politica uitroepen op AT 5. Mooi gestelde vraag, waaruit hopeloze machteloosheid sprak. Het geeft ook heel juist weer, in welke situatie de wereld zich bevindt, met het stuurloze, steeds meer verwarring veroorzakende en feilende beleid, waaronder bijna alle Systemen, waar ook ter wereld gebukt gaan. Genocide, hongersnood, de al te innige omhelzing van de vrije markt, de ons van alle kanten omringende dreigingen, waarvan de Angst wel de grootste is. Moeilijk je daarvan los te koppelen, wel te weten wat je niet wilt - en dientengevolge handelen.
Ik doe al decennia niet aan deze schijnwereld mee, ik neem me ter harte Burroughs' uitspraak: "Remember, stay outside!" Ik ben dan wel deel gaan uitmaken van het wereldwijdeweb, maar ik zal er wat mij betreft alles aan doen om het te doen trillen van liefde en wijsheid, voor zover ik daar zelf iets over in de melk te brokkelen heb. Mijn laatste twee gedichten gelezen op de link Dichterdesvaderlands? Gauw kijken. Ciao. SV.


Donderdag 16 september 2004

Mijn jongste zoon Arthur (1978) is mijn geweten; wij komen tot openhartige gesprekken. Hij verwijt me gemakzuchtig te zijn in familie-aangelegenheden. Hij vraagt zich ook af of ik sommige dingen die hij mij vertelt wel voor me kan houden. Hij geeft een voorbeeld, ik bezweer hem mijn discretie. Voor mezelf heb ik vanaf het begin van mijn schrijverschap altijd de waarheid en niets dan de waarheid willen vertellen: onderweg besefte ik maar al te vaak hoe daarmee mensen, andere mensen, te kwetsen zijn. Ik nam me in interviews ook voor nooit iets over medepennnevoerders te zeggen, niet uit lafheid, maar vanwege het onbegrip dat uit misverstanden groeit. Op een gegeven ogenblik weet je maar al te goed, dat alles wat je zegt, zowel voor als tegen je kan worden gebruikt. Dat is nu eenmaal het tweesnijdend zwaard van het Woord.
Ik weet taboes te hebben overtreden, die het voor mij niet meer waren, of nooit geweest zijn.
Over mijn ontknaping schreef ik vertederd en met plezier, omdat ik notabene via andermans handgrepen mocht ontdekken wat een orgasme was. Nouja, stel je voor! Ik was net 17, vlak na de 'bevrijding'.
Roel van Duyn vertelde dat hij mij in zijn schooltijd als 'held' beschouwde, na twee boeken van me te hebben gelezen; in elk geval noemde hij twee titels Zolang te water en Wij helden.
Inderdaad heel andere normen en waarden dan de toen geldende, wat eens te meer bleek uit mijn boek Hoogseizoen (1962), waarin ik de min of meer underground levende personages rond het Leidseplein beschreef. Een eerdere publicatie van een hoofdstuk daaruit, geheten 'De barbaren van het Leidseplein' had het blad Twen/Taboe moeilijkheden bezorgd - adverteerders zegden af - misschien heb ik wel bijgedragen tot de ondergang van het blad, dat maar vier keer verscheen.
Almar Tjepkema en André van der Louw, redacteuren, lieten zich in de facsimile-uitgave (Peter van der Velden, Amsterdam, 1981) in die zin uit. Van der Louw aan het woord: 'Dat was het niet alleen, dat heeft ons niet alleen de das om gedaan. Je kunt ook niet zeggen dat er zo uitstekend commerciëel werd gewerkt, dat het management zo goed was. Voor mij staat het nog steeds niet vast dat er geen markt was voor het blad. TWEN/TABOE had problemen met de adverteerders, maar niet met de verkoop.'
Ik weet dat ik een flapuit ben geweest, een keffertje volgens Vrijman, dat ik ook loslippig was, hardop heb durven zeggen (in een gedicht) dat Gerrit Achterberg een moord had gepleegd, in een tijd dat daarover alleen maar gefluisterd werd. En ik, ik las Norman Mailer, diens essay TheWhite Negro, waarin het profiel werd geschetst van die Amerikaanse existentialist, die hipster genoemd werd. En ik las elders bij Mailer: For I wish to attempt an entrance into the mysteries of murder, suicide, incest, orgy, orgasm and Time. These themes now fill my head and make me think I have a fair chance to become the first philospher of Hip.'
Dat is allemaal lang geleden, zeg, je spreekt van toen en toen; laat het nog altijd even interessant zijn, onderdeel van die verbijsterende veranderingen die in de wereld en in onze maatschappij hebben plaatsgevonden, veranderingen die hun culminatie nog niet bereikt hebben, and we ain't seen anything yet..En ik heb nog veel te vertellen...Uw discrete dw.dr. Simon Vinkenoog.


Woensdag 15 september 2004

 

de taal hernemen aan een handvol arme lieden
die met zichzelf en de hunnen
openluchttheater spelen

wuivend met de uitslag lopen wij
door het park in de ochtend

weer een jaar om het zingen te verleren
weer een jaar om de arcering der toendraas
uit het hoofd te vergeten

wij lachen de getallen aan
wij weten van wanten
en wij kennen de plaats
van de jaartallen en de kunstmatige bevruchting

wij hebben het hele programma doorgenomen
wij weten het wij danken het schoolbestuur
voor de blijken van belangstelling

maar wij gaan eruit wij treden af

wij zien de symboliek niet meer
wij willen naar huis met ferdy spelen

en in de avonden in de huiswerkloze
zomeravonden luisteren wij zwijgend
naar de woorden
uit het cahier van bijvoorbeeld remco campert

(Simon Vinkenoog: Land zonder nacht, N.V.Em.Querido's Uitgeversmij, Amsterdam, 1952.)
Niet het laatste gedicht, waarin zijn naam voorkomt. In mijn dichtbundel De ware Adam uit het jaar 2000 (uitgeverij Passage, Groningen) verhaal ik mijn eerste ontmoeting met Remco Campert. Zelf ben ik verheugd over de twee gedichten die hij ooit aan mij opdroeg; een ervan (Voor Blowers) heb ik opgenomen in Goede raad is vuur, begin dit jaar (eveneens bij Passage) verschenen.
De laatste strofe is klassiek geworden. In De Kleine Komedie, waar Remco's 75ste verjaardag werd gevierd, las Bart Chabot de acht regels op zijn hoogst eigenzinnige wijze voor; hier komen ze fluisterend:

"Deze vreemde ontroering
die poëzie is
wantrouw ik niet meer,
dat hebben mij geleerd
de jazzmusici:
de wereld swingt als de pest,
de rest
is gemompel van bedelaars."

Dat Remco Campert ons nog vaak deze vreemde ontroering moge doen meebeleven, is mijn oprechte wens. Uit zijn debuutgedicht in Libertinage, mei-juni 1950:

"
Een stem, die door alle huizen zingt
het water doet overkoken en
de stoppen der berusting doet doorslaan.
Een stem, waarvan het geluid zich voortplant
door de buizen onder de vermoeide stad
en die antennedraden op maanlichtdaken
doet trillen, trillen, trillen...
Zo'n stem: eerder rusten wij niet."

En nu de appelboom adopteren in Lisserbroek. www.luther.de waarschuwt ons: "Many more legends about Luther and trees swirl around, one of the best known should be mentioned, the famous saying: 'If I knew that tomorrow was the end of the world, I would plant an appletree today!' is attributed to Luther. One must remember, that the first written evidence of this saying comes from 1944..." Weer een illusie in duigen! Nog een broodje Aap! Nu uitvinden, Atte Jongstra, wie zei dat dan waar?
Groeten allemaal: de stroom rijst al meer en meer. Simon Vinkenoog


 

Dinsdag 14 september 2004

 

Holy Cross Day, nog altijd vanuit de Festival Calender, uitgegeven door de Engelse Shrine of Wisdom. Bovendien de geboortedag van de hermeticus Henry Cornelius Agrippa (1486-1535).
Terug naar het Nu: zojuist Roel van Duyn, die mij het boek van Riane Eisler, De Kelk en het Zwaard kwam terugbrengen, alsmede het 7 jaar geleden aan hem uitgeleende De Mahatma Brieven aan A.P.Sinnett van de Mahatma's M. & K.H., samengesteld en ingeleid door A.Trevor Barker, een uitgave van de Theosophical University Press, Pasadena, Den Haag, München, 1979 - waarvan ik het (uitgeleende) bestaan vergeten was. Ondertussen is duidelijk dat M een afkorting van Morya is, en K.H. is uiteraard Koethoemi. Wat dan nog? Voer voor theosofen.
Gesprekken met Roel brengen altijd zijn klaterende lach tevoorschijn - uiteraard is hij gelukkig met de verschijning van zijn boek Liefdesverdriet (Roman, gevolgd door Hoe word ik een ster in ldvd?), een uitgave van J.M.Meulenhoff. Zijn eigen ldvd schijnt voorbij en over & out te zijn, ondertussen heeft hij spreekuren voor lijders aan ldvd en weet hij daar smakelijk over te vertellen. Ook haalde hij herinneringen op aan onze eerste (door mij allang weer vergeten) ontmoeting; met zijn Montessorivriend Hans Korteweg was hij vanuit Den Haag op de brommer naar Amsterdam gereisd, om ook hier een anti-atoombomprotest te organiseren; ik stond op het lijstje namen van mensen die zij daarom gingen opzoeken, uiteraard spreek ik van de beginjaren zestig. Ik weet in die tijd aan dergelijke manifestaties te hebben meegedaan; ook ik was onder de indruk van de toen ruim negentig jaar oude filosoof Bertrand Russell, die in Engeland vooropliep bij demonstraties van het Committee for Nuclear Disarmament. Ik herinner mij naast Jef Last, bij een andere gelegenheid A.den Doolaard, op een podium te hebben gestaan om mijn anti-bomgedichten voor te lezen, en nog beter herinner ik mij een bijeenkomst in het Amsterdamse Krasnapolsky, waarbij Hugo Claus tijdens het lezen van een gedicht een groot keukenmes te voorschijn haalde en het aan zijn keel zette, om zijn woorden kracht bij te zetten. (Zo kwam hij ook gefotografeerd op het omslag van het literaire tijdschrift Podium te staan).
Over literatuur gesproken - overkomt me niet zo vaak - er waren gisteren heel wat vertegenwoordigers van dat volkje bijeen in de Kleine Comedie om Remco Campert's 75e verjaardag te vieren. Met Wim de Bie uiteraard een enthousiast gesprek over onze web-activiteiten, Jan Wolkers roemde ons tuinierbestaan; ik durfde nauwelijks te bekennen dat wij dit jaar de tuin schromelijk verwaarloosd hebben - maar de druiven zijn langzamerhand blauw aan het worden; kleiner dan vorig jaren, maar wel zeer overvloedig. Immer ook verheugd Louis Lehmann te zien en zijn (ook Google-ende) gezellin Alida; hij is de senior onder de mij bekende en nog steeds zeer aanwezige dichters die ik ken. Ben Borgart stond toe te kijken; onlangs las ik een verhaal over hem als 'vergeten schrijver' in een serie van Joris van Casteren; zijn De vuilnisroos uit 1972 is een vergeten meesterwerkje.
Er zou een reeks 'vergeten' boeken uit te geven zijn; zo liggen mij Jan Campert's Slordig beheer en Jacques Gans' Liefde en goudvissen na aan het hart - al is het alleen maar omdat beiden het vechtpartijtje beschrijven, dat zij hadden om een Vrouw. Even hierover niet verder denken. Gisteren maakte ik acht tekeningen in oostindische inkt voor de expositie Openbare Werken, Kunst in Ruigoord: een open atelier weekend op 18 en 19 september vanaf 12 uur, omlijst door diverse attracties. Meer info op www.ruigoord.nl - de lijst deelnemers bevat 36 namen; bovendien zijn er 18 namen uit de Umwelt van Galerie 'in de Etna' uit de Amsterdamse Rapenburgerstraat, gevolgd door het onvermijdelijke 'en vele anderen...'.
En nu terug naar het te schrijven gedicht, morgen in Lisserbroek voor te lezen voor de actie www.adopteereenappelboom.nl - doén, een uitstekend initiatief van Biologica. En in afwachting van de volgende bezoeker van de Boeddhistische Omroep, in verband met een programma over Bert Schierbeek, de eerste naoorlogse schrijver die het Zenboeddhisme voor zijn lezers uiteenzette. Zon schijnt. Leven leeft. Alles doet mee. Wat hier is, is overal - wat niet hier is, is nergens. Leve het Hier & Nu: wij zouden niet zónder kunnen. Adeus. Simon Vinkenoog.


 

Maandag 13 september 2004

Ja, ik blijf kiezen voor de onbevangenheid, die ook wel naïveteit wordt genoemd, het vertrouwen dat je wel in mensen moet stellen, wil je leven zoals het hoort: bijtgraag, gulzig, overtuigd. Overtuigingen komen niet uit de lucht vallen, vanaf het scherm, onderweg, met de wind mee. Wat zijn je grondtonen, grondrechten? Waar heb je het over? Bij wie kom je binnenvaren? Wat staat de wereld te wachten, jou, mij, mijn vrouw en kinderen, schoonouders, memento mori, wie niet? Hoe maak je waar, wat je schrijvend achterlaat, datgene wat voor jou het diepst bij de oorsprong ligt? Waarom is de ene mens creatief, en de andere blijkbaar niet? Waarom wordt er niet veel meer op gehamerd dat je als mens beter deel van de oplossing kunt zijn dan deel van het probleem? Waarom wordt zoveel op de lange baan geschoven, dat onmiddellijk ter hand zou moeten worden genomen? Wanneer gaan wij het primaat van de economie te lijf, dat zoveel vernietiging teweegbrengt? Wij kunnen niet op ons eentje of met zijn allen de Verenigde Staten te lijf, dat straks tenonder zal gaan aan zijn eigen tekortkomingen. Wat we wel kunnen doen, dunkt mij als deskundoloog in Current Affairs, gehuisvest in bakermat Europa, zoveel mogelijk afstand nemen van dat Monster Moloch.
Ik neem Aldous Huxley's brieven door, een in 1969 bij Chatto & Windus in Londen verschenen uitgave van 992 pagina's: Letters of Aldous Huxley, edited by Grover Smith, voor wiens werk Hoedje-af. Niet alleen het toeval, het ongezochte, leidde mij tot het lezen van zijn brief van 31 oktober 1944, vanuit zijn woonplaats Llano in Californië geschreven aan zijn Engelse uitgever Harold Raymond.
Ik laat de tekst onvertaald, maar wil even wijzen op de actualiteit en de similarities, gezien de komende Amerikaanse presidentsverkiezingen. Zestig jaar geleden:
"The presidential election is now in its final stages of ebullition. To an outsider it seems largely a choice between evils. (...) A party composed of an incompatible mixture of liberals (with Bonapartist tendencies towards tyranny by plebiscite), southern conservatives with slave-holding mentalities, and corrupt city bosses. And against it a party in which the dominating power is in the hands of the big capitalists and money manipulators. I presume that Roosevelt will win - though nobody seems to know for sure. I doubt whether either candidate will be able to do very much to shape foreign policy, which will depend on circumstances - first, on what Russia wants to do with Europe (a matter on which, it is now obvious, nobody but Stalin is going to be allowed to have much say); second, on the extent and intensity of the reaction of the great masses of Americans and their representatives in Congress towards a disgusted isolationism or a purely national imperialism, making uses of the most colossal naval, air and military forces ever brought together in history. (...) Ever yours, Aldous H."
Aldus Aldous. En nu aan het stille, het verstilde werk.
Vanavond feestavond: Jan Mulder als spreekstalmeester bij de viering van Remco Campert's 75ste verjaardag in De Kleine Komedie.
Het is ontegenzeggelijk herfst, hoorde hij zich zeggen bij het opstaan. Dit alles heb ik tik voor tik gezegd. Weer of geen weer. Goedendag. Simon V.


 

Zondag 12 september 2004

 

De poëziewedstrijd voor jongeren, het Kasteeljuweel 2004, dat zich gisteren rond het Muiderslot afspeelde, was een groot succes, mede dankzij de inzet van de weergoden, die het droog hielden.
In juni dit jaar vond de eerste ronde, waaraan leerlingen van acht middelbare scholen (uit Weesp, Almere, Amsterdam Oost en ZO) deelnamen, plaats: op bezoek in en rond het Muiderslot werd hen gevraagd een gedicht te schrijven bij de elf beelden, opgesteld in de pluktuin, de berceau van de warmoeshof, de slotgracht en de vestingwal. Van de meer dan driehonderd inzendingen werden er vijftig geselcteerd voor uitgave in een boekje; een jury wees daaruit drie prijswinnaars aan.
De tweede ronde, gisteren gehouden, bestond uit de voordracht van de leerlingen bij de door hen verkozen beelden: een andere jury, waarvan ik deel mocht uitmaken, diende de besten daaruit te kiezen. Familieleden en vrienden waren uitgenodigd, zo'n driehonderd man, vrouw en kind, die in groepen werden verdeeld - zij mochten een eerste, tweede en derde publieksprijs toekennen. Het oordeel van de 'vak'jury over de eerste prijswinnaar kwam overeen met dat van het publiek; altijd (vaker) een goed teken!
Bij het beeld Masker van Auke de Vries schreef Awaz Barwari van de Helen Parkhurst-school uit Almere (3 vwo) het volgende winnende gedicht:

Ik zie jou dansen
Je bent de melodie van het lied
Ik wil je naam uitroepen
Het kan niet
Wil je gezicht in mijn handen
Wil je horen leven
Haal het masker van je gezicht
Schreeuw jij in mijn dromen
Je bent van mij wist je dat
Jij ademt uit
Ik adem in
Jij slaapt op koningsbedden
Ik tussen de restjes
Zo veel verschillen toch dichtbij
als onze blikken kruisen
Wil je vertellen dat je moet weten
Mijn masker is mijn gezicht.

Het boekje Kasteeljuweel 2004 met de 50 gedichten, inleidende teksten, afbeeldingen van de beeldhouwwerken en informatie over het Muiderslot, werd uiteraard aan de jonge dichters geschonken (hoe interessant het gadeslaan van le plaisir de se voir imprimé!) en is voor € 5 te koop bij de Stichting Rijksmuseum Muiderslot, Herengracht 1, 1398 AA Muiden, www.muiderslot.nl.
Voor deelname aan Kasteeljuweel 2005: zie de website of neem contact op met drs. Ida Schuurman, educatief medewerker Muiderslot, 0294-256262, email ida.schuurman@muiderslot.nl. Een zeer lofwaardig streven, in samenwerking met de School der Poëzie. Tot volgend jaar, DV, lieve vrienden en vriendinnen!
De zaterdagavond-televisie (sorry, Frank Starik, ik was niet bij de presentatie van je nieuwe dichtbundel) bracht drie Nederlandse films, waarvan de vroegste, Morgen gaat het beter uit 1939 ons nog het meest ontroerde, mede dankzij de hartveroverende aanwezigheid van Lily Bouwmeester (dankje, AT5 en Filmmuseum); Makkers staakt uw wild geraas uit 1960 van Fons Rademakers was voornamelijk interessant vanwege de Leidseplein-sfeer en het voortreffelijke spel van Yoka Berretty en Ellen Vogel, terwijl De Grot van Tim Krabbé ons helaas nauwelijks wist te bekoren: het spel van intriganten en manipulatoren stuit ons - in film en werkelijkheid - tegen de borst.
Zo, en nu even vooruitzien - dat doe ik in mijn eentje. Gegroet, fanclub! Simon Vinkenoog.


 

Zaterdag 11 september 2004

 

King and Queen Initiates of Ancient Egypt. Terra, 11 september 2004 anno Domini. De Amerikaanse paranoia slaat toe, sinds deze datum in 2001 als beeldenstorm gegrift staat in geest en oog van velen. Het blote feit dat veiligheid niet bereikt wordt door versperringen, gewapende patrouilles en militair of politioneel machtsvertoon is nog niet tot de heersende machten doorgedrongen. Indien de Westerse wereld zich maar een klein deel van de rijkdom zou ontzeggen, waarvan het nu geniet, dan zou binnen niet al te lange tijd, ik schat enkele generaties, een einde aan ziektes als honger, armoede en oorlog gemaakt kunnen worden, en het leven op aarde een Paradijs, zoals het bedoeld was.
De ideeën blijven in de verhalen van science-fictionschrijvers hangen, in de laboratoria waar de meest opwindende ontdekkingen gedaan worden, dringen door tot in de rapporten aan de politiek - waar daar verder niets mee gedaan wordt, of hoogstens misbruik. Men ziet toch deze afgelopen week vol onzetting of leedvermaak toe, hoe jarenlang het Parlement, het hoogste orgaan van de staat der Nederlanden, zich heeft laten bedotten door de zogeheten regeerders, die louter marionetten bleken in het achterbaks lobbyspel van de HH transport en havenbaronnen. Ja, professor Heertje mocht zijn getuigenis afleggen; al in 1998 had hij premier Kok en een paar ministers zijn artikel Stop de Betuwelijn gestuurd - nu kan hij zeggen: 'Ik heb er ongelooflijk veel van geleerd. Ik vind dat ik op de cruciale momenten heb gewaarschuwd.' Hoeveel tegels zijn er niet alsnog te lichten.
Maar ik vind het schandalig dat de Amerikaanse paranoia ook hier steeds meer toeslaat, in havens en luchthavens - alsof de psychopathische terroristen die op dit moment proberen hun barbaarse wil aan de wereld op te leggen op deze wijze tegen te houden zijn.
Viva la Muerta! schreeuwden ook de fascisten van generaal Franco in de Spaanse burgeroorlog, die 18 juli 1936 uitbrak. Ik sprak met een ooggetuige daarvan, Cecila vanVliet-Lichtveld. Als kind had zij met haar ouders en zusje Noni bombardementen in Barcelona meegemaakt, en moeder en zusjes vluchtten aan boord van een boot die hen via de straat van Gibraltar en de Golf van Biskaje naar Nederland terugvoerde. Vader Lou Lichtveld bleef in Spanje achter, naast schrijver onder de naam Albert Helman , veelgelezen in die jaren, was hij(Paramaribo, 1903) ook correspondent van Nederlandse dagbladen en zou hij zich actief aan republikeinse zijde scharen.
Wij spraken haar in de achtertuin van het huis Frankendael, waar zij ruim vijftig jaar woont. Er vond een garden-party plaats met barokmuziek,ter gelegenheid van de opening van de Historisch Herstelde Régence Tuin en het nieuwe aldaar ontstane park, tevens de aftrap van een driedaags cultureel festival De Rode Loper, georganiseerd door de Stadsdeelraad Oost/Watergraafsmeer in samenwerking met een aantal aldaar functionerende culturele en culinaire instellingen. Het stadsdeel omvat zowel het Koninklijk Instituut voor de Tropen als Betondorp ,de Breitner-toren (dit weekend open voor rondleidingen op de 21ste verdieping), de Nieuwe Oosterbegraafplaats (waar Jan Wolkers een grafsteen voor Theo Thijssen plaatst), het Oosterpark en het Witsenhuis, het Pleintheater (waar ik in de jaren tachtig wekelijkse poëzieworkshops leidde), naast talloze andere broedplaatsen, minitheaters, hangplekken voor ouderen en voorstellingen in het Tropenmuseum en Hotel Arena.
Een overdonderend programma, veel te zien en te horen, voor jongeren en senioren, op 47 verschillende plekken in het stadsdeel is de rode loper uitlegelegd ter verwelkoming van bezoek. Info www.rodeloper.org.
In het thans bewoonde huis wil de stadsdeelraad een trouwzaal, horeca-gelegenheid en vergaderruimten inrichten: sic transit gloria mundi.
Mijn hierboven geschetste kwaadheid tegen de Amerikanen werd weer aangewakkerd door het bericht in Het Parool vandaag dat de als wandelpromenade ontworpen Oostelijke Handelskade van twee kilometer aan de IJhaven met hekken is afgesloten, vanaf de kop (waar het Muziekgebouw in aanbouw is) tot aan de Schaeferbrug, waardoor alle hoogwaardige cultuurgebouwen en uitgaansgelegenheden onbereikbaar zullen zijn. Dit ten gevolge van de Passengers Terminal Amsterdam, waarvan de voornamelijk Amerikaanse passagiers optimale beveiliging eisen. 'Ik begrijp de bezwaren wel', zegt de woordvoerder van de PTA, René Kouwenberg, 'maar de wetgeving legt dit op. Het is óf deze beveiliging of geen schepen.'
Of de strenge veiligheidsregels, met pasjes en camera's nodig zijn, is de vraag. Voorzitter Tjeerd Herrema van stadsdeel Zeeburg meent dat de gevraagde mate van veiligheid ook wordt bereikt als alleen het stuk kade waar cruiseschepen liggen, wordt afgezet. En dan alleen als er ook daadwerkelijk een cruiseschip ligt - niet permanent, en zeker niet het hele jaar. To be continued.
Prettig weekend.Love you all.


 

Vrijdag 10 september 2004

 

Last day of Greater Eleusinian Mysteries, Day of the Vision of the Shining One.
Bart Huges, semi-arts, telg uit een doktersgeslacht, is overleden. Heel weinig mensen hadden nog contact met hem de laatste jaren, in zelfgekozen eenzaamheid is hij in het AMC overleden; zijn beide dochters kregen niet te horen waaraan - wel werd hen meegedeeld dat hij niet wilde dat zijn nabestaanden van zijn dood verwittigd werden: zelf had hij ooit het contact met hen verbroken.
Maar ja, wie moet de uitvaart betalen? Opgeschrikt in hun eigen leven (beiden moeders) vragen zij zich af hoe of wat.
Over Bart deden de meest vreemde verhalen de ronde; het is mij in de tijd dat de publiciteit over het Magisch Centrum van Amsterdam raasde, meerdere malen overkomen dat mij gevraagd werd of IK degeen was, die zich een gaatje in het hoofd geboord had. Nee, legde ik dan geduldig uit, ik ben volgens Bart Huges een natuurlijke Derde Oger, want in mijn jonge jaren heb ik twee keer een gat in mijn hoofd gekregen, dat in het ziekenhuis gehecht moest worden: eens omdat ik in het Sarphatipark onder het prikkeldraad van een hek doorliep, enfin dat dacht ik, want opeens werd mijn hoofd opengereten. Au 1 dus. De tweede keer werd ik onverhoeds tussen mijn ogen geraakt; op een speurtocht door de fundamenten van een gesloopt huis aan de Prinsengracht was ik bij de achterkant van huizen aan de Nieuwe Leliestraat terechtgekomen. Ik wilde nieuwsgierig door een open raam ergens naar binnen kijken, maar werd daarvan bruusk weerhouden: een breekijzer, wild gezwaaid, landde boven mijn neusbrug, en ik tuimelde bloedend als een rund achteruit. Geen aangifte, nee - dikke bult eigen schuld (die uitdrukking bestond in de jaren dertig van de vorige eeuw overigens niet. Au 2 dus; met enige moeite kan ik de littekens aanwijzen, zoals ook de later opgelopen AU'tjes die ik overleefd heb.
Hoeveel pijn doet het, als je te horen krijgt dat een vriend ernstig ziek is, getroffen door wat het dan ook kan zijn? Vrienden in inrichtingen, verzorgingshuizen en revalidatieklinieken, sommige al jaren. Waarom laat je nooit iets van je horen, terwijl je wel voortdurend aan hen denkt?
En als ze sterven, wordt weer de leegte groter en is het afscheid 1 persoon dichterbij. Dichter bij ook de dichter.
Het wordt een gedicht, van Paul van Ostayen, aan te treffen in het tweede deel van zijn Verzameld Werk Poëzie, pagina 203. En dat is het dan, voor deze dag, althans hier.

"Zo ook gaat de geliefde
       Mitri Karamasoff
             dood
Ons op de schouders
valt nu laat en schuin de schaduw
             des Iwan

Om het lijden dankbaar worden
en schijnbaar blijde
het scherpe vechten van spin en bij
               verbeiden

Soms reeds is schoon mijn hand gesloten
alsof er geen verlangen
       over mijn vingers
               lag

Het is een verre weg
naar de passieloze berg
       van het blote schouwen
             Logos
             Tao."


 

Donderdag 9 september 2004

Dag van Asclepigenia, priesteres in Eleusis. De zogenaamd dode zoon van Boudewijn Bûch aan het woord in Vrij Nederland (vandaag in de propvolle brievenbus), uittreksel uit het volgende week te verschijnen boek van Rudie Kagie: Boudewijn Büch. Verslag van een mystificatie, een Prometheus-uitgave. 'Pseudologica fantastica' oordeelt de psychotherapeut, ooit door broer Patrick Büch geraadpleegd. Ja, ik ken uit ervaring meer schrijvers die er maar op los fabuleren en het beschrevene steeds meer als een eigen, waargebeurd verhaal gaan beschouwen. Ik denk aan Jan Cremer die zich de geschiedenis van een ex-legionnair uit het vreemdelingenlegioen aanmat als zijn eigen.
Met de oplichter Boudewijn B. kreeg ik in het begin van de jaren zeventig te maken, toen hij uitgevers als Geert Lubberhuizen en Olivier Boelen een poot uitdraaide en een oor aannaaide. Helaas zijn beiden overleden, en kunnen een verhaal dat ik bij me draag niet corroboreren. Mijn zelf vraagt zich af of het zal voorkomen in Kagie's boek, anders wil ik het hem graag eens laten horen. Basta, betreurenswaardige eenzame Boudewijn - die ook mij ontweek, hij wist dat ik wist dat hij... wat hem er niet van weerhield om in een VPRO-uitzending met mij langs mijn boekenkasten te lopen om te zien wat er stond.
Al in mijn Parijse dagen (1948-1956), toen ik het allemaal nog in alfabetische volgorde kwijt kon, vond ik het prettig mensen op boeken en schrijvers te wijzen: het was ook mij immers overkomen? Niets liever dan iemand die een naam noteert. Ik wees Tjitske Jansen op Anne Waldman; zij noteerde de naam van the fastest speaking poet in the USA. En zo kon René Franken mij wijzen op het webstekbestaan van Paul Krassner, uitgever van het fameuze tijdschrift The Realist. En als Essensie, geestverruimend lifestyle magazine bij mij binnenvalt (jaargang 8, nummer 87, september 2004) kijk ik uiteraad altijd als eerste naar mijn kollum, die ik daar al die jaren maandelijks publiceer, de afgelopen jaren op een en dezelfde pagina als Def P, die altijd heel smakelijk zijn eigen verhalen weet op te dissen. (Mijn webstek is trouwens niet bedoeld om mijn agenda aan te kondigen, mijn publicaties op te sommen - ga maar naar www.kb.nl, waar ze heel veel weten, en ik straks nog meer, want ik ben op aanraden van deszelver helpdesk lid geworden en heb een pas die mij nog dieper in de armen van het webwezen kan doen verzinken.
Als ik plaats wil nemen om mijn dagelijkse heerlijke plicht, 'kersvers' te vervullen, en Edith zegt: even de email bekijken, ben ik wat tijd kwijt, tijd niet te achterhalen maar wel in te voegen in zo'n dag die je helemaal voor jezelf hebt, alleen met je geliefde, de mooiste eenzaamheid die er is. Vraag maar aan Roel van Duijn, die ik hier voor de zoveelste keer aanspreek om me het boek van Riane Eisler, De Kelk en het Zwaard, terug te geven dat ik hem geleend heb,toen hij bij ons op bezoek was om te weten wat liefdeslessen voor ons betekenden. Hij mag het ruilen voor een andere uit te lenen uitgave van Riane Eisler & David Loye: The Partnership Way. New Tools for Living and Learning. Healing Our Families, Our Communities and Our World. A Practiocal Companion for The Chalice and The Blade.
Ja, vrienden - het gaat ergens om. "Kunst is liefde in elke daad.'' Paul van Ostayen wist dit, zoals zoveel eeuwige wijsheid in zijn verzen schuilgaat. Voor wie leg je de rode loper uit? Voor wie adopteer je een appelboom? Voor wie lees je Antonin Artaud voor? Voor wie schrijf je? Waar mag het over gaan? Wat is te zeggen, wat blijft onzegbaar, ongezegd? "Aan alle dingen grenst het onbedingde.''
Auctoritas. Ik kom het woord tegen in het opengeslagen boek, als zijnde in de oorspronkelijke latijnse betekenis: the source of production and invention. In de heersende Dominator Way was het: Feared those in positions of authority, in The Partnership Way is het: Respect authority in myself and others, en de daaruitvolgende Action duidt aan: Ask questions when needed, Take responsibility for my decisions and actions, Say 'No'to actions that violate my integrity or the integrity of others, en Find the "common ground".
Daar is het ook mij altijd om gegaan, van de eerste schuchtere en tegelijkertijd brutale uitlatingen van de 21-jarige in de pagina's van zijn gestencilde blurb, tot aan de kersverse inbreng met zon en wind vandaag. De grondlagen van verstandhouding, de grootste gemene deler, die in het engels the Lowest Common Denominator wordt genoemd. Met de nadruk op verbondenheid, wat hebben wij gemeen, liever dan de nadruk op wat ons scheidt. En zo is het weer mooi gezegd, en neem ik voor vandaag afscheid op deze golflengte. Arrivederci! Simon V.


Woensdag 8 september 2004

 

Sterfdag hermetist Robert Fludd (1574-1637). Tover te over; moeizaam juryberaad in Festina Lente over de finalisten van de avond. Eigenaar eetcafe, en maandelijks Poetry Place (eerste dinsdag van de maand)

Seizoen 2004-5 gisteren begonnen: 'Ik ben het nog nooit zo oneens geweest met de jury-uitslag.' Jammer, de keuze ging tussen Alexis en Floor - van beide dichters zullen we nog te horen krijgen, dat gaven ze me op een briefje. Overspoeld door surrealisten; na het mij tijdens de literaire rondvaarten op de Uitmarkt in handen gestopte (dankjezeer, Martine Woudt) boek Het dossier Antonin Artaud, dat ik mondjesmaat lees en zover mogelijk meebeleef (het is verschenen in een serie Schizofrenie Dossiers), vallen mij vanochtend twee surrealistische uitgaven in de brievenbus, van de mij onbekende Sea Urchin Editions, PO Box 25212, 300l HE Rotterdam, die mij zeer welkom zijn. (Nu een weekje verweg om te lezen!) Ook hier, heel hartelijk dank. www.sea-urchin.net
Over 205 pagina's Beroofd door de ruimte van Henri Michaux, met een nawoord van Jean-Jacques Lebel, vertaald door Martine Vosmaer & Ben Schot. Het boek bevat vertalingen uit de volgende boeken van Michaux: Les grandes épreuves de l'esprit, Connaissance par les gouffres, L'Infini turbulent, Misérable miracle en La nuit remue.
Het nawoord van Jean-Jacques Lebel, Tempo van de oneindige onrust, dat zo'n dertig pagina's beslaat begint met een bezoek dat Michaux, de schilder Bernard Saby en hijzelf aan Leiden brachten begin jaren zestig, om daar in het Museum voor Volkenkunde kunst uit Melanesië en Nieuw-Guinea te bezichtigen - en eindigt - ik sla likkebaardend op, ha heerlijk, lezen : 'De kunst die het spoor volgt, die het probleem van de snelheid en intensiteit van de flash niet uit de weg gaat, moet nog worden uitgevonden.'
De tweede Sea Urchin-uitgave is 126 pagina's, kleiner formaat, bevat de vertaling van een der eerste surrealistische samenwerkingsgeschriften, te weten van André Breton en Philippe Soupault: Magnetische velden. De vertaler is Jan Pieter van der Sterre; de inleider Philippa Audoin schetst de ontstaansgeschiedenis van het boek van de toen 22 en 23-jarigen; na de ontdekking van Lautréamonts vergeten geschriften in de Bibliotheque Nationale, wilden zij diens adagio waarmaken: 'Poezie moet door iedereen gemaakt worden. Niet door één persoon' en kwamen tot automatisch schrift. Ook hier weer minstens twintig pagina's saillante details - men raakt nooit uitgekeken, elke surrealistische ontmoeting is er altijd een met een werkelijkheid, die het sociaal gebeuren net te boven gaat. Niet boven de pet; maar deze info heb ik even op het kennisnet gezet. Wordt vervolgd, DV, mooi weer lokt en afspraak in Ruigoord. Overmorgen De Rode Loper uitleggen in Frankendael. Volgende week appelboom adopteren. Take it easy, Simon!


Dinsdag 7 september 2004

Zo gewend aan dagelijks bekijken van de wereldsituatie, dat ik van de kaart ben als ik een dag onbereikbaar ben via mijn webstek. Het was te wijten aan een technisch-administratief probleem in verband met mijn directe domeinnaamverbinding met de onvolprezen provider xs4all. Maar goed, wat ik gisteren, maandag, noteerde is niet op de dag zelf onder de ogen van jullie happy few bezoekers gekomen, maar nu pas, de dag daarna, terwijl ik tevens deze flessenpost de virtuele oceaan inwerp.
Ik heb trouwens niet te klagen over belangstelling; mij worden vragen gesteld en ook ik doe dat, als ik sommige mensen vraag om een bijdrage voor het Guesthouse. Het liefste heb ik dat ze hun theorieën uiteenzetten, pragmatisch aanwezig zijn; het programmeringsproject van gedachtengolven rond de wereld tot een planetaire synthese brengen, is een opdracht die niet alleen mij werd verstrekt. Laat het netwerken in mijn leven een rol van betekenis gespeeld hebben, voordat de benaming zelf maar bestond. Als ik tijdens ervaringen en ontmoetingen twee mensen tegenkwam, die met hetzelfde bezig waren zonder dat ze het van erkaar wisten, was er (en is er) geen groter vreugde dan beiden samen te brengen. Elk moment is geschikt voor de dialoog, in elk gezicht tref je de essentie aan, waarnaar je uiteindelijk op zoek bent.
'Genadeloos goedgeluimd' noemt Bart Steenhout, muziekcoördinator van De Morgen in een herdenkingsartikel, de afgelopen zaterdag overleden Bram Vermeulen. 'Een man van in de vijftig die het voor elkaar had gekregen het kind in hem te bewaren. Als hij er was, was hij niet te negeren.'
Tegelijkertijd, blijkt uit een ander profiel van Vermeulen, geschetst in diezelfde krant door Dirk Steenhaut, dat de blueszanger zich tijdens een interview, december vorig jaar gehouden, al aan het onthechten was. 'Eigenlijk zouden we moeten leren om alleen te zijn. Dan zou samenzijn echt een optelsom zijn en geen deelsom. Alleen zijn is volgens mij de essentie. Dat is een oergevoel. Zo van: ik ben ik, en de tijd ben ik ook. Zolang ik dit lichaam heb, is er tijd. Als dit lichaam sterft, is er nog steeds ik. Daarmee bedoel ik mijn wezen, niet Bram Vermeulen. De volgende keer ben ik iemand anders. Dat wezen staat in contact met alle andere, maar niet via het menszijn. Het idee van de reïncarnatie, dat kán bijna niet anders.'

Godenzonen. Op de lange weg naar de dageraad. De tijd springlevend houden, en niet doden. En gestand blijven aan wat Norman Mailer noemde 'the rebellious imperatives of the soul' en wat ik terugzie in Het dossier Antonin Artaud (Uitgeverij Candide/Wrede Veldt, Amsterdam, 2003), waar geciteerd wordt uit het manifest, waarmee hij in 1927 met de surrealistische beweging brak: 'Boven elke reële noodzaak stel ik de logische eisen van mijn eigen realiteit.'
En zo is dat, en met deze instemming citeer ik ook graag de volgende regels uit het Poem for Bacchus van Ralph Waldo Emerson:
"That I, drinking this,
Shall hear far Chaos talk with me;
Kings unborn shall walk with me;
And the poor grass shall plot and plan
What it will do when it is man.
Quickened so, will I unlock
Every crypt of every rock."

Le chaim tovim. Shalom! Simon Vinkenoog.


Maandag 6 september 2004

 

Nagarjuna, stichter van de boeddhistische Madhyamika school, tweede eeuw na Christus.
Er zijn geen woorden voor, zelfs de goedhartige Mirza (Kader Abdollah) grijpt in zijn Volkskrant-column naar een geweer om op de terroristen te richten. En wat helpen tranen, die voortdurend opwellen - al zit ik zelf niet de hele dag aan CNN gekluisterd, als een andere columnist, om het nog dichterbij te zien.
Wat zou een collectieve huilbui uitrichten? Ik heb daar wel eens over gefantaseerd, zoals ik me ook wel eens voorgesteld heb dat een aanstekelijke schaterlach, als een boze donderbui over de wereld komend, alle ongerechtigheden zou wegspoelen, dit aspect van barbaarse oprispingen uit het verleden.
Zoveel heb ik me kunnen voorstellen, zoveel mogelijkheden om anders, opener, op voet van vertrouwen met de werkelijkheid om te gaan, maar zelfs de posthuum in het NCRV-t.v.-programma Copyright Mens weer tot leven, spreken en zingen opgeroepen Bram Vermeulen sprak van 'onthechting' - wie dat kan, op dit moment, in deze wereld, is inderdaad een heilige.
Wie midden in de wereld staat, kan zijn hoop in de toekomst hoog houden, maar over het Nu valt die schimmige schaduw, die splijtzwam tussen mensen van goeden wille, die niets dan vrede verlangen. Waarom hebben de monotheïstische godsdiensten zulke orthodoxe, fundamentalistische, dogmatische en op scheuring en afscheiding toegespitste kanten? Wat moeten we leren, onszelf inprenten, nooit vergeten? Honest to God. You can't petition the Lord with prayer! hoor ik Jim Morrison uitroepen. Bidden, aanroepen, oproepen: het zijn je eigen oren, het is je eigen stem en altijd kom je jezelf tegen; ieder mens maakt deel uit van die spiegelende werkelijkheid, die je geeft wat je er in stopt.
Weet je wat waar is? Wie goed doet goed ontmoet. En nog waarachtiger is de conclusie: het kwaad straft zichzelf, maar het duurt soms verrekte lang voordat het zo ver is. En, we zullen er aan moeten wennen: de moordenaars zijn onder ons. Laten we ons in hemelsnaam door Niets of Niemand bang maken: dat is wat de gewilde opzet is. Geen paniek, geen angst - en wie denkt dat het leven 'veilig' te maken is, heeft het goed mis. De nieuwe opdracht is het, al heel lang overigens, te leren leven met onzekerheden. Wie dat niet doet, wie zich daarop niet voorbereidt, blijft hangen in het doem-denken en zal de stap naar het moed-denken niet kunnen zetten. Do your own thing, en doe het met overgave. Jij (wij, gij, zij) zijn zelf de weg, de waarheid en het leven. Harde maandagse boodschap. A love supreme. Simon Vinkenoog.


 

Zondag 5 september 2004

 

Een prachtige foto van Emmy Andriesse in de bizonder fraai verzorgde catalogus, verschenen ter gelegenheid van de tentoonsteling Parijs was mieters! gisteren geopend in het Schiedams Stedelijk Museum, tijdelijk gehuisvest in de Korenbeurs aan de Lange Haven. Niets dan mooie foto's uiteraard, een keuze gemaakt door Ludo van Halem en Nico Koster, samenwerkend uitgever [studiokoster@xs4all.nl]. Niets dan mooie foto's uiteraard, maar het beeld van de geportretteerde man, tussen zijn eigen beelden verrees voor mijn oog, zodra ik bladerend en in feite op zoek naar iets anders een uitspraak van de man tegenkwam. Hans Arp, Duits dichter, Jean Arp, of Arp tout court, Parijs beeldhouwer. Aangename, ronde vormen - minder gepolijst dan Brancusi, voor mij herkenbaar omdat ik mij na WW 2 op museumbezoek stortte en de Werdegang van de moderne kunst in het Stedelijk kon gadeslaan als zeventien jarige Amsterdammer. Fusie met het Van Gogh lijkt ook mij een goed idee; ondergrondse tunnel - daar draait niemand meer een handje voor om. Het nieuwe ontwerp van Benthem Crouwel moet maar eens virtueel op ware grootte getoond worden met hologrammen, op die plek - als de reclamewereld zulke trucs kan bedenken bij het voetballen, waarom architecten dan niet met een heel plein? Vrij van auteursrecht.
Hans Arp schreef in een Zürichse uitgave, l955, Unsern täglichen Traum., mij ooit toegespeeld door Laurens van Crevel:
"Das 'Gesetz des Zufalls', welches alle Gesetze in sich begreift und uns unfaßlich ist wie der Urgrund, aus dem alles Leben steigt, kann nur unter völliger Hingabe an das Unbewuste erlebt werden. Ich behauptete, wer dieses Gesetz befolge, erschaffe reines Leben."

De waarnemer vervolgt zijn(on)bewuste weg: ha heerlijk huiswaarts, straks de tuin na 24 uur uithuizigheid. Gisteren vroeg in de middag een plaatselijk mini-Lowlands Paradijsje (ik scoorde een Hanuman-boodschappentas) Babypop in Woerden (organisatie plaatselijk jeugdcentrum Babylon) en notabene een uurtje later (Edith voortreffelijke chauffeur) het Schiedams Museum ('ah, ça fait chaud ici, quelle chaleur! Les grandes chaleurs, enfin!' - foto's nog tot half december te zien, naar Den Haag, waar vacantiefotoalbums werden ingezien, gesprekken gevoerd met de lieve Nechama, die ons elke keer als zij haar zoon, schoondochter en kleinzoon in Nederland opzoekt, vraagt wannneer we nu eindelijk eens bij haar in Jerusalem komen logeren? Even later lees ik dan over de joodse Talibaan, de ultra-orthodoxe terreur onder de Israëliers, die de Messias nog verwachten en zich strikt aan Gods Woord houden (zoals het hier ooit beneden op aarde is opgeschreven), in afwachting van de Messias, etc. vrouwen verplicht achterin de bus te gaan zitten, en in hun wijken op zaterdag geen auto gereden. Wie het verhaal niet kent, sla er even de zazokrant van NRC Handelsblad op na.
En ook verneem ik dan in de zondagTelegraaf, dat Bram Vermeulen op 57-jarige leeftijd aan een hartstilstand is overleden. Dappere strijder. Godzoeker. Liefdesdichter, Neerlands Hoop in Bange Dagen.
Bladerend, kortetermijngeheugen en datgene waar je naar op zoek was. In de Festival Calender kijkend, welke feestdag deze dag is: Hillel, Jewish rabbi and teacher, 30 B.C. - 10 A.D. Ik zocht naar een uitspraak van hem, en vond Arp, evengoed. De uitspraak uit mijn geheugen, van Hillel, luidt: If not now, when? If not you, who?
En dat is de punchline voor vandaag. Tout cela est bien dit, mais il faut cultiver son jardin.


Zaterdag 4 september 2004

Heb je vijanden lief! Ze weten niet wat ze doen! Heel moeilijke opgave, als de angst de grootste vijand wordt. Ze weten wel wat ze doen, maar hun weten is geen geweten. Pandemonium: door demonen bezeten. Heksenketels. Brandhaarden. Gijzelaars, gijzelnemers, chaos, paniek. Experts spreken hun meningen uit, spreken van crisis-management, en voor je het weet is de gehele wereld psychotisch. In hoeverre zulks al het geval is, valt voor een objectief buitenstaander (van een andere planeet bijvoorbeeld, of tijdreizend vanuit de toekomst naar nu, ons heden, hun verleden) op dit moment niet gade te slaan. Bloed is nog altijd bloed en geen Hetastarch, en het stroomt om je te doen leven, en niet om op te schieten en te doden. Let's communicate or die, riep John Kennedy uit, en bijna zou je zeggen: hij voegde de daad bij het woord.
Eén mensenleven redden om je eigen leven te redden - Rabbijnse kennis. Wie of wat biedt redding? Wie roept de slapenden wakker? Wie luidt de alarmbel? Wat te doen bij alarm? Vals alarm? Crying Wolf. Zovaak moord & brand roepen, dat niemand je meer gelooft als er werkelijk wordt gemoord en verbrand.
Ging de Kaukasus-crisis niet om olie, over wie de pijpleidingen zou gaan uitleggen, en door welke landen? En is er nog een wateroorlog te verwachten? En heerst er inderdaad een Raspoetin in het Witte Huis, die Karl Rove heet en president Bush manipuleert? Wie kan niet gemanipuleerd worden? Ik niet, denk ik, en ik hoop me ook tot onafhankelijke levende mensen te wenden, al ken ik ze niet van gezicht - ik neem aan dat ze er allemaal een hebben, met gelaatstrekken en zo, en een lach en een traan. Maar wie kan zich zo isoleren van wat er in de wereld gebeurt, dat hij/zij er schouderophalend aan voorbijgaat? Aan de andere kant moet je niet proberen om wereldproblemen op de eigen schouders te nemen; belangrijker is het een doel voor ogen te hebben, dat je voor jezelf weet te verwerkelijken.
Ik mag mijn zegje doen, en dat vind ik al heel wat. Ik kan mensen aankijken en ze vertellen dat ik altijd voor eigen parochie preek, die van de goede wil, het samen delen en leven, het versterken van de banden die mensen met elkaar verbinden - al genoeg dat ons scheidt en van elkaar verwijderd houdt. Zelf ben ik met elke ontmoeting blij, waarbij mensen zich openen, iets van zichzelf laten zien.
Begaan zijn met mensen en aangelegenheden begint in de eigen ogen. Je hebt vaak de ogen van anderen nodig om jezelf te zien; weten wie je bent geeft je de gelegenheid anderen op diezelfde mogelijkheid te wijzen. En als je dat goed doet, uit volle overtuiging, dan doe je dat met Wijsheid en Liefde, in de Wetenschap dat het ene niet zonder het andere kan. En dat is nu juist de Kunst. En daarmee heb ik weer genoeg aan de tralies gerammeld: Lach dan, Paljas, lach!
Uw small-niche player Simon Vinkenoog.


 

Vrijdag 3 september 2004

In hoeveel werelden kunnen wij tegelijkertijd leven? Even heb ik het gevoel, dat ik niet anders dan vragen kan stellen, terwijl er zoveel antwoorden op alle gebieden gevonden zouden kunnen worden, als mensen zich wat vaker achter hun oren krabben en zich zouden afvragen: wat zijn we aan het doen, hoe kan het anders, hoe kan het beter, doelmatiger, minder ingewikkeld, meer op de mens gericht dan op het Systeem, de regelgeving, de verordening, het verbod?
Maar ja, mensen laten zich al heel gauw bang maken, paniek slaat toe, en de vraag blijft: waar gaat het heen, in dit Kikkerland aan de Noordzee, waarvan het waterpeil gaat stijgen, zogezegd? Grote inundaties allerwege, en ondertussen het gekissebis over al wat inderdaad heel erg mis is.
Wat moet ik met zo'n geblondeerde rechtse kwiebus, voorop de Volkskrant heel mooi in beeld met zijn armen plat voor zich op tafel en de besliste, doch gekwelde blik: hier zit ik en ik kan niet anders...Alle microfoons staan open - want gaat daar niet 1 stem voor de VVD verloren? Komt de coalitie in gevaar? Welke megalomanie heeft geheerst in de wereld van maasvlaktes en havenbaronnen? Dagelijks de ontdekking van terzijde geschoven rapporten, nooit werd rekening gehouden (jaja geschiedenis, ik heb het over de enquètes of onderzoeken naar overschrijdingen van Betuwelijn en HSL-kosten) met minder ravissante voorspellingen over de toekomst, milieu en ecologie.
Ben ik nu toch weer in die wereld gestapt? Dat krijg je als je mooie dromen worden aangevallen door de krant die je met je koffie wordt aangereikt. In de wereld van de Eeuwige Wijsheid verkeer ik, in mijn wereld van hierheen en daarheen om mijn stem te mogen verheffen,
ik heb de cabaretiers van gisteren en eergisteren op televisie horen verklaren, dat hun protesten en engagement niets uitmaakten; de wereld wil immers slechts vermaakt worden? En bedrogen, wist vriend Niels Augustin ook al in de jaren vijftig. Zovelen maken daar maar al te graag gebruik van. Ben ik nog steeds dat jongetje, dat onbevangen de wereld inkijkt? Als ik op mijn gevoel afga, natuurlijk mens blijf bij me alsjeblieft, maar ondertussen ben je natuurlijk wiser but sadder: zoveel gefnuikt, veronachtzaamd - ach, ach en wee. Zingen maar, met de moed der wanhoop, en de goede wil immer opstandig. En zoekend naar mede-standers-strijders-levenden. Iedereen wil toch vrede? Ieder verstandig mens, maar even onderlijnen? Op de shortlist van de eeuwigheid?
Een kinder(jongens)boek bracht me het een en ander bij, Marco Kunst: Gewist. Uitgave Querido, dit jaar - even meelezen met je volwassen wordende kinderen of neefjes. De auteur (www.hetgevleugeldewoord.nl) heeft Big Brother goed gelezen (Uit Orwell's 1984, weten we het nog?) en schetst een quasi-gelukkige maatschappij binnen een ommuurde Stad. Wie er per ongeluk uitgegooid wordt, in slaap gevallen na het laatste metrostation bijvoorbeeld, wordt gewist, en verdwijnt uit de geheugens van ouders en schoolvriendjes.. Dat soort avonturen buitengaats, onze jonge held, Sig, krijgt er mee te maken De ontdekking van de vrijheid is toch wel het belangrijkste, om te ontdekken. Hier komt zelfs Montesquieu ter sprake, en all's well that ends well. Zo hoort het in de boeken, zo hoort het in het leven. Klaarkomen met alles, je voorbereiden, vragen blijven stellen, ondertussen je goede humeur bewaren /- kijk eens aan, kom ik toch met de antwoorden op alle vragen. Maar ik ga er dan ook van uit, dat alles, (Letterlijk Alles) zijn/haar eigen diepere betekenis heeft, en dat het er maar om gaat die uit te vinden. Planetaire betekenis bijvoorbeeld, wat scharrelen wij toch met zijn allen vreemd op deze Aarde rond. Windkracht, zonlicht, energie voor het oprapen. Ademhalen, eten (niet te veel), genieten, de geest laten waaien..
En, even terug naar die Limburgse dwarsligger; al op pagina 14 van Het geheim van Oss wordt mij iets duidelijker, wat mij tot dusverre (mooi woord!) enigszins ontging: "Net als de rest van Brabant en Limburg werd de streek ruim anderhalve eeuw - van 1630 tot 1795 - als 'generaliteitsland' min of meer gekoloniseerd. De katholieke inwoners werden behandeld als tweederangsburgers, die hun geloof officiëel niet mochten uitoefenen. De Hollanders probeerden de streek te calviniseren door er protestantse predikanten, burgemeesters en politiemannen neer te zetten."
Kom op, Simon, die andere werelden in, die van je zintuigen, vriendschappen (soms ook van verre) en liefdes. Dat je nodig bent, vind je zelf, dat je niet onmisbaar bent ook misschien; dat je er niet voor niets bent weet je heel zeker, en ook tenslotte, dat er nog volop geleefd kan worden, zelfs in de meest barre omstandigheden. Die hebben wij als grensgebonden Nederlanders sinds de jaren veertig van de vorige eeuw overigens niet meer gekend, behalve als televisiekijker, toerist of direct betrokkene. We zullen het van de Vliegende Hollanders moeten hebben, die wél begrepen hebben dat het devies nog altijd is One Planet or None...
Waar stevenen we op af? Ik kan zelfs niet zeggen: Voor jou een vraag, voor mij een weet, maar ik leg me even neer bij de conclusie dat ik een onverbeterlijke optimist, d.w.z. positief ingestelde realist ben, en blijf. Of niet soms? Genoeg voor vandaag: vanmiddag weer een aantal mensen hoopvol aankijken, je weet toch dat je leeft, en hoe voelt dat dan? Goed, toch? Simon V.


Donderdag 2 september 2004

Eerste dag van de Grote Eleusische Mysterieën. Het plein bij de Grote Kerk in Oss was gisteravond omgetoverd in een sfeervol openluchttheater met 500 stoelen en een terras. Na volkstoneelspektakel in 1999, openluchtbioscoop in 2000, cabaret in 2001, Gerard van Maasakkers en Harry Sacksioni in 2002 en opera in 2003 was dit jaar gekozen voor het thema TAAL.
Er waren optredens van Alex Roeka, Joop Visser, uw Dichter des V.a.i. en de rapper Ali B - de presentator was Ernesto ('de helft van het cabaretduo Ernesto en Marcellino') die een geslaagde pastiche op Martin Simek ten beste gaf, tussen de optredens door. Sprookjesachtige verlichting, drie heilige dames van steen baadden in pastelkleuren blauw en groen. ('Op het plein wordt een bijzonder podium gebouwd waarin de kerk en de beeldengroep het decor vormen. Het Vierde Beeld is een initiatief van de SP en heeft tot doel jaarlijks een culturele activiteit op het prachtige plein te organiseren.')
Bij het afscheid kreeg ik een pil van 480 pagina's aangereikt, ik grapte een Ossobucco: Het geheim van Oss - Een geschiedenis van de SP, geschreven door Kees Slager, in 2001 verschenen bij Atlas, Amsterdam/Antwerpen. Bedankt Paul Peters, medespeler van het eerste uur. Nauwelijks de tijd gehad meer te doen dan bladeren, foto's kijken, inleiding en eerste hoofdstuk, bronnen en register doorsnuffelen. Wat is het geheim, waardoor de Socialistische Partij in de woonplaats van zijn voorzitter Jan Marijnissen (wiens beide grootvaders ook al in de gemeenteraad van Oss zaten) 36 % van de kiezers trekt, alsmede drie wethouders en een loco-burgemeester leveren kan? Meldt de uitgeverstekst achterop terecht: 'Een onmisbaar handboek voor iedereen die actief is in de lokale politiek.' ISBN 90-450-0563-8.
Ik nam nog kennis van de Recordpoging voor Guinness World Records™: Het langste verhaal ooit! Knak je knokkels en schrijf mee! De start van de recordpoging vindt woensdag 8 september om l5.00 uur in Museum Jan Cunen aan de Molenstraat 65 in Oss plaats. Het record is nu een boek met 14.156.074 tekens (letters en spaties) Als 38.000 mensen minimaal 5 zinnen schrijven is het record te breken. N.B. Niet-digitale verhalen worden niet geaccepteerd, thema is de huidige tentoonstelling 'Het ging over cowboys...' - en het verhaal is te volgen vanaf 8 september op www.brabantsdagblad.nl/langsteverhaal en www.museumjancunen.nl.
Tot ziens, Oss. Mij wachten deze week nog drie optredens; dinsdag volgende week - de eerste dinsdag van de maand - gaat weer de poëzieslag van het seizoen 2004-2005 van start in Poetry Place Festina Lente aan de Looiersgracht 40b, Zuid-Jordaan, Amsterdam - altijd feest voor oog&oor!
Morgen, vrijdag om vijf uur de opening van de tentoonstelling Stadsgezichten, 100 portretten van Amsterdamse reilers&zeilers, gemaakt door 75 schilders in de KNSM-loods, op het KNSM-eiland: eindpunt lijn 10 tram. Zaterdagmiddag eerst Babypop in Woerden (Park Bredius, Woerden. Op kruipafstand van het station. Je wordt niet thuisgebracht), tussen de namen van optredenden herken ik die van de dichters Diana Ozon en Erik Jan Harmens.
Daarna ga ik met graagte naar Schiedam, waar in het Stedelijk Museum (tijdelijk in de Korenbeurs aan de Lange Haven l45 ) de tentoonstelling Parijs was mieters! Nederlandse fotografen in Parijs - 1945-1965 wordt geopend (tot 12 december te bezichtigen). Het betreft foto's van belangrijke Nederlandse fotografen, die in de jaren vijftig korte of langere tijd in de Lichtstad werkten. Emmy Andriesse, Sem Presser, Ad Windig, Fred Brommet, Kees Scherer, Cor Dekkinga, Hennry Riemens, Paul Huf, Cas Oorthuys (Bonjour Paris, l95l), Nico Jesse (Vrouwen van Pasrijs, 1954, Ed van der Elsken (Saint-Germain-des-Prés, l956) en Johan van der Keuken (Paris mortel, l963). Ook daar graag mijn zegje rond half vier.
Des avonds laat uit Oss teruggekeerd, uitstappen metrohalte Weesperplein wilde ik Edith wijzen op een paar van de affiches die de schutting rond een bouwplaats bedekken. Kersvers, stond er, een komend feest bij Tommy's Toko, Prinsengracht 548, ook morgen, van 6 tot 10 p.m. Vrouwenlippen, een oog en bloemblaadjes, welwel, wie komt er nu op Kersvers - ik ben niet meer de enige; wie gaat er voor mij poolshoogte nemen?! Ciao, tot gauw! Simon.


Woensdag 1 september 2004

 

Dag van Krishna. Vijftien jaar geleden werden Edith Ringnalda en Simon Vinkenoog door Amsterdams burgemeester Ed van Thijn in de Echt verbonden.
Terecht een zonnige dag; vanavond optreden in Oss tijdens een cultuurspektakel Het Vierde Beeld op het plein bij de Grote Kerk, georganiseerd door de Socialistische Partij.
Nee, ik kom niet in de partijpolitiek terecht, hoewel ik me niet kan voorstellen dat ik ooit voor het CDA, VVD o.i.d. zou optreden - trouwens, die denken in de verste verte niet aan mij. Waarom zouden ze ook?
Gelijk hebben is wat anders dan gelijk krijgen. Ik ben niet van het rechthaberische front, dat voortdurend uitroept Ik Heb Altijd Gelijk ! maar het is altijd interessant als je het achteraf wel krijgt. Hier niet de plek om wat dan ook te verantwoorden of te bewijzen - de wereld kraakt in haar voegen, en we kraken allen enigszins mee. Vreemd, dat Freek de Jonge (daar heb je hem weer) doet alsof de Liefde het laatste taboe is. Zelf wist ik ook nauwelijks waaraan ik begon, toen ik me in mijn eigen schelp terugtrok en voorjaar 1964 begon het boek Liefde te schrijven op de Leidsekade 83, in het huis van Tanja van der Geest en haar dochter Ingrid Valerius; ik hoor nog het refrein van Ramses Shaffy's lied: Tanja, Tanja van de Lucky Star.
Ach, het gelukkig gesternte weet heel wat en het ouder worden en je niet oud voelen, hoewel de jaren lichamelijk gaan tellen is een interessante opgave, waarbij het vanzelfsprekend een heuglijk feit is dat er nog zoveel van je wordt verlangd, dat er nog werk aan de winkel is, al ben je dan door het tijdschrift waaraan je drie decennia je aandacht hebt besteed met emeritaat gestuurd.
Wel, ik ben nog niet van plan ergens mee op te houden, aan een sabbatical periode voel ik me nog niet toe: Amsterdam is de meest interessante werkplek om je in op te houden, zeker als je een vrouw hebt die 100% achter je staat, met je meevoelt en je aanvoelt, die je liefde deelt - hoewel we de tuin dit jaar schromelijk tekort hebben gedaan.Wie doe je nog meer te kort, zonder het te weten? Het menselijk tekort, la condition humaine - op welk terrein is die niet te toetsen aan de volmaaktheid? Ter vervolmaking op aarde gezet, met de moed der wanhoop, of wat minder tragisch gezegd: met de gevolgtrekking dat er nog heel wat te doen is voordat wij ziektes als oorlog, honger en armoede uit de wereld hebben geholpen. Dat het louter een kwestie van communicatie is, het overbrengen van Kennis naar gebieden waar onkunde heerst (binnen de knapste, harde koppen zelfs), het feit laat zich niet logenstraffen - maar wat een klungelige feiten in de wereld om rekening mee te houden! Zelf maar zo bewust mogelijk de wereld binnenstappen en zeggen dat het Paradijs er is.
'De wereld swingt als de pest,
de rest
is gemompel van bedelaars.'
Dit dichterlijk credo - van de jonge Remco Campert - heeft een leven lang dienst gedaan, zoals die andere uitingen van tijdgenoten in de beginjaren van vijftig: reken maar dat het heel wat in gang heeft gezet! Wij zullen nooit uitgesproken raken, en dat is maar goed ook, want waarom zou je anders goed van de tongriem gesneden zijn? Op naar andere aangelegenheden, genoeg gekersverst voor vandaag. Edith opent het raam, frisse lucht stroomt naar binnen. En ik stroom mee. Simon V.



Dinsdag 31 augustus 2004

Koninginnedag. Geboortedag van Rudolphus Agricola (1443-1485).

SCHANDE! hoor en zie ik Hendrik Bonheur (in de day after-versie van 'Man bijt hond'), directeur van een marionettentheater uitroepen over de bezuinigingsplannen in de kunst- en cultuursector. De camera heeft ons zojuist de virtuositeit van zijn hoofd-en-handenarbeid van dichtbij laten zien, zijn vingervlugge bewegingen met beide handen, een stokje waaraan vijf draadjes en daaronder de Moor uit Othello en een andere Shakespeariaanse Koningin, prachtig gekleed - in een impromptu-optreden, als een der vele protesten.
Schande, roept de man, tegenstrijdig: aan de ene kant gebruikt Den Haag hem maar al te graag in het buitenland om zijn Kunst te laten zien, aan de andere kant wordt ook hij gekort, evenals de andere kleinschalige artistieke uitingen, die te klein zijn voor de mazen van het subsidienet. Schande, met twee schaarbewegingen laat hij zijn protagonisten ineenstorten: welk een metafoor opnieuw voor de zwalkende balkende kortzichtige hype-gevoelige politici, die dit land mochten regeren van een bevolking die ook nog nat achter de oren is. Varend langs Thorbecke, uitziend over de Reguliersgracht, kijkend naar de huiveringwekkende liederen die sommige jongens van achttien zingen op weg naar de felbegeerde Groene Baret ('ik wou iets van mijn leven maken'), hoeveel doorgedraaid en mis: een havenmeester die voor honderd miljoen een onvervalste corrupte handtekening zet, een eigen parlementaire onderzoekskamer waarin van Alles gebeurt, waarna weer Niets gebeurt - wat spring ik uit mijn vel en laat ik maar oppassen, dat is niet goed voor je gezondheid - volgens Edith een onderwerp dat in Kersvers niet thuishoort...
Waar blijven staatslieden met een Visie? Ik denk aan mensen van 'vroeger', voor en achter de schermen en uit een tijd dat CRM inderdaad betekende: Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Wat valt daar niet in samen! Ik denk aan de dames Hedy d'Ancona, Marga Klompé en Irene Vorrink, de heren Van der Leeuw, Van der Goes van Naters, Egas, Van der Staay, Benno Premsela, Jan Kassies, Gerrit Borgers en ja, zelfs Elco Brinkman. IJzer met handen kunnen breken, als er een Visie achter staat; zonder Visie immers vergaan we met ons allen...

Wat een mooie film liet laatste Zomergast Ayaan Hirsi Ali ons na haar indrukwekkende optreden zien, een prachtig verhaal waar je als gefacineerd naar bleef kijken. We hadden de anders onontbeerlijke VPRO-Gids er van tevoren niet op nageslagen; wisten slechts welke spraakmakende gestalte tegenover Joost Zwagerman zou komen te zitten - en tot op een uurtje geleden kwam ik er zelfs niet toe op te slaan hoe de film heette. Welnu, wat velen gemist zullen hebben (al keken 750 000 mensen) zal zaterdag aanstaande herhaald worden. De film heet The gods must be crazy, een interessant, antropologisch aandoend verhaal over Bosjesmannen (ooit door Laurens Van der Post prachtig geboekstaafd) uit Botswana 1981. Soms dacht ik in een andere film verzeild te zijn geraakt, maar op de een of andere manier kwamen de bosjesmanverhalen, en die van de Zuid-Amerikaanse bandiet, alsmede dat van de Chaplin-achtige mestonderzoeker tezamen in een boeiende film met onvolprezen natuuropnamen, waarvoor de VVV van Botswana wel middelen zal hebben verschaft.
Kortom, een crazy film waarvan de beelden je wel bijblijven. Even kijken wat de Gids ervan zegt, bent u gewaarschuwd als u zaterdag wenst te kijken, maar het heeft alles in zich om een cult- of campfilm te worden, dus Be Prepared.
De film van Jamie Uys is volgens de scribent " in ongeveer alles een onwaarschijnlijke film. Het land van herkomst is ongebruikelijk, het script is raar, het geluid assynchroon, de hoofdacteur een wereldvreemde Bosjesman; de beelden - soms versneld, vaak van kleurtextuur wisselend - ogen amateuristisch als Vier Vuisten materiaal, de combinatie van slapstick, avontuur, romantiek en sociaal-cultureel moralisme doet het hoofd tollen. Het gekste is dat The gods must be crazy een erg leuke film is, die de populairste buitenlandse film ooit werd in de V.S. De Zuid-Afrikaanse scenarist/regisseur/cameraman/producent/editor Uys laat zijn waarden-komedie aanvangen met een lange voice-over proloog, die uitlegt over de dieren, de bosjesmensen en de blanken van Botswana en een guerilla-klucht op de achtergrond. Met een Coca Cola-fles die uit een vliegtuigje wordt gedropt, komt het echte verhaal op gang."
Ik ga de clou niet verklappen; er volgen nog 7 regels in de VPRO-gids van deze week, pagina 33.
En vervolgens denk ik eraan smiddags eens een bioscoopje te pikken met Edith, maar vandaag komt het er niet meer van. Kriterion notabene twee blokken verder om de hoek! Prettige dag verder Every Body I Know (Peace to the Others), je Simon V.


Augustus 2004