Donderdag 30 september 2004
De geboortedag van
de soefidichter en mysticus Roemi (1207-1273), de Griekse tragediedichter
Euripides (ca.480-407 v.Chr.), en de sterfdag van Jerome (Hieronimus?)
420-320 v.Chr., nog altijd volgens de onvolprezen Festival Calender
van de Shrine of Wisdom.
Met een glimlach (zijn constante gelaatsuitdrukking) overhandigde
Peter Verstegen (groots vertaler en redacteur van het literaire
tijdschrift De Tweede Ronde), mij tijdens de bijeenkomst in
de Rode Zaal van het Haagse Letterkundig Museum, waar de verschijning
van vier debuterende dichters in de vernieuwde Windroos-reeks
(zie Kersvers van gisteren) werd gevierd, een roodgeelwitte ballpoint,
versierd met smilies en de tekst, die ik hier graag citeer:
"Wie vakkundig kan beslissen
in de jaren des verstands
is ervoor dat Driek van Wissen
Dichter wordt des Vaderlands."
Goedzo, dacht ik, na gisteren hier te hebben aangekondigd dat ik mijn
waarnemend dichterschap des vaderlands graag wilde continueren (het
bevalt me uitstekend; het is een eer en genoegen om het ambt te bekleden),
meldt zich een tegenkandidaat.
Laat duizend Dichters des Vaderlands bloeien; laten zij allen Marsman's
noodkreet Zonder Weerklank niet vergeten:
"Volk, ik ga zinken als mijn lied niet klinkt;
ik moet verdrogen als gij mij niet drinkt;
verzwelg mij, smeek ik - maar zij drinken niet;
wees mijn klankbodem, maar zij klinken niet."
Met open vizier stap ik op dit vreemde strijdtoneel: ja, ik wil graag
het interimschap van D.d.V continueren, ik ga me er niet anders door
gedragen dan gebruikelijk. Ik speel niet 'op de man', ik speel omdat
met de dichtkunst leven en dood gemoeid is, omdat het verlangen van
de dichterlijke vrijheid daarin ligt dat de hoop op verlossende woorden
levend blijft, zoals je niets dan leven ziet, waar je maar ziet.
Met hoeveel graagte citeer ik niet vaker dan eens een brief van Kahlil
Gibran, 14 oktober 1914, kort na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog
aan Mary Haskell geschreven (Beloved Prophet):
"De geest van deze wereld is niet vrij van haar lichaam en
zolang het lichaam voor meer leven vecht, zal de geest doorvechten voor
meer leven, meer geest. Er is niet zoiets als strijd om de dood. Er
is niets op deze planeet dan de strijd om het Leven. Iedere fysieke
of geestelijke beweging, iedere golf van de zee en iedere gedachte of
droom is een strijd om meer leven."
Laten we dat even vooropstellen, dan heb je geen ander credo nodig,
geen enkel curriculum vitae, dan zeg je: kijk op Google, of kom hier
's terug. Dichterlijke vrijheid is eveneens een strijd op leven en dood,
zei de overlevende. Ciao. Simon Vinkenoog. Be prepared!
Woensdag 29 september 2004
De eerste vier bundels
in de poëziereeks De Windroos zullen vanmiddag (van 3
tot 5 uur) in het Letterkundig Museum in Den Haag gepresenteerd worden:
uitgeverij Holland heeft de taak op zich genomen elk half jaar vier
bundels met nieuwe poëzie te doen verschijnen, die als pakket voor
slechts 20 euro worden aangeboden - de serie is ook als abonnement verkrijgbaar
en zal te koop zijn bij de boekhandel.
De oorspronkelijke Windroos-reeks maakte in 1950 onder de bezielde
leiding van Ad den Besten zijn opwachting in de Nederlandse letterkunde;
tussen 1950 en 1970 debuteerden diverse dichters in deze reeks, van
wie een aantal nu bekend is als Vijftiger: Remco Campert, Jan Hanlo,
Gerrit Kouwenaar, Sybren Polet en Simon Vinkenoog.
De nieuwe reeks staat onder redactie van Chrétien Breukers, en
de volgende dichters maken hiermee hun debuut: Paul Jansen met Instructies
voor een ober, Catharina Blaauwendraad met Niet ik beheers
de taal, Eva Cox met Pritt.stift.lippe en Han van der
Vegt met Ratel & Experimenten.
De eerste vier exemplaren zullen aan mevrouw Jeltje van Nieuwenhoven,
vice-fractievoorzitter PvdA worden overhandigd, uw ad interim mag als
'beschermheer' een woordje zeggen, en uiteraard is er een Comité
van aanbeveling met een twaalftal deskundologen; zie www.uitgeverijholland.nl.
Zelf heb ik me voorgenomen van elk dezer dichters een gedicht in de
link Bloemlezing onder te brengen, die al groeiende is met
oude en nieuwe dichters.
Ik ben er meer dan ooit van overtuigd dat de poëzie op dit moment
een renaissance beleeft, niet alleen omdat het scala van mogelijkheden
voor een dichter groter is geworden: meer podia, meer media, meer verschijningsvormen
en uitdrukkingsmogelijkheden. Het tijdschrift Awater, door
de eerste dichter des vaderlands Gerrit Komrij opgezet, heeft 1100 abonnees,
wat als 'veel' wordt gezien - in poëticis is er nauwelijks sprake
van bestsellers - tenzij het gaat om de eeuwen omspannende bloemlezingen
van Komrij, die in elk geval de belangstelling voor afzonderlijke dichters
kan wekken.
Dat ook het internet zijn entree heeft gemaakt, hier ter plekke zijn
wij er getuige van en nemen daaraan deel; het aantal websteks en weblogs
is onafzienbaar! Een debuterende dichter als Lucas Laherto Hirsch (laherto.web-log.nl)
heeft dit jaar een tiental optredens voor de boeg, vermeldt trots de
podia waar hij opgestapt is en de tijdschriften waarin hij publiceerde.
Als velen geeft hij links, die altijd verrassingen bieden als je ze
even langssurft - een van de nieuwe spelletjes dit jaar dankzij de poëzie
beschikbaar. Laten wij ook Bart FM Droog niet vergeten, Gronings stadsdichter
en hoofdredacteur van de internetpoëziekrant Rottend Staal,
die mij op deze zo verrassende en plezierige webstekplek heeft doen
belanden door het uitschrijven van een verkiezing van ad interim-dichter
des vaderlands. Gaarne verklaar ik bij deze mij ook in de strijd om
de officiële verkiezing, begin 2005, te werpen. Tot dusverre is
het ad interimschap mij ten zeerste bevallen, en zo zou ik door willen
gaan. Met goede moed vanuit (vooruit dan maar) een overvol gemoed. Ik
hoop dat het de wereld goed doet! Simon Vinkenoog.
Dinsdag 28 september 2004
H6: bedankt,
op deze dag van de Egyptische Ptah (Divine Creative Fire).
' Zijn laatste glas voorgoed geleegd/ zijn hart stond stil, uit mededogen/
de roofbouw op zijn ziel gepleegd,/ heeft hem gevloerd' - en toen wist
ik niets meer. unvollendet dus. Een tweede poging kwam evenmin
uit de verf, toen nam de tot in de puntjes verzorgde en geregisseerde
Arena-happening het over en stokte iedereens adem, van welke overtuiging
dan ook: wetenschappelijk, emotioneel, betrokken, lacherig (de Vlaamse
schrijver), beschouwend, analyserend, deducerend, opgetogen, kritisch,
gemelijk, etc. - voer voor columnisten kortom; het zal weer pagina's
leesvoer
over ons heen regenen dezer dagen.
'Een kist op de stip
hoe eenzaam kun je zijn
de volksheld geveld
op leven en dood betrapt
bemind en gekweld '
Ook hier dus prijsgegeven aan wat het is: vier papiertjes vol woorden,
soms onleesbaar, verband houdende met andere teksten van de beeldbuis
geplukt, dankzij H6: wij bleven hangen.
Good vibrations? Jubilant aura, 'het gevoel dat het voor jou geschreven
is', 'kun je het nog droog houden vanavond?', verankerd in de volksziel,
't slaot op mìjn!', ouwe ziel - driftige
verzamelaar van herinneringen, onze Nederlandse karaoka (Edith), bij
zijn moeder in de hemel (ik moest aan mijn moeder denken, ze zat duizendmaal
vermenigvuldigd in de Arena, nam me als jongetje mee naar Snip &
Snap in Carré hier om de hoek), onderdrukte gevoelens
loskomend, 'togetherness', farao van de blues, geen gebrek aan erkenning,
eeuwige onzekerheid, twijfel, woorden als bloemen, vlieger van vrouw
naar vrouw, drinken en snuiven, uit het leven gegrepen, de pen in 't
hart gedoopt, dwars door 'ons' heen, ook in de hemel zal gezongen worden,
kan mag zal niet vergeten, Koning - Houdoe!, I still got the blues,
de fado, passie, puur & dwars, - ik luister naar Django Reinhardt
en tuur naar de pagina geprint uit Fons Elders webstek: Life and
Death are each other's friend Frightening beautiful.
We kwamen hem tegen gisteren langs de Amstel, wij wandelend naar de
Utrechtsestraat voor bevoorrading by de Styx, hij op weg naar
Felix Meritis, om Europa te redden. Enthousiast liet hij me op de brug
waar we even gingen zitten een juist-verschenen boek met de tekst van
een Italiaanse professor zien, die zowel hiërogliefen als sanskriet
las en overeenkomsten gevonden had met het monotheisme, keuvelend over
het Piranesi-huis, dat ik ooit als Baarmoederhuis had gekend (Warder,
aan de dijk) en zijn zoon, de uitvaartleider David, bij wie ik ooit
terecht kan. 'En dan drinken we een pilsje met Frits Müller in
zijn stamcafé', had Edith aangekondigd, en voorwaar - daar zat
hij, in de gulle streep zon die de dag ons schonk. Ulli kwam voorbij,
ene Silvio - we zouden elkaar vaker moeten zien; voorwaar.
Reinhardt maakt me mellow yellow; de witte weduwe doet haar wellustig
werk. Van Dieter Bruls, die de webstek www.blindedarm.com
beheert, en die ik gevraagd had om een bijdrage voor het Guesthouse
(waarin geen plaats is voor gedichten) over de bedoeling daarvan, kreeg
ik een antwoord dat hij weer annuleerde, meer dan 'de zijkant van het
nieuws' kreeg ik niet te horen. Zelf kijken dus, zo je wilt.
Ik ben materiaal aan het verzamelen voor een vernieuwing van de link
Simon surft. Geen verwijzingen naar allerlei encyclopedieën,
please; noch commerciële sites: ik doe dit uit passie - dat wat
ik voor en in het leven voel. En ik doe dat vanuit mijn eigen verschijningsvorm,
die van het Woord, gehoord, gezien, gelezen, beluisterd, gefluisterd
- zowel verschijning als verdwijning, tussen bliksem en donder (stilte),
aan het einde en het begin van de ademhaling (stilte), voor de storm:
stilte. Voor het oorverdovend wordt. Door geweld doorboord; neem ooit
over mijn laatste woord.
Blow, André, blow. O Lied!
Maandag 27 september 2004
Bonjour Tristesse
(1954). Adieu, Tristesse (2004). Eros. Thanatos.
Soms zou ik de hele wereld een lesje willen leren, de les lezen, maar
op het moment dat zulks het geval is, kan ik er alleen maar om lachen
- en huilen, omdat het zoals het nu gaat niet veel langer gaat, zodat
wij te maken zullen krijgen met de consequenties van het graaien en
snaaien, schieten en bedriegen.
In 1954, na mijn eerste bezoek van twee maanden in India, schreef ik:
'Als het volk zich
niet meer met uitwerpselen warmt
als het volk uit zijn eeuwenoude slaap ontwaakt
en geen leper ons meer om een aalmoes vraagt
Als het volk leert
tellen en van ellende spreken
als de honger naam krijgt, in bloed geschreven,
hoedt u dan voor de wraak, Europa.
Nu is het al te laat.'
Staking in Amsterdam.Vroeg
op; een cameraploeg van het televisieprogramma Twee Vandaag
kwam langs om mij (en anderen) te vragen naar een reactie op de
dood van zanger André
Hazes, vanavond uit te zenden vóor het door hem gedroomde spektakel
in de Arena, waar hij tentoongesteld en geëerd en herdacht zal
worden.
Mij leek het meest geschikt, passend en toepasselijk, een gedicht van
Guido Gezelle voor te lezen, door de Vlaamse priester-dichter in juni
1860 geschreven.
Guido Gezelle: O LIED
O LIED! o lied.
Gij helpt de smert
wanneer de rampen raken,
gij kunt o Lied, de wonde in 't hert,
de wonde in 't hert vermaken.
o Lied! o Lied,
gij laaft den dorst,
gij bluscht het brandend blaken,
gij kunt, o Lied, de drooge borst
en 't wee daarvan doen staken.
O Lied, o Lied,
het zwijgend nat
dat leekt nu langs mijn kaken,
gij kunt het, en uw kunst is dat,
gij kunt het honing maken...
o Lied! o Lied!
Metanoia! De sprong in het ongewisse. Het gevaar van de idolatrie. De hypes en andere hinderlagen. Herfst; niet alleen de bladeren zullen vallen: wij zullen nog heel wat te zien en te verwerken krijgen. Een spirituele mobilisatie. Niemand hoeft die uit te roepen - je bent er mee bezig, of niet. Ook goed. 'Mijn spel is zo eenvoudig. Niemand kan het raden.' (Die andere Vlaamse grootmeester, Paul van Ostayen). Wakker worden!
Zaterdag 25 september 2004
Maak supergrote
zeepbellen, hoor ik op AT5 een reclameboodschap van het wetenschappelijk
instituut NEMO luiden. Elk detail kan tot in het oneindige vergroot
worden, om dan steeds meer deel van het geheel uit te gaan maken. Patanjali's
yoga-regels; oneindig groot worden, onzichtbaar klein, doe er maar eens
aan mee, rek maar eens uit, krimp maar eens in. Wat zijn de actualiteiten,
wie gaan er aan de lopende band dood, slaat Parkinson eerder toe dan
al die andere ziekten, die steeds accuter - en blijkbaar bespreekbaarder
- worden al naar de jaren van leeftijdsverwachting naderkomen of verstrijken?
Ik kon op de verjaarsparty van de zondag aanstaande vijftig wordende
Bart Chabot in de Vide van Hotel Arena op een gegeven moment tijdens
een changement niet anders doen dan op de voorgrond treden en getuigen
dat de overlevenden er ook nog zijn en dat het om het leven hier en
nu gaat, en dat de poëtische vrijheid er toe doet, en dat Bart
nu twee kruisjes heeft, maar dat de drie kruisjes op hem wachten, en
die lieve zoons van hem - nooit na te vertellen, die ingevingen die
niet te voorzien of te debriefen zijn, maar wel uit het hart, op het
moment zelf.
Het moment zelf: het is niet te vatten, als die zeepbel die je zojuist
steeds groter zag worden, dat spectrum van regenboogkleuren, en opeens
ging het KLAP - weg was de zeepbel. Kan het met het leven niet zo gaan?
Je blaast en blaast en wordt weggeblazen. Altijd de dood een halve meter
achter je linkerschouder, om je op een zeker moment op de schouder te
kloppen: het is je tijd man, tijd om te gaan.
Van Fons Elders zeer gelaagde webstek (www.fonselders.nl)
haalde ik een veelzeggende cirkel, benadrukkend in rode letters 'Life
and Death are each other's friend Frightening, beautiful' en daaromheen
cirkelend de begrippen creation, space and time, destruction, eternity,
zero, form & chaos.
Begrippen, gedachtentenwerelden, die er allemaal toe doen. Waarmee wij
voortdurend te maken hebben. Waarheen onze aandacht dient uit te gaan.
Waarheen onze blikken zich kunnen richten. Het onbedingde, voorbij de
dingen, de processen en repercussies, de acties en reacties, de energieën
pro en contra, al die tegelijkertijd middelpuntvliedende en middelpuntzoekende
krachten, die het op jou gemunt hebben, die jouw bewustzijn aanscherpen
zodat het gewaar wordt en waarneemt. Wie geen aangrijpende veranderingen
in de lucht voelt, wie niet leeft in het besef van de vergankelijkheid
van al het zichtbaar waarneembare, wie kortom zich niet voorbereidt
op de dood, heeft nog een wijle menswording voor zich.
Hoe miraculeus, dit leven! Hoe niet genoeg te bezingen, in zijn meest
ongelukkige omstandigheden, in zijn meest gelukzalige momenten. De jammerklacht
die strijdlied wordt. De blues die uitzicht biedt. De cantate die troost.
De kreet die je omverwerpt. Het ritme dat je bloed doet kloppen. Zoveel
stemmen, klanken, geluiden, wegstervend in een stilte die het laatste
woord overboord zet, aan al het gehakketak een eind maakt. Maar bovenal
in deze geheiligde tussentijd aandacht voor de mensen die deze tijd
springlevend houden, en niet doden -mazzeltof, beste Bart. Ik pikte
een draaiboek mee. Barbarber-gedicht, geheten Draaiboek presentatie
Bart Chabot. Vanaf de taart die 's ochtends bij de Arena bezorgd werd
op naam van Alma Fens, tot aan ' 19.30 uur. Afloop. Met zachte drang
gasten verwijderen...'
Deze zaterdag brengt me des middags in het kader van Dichter aan huis
naar de Taalunie aan de Lange Voorhout in Den Haag, en zondag hoop ik
de tentoonstelling te bezoeken van Robert Geesink, die in Hampi (India)
woont ('Een prachtige dame van de kleurrijke zigeunertribe zorgt liefderijk
voor me en heeft in de tussentijd me drie dochters geschonken, dus een
nest vol meisjes met deze ietwat overrijpe vader als spil.'). Het Voorbeeld,
Postjesweg l (voormalig Vakschool Edelsmeden), tramlijn 17. Za 25 sept.
l7-24u; 26 sept. l4-18u.
Als ik morgen vrijaf neem, neemt niemand me dat kwalijk. Het voelt goed
aan je goed te voelen. Insgelijks. Simon Vinkenoog.
Vrijdag 24 september 2004
Speeltijd. Rechtop
gaan zitten en je afvragen: wat nu? Wat gisteren was, komt niet terug
- morgen is er nog niet, al heb je nog zo'n volle agenda voor je. Los
laten, je overgeven. Ik wil best, in leven, en over wat daarna komt kun
je van alles te weten komen maar gaat het dan wel over jou? Zoveel mensen
wanen zich onsterfelijk, en André Hazes wilde bij zijn dood op
het Journaal komen; nou - dat is hem wel gelukt.
Het verlies hier is winst voor de andere kant, is wel eens gezegd. En
met verlies moet je leren leven, eveneens. Een stukje theosofie dan maar.
"Maar hoe zit het met de dood en het hiernamaals? Is de hemel een plaats of niet? Theosofie leert, zoals in alle heilige boeken kan worden teruggevonden, dat de ziel na de dood een rustpauze oogst. Dit vloeit voort uit haar eigen natuur. De ziel is een denker en kan tijdens het leven niet alle of zelfs maar een klein deel van de myriaden gedachten waarmee zij zich heeft beziggehouden verwerken of uitvoeren. Wanneer zij dus met de dood het lichaam en het astraalichaam afwerpt en van de hartstochten en begeerten wordt bevrijd, krijgen haar natuurlijke krachten onmiddellijk de overhand en werkt zij haar gedachten uit op het ziele-gebied, gehuld in een fijner lichaam geschikt voor dat bestaan. Dit wordt Devachan genoemd. Dit is de toestand die aan de basis ligt van de beschrijvingen van de hemel, die alle religies gemeen hebben maar slechts in het Boeddhisme en Hindoeïsme is deze leer volkomen duidelijk uiteengezet. Het is een tijd van rust omdat door het ontbreken van het fysieke lichaam het bewustzijn niet langer in dat meer volledige contact met de zichtbare natuur staat zoals dat op het materiële gebied mogelijk is. Toch is het een werkelijk bestaan en niet meer illusoir dan het aardse leven; nu ontplooit zich de essentie van levensgedachten, die van de hoogste kwaliteit waren die het karakter toeliet, en hier wordt deze essentie door de ziel en het denkvermogen opgenomen. Wanneer de kracht van deze gedachten volledig is uitgewerkt, wordt de ziel opnieuw aangetrokken door de aarde, naar een omgeving die zodanig met haar overeenkomt dat aan haar de geschikte omstandigheden voor verdere evolutie wordt verschaft. Deze afwisseling van de ene naar de andere toestand gaat voort totdat het wezen door herhaalde ervaringen boven onwetendheid uitkomt en in zichzelf de werkelijke eenheid van alle geestelijke wezens ervaart. Vervolgens gaat het over tot hogere en verhevener trappen op de weg van evolutie."
W.Q.Judge, Theosofie
in Hoofdlijnen in het tijdschrift Theosofie, zomer 2004,
Antwerpen. Uit een lezing, gehouden voor het eerste Wereldparlement van
Religies, Chicago, 1893. 'Hoewel deze lezing meer dan honderd jaar gelden
werd uitgesproken, vormt zij nog steeds een duidelijke inleiding tot de
belangrijkste leringen van de oorspronkelijke theosofie.' Achter op het
tijdschrift wordt in de beginselverklaring van de Geünieerde Loge
van Theosofen nog eens benadrukt: 'De ware Theosoof behoort tot geen geloof
noch sekte en toch behoort hij tot alle.'
Of, zoals de Tibetaanse dichter-leraar Chögyam Trungpa het uitdrukte,
in The Song of Separation, in de bundel Mudra (Shambala,
Berkeley & Londen, 1972):
"Knowledge of being is the perfect teacher
And he is with me everywhere I go;
Since he it is I am relying on,
Sever me from those who speak for sect or party."
Speeltijd. Zielerust. peace of mind. Simon Vinkenoog
Donderdag 23 september 2004
Zon in weegschaal.
Equinox. Herfst. Nieuw tijdschrift voor lezers, geheten BOEK, stelt
zich voor: hoofdredacteur Jeroen Jansen: 'U kent ons niet en wij u niet.
De komende 100 pagina's leert u ons aardig kennen. We zijn ontzettend
benieuwd of dat bevalt. Ik hoor (of lees) het graag.' Introductienummer
€ 2, 95. Jessica Durlacher, 'Het is éen grote krankzinnigheid',
kijkt ons onderzoekend aan. Naar aanleiding van de verschijning van
haar derde roman, Emoticon, is zij vaker geïnterviewd
dezer dagen en laat zich openhartig uit. Bravo, zei oom Simon.
Een goed gevoel laat Coen de Jonge achter, op bezoek voordat hij verder
naar Hoorn trekt; als onderwijskundige gaat hij uitleg geven bij subsidie-aanvragen
als ik het goed heb. Mij is gevraagd de dertiende Groninger Onderwijsdag
('het nieuwe leren - de nieuwe kleren?') op 13 oktober a.s. in het Academiegebouw
van de RU Groningen op te luisteren met mijn aanwezigheid.
'Voor een passend en apart slot zorgt de Dichter des Vaderlands Simon
Vinkenoog: chroniqueur van een wereld in beweging en levenslang kenner
van vernieuwing en dus ook nieuw leren.'
Het zal je maar gezegd zijn; het is gezegd.
Jerome Rothenberg stelde een zeer bijzondere bloemlezing samen:Technicians
of the Sacred. A Range of Poetries from Africa, America, Asia,
Europe & Oceania (Second Edition, Revised and Expanded, University
of California Press, Berkeley and Los Angeles, l985), een van de tientallen
die hij schreef en redigeerde. Het valt open op pagina 428; ik had al
eens eerder een elastiekje om dat boek op die pagina aangebracht, gemakkelijke
openvaller dus. De afdeling Statemens; de tweede van tien, onvertaald,
om de taal zelf te savoureren, afkomstig van de Trobriands in Nieuw-Guinea:
"The mind, nanola, by which term intelligence, power of
discrimination, capacity for learning magical formulae, and all forms
of non-manual skill are described, as well as moral qualities, resides
somehere in the larynx.
The memory, however, the store of formulae and traditions learned by
heart, resides deeper, in the belly.
The force of magic, crystallized in the magical formulae, is carried
by men of the present generations in their bodies.
The force of magic does not reside in the things; it resides within
man and can escape only through his voice.
Wat poëzie
terugbrengt tot haar kwintessens, dames en heren van de litkritcanon.
En schreef niet al Tristan Tzara, dadaïst en surrealist van het
eerste uur: La pensée se fait dans la bouche.
- Op dit moment krijg ik van Coen telefonisch te horen, dat op de radio
het overlijden van Andre Hazes is bekend gemaakt: een hartaanval. Het
hart is in de aanval dezer dagen.
Dat de ziel van Nederlands Oorspronkelijkste Blueszanger de rust moge
vinden, waarnaar hij in het leven snakte.
Larynx is strottenhoofd, bouche is mond. Ik houd mijn. Simon V. Half
twee.
Woensdag 22 september 2004
Verboden voor zwartkijkers.
Alleen voor levenslustigen. Verboden te verbieden.
'Zie, hoe het licht vanaf een ster in een onsterfelijke loop de onzekere
duisternis der eeuwigheid doorkruist. De ster kan sterven, maar nooit
het licht! Dat is de schreeuw van de vrijheid.' Nikos Kazantzakis,
Ascese.
Met twee regels van Rabindranath Tagore herdenken directie en medewerkers
van het Tropentheater het verscheiden van John Eijlers ('Dank voor je
enorme toewijding waardoor het publiek jarenlang kon genieten van fascinerende
muziek en dans uit India. Je passie leeft voort in onze gedachten.'):
'You have set the fire of music burning in my soul
And the blaze has spread in all directions.'
Welke ontdekkingen in het leven niet aan muziek te danken! Van de continue
klankstroom uit de radiodistributie in vooroorlogse jaren (mijn moeder
zong met operazangers mee) tot de reddende zigeunerswing van Django
Reinhardt en zijn Quintette du Hot Club de France, waarvan de echo's
mij dit weekeinde bereikten - tot de kennismaking met jazz & bebop
die ik aan Remco Campert (en Henk Boekenoogen) te danken heb, de jazz-musici
die ik heb leren kennen en met wie ik samen opgetreden heb - en het
zo nu en dan nog altijd doe, waarnaast ook de atonale klanken mijn oor
bereikt hebben: Schönberg, Alban Berg, de serïelen, Messiaens,
Boulez en mensen als Glass, Riley en niet te vergeten de Silences van
John Cage. Daarnaast, hoger en lager de muziek die uit dit alles ontstond,
per generatie anders, om de drie tot vijf jaar veranderend van klankkleur.
In de winterdagen van 1960/1 logeerde ik een weekje in Londen bij Ellen
Waller, 's avonds dwaalde ik door Soho, hungry i en kwam ik in kelders
en schoolstallingen terecht, waar levende muziek werd gemaakt en ik
meedeinde met de mij onbekenden om mij heen.
Hoe die muziek heette, wie die muziek maakte, het ging aan me voorbij
- ik was met eigen sores bezig. Was het ska, skiffle? In elk geval:
wat er een tijdje later te voorschijn kwam, de nieuwe evangelisten uit
Liverpool (John, Paul, George en uiteindelijk Ringo), het was spekje
voor mijn bekje, een lafenis van het gehoor. 'Tuurlijk, de Rolling Stones
ook, jazz & dixieland & New Orleans & de blues: het was
je toch allemaal nader gekomen? Gospel en soul, reggae en wat er nu
allemaal aan funky vertakkingen bestaat - ik heb er geen deskundologisch
'verstand' van.
In San Francisco toonde ik vrienden waar ik logeerde, het tiental LP's
dat ik zojuist (1969) aangeschaft had, een hunner rende het huis uit
en kwam terug met een plaat die ik absoluut ook moest beluisteren: Crosby,
Stills & Nash - nog voordat Neil Young zich bij hen voegde, en van
wie ik eens een concert zag, samen met Willem van der Linden, die opnamen
maakte voor de Deutsche Rundfunk. Ronde vonken.
Hoeveel muziek ik al niet beluisterd heb (nog afgezien van de klassieke
musts: ik ben een eigentijdeling) en waar ik nog altijd met graagte
naar luister: Bob Dylan, The Band, The Grateful Dead, de Mama's en de
Papa's, Janis Joplin en Jimi Hendrix, The Who en John Coltrane: mijn
geheugen is aan het downloaden en kun je nog horen, hoor dan mee.
Met Tagore voel ik een speciale band; niet alleen omdat Olivier Boelen
met leden van het Living Theater kwam te werken in Santiniketan, waar
Tagore zijn school gevestigd had en daarvandaan mooie boekjes en Indiase
muziek op de plaat voor me meebracht, niet alleen omdat ik voor de Wereldbibliotheek
zijn Religie van de mensheid vertaalde, een serie lezingen
uit de jaren dertig voor een Engelse universiteit, maar ook omdat ik
dagelijks aan zijn bestaan word herinnerd; een mooie portretfoto hangt
ingelijst aan een muur, voorzien van een handtekening - eveneens een
gift van Olivier. En ik zoek nog altijd in de papieren, die zich opstapelen,
af laten leggen en vergelen, naar zijn gedicht geschreven bij de Borobodoer,
waarin hij spreekt van de nameless unremembered.
Op naar de muziek, met de muziek mee, achter de muziek aan. It don't
mean a thing, if it ain't got that swing! Dat is een levenswijze,
en een gedicht : (uit De ware Adam, pp.32/35)
'Waarom valt er zonder muziek niet te leven,
waarom klopt mijn hart als ik dit schrijf?
Waarom staan mijn oren wijd open,
waarom weet ik dat muziek overleeft?'
Veel muziek toegewenst, vandaag. Simon Vinkenoog
Dinsdag 21 september 2004
Dag van Mattheus.
De eerste druiven geplukt vanmorgen, d.w.z. met een schaar de trossen
knippen en er een tas mee vullen. De grond lag trouwens bezaaid met
door vogels of wind losgekomen druiven - klein formaat dit jaar, maar
plotseling donkerblauw gezwollen. Straks aan de druivenpers; ik opperde
zelfs: druivenjam. Buurvrouw Suzanne zeiden wij, dat zij gerust haar
gang kon gaan en plukken hoeveel ze maar wilde.
In vroeger jaren, toen Boebie R. voor ons de druiven nog verstookte
tot een onwaarschijnlijk sterke eau de vie, verrichtten wij
de druivenpluk in éen middag, de ene na de andere vuilniszak
vullende, eenmaal zelfs tot 100 kilogram. Tuinderslatijn. Kortom, enige
planten rechtgezet - wat hebben wij ons eerste kind, de tuin, dit jaar
verwaarloosd terwille van het nieuwe kind dat ik nu op zijn dienstbaarheid
beproef. Mastery in servitude.
Er stond helemaal geen artikel over Bart Huges in De Telegraaf van zaterdag,
zoals Cor Jaring me had aangekondigd, maar kijk eens in NRC Handelsblad
van afgelopen weekend, de voorpagina van het katern Leven&cetera:
gansch een pagina gewijd aan Bart Huges, gelardeerd met drie portretten:
bij Willem Duys voor de televisie, als bebaarde grijsaard in 1999 en
dan, kwartpagina groot de ons onderzoekend aankijkende blik van Bart
Huges zelf; hij zit (januari 1965) naakt op zijn hurken, houdt een boor
in de hand, en over zijn bebrilde gezicht stroomt bloed uit zijn gebandeerde
voorhoofd.
Een namaakfoto. Na de operatie zelf, waar niemand bij was, riep hij
Cor J. om het op de foto en voor de buitenwereld vast te leggen en deed
het nog eens dunnetjes over. Ik twijfel niet aan het bloed, Cor vragen
of het tomatensap was?
'Bij de dood van de man die een gaatje in zijn hoofd boorde omdat hij
zijn hele leven high wilde zijn.' kopte het stuk, je kon merken
dat de ontwerper gezocht had naar een speciale letter om het woord HIGH
te benadrukken. Het stuk zelf was verrassend interessant, hoewel een
foutieve vermelding in Het Parool ten onrechte was overgenomen.
De genoemde aanwezigen bij Barts trepanatie zouden de operatie niet
verrichten, er slechts getuigen van zijn. De gedachte dat het kon mislopen
bracht een hunner ertoe de boor te doen verdwijnen, zodat Huges het
zelf later op eigen houtje, zonder getuigen, deed. Hij werd toen tegen
zijn wil (en die van zijn vrouw Barbara) opgenomen in Paviljoen 3, omdat
hij bij het Wilhelmina Gasthuis was komen vragen of ze röntgen-foto's
van zijn hoofd konden maken, om te bewijzen dat hij etc..
De schrijfster van het artikel, Gabrielle Provaas verhaalt hoe zij hem
vijf jaar geleden opzocht voor een pilot project van een tv-programma,
dat de naam Apocalypso zou dragen over randverschijnselen en
sluimerende zaken, over dansen op de vulkaan.Hij stemt toe in een gesprek.
'Huges praat opgewekt en met heldere stem, maar het gevecht tegen vierendertig
jaar onbegrip, heeft zijn tol geeist. Voor ons geestesoog tovert hij
een wonderlijk bouwsel van ongefundeerde stellingen, gedachtekronkels,
voetnoten en verwijzingen naar Oosterse filosofieën, volkswijsheden
en westerse wetenschap. Soms is hij de draad kwijt, maar in de loop
der jaren heeft hij zoveel 'bewijsmateriaal' verzameld, dat hij zonder
haperen een nieuwe draai vindt. Zo hamert hij plotskaps op de noodzaak
van een macrobiotisch dieet en vertelt hij geagiteerd over het gevecht
dat hij voert om fluoride uit het drinkwater te krijgen. (In Nederland
wordt geen fluoride aan het drinkwater toegevoegd.)
Aanvankelijk probeer ik dapper een helder citaat uit zijn mond te krijgen,
maar dan raak ik het spoor bijster. Vanachter de camera kijkt mijn vriend
me teleurgesteld aan: als dit een verlicht brein is, laat dan maar zitten.'
Vervolgens gaat Mlle Provaas in op de geschiedenis van trepanatie, een
gat in de schedel, de oudste chirurgische praktijk - nog steeds een
ritueel gebruik bij sommige volkeren; bovendien 'trepaneert men tot
op heden om zwellingen, als gevolg van ongelukken te verlichten.'
Zij vermeldt zijn Engelse volgelingen, Joe Mellon en Amanda Fielding
(waarschijnnlijk niet wetende dat Julie Felix een liedje maakte en zong
over het brain blood volume), maar interessant is bovenal dat
zij door de website www.trepan.com
te vermelden een brug slaat over de Atlantische Oceaan - of is het via
de Pacific, of station Zero somewhere in inner/outer space - die naar
het Third Eye Innocent and Open Wide voert, namens de International
Trepanation Advocacy Group - en gaat dus zien hoe de poppetjes dansen!
Zij dragen (de vijftien bekeerden) de datum van hun trepanatie als een
soort nieuwe geboortedag mee; ik ben van 200l en jij pas in 2004! Ongelooflijk,
maar waar - meer iets voor Matthijs van Boxsel; hier even voorlopig
afscheid van Bart, die virtueel nog doorleeft dus.
Ik denk terug aan Fads and Fallacies, dat ik nog wel eens boven
de tafel houd, Martin Gardner. Ik ben niet zo'n onderuithaler; ieder
zijn functie, rol te spelen, masker te dragen, buiten zichzelf, in zichzelf
gekeerd, scala intro extra vert inner outer directed hoe anders toch
ieder 1? En dat elk door mij ervaren verhaal telkens weer opneiuw aan
de horizon verschijnt, even in het spottend licht en weer terug in de
vergetelheid. Golven, energieën, processen - eerder dan feiten.
Ik ga terug naar mijn druiven, ritsen en persen, zeven en savoureren:
vruchtensap van eigen bodem! Santé! Simon V.
P.S. Ondertussen weer heerlijk verzeild geraakt in het boek van Kees
Slager: Het geheim van Oss. Een geschiedenis van de SP. Knap geschreven;
ik zag er een film in - vooral in die weer opgevoerde vroegtwintigste
eeuwjaren. Lesje politicologie, grassroots! Over en sluiten maar.
Maandag 20 september
Edith en ik maakten
een lijf-aan-lijf dansje op de Accordéon Mélancolique
van de Parade des Poules, een van de twee CDs (naast het
Orkest Polytour met Le roi des jongleurs), mij toegestuurd
door de accordeonist Jean Pierre Guiran, die mij zo stemmingsvol wist
te begeleiden bij het adopteren van het driejarig appelboompje (nr.152)
in de biologische appelboomgaard van de Olmenhorst in Lisserbroek. Bedankt,
Le Hot Club de France weende mee...
Terugkijken of vooruitzien? Terugkijkend is de meest nabije herinnering
nog het meest vers; het bezoek van drie heren vanochtend die van mij
een tekening op steen verlangen voor een litho. Maar al te graag: volgende
week een bezoekje aan een Utrechtse drukkerij en pasta eten bij Baldin.
Gisterenavond laat in televisieprogramma 'Wonderland' de oren gespitst
bij enkele ontroerende slotopmerkingen van de schrijver Leon de Winter:
'De onwaarschijnlijk mooie Nederlandse hemel! Soms besef je de breekbaarheid
van alle dingen, voel je even het geluk en denk je: wat zijn wij rijk
dit wonder van het leven mee te mogen maken. Wij zijn de adel van de
geschiedenis!' Uit het geheugen naar waarheid opgetekend - we waren
teruggekomen van een rijke middag in Ruigoord, waar inderdaad die wonderschone
hemel zich uitspande.
Om beter zicht op het uitspansel te heben, was er boven aan de dijk
met uitzicht op de Afrikahaven en de horizon van Noordszeekanaal en
Amsterdam-Noord een tempeltje gebouwd, ter ere van de feminieme goddelijkheid
in ons allen. Wij namen maar al te graag plaats. In de culturele vrijhaven
Ruigoord zelf kon op een twintigtal plaatsen het gluren bij de buren-spel
beoefend worden; ateliers die anders slechts als werkplaats dienden
stonden open voor bezoek. Theo Kley beheerde een theetuin, De Witte
Aap (goedkoopste tweedehandsboekhandel van Nederland) was geopend, galeries,
studio's, foto's - installaties van Popke Bakker in de grote Schuur;
figuratief werk van Emanuel Lorsch, de serie van zestien staande personages,
waarvan ik de laatste was, nog ruikend naar verf, van Hennie van der
Vegt; zelf 'hing' ik met acht oostindische inkt-tekeningen in de Pastorie,
waar ook werk van Aat Veldhoen en Guus Boissevain te zien was - de makers
helaas op dit moment uitgeschakeld.
Een mooie hemel, mooie mensen, leuke gesprekken, goede verstandhoudingen.
Robert Doolaard glom van oor tot oor: zijn astrologische onderzoekingen
vallen in steeds vruchtbaarder aarde; hij acht het nog altijd van groot
belang dat mensen beseffen dat wij ons in een nieuwe Renaissance bevinden,
met alle geboorteweeën stuiptrekkingen van dien. Live jazz in de
kerk en een Doekenbal na, dat wij niet bijwoonden.
Nog verder terugkijkend: de zateredagmiddag poëzie in het Haagse
Westbroekpark ('Poëzie aan de waterkant) trok door het wisselvallige
weer minder bezoekers dan vorig jaar, werd me verzekerd, maar de dichters
Tsead Bruinja, Jet Crielaard, Andy Fierens, en AGC Vianen plus ondergetekende
hadden in elk gecval een aandachtig gehoor. De muziek van Can of
Be was prachtig; de stem van de zangeres deed me aan Buffy Sainte-Marie
denken - zou ze die kennen? Presentatoren Diann van Faassen en Harry
Zevenbergen organiseren met hun SUB-vereniging veelvuldig literaire
activiteiten in de hofstad; bereikbaar via www.subliterair.org.
Een van de leukste ontdekkingen van het weekend waren de papieren, die
ik onder ogen kreeg van de Utrechtse UniC-school (eigenzinnig havo-vwo)
waar Edith's nichtje van bijna 12, Laura haar middelbare schooltijd
heeft aangevangen.
Ik heb nog niet rondgekeken op www.unic-utrecht.nl,
noteerde wel twee andere schoolwebsites: www.digischool.nl
en schoolweb.argo.be.
Het zal mijn eerste ontmoeting met het web-based onderwijs
zijn; wat zal er veel te genieten zijn! Digitale vaardigheden; al in
de eerste klas van de middelbare school bouwen aan een eigen website.
Naar ik begrijp een pilot project, dat ik al het goede toewens.
De inleiding die ik schreef voor een nieuwe uitgave van Aldous Huxley's
De eeuwige wijsheid, is in dank aanvaard, hoor ik zojuist van
de uitgever telefonisch - ja, dat apparaat werkt ook nog. Een onuitputtelijk
schrijver, deze Huxley - en de familie waaruit hij stamt ook niet een
der minste; zijn broer Julian heeft in grote mate bijgedragen aan de
oprichting van de Unesco, na de Tweede Wereldoorlog, als een der gespecialiseerde
agencies van de Verenigde Naties, onze enige redelijke hoop in
deze wereld. Zei hij.
Vrijdag viert Bart Chabot zijn 50e verjaardag hier in Amsterdam (Hotel
Arena), de dag erna ben ik weer in Den Haag, voor het jaarlijkse
Dichter aan huis, waar Miriam Van hee en ik voor uitgelezen (uitverkocht)
publiek uit onze gedichten lezen in het gebouw van de Taalunie aan de
Lange Voorhout.
Stippeltje stippeltje, uitge(s)tippeld. Andere leuke dingen wachten,
een prettige week toegewenst: be good. Love, Simon V.
Zaterdag/zondag 18 & 19 september 2004
Deze week heb ik
weer eens een aantal van mijn onbenoembare gewaarwordingen overgebracht
op papier; oost-indische inkt, pikzwart, vormt en ontvormt in de woeste
actie tussen plensen en drogen - een kras hier, een teken dat op een
letter lijkt, daar. PIJN staat er, niet meer uit te vinden of het lichamelijk
of geestelijk is. AU doet de wereld, waarin je de stappen zet, die je
agenda van je verlangt. Edith aan mijn zijde, samen kunnen wij alles
aan.
Verrast ook door de nieuwe openingen en ontmoetingen; een druk jaar,
ook vol afscheid nemen. Eergisteren de crematie van Bart Huges (1934-2004;
Huub in mijn boek Liefde uit 1964); de Telegraaf zou vandaag
over hem berichten, vanmiddag te lezen bij mijn schoonouders in Den
Haag - eerst gedichten lezen in het Westbroekpark.
Vandaag begint ook Openbare werken, een open atelier weekend
in Ruigoord, vanaf 12 uur vandaag en morgen (omlijst door diverse attracties);
wij hopen er morgen te zijn. Edith heeft inlijstwerk verricht, kijken
hoe de acht werkjes tot rust komen in de pastorie van de Kerk. De lijst
van deelnemers en gasten (uit de galerie 'In de Etna' van de Rapenburgerstraat)
telt zo'n vijftig namen.
Afgelopen weken (twee keer in Ruigoord geposeerd) maakte Hennie van
der Vegt een portretschilderij van me; de Minerva-traditie zal ik maar
zeggen, het echte schilderen met penseelstreken die het handschrift
van de schilder zijn. Van deze mensen ligt een aantal me dicht aan het
hart, vanwege gedeelde (psychedelische) ervaringen - hoe goed het is
door de mist heen te kijken en leven in ogen te zien, de glimlach die
de ziel blootlegt, de vertrouwde trekken van mensen die je lief zijn.
In Liefde Bloeyende: zie www.ruigoord.nl,
en verdwaal niet. Het overkwam ons weer eens, terug van de Olmenhorst
in Lisserbroek, waar ik van mijn geadopteerde appelboom heerlijke (zelf
geproefd) appels mocht plukken raakten wij weer eens verzeild tussen
snelwegen en de keuze tussen richting IJmuiden of Halfweg. We kwamen
er als altijd, de werkeloze kranen in de Afrikahaven kwamen dichter
en dichterbij. Het nadeel is uiteraard dat Ruigoord niet op ANWB-borden
is aangegeven. Maar het is er heus, en vanuit Amsterdam is het, kronkels
meegerekend, gemakkelijk genoeg. Richting IJmuiden, en met bus 82 vanaf
het Marnixplein.
Zo laat als ik gisteren met Kersvers was (nadat ik de hele
dag een groot artikel, voor het eerst, op het scherm had gecomponeerd),
zo vroeg ben ik vandaag. De paden op, de lanen in, vooruit met flinke
pas. En trek je het Amerikaanse begrotingstekort niet aan, al bedreigt
het de wereldeconomie. Volgens mij wordt de wereldeconomie al langer
bedreigd, door de lieden die geld niet als middel, maar als doel zien.
En maar graaien en oppotten, je kunt er een heel leven aan wijden. De
mensen die ik zelf als vrienden zie, hebben gekozen voor het Zijn in
plaats van het Hebben: en reken maar dat je dan rijker leeft. Zo, nu
even afzwaaien. 'When you read me, smile a little!' heeft ooit Henry
Miller geschreven. Sluit ik me met graagte bij aan, prettig weekeinde
eenieder. Licht en Liefde op je pad. Simon V.
Vrijdag 17 september 2004
Op zeventien september
1179 stierf in de abdij van de benedictinessen op de Rupertsberg bij
Rüdesheim aan de Rijn een tweeëntachtig jaar oude non. De
abdij ligt in een romantisch landschap op een heuvel, die hoog uittorent
boven het Rijndal.
Aldus Hoofdstuk I. Het levende licht in Louis A.M.van den Bercken's
Hildegard von Bingen - haar leven, mystiek, muziek en geneeskunde
(Ankh-Hermes bv, Deventer tweede druk, 1996). Als hoofdstuk
VII, Hildegards natuurfilosofie openvalt bij het doorbladeren, lees
ik daar haar uitspraak: 'Hoe uitzonderlijk is toch het innerlijk weten
dat de Eeuwige ieder schepsel draagt.'
Om datzelfde weten gaat het, ging het mij vandaag bij het schrijven
van een inleiding voor een nieuwe uitgave van Aldous Huxley's De
Eeuwige Wijsheid, een bloemlezing met uitspraken van heiligen en
wijsgeren, uit Oost en West, in alle perioden van de wereldgeschiedenis,
over zo'n drieduizend jaar verspreid, alle vanuit de mystieke ervaring
beleefd en geschreven, met de grootste gemene deler, waarover zij het
allen eens zijn, niet uit openbaring, overlevering, dogma en geschiedenis,
maar door de eigen transcendente ervaring, die openstaat voor wie zich
daar met overgave aan wil wijden.
De mitsen en de maren; zover is het nog lang niet met ons soort schepsel,
daar kunnen we het wel over eens worden. In het duister van de tweede
wereldoorlog stelde Huxley dit boek in Californië samen, omdat
hij inzag dat er nooit vrede op aarde zou kunnen zijn, nooit meer dan
een tijdelijke wapenstilstand, als er geen gemeenschappelijke Weltanschauung
gevonden kon worden. Het is nog altijd een heel tijdig en nuttig boek,
voor degenen die bereid zijn meer te willen weten van de verschillende
wijzen van bewustwording van het Zijn.
Moeten we dat nou willen? hoorde ik een vertwijfelde locale politica
uitroepen op AT 5. Mooi gestelde vraag, waaruit hopeloze machteloosheid
sprak. Het geeft ook heel juist weer, in welke situatie de wereld zich
bevindt, met het stuurloze, steeds meer verwarring veroorzakende en
feilende beleid, waaronder bijna alle Systemen, waar ook ter wereld
gebukt gaan. Genocide, hongersnood, de al te innige omhelzing van de
vrije markt, de ons van alle kanten omringende dreigingen, waarvan de
Angst wel de grootste is. Moeilijk je daarvan los te koppelen, wel te
weten wat je niet wilt - en dientengevolge handelen.
Ik doe al decennia niet aan deze schijnwereld mee, ik neem me ter harte
Burroughs' uitspraak: "Remember, stay outside!" Ik
ben dan wel deel gaan uitmaken van het wereldwijdeweb, maar ik zal er
wat mij betreft alles aan doen om het te doen trillen van liefde en
wijsheid, voor zover ik daar zelf iets over in de melk te brokkelen
heb. Mijn laatste twee gedichten gelezen op de link Dichterdesvaderlands?
Gauw kijken. Ciao. SV.
Donderdag 16 september 2004
Mijn jongste zoon
Arthur (1978) is mijn geweten; wij komen tot openhartige gesprekken.
Hij verwijt me gemakzuchtig te zijn in familie-aangelegenheden. Hij
vraagt zich ook af of ik sommige dingen die hij mij vertelt wel voor
me kan houden. Hij geeft een voorbeeld, ik bezweer hem mijn discretie.
Voor mezelf heb ik vanaf het begin van mijn schrijverschap altijd de
waarheid en niets dan de waarheid willen vertellen: onderweg besefte
ik maar al te vaak hoe daarmee mensen, andere mensen, te kwetsen zijn.
Ik nam me in interviews ook voor nooit iets over medepennnevoerders
te zeggen, niet uit lafheid, maar vanwege het onbegrip dat uit misverstanden
groeit. Op een gegeven ogenblik weet je maar al te goed, dat alles wat
je zegt, zowel voor als tegen je kan worden gebruikt. Dat is nu eenmaal
het tweesnijdend zwaard van het Woord.
Ik weet taboes te hebben overtreden, die het voor mij niet meer waren,
of nooit geweest zijn.
Over mijn ontknaping schreef ik vertederd en met plezier, omdat ik notabene
via andermans handgrepen mocht ontdekken wat een orgasme was. Nouja,
stel je voor! Ik was net 17, vlak na de 'bevrijding'.
Roel van Duyn vertelde dat hij mij in zijn schooltijd als 'held' beschouwde,
na twee boeken van me te hebben gelezen; in elk geval noemde hij twee
titels Zolang te water en Wij helden.
Inderdaad heel andere normen en waarden dan de toen geldende, wat
eens te meer bleek uit mijn boek Hoogseizoen (1962), waarin
ik de min of meer underground levende personages rond het Leidseplein
beschreef. Een eerdere publicatie van een hoofdstuk daaruit, geheten
'De barbaren van het Leidseplein' had het blad Twen/Taboe moeilijkheden
bezorgd - adverteerders zegden af - misschien heb ik wel bijgedragen
tot de ondergang van het blad, dat maar vier keer verscheen.
Almar Tjepkema en André van der Louw, redacteuren, lieten zich
in de facsimile-uitgave (Peter van der Velden, Amsterdam, 1981) in die
zin uit. Van der Louw aan het woord: 'Dat was het niet alleen, dat heeft
ons niet alleen de das om gedaan. Je kunt ook niet zeggen dat er zo
uitstekend commerciëel werd gewerkt, dat het management zo goed
was. Voor mij staat het nog steeds niet vast dat er geen markt was voor
het blad. TWEN/TABOE had problemen met de adverteerders, maar niet met
de verkoop.'
Ik weet dat ik een flapuit ben geweest, een keffertje volgens Vrijman,
dat ik ook loslippig was, hardop heb durven zeggen (in een gedicht)
dat Gerrit Achterberg een moord had gepleegd, in een tijd dat daarover
alleen maar gefluisterd werd. En ik, ik las Norman Mailer, diens essay
TheWhite Negro, waarin het profiel werd geschetst van die Amerikaanse
existentialist, die hipster genoemd werd. En ik las elders
bij Mailer: For I wish to attempt an entrance into the mysteries of
murder, suicide, incest, orgy, orgasm and Time. These themes now fill
my head and make me think I have a fair chance to become the first philospher
of Hip.'
Dat is allemaal lang geleden, zeg, je spreekt van toen en toen; laat
het nog altijd even interessant zijn, onderdeel van die verbijsterende
veranderingen die in de wereld en in onze maatschappij hebben plaatsgevonden,
veranderingen die hun culminatie nog niet bereikt hebben, and we
ain't seen anything yet..En ik heb nog veel te vertellen...Uw discrete
dw.dr. Simon Vinkenoog.
Woensdag 15 september 2004
de taal hernemen
aan een handvol arme lieden
die met zichzelf en de hunnen
openluchttheater spelen
wuivend met de uitslag
lopen wij
door het park in de ochtend
weer een jaar om
het zingen te verleren
weer een jaar om de arcering der toendraas
uit het hoofd te vergeten
wij lachen de getallen
aan
wij weten van wanten
en wij kennen de plaats
van de jaartallen en de kunstmatige bevruchting
wij hebben het hele
programma doorgenomen
wij weten het wij danken het schoolbestuur
voor de blijken van belangstelling
maar wij gaan eruit wij treden af
wij zien de symboliek
niet meer
wij willen naar huis met ferdy spelen
en in de avonden
in de huiswerkloze
zomeravonden luisteren wij zwijgend
naar de woorden
uit het cahier van bijvoorbeeld remco campert
(Simon Vinkenoog:
Land zonder nacht, N.V.Em.Querido's Uitgeversmij,
Amsterdam, 1952.)
Niet het laatste gedicht, waarin zijn naam voorkomt. In mijn dichtbundel
De ware Adam uit het jaar 2000 (uitgeverij Passage, Groningen)
verhaal ik mijn eerste ontmoeting met Remco Campert. Zelf ben ik verheugd
over de twee gedichten die hij ooit aan mij opdroeg; een ervan (Voor
Blowers) heb ik opgenomen in Goede raad is vuur, begin dit
jaar (eveneens bij Passage) verschenen.
De laatste strofe is klassiek geworden. In De Kleine Komedie, waar Remco's
75ste verjaardag werd gevierd, las Bart Chabot de acht regels op zijn
hoogst eigenzinnige wijze voor; hier komen ze fluisterend:
"Deze vreemde ontroering
die poëzie is
wantrouw ik niet meer,
dat hebben mij geleerd
de jazzmusici:
de wereld swingt als de pest,
de rest
is gemompel van bedelaars."
Dat Remco Campert
ons nog vaak deze vreemde ontroering moge doen meebeleven, is mijn oprechte
wens. Uit zijn debuutgedicht in Libertinage, mei-juni 1950:
"Een stem, die door alle huizen zingt
het water doet overkoken en
de stoppen der berusting doet doorslaan.
Een stem, waarvan het geluid zich voortplant
door de buizen onder de vermoeide stad
en die antennedraden op maanlichtdaken
doet trillen, trillen, trillen...
Zo'n stem: eerder rusten wij niet."
En nu de appelboom
adopteren in Lisserbroek. www.luther.de
waarschuwt ons: "Many more legends about Luther and trees swirl
around, one of the best known should be mentioned, the famous saying:
'If I knew that tomorrow was the end of the world, I would plant an
appletree today!' is attributed to Luther. One must remember, that
the first written evidence of this saying comes from 1944..." Weer
een illusie in duigen! Nog een broodje Aap! Nu uitvinden, Atte Jongstra,
wie zei dat dan waar?
Groeten allemaal: de stroom rijst al meer en meer. Simon Vinkenoog
Dinsdag 14 september 2004
Holy Cross Day,
nog altijd vanuit de Festival Calender, uitgegeven door de Engelse Shrine
of Wisdom. Bovendien de geboortedag van de hermeticus Henry Cornelius
Agrippa (1486-1535).
Terug naar het Nu: zojuist Roel van Duyn, die mij het boek van Riane
Eisler, De Kelk en het Zwaard kwam terugbrengen, alsmede het
7 jaar geleden aan hem uitgeleende De Mahatma Brieven
aan A.P.Sinnett van de Mahatma's M. & K.H., samengesteld en ingeleid
door A.Trevor Barker, een uitgave van de Theosophical University Press,
Pasadena, Den Haag, München, 1979 - waarvan ik het (uitgeleende)
bestaan vergeten was. Ondertussen is duidelijk dat M een afkorting van
Morya is, en K.H. is uiteraard Koethoemi. Wat dan nog? Voer voor theosofen.
Gesprekken met Roel brengen altijd zijn klaterende lach tevoorschijn
- uiteraard is hij gelukkig met de verschijning van zijn boek Liefdesverdriet
(Roman, gevolgd door Hoe word ik een ster in ldvd?), een uitgave
van J.M.Meulenhoff. Zijn eigen ldvd schijnt voorbij en over & out
te zijn, ondertussen heeft hij spreekuren voor lijders aan ldvd en weet
hij daar smakelijk over te vertellen. Ook haalde hij herinneringen op
aan onze eerste (door mij allang weer vergeten) ontmoeting; met zijn
Montessorivriend Hans Korteweg was hij vanuit Den Haag op de brommer
naar Amsterdam gereisd, om ook hier een anti-atoombomprotest te organiseren;
ik stond op het lijstje namen van mensen die zij daarom gingen opzoeken,
uiteraard spreek ik van de beginjaren zestig. Ik weet in die tijd aan
dergelijke manifestaties te hebben meegedaan; ook ik was onder de indruk
van de toen ruim negentig jaar oude filosoof Bertrand Russell, die in
Engeland vooropliep bij demonstraties van het Committee for Nuclear
Disarmament. Ik herinner mij naast Jef Last, bij een andere gelegenheid
A.den Doolaard, op een podium te hebben gestaan om mijn anti-bomgedichten
voor te lezen, en nog beter herinner ik mij een bijeenkomst in het Amsterdamse
Krasnapolsky, waarbij Hugo Claus tijdens het lezen van een gedicht een
groot keukenmes te voorschijn haalde en het aan zijn keel zette, om
zijn woorden kracht bij te zetten. (Zo kwam hij ook gefotografeerd op
het omslag van het literaire tijdschrift Podium te staan).
Over literatuur gesproken - overkomt me niet zo vaak - er waren gisteren
heel wat vertegenwoordigers van dat volkje bijeen in de Kleine Comedie
om Remco Campert's 75e verjaardag te vieren. Met Wim de Bie uiteraard
een enthousiast gesprek over onze web-activiteiten, Jan Wolkers roemde
ons tuinierbestaan; ik durfde nauwelijks te bekennen dat wij dit jaar
de tuin schromelijk verwaarloosd hebben - maar de druiven zijn langzamerhand
blauw aan het worden; kleiner dan vorig jaren, maar wel zeer overvloedig.
Immer ook verheugd Louis Lehmann te zien en zijn (ook Google-ende) gezellin
Alida; hij is de senior onder de mij bekende en nog steeds zeer aanwezige
dichters die ik ken. Ben Borgart stond toe te kijken; onlangs las ik
een verhaal over hem als 'vergeten schrijver' in een serie van Joris
van Casteren; zijn De vuilnisroos uit 1972 is een vergeten
meesterwerkje.
Er zou een reeks 'vergeten' boeken uit te geven zijn; zo liggen mij
Jan Campert's Slordig beheer en Jacques Gans' Liefde en
goudvissen na aan het hart - al is het alleen maar omdat beiden
het vechtpartijtje beschrijven, dat zij hadden om een Vrouw. Even hierover
niet verder denken. Gisteren maakte ik acht tekeningen in oostindische
inkt voor de expositie Openbare Werken, Kunst in Ruigoord:
een open atelier weekend op 18 en 19 september vanaf 12 uur, omlijst
door diverse attracties. Meer info op www.ruigoord.nl
- de lijst deelnemers bevat 36 namen; bovendien zijn er 18 namen uit
de Umwelt van Galerie 'in de Etna' uit de Amsterdamse Rapenburgerstraat,
gevolgd door het onvermijdelijke 'en vele anderen...'.
En nu terug naar het te schrijven gedicht, morgen in Lisserbroek voor
te lezen voor de actie www.adopteereenappelboom.nl
- doén, een uitstekend initiatief van Biologica. En in afwachting
van de volgende bezoeker van de Boeddhistische Omroep, in verband met
een programma over Bert Schierbeek, de eerste naoorlogse schrijver die
het Zenboeddhisme voor zijn lezers uiteenzette. Zon schijnt. Leven leeft.
Alles doet mee. Wat hier is, is overal - wat niet hier is, is nergens.
Leve het Hier & Nu: wij zouden niet zónder kunnen. Adeus.
Simon Vinkenoog.
Maandag 13 september 2004
Ja, ik blijf kiezen
voor de onbevangenheid, die ook wel naïveteit wordt genoemd, het
vertrouwen dat je wel in mensen moet stellen, wil je leven zoals het
hoort: bijtgraag, gulzig, overtuigd. Overtuigingen komen niet uit de
lucht vallen, vanaf het scherm, onderweg, met de wind mee. Wat zijn
je grondtonen, grondrechten? Waar heb je het over? Bij wie kom je binnenvaren?
Wat staat de wereld te wachten, jou, mij, mijn vrouw en kinderen, schoonouders,
memento mori, wie niet? Hoe maak je waar, wat je schrijvend achterlaat,
datgene wat voor jou het diepst bij de oorsprong ligt? Waarom is de
ene mens creatief, en de andere blijkbaar niet? Waarom wordt er niet
veel meer op gehamerd dat je als mens beter deel van de oplossing kunt
zijn dan deel van het probleem? Waarom wordt zoveel op de lange baan
geschoven, dat onmiddellijk ter hand zou moeten worden genomen? Wanneer
gaan wij het primaat van de economie te lijf, dat zoveel vernietiging
teweegbrengt? Wij kunnen niet op ons eentje of met zijn allen de Verenigde
Staten te lijf, dat straks tenonder zal gaan aan zijn eigen tekortkomingen.
Wat we wel kunnen doen, dunkt mij als deskundoloog in Current Affairs,
gehuisvest in bakermat Europa, zoveel mogelijk afstand nemen van dat
Monster Moloch.
Ik neem Aldous Huxley's brieven door, een in 1969 bij Chatto & Windus
in Londen verschenen uitgave van 992 pagina's: Letters of Aldous
Huxley, edited by Grover Smith, voor wiens werk Hoedje-af. Niet
alleen het toeval, het ongezochte, leidde mij tot het lezen van zijn
brief van 31 oktober 1944, vanuit zijn woonplaats Llano in Californië
geschreven aan zijn Engelse uitgever Harold Raymond.
Ik laat de tekst onvertaald, maar wil even wijzen op de actualiteit
en de similarities, gezien de komende Amerikaanse presidentsverkiezingen.
Zestig jaar geleden:
"The presidential election is now in its final stages of ebullition.
To an outsider it seems largely a choice between evils. (...) A party
composed of an incompatible mixture of liberals (with Bonapartist tendencies
towards tyranny by plebiscite), southern conservatives with slave-holding
mentalities, and corrupt city bosses. And against it a party in which
the dominating power is in the hands of the big capitalists and money
manipulators. I presume that Roosevelt will win - though nobody seems
to know for sure. I doubt whether either candidate will be able to do
very much to shape foreign policy, which will depend on circumstances
- first, on what Russia wants to do with Europe (a matter on which,
it is now obvious, nobody but Stalin is going to be allowed to have
much say); second, on the extent and intensity of the reaction of the
great masses of Americans and their representatives in Congress towards
a disgusted isolationism or a purely national imperialism, making uses
of the most colossal naval, air and military forces ever brought together
in history. (...) Ever yours, Aldous H."
Aldus Aldous. En nu aan het stille, het verstilde werk.
Vanavond feestavond: Jan Mulder als spreekstalmeester bij de viering
van Remco Campert's 75ste verjaardag in De Kleine Komedie.
Het is ontegenzeggelijk herfst, hoorde hij zich zeggen bij het opstaan.
Dit alles heb ik tik voor tik gezegd. Weer of geen weer. Goedendag.
Simon V.
Zondag 12 september 2004
De poëziewedstrijd
voor jongeren, het Kasteeljuweel 2004, dat zich gisteren rond
het Muiderslot afspeelde, was een groot succes, mede dankzij de inzet
van de weergoden, die het droog hielden.
In juni dit jaar vond de eerste ronde, waaraan leerlingen van acht middelbare
scholen (uit Weesp, Almere, Amsterdam Oost en ZO) deelnamen, plaats:
op bezoek in en rond het Muiderslot werd hen gevraagd een gedicht te
schrijven bij de elf beelden, opgesteld in de pluktuin, de berceau van
de warmoeshof, de slotgracht en de vestingwal. Van de meer dan driehonderd
inzendingen werden er vijftig geselcteerd voor uitgave in een boekje;
een jury wees daaruit drie prijswinnaars aan.
De tweede ronde, gisteren gehouden, bestond uit de voordracht van de
leerlingen bij de door hen verkozen beelden: een andere jury, waarvan
ik deel mocht uitmaken, diende de besten daaruit te kiezen. Familieleden
en vrienden waren uitgenodigd, zo'n driehonderd man, vrouw en kind,
die in groepen werden verdeeld - zij mochten een eerste, tweede en derde
publieksprijs toekennen. Het oordeel van de 'vak'jury over de eerste
prijswinnaar kwam overeen met dat van het publiek; altijd (vaker) een
goed teken!
Bij het beeld Masker van Auke de Vries schreef Awaz Barwari
van de Helen Parkhurst-school uit Almere (3 vwo) het volgende winnende
gedicht:
Ik zie jou dansen
Je bent de melodie van het lied
Ik wil je naam uitroepen
Het kan niet
Wil je gezicht in mijn handen
Wil je horen leven
Haal het masker van je gezicht
Schreeuw jij in mijn dromen
Je bent van mij wist je dat
Jij ademt uit
Ik adem in
Jij slaapt op koningsbedden
Ik tussen de restjes
Zo veel verschillen toch dichtbij
als onze blikken kruisen
Wil je vertellen dat je moet weten
Mijn masker is mijn gezicht.
Het boekje Kasteeljuweel 2004 met de 50 gedichten, inleidende
teksten, afbeeldingen van de beeldhouwwerken en informatie over het
Muiderslot, werd uiteraard aan de jonge dichters geschonken (hoe interessant
het gadeslaan van le plaisir de se voir imprimé!) en
is voor € 5 te koop bij de Stichting Rijksmuseum Muiderslot, Herengracht
1, 1398 AA Muiden, www.muiderslot.nl.
Voor deelname aan Kasteeljuweel 2005: zie de website of neem contact
op met drs. Ida Schuurman, educatief medewerker Muiderslot, 0294-256262,
email ida.schuurman@muiderslot.nl. Een zeer lofwaardig streven, in samenwerking
met de School der Poëzie. Tot volgend jaar, DV, lieve vrienden
en vriendinnen!
De zaterdagavond-televisie (sorry, Frank Starik, ik was niet bij de
presentatie van je nieuwe dichtbundel) bracht drie Nederlandse films,
waarvan de vroegste, Morgen gaat het beter uit 1939 ons nog
het meest ontroerde, mede dankzij de hartveroverende aanwezigheid van
Lily Bouwmeester (dankje, AT5 en Filmmuseum); Makkers staakt uw
wild geraas uit 1960 van Fons Rademakers was voornamelijk interessant
vanwege de Leidseplein-sfeer en het voortreffelijke spel van Yoka Berretty
en Ellen Vogel, terwijl De Grot van Tim Krabbé ons helaas
nauwelijks wist te bekoren: het spel van intriganten en manipulatoren
stuit ons - in film en werkelijkheid - tegen de borst.
Zo, en nu even vooruitzien - dat doe ik in mijn eentje. Gegroet, fanclub!
Simon Vinkenoog.
Zaterdag 11 september 2004
King and Queen Initiates
of Ancient Egypt. Terra, 11 september 2004 anno Domini. De Amerikaanse
paranoia slaat toe, sinds deze datum in 2001 als beeldenstorm gegrift
staat in geest en oog van velen. Het blote feit dat veiligheid niet
bereikt wordt door versperringen, gewapende patrouilles en militair
of politioneel machtsvertoon is nog niet tot de heersende machten doorgedrongen.
Indien de Westerse wereld zich maar een klein deel van de rijkdom zou
ontzeggen, waarvan het nu geniet, dan zou binnen niet al te lange tijd,
ik schat enkele generaties, een einde aan ziektes als honger, armoede
en oorlog gemaakt kunnen worden, en het leven op aarde een Paradijs,
zoals het bedoeld was.
De ideeën blijven in de verhalen van science-fictionschrijvers
hangen, in de laboratoria waar de meest opwindende ontdekkingen gedaan
worden, dringen door tot in de rapporten aan de politiek - waar daar
verder niets mee gedaan wordt, of hoogstens misbruik. Men ziet toch
deze afgelopen week vol onzetting of leedvermaak toe, hoe jarenlang
het Parlement, het hoogste orgaan van de staat der Nederlanden, zich
heeft laten bedotten door de zogeheten regeerders, die louter marionetten
bleken in het achterbaks lobbyspel van de HH transport en havenbaronnen.
Ja, professor Heertje mocht zijn getuigenis afleggen; al in 1998 had
hij premier Kok en een paar ministers zijn artikel Stop de Betuwelijn
gestuurd - nu kan hij zeggen: 'Ik heb er ongelooflijk veel van geleerd.
Ik vind dat ik op de cruciale momenten heb gewaarschuwd.' Hoeveel tegels
zijn er niet alsnog te lichten.
Maar ik vind het schandalig dat de Amerikaanse paranoia ook hier steeds
meer toeslaat, in havens en luchthavens - alsof de psychopathische terroristen
die op dit moment proberen hun barbaarse wil aan de wereld op te leggen
op deze wijze tegen te houden zijn.
Viva la Muerta! schreeuwden ook de fascisten van generaal Franco
in de Spaanse burgeroorlog, die 18 juli 1936 uitbrak. Ik sprak met een
ooggetuige daarvan, Cecila vanVliet-Lichtveld. Als kind had zij met
haar ouders en zusje Noni bombardementen in Barcelona meegemaakt, en
moeder en zusjes vluchtten aan boord van een boot die hen via de straat
van Gibraltar en de Golf van Biskaje naar Nederland terugvoerde. Vader
Lou Lichtveld bleef in Spanje achter, naast schrijver onder de naam
Albert Helman , veelgelezen in die jaren, was hij(Paramaribo, 1903)
ook correspondent van Nederlandse dagbladen en zou hij zich actief aan
republikeinse zijde scharen.
Wij spraken haar in de achtertuin van het huis Frankendael, waar zij
ruim vijftig jaar woont. Er vond een garden-party plaats met barokmuziek,ter
gelegenheid van de opening van de Historisch Herstelde Régence
Tuin en het nieuwe aldaar ontstane park, tevens de aftrap van een driedaags
cultureel festival De Rode Loper, georganiseerd door de Stadsdeelraad
Oost/Watergraafsmeer in samenwerking met een aantal aldaar functionerende
culturele en culinaire instellingen. Het stadsdeel omvat zowel het Koninklijk
Instituut voor de Tropen als Betondorp ,de Breitner-toren (dit weekend
open voor rondleidingen op de 21ste verdieping), de Nieuwe Oosterbegraafplaats
(waar Jan Wolkers een grafsteen voor Theo Thijssen plaatst), het Oosterpark
en het Witsenhuis, het Pleintheater (waar ik in de jaren tachtig wekelijkse
poëzieworkshops leidde), naast talloze andere broedplaatsen, minitheaters,
hangplekken voor ouderen en voorstellingen in het Tropenmuseum en Hotel
Arena.
Een overdonderend programma, veel te zien en te horen, voor jongeren
en senioren, op 47 verschillende plekken in het stadsdeel is de rode
loper uitlegelegd ter verwelkoming van bezoek. Info www.rodeloper.org.
In het thans bewoonde huis wil de stadsdeelraad een trouwzaal, horeca-gelegenheid
en vergaderruimten inrichten: sic transit gloria mundi.
Mijn hierboven geschetste kwaadheid tegen de Amerikanen werd weer
aangewakkerd door het bericht in Het Parool vandaag dat de
als wandelpromenade ontworpen Oostelijke Handelskade van twee kilometer
aan de IJhaven met hekken is afgesloten, vanaf de kop (waar het Muziekgebouw
in aanbouw is) tot aan de Schaeferbrug, waardoor alle hoogwaardige cultuurgebouwen
en uitgaansgelegenheden onbereikbaar zullen zijn. Dit ten gevolge van
de Passengers Terminal Amsterdam, waarvan de voornamelijk Amerikaanse
passagiers optimale beveiliging eisen. 'Ik begrijp de bezwaren wel',
zegt de woordvoerder van de PTA, René Kouwenberg, 'maar de wetgeving
legt dit op. Het is óf deze beveiliging of geen schepen.'
Of de strenge veiligheidsregels, met pasjes en camera's nodig zijn,
is de vraag. Voorzitter Tjeerd Herrema van stadsdeel Zeeburg meent dat
de gevraagde mate van veiligheid ook wordt bereikt als alleen het stuk
kade waar cruiseschepen liggen, wordt afgezet. En dan alleen als er
ook daadwerkelijk een cruiseschip ligt - niet permanent, en zeker niet
het hele jaar. To be continued.
Prettig weekend.Love you all.
Vrijdag 10 september 2004
Last day of Greater
Eleusinian Mysteries, Day of the Vision of the Shining One.
Bart Huges, semi-arts, telg uit een doktersgeslacht, is overleden. Heel
weinig mensen hadden nog contact met hem de laatste jaren, in zelfgekozen
eenzaamheid is hij in het AMC overleden; zijn beide dochters kregen
niet te horen waaraan - wel werd hen meegedeeld dat hij niet wilde dat
zijn nabestaanden van zijn dood verwittigd werden: zelf had hij ooit
het contact met hen verbroken.
Maar ja, wie moet de uitvaart betalen? Opgeschrikt in hun eigen leven
(beiden moeders) vragen zij zich af hoe of wat.
Over Bart deden de meest vreemde verhalen de ronde; het is mij in de
tijd dat de publiciteit over het Magisch Centrum van Amsterdam raasde,
meerdere malen overkomen dat mij gevraagd werd of IK degeen was, die
zich een gaatje in het hoofd geboord had. Nee, legde ik dan geduldig
uit, ik ben volgens Bart Huges een natuurlijke Derde Oger, want in mijn
jonge jaren heb ik twee keer een gat in mijn hoofd gekregen, dat in
het ziekenhuis gehecht moest worden: eens omdat ik in het Sarphatipark
onder het prikkeldraad van een hek doorliep, enfin dat dacht ik, want
opeens werd mijn hoofd opengereten. Au 1 dus. De tweede keer werd ik
onverhoeds tussen mijn ogen geraakt; op een speurtocht door de fundamenten
van een gesloopt huis aan de Prinsengracht was ik bij de achterkant
van huizen aan de Nieuwe Leliestraat terechtgekomen. Ik wilde nieuwsgierig
door een open raam ergens naar binnen kijken, maar werd daarvan bruusk
weerhouden: een breekijzer, wild gezwaaid, landde boven mijn neusbrug,
en ik tuimelde bloedend als een rund achteruit. Geen aangifte, nee -
dikke bult eigen schuld (die uitdrukking bestond in de jaren dertig
van de vorige eeuw overigens niet. Au 2 dus; met enige moeite kan ik
de littekens aanwijzen, zoals ook de later opgelopen AU'tjes die ik
overleefd heb.
Hoeveel pijn doet het, als je te horen krijgt dat een vriend ernstig
ziek is, getroffen door wat het dan ook kan zijn? Vrienden in inrichtingen,
verzorgingshuizen en revalidatieklinieken, sommige al jaren. Waarom
laat je nooit iets van je horen, terwijl je wel voortdurend aan hen
denkt?
En als ze sterven, wordt weer de leegte groter en is het afscheid 1
persoon dichterbij. Dichter bij ook de dichter.
Het wordt een gedicht, van Paul van Ostayen, aan te treffen in het tweede
deel van zijn Verzameld Werk Poëzie, pagina 203. En dat is het
dan, voor deze dag, althans hier.
"Zo ook gaat
de geliefde
Mitri Karamasoff
dood
Ons op de schouders
valt nu laat en schuin de schaduw
des
Iwan
Om het lijden dankbaar
worden
en schijnbaar blijde
het scherpe vechten van spin en bij
verbeiden
Soms reeds is schoon
mijn hand gesloten
alsof er geen verlangen
over mijn vingers
lag
Het is een verre
weg
naar de passieloze berg
van het blote schouwen
Logos
Tao."
Donderdag 9 september 2004
Dag van Asclepigenia,
priesteres in Eleusis. De zogenaamd dode zoon van Boudewijn Bûch
aan het woord in Vrij Nederland (vandaag in de propvolle brievenbus),
uittreksel uit het volgende week te verschijnen boek van Rudie Kagie:
Boudewijn Büch. Verslag van een mystificatie, een Prometheus-uitgave.
'Pseudologica fantastica' oordeelt de psychotherapeut, ooit door broer
Patrick Büch geraadpleegd. Ja, ik ken uit ervaring meer schrijvers
die er maar op los fabuleren en het beschrevene steeds meer als een
eigen, waargebeurd verhaal gaan beschouwen. Ik denk aan Jan Cremer die
zich de geschiedenis van een ex-legionnair uit het vreemdelingenlegioen
aanmat als zijn eigen.
Met de oplichter Boudewijn B. kreeg ik in het begin van de jaren zeventig
te maken, toen hij uitgevers als Geert Lubberhuizen en Olivier Boelen
een poot uitdraaide en een oor aannaaide. Helaas zijn beiden overleden,
en kunnen een verhaal dat ik bij me draag niet corroboreren. Mijn zelf
vraagt zich af of het zal voorkomen in Kagie's boek, anders wil ik het
hem graag eens laten horen. Basta, betreurenswaardige eenzame Boudewijn
- die ook mij ontweek, hij wist dat ik wist dat hij... wat hem er niet
van weerhield om in een VPRO-uitzending met mij langs mijn boekenkasten
te lopen om te zien wat er stond.
Al in mijn Parijse dagen (1948-1956), toen ik het allemaal nog in alfabetische
volgorde kwijt kon, vond ik het prettig mensen op boeken en schrijvers
te wijzen: het was ook mij immers overkomen? Niets liever dan iemand
die een naam noteert. Ik wees Tjitske Jansen op Anne Waldman; zij noteerde
de naam van the fastest speaking poet in the USA. En zo kon René
Franken mij wijzen op het webstekbestaan van Paul Krassner, uitgever
van het fameuze tijdschrift The Realist. En als Essensie,
geestverruimend lifestyle magazine bij mij binnenvalt (jaargang
8, nummer 87, september 2004) kijk ik uiteraad altijd als eerste naar
mijn kollum, die ik daar al die jaren maandelijks publiceer, de afgelopen
jaren op een en dezelfde pagina als Def P, die altijd heel smakelijk
zijn eigen verhalen weet op te dissen. (Mijn webstek is trouwens niet
bedoeld om mijn agenda aan te kondigen, mijn publicaties op te sommen
- ga maar naar www.kb.nl,
waar ze heel veel weten, en ik straks nog meer, want ik ben op aanraden
van deszelver helpdesk lid geworden en heb een pas die mij nog dieper
in de armen van het webwezen kan doen verzinken.
Als ik plaats wil nemen om mijn dagelijkse heerlijke plicht, 'kersvers'
te vervullen, en Edith zegt: even de email bekijken, ben ik wat tijd
kwijt, tijd niet te achterhalen maar wel in te voegen in zo'n dag die
je helemaal voor jezelf hebt, alleen met je geliefde, de mooiste eenzaamheid
die er is. Vraag maar aan Roel van Duijn, die ik hier voor de zoveelste
keer aanspreek om me het boek van Riane Eisler, De Kelk en het Zwaard,
terug te geven dat ik hem geleend heb,toen hij bij ons op bezoek was
om te weten wat liefdeslessen voor ons betekenden. Hij mag het ruilen
voor een andere uit te lenen uitgave van Riane Eisler & David Loye:
The Partnership Way. New Tools for Living and Learning.
Healing Our Families, Our Communities and Our World. A Practiocal
Companion for The Chalice and The Blade.
Ja, vrienden - het gaat ergens om. "Kunst is liefde in elke
daad.'' Paul van Ostayen wist dit, zoals zoveel eeuwige wijsheid in
zijn verzen schuilgaat. Voor wie leg je de rode loper uit? Voor wie
adopteer je een appelboom? Voor wie lees je Antonin Artaud voor? Voor
wie schrijf je? Waar mag het over gaan? Wat is te zeggen, wat blijft
onzegbaar, ongezegd? "Aan alle dingen grenst het onbedingde.''
Auctoritas. Ik kom het woord tegen in het opengeslagen boek,
als zijnde in de oorspronkelijke latijnse betekenis: the source of production
and invention. In de heersende Dominator Way was het: Feared those in
positions of authority, in The Partnership Way is het: Respect authority
in myself and others, en de daaruitvolgende Action duidt aan: Ask questions
when needed, Take responsibility for my decisions and actions, Say 'No'to
actions that violate my integrity or the integrity of others, en Find
the "common ground".
Daar is het ook mij altijd om gegaan, van de eerste schuchtere en tegelijkertijd
brutale uitlatingen van de 21-jarige in de pagina's van zijn gestencilde
blurb, tot aan de kersverse inbreng met zon en wind vandaag. De
grondlagen van verstandhouding, de grootste gemene deler, die in het
engels the Lowest Common Denominator wordt genoemd. Met de nadruk op
verbondenheid, wat hebben wij gemeen, liever dan de nadruk op wat ons
scheidt. En zo is het weer mooi gezegd, en neem ik voor vandaag afscheid
op deze golflengte. Arrivederci! Simon V.
Woensdag 8 september 2004
Sterfdag hermetist Robert Fludd (1574-1637). Tover te over; moeizaam juryberaad in Festina Lente over de finalisten van de avond. Eigenaar eetcafe, en maandelijks Poetry Place (eerste dinsdag van de maand)
Seizoen
2004-5 gisteren begonnen: 'Ik ben het nog nooit zo oneens geweest met
de jury-uitslag.' Jammer, de keuze ging tussen Alexis en Floor - van
beide dichters zullen we nog te horen krijgen, dat gaven ze me op een
briefje. Overspoeld door surrealisten; na het mij tijdens de literaire
rondvaarten op de Uitmarkt in handen gestopte (dankjezeer, Martine Woudt)
boek Het dossier Antonin Artaud, dat ik mondjesmaat lees en
zover mogelijk meebeleef (het is verschenen in een serie Schizofrenie
Dossiers), vallen mij vanochtend twee surrealistische uitgaven in de
brievenbus, van de mij onbekende Sea Urchin Editions, PO Box 25212,
300l HE Rotterdam, die mij zeer welkom zijn. (Nu een weekje verweg om
te lezen!) Ook hier, heel hartelijk dank.
www.sea-urchin.net
Over 205 pagina's Beroofd door de ruimte van Henri Michaux,
met een nawoord van Jean-Jacques Lebel, vertaald door Martine Vosmaer
& Ben Schot. Het boek bevat vertalingen uit de volgende boeken van
Michaux: Les grandes épreuves de l'esprit, Connaissance par
les gouffres, L'Infini turbulent, Misérable miracle en
La nuit remue.
Het nawoord van Jean-Jacques Lebel, Tempo van de oneindige onrust,
dat zo'n dertig pagina's beslaat begint met een bezoek dat Michaux,
de schilder Bernard Saby en hijzelf aan Leiden brachten begin jaren
zestig, om daar in het Museum voor Volkenkunde kunst uit Melanesië
en Nieuw-Guinea te bezichtigen - en eindigt - ik sla likkebaardend op,
ha heerlijk, lezen : 'De kunst die het spoor volgt, die het probleem
van de snelheid en intensiteit van de flash niet uit de weg
gaat, moet nog worden uitgevonden.'
De tweede Sea Urchin-uitgave is 126 pagina's, kleiner formaat, bevat
de vertaling van een der eerste surrealistische samenwerkingsgeschriften,
te weten van André Breton en Philippe Soupault: Magnetische
velden. De vertaler is Jan Pieter van der Sterre; de inleider Philippa
Audoin schetst de ontstaansgeschiedenis van het boek van de toen 22
en 23-jarigen; na de ontdekking van Lautréamonts vergeten geschriften
in de Bibliotheque Nationale, wilden zij diens adagio waarmaken: 'Poezie
moet door iedereen gemaakt worden. Niet door één persoon'
en kwamen tot automatisch schrift. Ook hier weer minstens twintig pagina's
saillante details - men raakt nooit uitgekeken, elke surrealistische
ontmoeting is er altijd een met een werkelijkheid, die het sociaal gebeuren
net te boven gaat. Niet boven de pet; maar deze info heb ik even op
het kennisnet gezet. Wordt vervolgd, DV, mooi weer lokt en afspraak
in Ruigoord. Overmorgen De Rode Loper uitleggen in Frankendael. Volgende
week appelboom adopteren. Take it easy, Simon!
Dinsdag 7 september 2004
Zo gewend
aan dagelijks bekijken van de wereldsituatie, dat ik van de kaart ben
als ik een dag onbereikbaar ben via mijn webstek. Het was te wijten
aan een technisch-administratief probleem in verband met mijn directe
domeinnaamverbinding met de onvolprezen provider xs4all. Maar goed,
wat ik gisteren, maandag, noteerde is niet op de dag zelf onder de ogen
van jullie happy few bezoekers gekomen, maar nu pas, de dag daarna,
terwijl ik tevens deze flessenpost de virtuele oceaan inwerp.
Ik heb trouwens niet te klagen over belangstelling; mij worden vragen
gesteld en ook ik doe dat, als ik sommige mensen vraag om een bijdrage
voor het Guesthouse. Het liefste heb ik dat ze hun theorieën uiteenzetten,
pragmatisch aanwezig zijn; het programmeringsproject van gedachtengolven
rond de wereld tot een planetaire synthese brengen, is een opdracht
die niet alleen mij werd verstrekt. Laat het netwerken in mijn leven
een rol van betekenis gespeeld hebben, voordat de benaming zelf maar
bestond. Als ik tijdens ervaringen en ontmoetingen twee mensen tegenkwam,
die met hetzelfde bezig waren zonder dat ze het van erkaar wisten, was
er (en is er) geen groter vreugde dan beiden samen te brengen. Elk moment
is geschikt voor de dialoog, in elk gezicht tref je de essentie aan,
waarnaar je uiteindelijk op zoek bent.
'Genadeloos goedgeluimd' noemt Bart Steenhout, muziekcoördinator
van De Morgen in een herdenkingsartikel, de afgelopen zaterdag
overleden Bram Vermeulen. 'Een man van in de vijftig die het voor elkaar
had gekregen het kind in hem te bewaren. Als hij er was, was hij niet
te negeren.'
Tegelijkertijd, blijkt uit een ander profiel van Vermeulen, geschetst
in diezelfde krant door Dirk Steenhaut, dat de blueszanger zich tijdens
een interview, december vorig jaar gehouden, al aan het onthechten was.
'Eigenlijk zouden we moeten leren om alleen te zijn. Dan zou samenzijn
echt een optelsom zijn en geen deelsom. Alleen zijn is volgens mij de
essentie. Dat is een oergevoel. Zo van: ik ben ik, en de tijd ben ik
ook. Zolang ik dit lichaam heb, is er tijd. Als dit lichaam sterft,
is er nog steeds ik. Daarmee bedoel ik mijn wezen, niet Bram Vermeulen.
De volgende keer ben ik iemand anders. Dat wezen staat in contact met
alle andere, maar niet via het menszijn. Het idee van de reïncarnatie,
dat kán bijna niet anders.'
Godenzonen.
Op de lange weg naar de dageraad. De tijd springlevend houden, en niet
doden. En gestand blijven aan wat Norman Mailer noemde 'the rebellious
imperatives of the soul' en wat ik terugzie in Het dossier Antonin
Artaud (Uitgeverij Candide/Wrede Veldt, Amsterdam, 2003), waar
geciteerd wordt uit het manifest, waarmee hij in 1927 met de surrealistische
beweging brak: 'Boven elke reële noodzaak stel ik de logische eisen
van mijn eigen realiteit.'
En zo is dat, en met deze instemming citeer ik ook graag de volgende
regels uit het Poem for Bacchus van Ralph Waldo Emerson:
"That I, drinking this,
Shall hear far Chaos talk with me;
Kings unborn shall walk with me;
And the poor grass shall plot and plan
What it will do when it is man.
Quickened so, will I unlock
Every crypt of every rock."
Le chaim tovim. Shalom! Simon Vinkenoog.
Maandag 6 september 2004
Nagarjuna,
stichter van de boeddhistische Madhyamika school, tweede eeuw na Christus.
Er zijn geen woorden voor, zelfs de goedhartige Mirza (Kader Abdollah)
grijpt in zijn Volkskrant-column naar een geweer om op de terroristen
te richten. En wat helpen tranen, die voortdurend opwellen - al zit
ik zelf niet de hele dag aan CNN gekluisterd, als een andere columnist,
om het nog dichterbij te zien.
Wat zou een collectieve huilbui uitrichten? Ik heb daar wel eens over
gefantaseerd, zoals ik me ook wel eens voorgesteld heb dat een aanstekelijke
schaterlach, als een boze donderbui over de wereld komend, alle ongerechtigheden
zou wegspoelen, dit aspect van barbaarse oprispingen uit het verleden.
Zoveel heb ik me kunnen voorstellen, zoveel mogelijkheden om anders,
opener, op voet van vertrouwen met de werkelijkheid om te gaan, maar
zelfs de posthuum in het NCRV-t.v.-programma Copyright Mens
weer tot leven, spreken en zingen opgeroepen Bram Vermeulen sprak van
'onthechting' - wie dat kan, op dit moment, in deze wereld, is inderdaad
een heilige.
Wie midden in de wereld staat, kan zijn hoop in de toekomst hoog houden,
maar over het Nu valt die schimmige schaduw, die splijtzwam tussen mensen
van goeden wille, die niets dan vrede verlangen. Waarom hebben de monotheïstische
godsdiensten zulke orthodoxe, fundamentalistische, dogmatische en op
scheuring en afscheiding toegespitste kanten? Wat moeten we leren, onszelf
inprenten, nooit vergeten? Honest to God. You can't petition
the Lord with prayer! hoor ik Jim Morrison uitroepen. Bidden, aanroepen,
oproepen: het zijn je eigen oren, het is je eigen stem en altijd kom
je jezelf tegen; ieder mens maakt deel uit van die spiegelende werkelijkheid,
die je geeft wat je er in stopt.
Weet je wat waar is? Wie goed doet goed ontmoet. En nog waarachtiger
is de conclusie: het kwaad straft zichzelf, maar het duurt soms verrekte
lang voordat het zo ver is. En, we zullen er aan moeten wennen: de moordenaars
zijn onder ons. Laten we ons in hemelsnaam door Niets of Niemand bang
maken: dat is wat de gewilde opzet is. Geen paniek, geen angst - en
wie denkt dat het leven 'veilig' te maken is, heeft het goed mis. De
nieuwe opdracht is het, al heel lang overigens, te leren leven met onzekerheden.
Wie dat niet doet, wie zich daarop niet voorbereidt, blijft hangen in
het doem-denken en zal de stap naar het moed-denken niet kunnen zetten.
Do your own thing, en doe het met overgave. Jij (wij, gij, zij) zijn
zelf de weg, de waarheid en het leven. Harde maandagse boodschap.
A love supreme. Simon Vinkenoog.
Zondag 5 september 2004
Een prachtige
foto van Emmy Andriesse in de bizonder fraai verzorgde catalogus, verschenen
ter gelegenheid van de tentoonsteling Parijs was mieters! gisteren
geopend in het Schiedams Stedelijk Museum, tijdelijk gehuisvest in de
Korenbeurs aan de Lange Haven. Niets dan mooie foto's uiteraard, een
keuze gemaakt door Ludo van Halem en Nico Koster, samenwerkend uitgever
[studiokoster@xs4all.nl]. Niets dan mooie foto's uiteraard, maar het
beeld van de geportretteerde man, tussen zijn eigen beelden verrees
voor mijn oog, zodra ik bladerend en in feite op zoek naar iets anders
een uitspraak van de man tegenkwam. Hans Arp, Duits dichter, Jean Arp,
of Arp tout court, Parijs beeldhouwer. Aangename, ronde vormen - minder
gepolijst dan Brancusi, voor mij herkenbaar omdat ik mij na WW 2 op
museumbezoek stortte en de Werdegang van de moderne kunst in het Stedelijk
kon gadeslaan als zeventien jarige Amsterdammer. Fusie met het Van Gogh
lijkt ook mij een goed idee; ondergrondse tunnel - daar draait niemand
meer een handje voor om. Het nieuwe ontwerp van Benthem Crouwel moet
maar eens virtueel op ware grootte getoond worden met hologrammen, op
die plek - als de reclamewereld zulke trucs kan bedenken bij het voetballen,
waarom architecten dan niet met een heel plein? Vrij van auteursrecht.
Hans Arp schreef in een Zürichse uitgave, l955, Unsern täglichen
Traum., mij ooit toegespeeld door Laurens van Crevel:
"Das 'Gesetz des Zufalls', welches alle Gesetze in sich begreift
und uns unfaßlich ist wie der Urgrund, aus dem alles Leben steigt,
kann nur unter völliger Hingabe an das Unbewuste erlebt werden.
Ich behauptete, wer dieses Gesetz befolge, erschaffe reines Leben."
De waarnemer
vervolgt zijn(on)bewuste weg: ha heerlijk huiswaarts, straks de tuin
na 24 uur uithuizigheid. Gisteren vroeg in de middag een plaatselijk
mini-Lowlands Paradijsje (ik scoorde een Hanuman-boodschappentas)
Babypop in Woerden (organisatie plaatselijk jeugdcentrum Babylon)
en notabene een uurtje later (Edith voortreffelijke chauffeur) het Schiedams
Museum ('ah, ça fait chaud ici, quelle chaleur! Les grandes chaleurs,
enfin!' - foto's nog tot half december te zien, naar Den Haag, waar
vacantiefotoalbums werden ingezien, gesprekken gevoerd met de lieve
Nechama, die ons elke keer als zij haar zoon, schoondochter en kleinzoon
in Nederland opzoekt, vraagt wannneer we nu eindelijk eens bij haar
in Jerusalem komen logeren? Even later lees ik dan over de joodse Talibaan,
de ultra-orthodoxe terreur onder de Israëliers, die de Messias
nog verwachten en zich strikt aan Gods Woord houden (zoals het hier
ooit beneden op aarde is opgeschreven), in afwachting van de Messias,
etc. vrouwen verplicht achterin de bus te gaan zitten, en in hun wijken
op zaterdag geen auto gereden. Wie het verhaal niet kent, sla er even
de zazokrant van NRC Handelsblad op na.
En ook verneem ik dan in de zondagTelegraaf, dat Bram Vermeulen op 57-jarige
leeftijd aan een hartstilstand is overleden. Dappere strijder. Godzoeker.
Liefdesdichter, Neerlands Hoop in Bange Dagen.
Bladerend, kortetermijngeheugen en datgene waar je naar op zoek was.
In de Festival Calender kijkend, welke feestdag deze dag is: Hillel,
Jewish rabbi and teacher, 30 B.C. - 10 A.D. Ik zocht naar een uitspraak
van hem, en vond Arp, evengoed. De uitspraak uit mijn geheugen, van
Hillel, luidt: If not now, when? If not you, who?
En dat is de punchline voor vandaag. Tout cela est bien dit, mais
il faut cultiver son jardin.
Zaterdag 4 september 2004
Heb je
vijanden lief! Ze weten niet wat ze doen! Heel moeilijke opgave, als
de angst de grootste vijand wordt. Ze weten wel wat ze doen, maar hun
weten is geen geweten. Pandemonium: door demonen bezeten. Heksenketels.
Brandhaarden. Gijzelaars, gijzelnemers, chaos, paniek. Experts spreken
hun meningen uit, spreken van crisis-management, en voor je het weet
is de gehele wereld psychotisch. In hoeverre zulks al het geval is,
valt voor een objectief buitenstaander (van een andere planeet bijvoorbeeld,
of tijdreizend vanuit de toekomst naar nu, ons heden, hun verleden)
op dit moment niet gade te slaan. Bloed is nog altijd bloed en geen
Hetastarch, en het stroomt om je te doen leven, en niet om op te schieten
en te doden. Let's communicate or die, riep John Kennedy uit,
en bijna zou je zeggen: hij voegde de daad bij het woord.
Eén mensenleven redden om je eigen leven te redden - Rabbijnse
kennis. Wie of wat biedt redding? Wie roept de slapenden wakker? Wie
luidt de alarmbel? Wat te doen bij alarm? Vals alarm? Crying Wolf. Zovaak
moord & brand roepen, dat niemand je meer gelooft als er werkelijk
wordt gemoord en verbrand.
Ging de Kaukasus-crisis niet om olie, over wie de pijpleidingen zou
gaan uitleggen, en door welke landen? En is er nog een wateroorlog te
verwachten? En heerst er inderdaad een Raspoetin in het Witte Huis,
die Karl Rove heet en president Bush manipuleert? Wie kan niet gemanipuleerd
worden? Ik niet, denk ik, en ik hoop me ook tot onafhankelijke levende
mensen te wenden, al ken ik ze niet van gezicht - ik neem aan dat ze
er allemaal een hebben, met gelaatstrekken en zo, en een lach en een
traan. Maar wie kan zich zo isoleren van wat er in de wereld gebeurt,
dat hij/zij er schouderophalend aan voorbijgaat? Aan de andere kant
moet je niet proberen om wereldproblemen op de eigen schouders te nemen;
belangrijker is het een doel voor ogen te hebben, dat je voor jezelf
weet te verwerkelijken.
Ik mag mijn zegje doen, en dat vind ik al heel wat. Ik kan mensen aankijken
en ze vertellen dat ik altijd voor eigen parochie preek, die van de
goede wil, het samen delen en leven, het versterken van de banden die
mensen met elkaar verbinden - al genoeg dat ons scheidt en van elkaar
verwijderd houdt. Zelf ben ik met elke ontmoeting blij, waarbij mensen
zich openen, iets van zichzelf laten zien.
Begaan zijn met mensen en aangelegenheden begint in de eigen ogen. Je
hebt vaak de ogen van anderen nodig om jezelf te zien; weten wie je
bent geeft je de gelegenheid anderen op diezelfde mogelijkheid te wijzen.
En als je dat goed doet, uit volle overtuiging, dan doe je dat met Wijsheid
en Liefde, in de Wetenschap dat het ene niet zonder het andere kan.
En dat is nu juist de Kunst. En daarmee heb ik weer genoeg aan de tralies
gerammeld: Lach dan, Paljas, lach!
Uw small-niche player Simon Vinkenoog.
Vrijdag 3 september 2004
In hoeveel
werelden kunnen wij tegelijkertijd leven? Even heb ik het gevoel, dat
ik niet anders dan vragen kan stellen, terwijl er zoveel antwoorden
op alle gebieden gevonden zouden kunnen worden, als mensen zich wat
vaker achter hun oren krabben en zich zouden afvragen: wat zijn we aan
het doen, hoe kan het anders, hoe kan het beter, doelmatiger, minder
ingewikkeld, meer op de mens gericht dan op het Systeem, de regelgeving,
de verordening, het verbod?
Maar ja, mensen laten zich al heel gauw bang maken, paniek slaat toe,
en de vraag blijft: waar gaat het heen, in dit Kikkerland aan de Noordzee,
waarvan het waterpeil gaat stijgen, zogezegd? Grote inundaties allerwege,
en ondertussen het gekissebis over al wat inderdaad heel erg mis is.
Wat moet ik met zo'n geblondeerde rechtse kwiebus, voorop de Volkskrant
heel mooi in beeld met zijn armen plat voor zich op tafel en de besliste,
doch gekwelde blik: hier zit ik en ik kan niet anders...Alle microfoons
staan open - want gaat daar niet 1 stem voor de VVD verloren? Komt de
coalitie in gevaar? Welke megalomanie heeft geheerst in de wereld van
maasvlaktes en havenbaronnen? Dagelijks de ontdekking van terzijde geschoven
rapporten, nooit werd rekening gehouden (jaja geschiedenis, ik heb het
over de enquètes of onderzoeken naar overschrijdingen van Betuwelijn
en HSL-kosten) met minder ravissante voorspellingen over de toekomst,
milieu en ecologie.
Ben ik nu toch weer in die wereld gestapt? Dat krijg je als je mooie
dromen worden aangevallen door de krant die je met je koffie wordt aangereikt.
In de wereld van de Eeuwige Wijsheid verkeer ik, in mijn wereld van
hierheen en daarheen om mijn stem te mogen verheffen,
ik heb de cabaretiers van gisteren en eergisteren op televisie horen
verklaren, dat hun protesten en engagement niets uitmaakten; de wereld
wil immers slechts vermaakt worden? En bedrogen, wist vriend Niels Augustin
ook al in de jaren vijftig. Zovelen maken daar maar al te graag gebruik
van. Ben ik nog steeds dat jongetje, dat onbevangen de wereld inkijkt?
Als ik op mijn gevoel afga, natuurlijk mens blijf bij me alsjeblieft,
maar ondertussen ben je natuurlijk wiser but sadder: zoveel gefnuikt,
veronachtzaamd - ach, ach en wee. Zingen maar, met de moed der wanhoop,
en de goede wil immer opstandig. En zoekend naar mede-standers-strijders-levenden.
Iedereen wil toch vrede? Ieder verstandig mens, maar even onderlijnen?
Op de shortlist van de eeuwigheid?
Een kinder(jongens)boek bracht me het een en ander bij, Marco Kunst:
Gewist. Uitgave Querido, dit jaar - even meelezen met je volwassen
wordende kinderen of neefjes. De auteur (www.hetgevleugeldewoord.nl)
heeft Big Brother goed gelezen (Uit Orwell's 1984, weten we het nog?)
en schetst een quasi-gelukkige maatschappij binnen een ommuurde Stad.
Wie er per ongeluk uitgegooid wordt, in slaap gevallen na het laatste
metrostation bijvoorbeeld, wordt gewist, en verdwijnt uit de geheugens
van ouders en schoolvriendjes.. Dat soort avonturen buitengaats, onze
jonge held, Sig, krijgt er mee te maken De ontdekking van de vrijheid
is toch wel het belangrijkste, om te ontdekken. Hier komt zelfs Montesquieu
ter sprake, en all's well that ends well. Zo hoort het in de boeken,
zo hoort het in het leven. Klaarkomen met alles, je voorbereiden, vragen
blijven stellen, ondertussen je goede humeur bewaren /- kijk eens aan,
kom ik toch met de antwoorden op alle vragen. Maar ik ga er dan ook
van uit, dat alles, (Letterlijk Alles) zijn/haar eigen diepere betekenis
heeft, en dat het er maar om gaat die uit te vinden. Planetaire betekenis
bijvoorbeeld, wat scharrelen wij toch met zijn allen vreemd op deze
Aarde rond. Windkracht, zonlicht, energie voor het oprapen. Ademhalen,
eten (niet te veel), genieten, de geest laten waaien..
En, even terug naar die Limburgse dwarsligger; al op pagina 14 van Het
geheim van Oss wordt mij iets duidelijker, wat mij tot dusverre
(mooi woord!) enigszins ontging: "Net als de rest van Brabant en
Limburg werd de streek ruim anderhalve eeuw - van 1630 tot 1795 - als
'generaliteitsland' min of meer gekoloniseerd. De katholieke inwoners
werden behandeld als tweederangsburgers, die hun geloof officiëel
niet mochten uitoefenen. De Hollanders probeerden de streek te calviniseren
door er protestantse predikanten, burgemeesters en politiemannen neer
te zetten."
Kom op, Simon, die andere werelden in, die van je zintuigen, vriendschappen
(soms ook van verre) en liefdes. Dat je nodig bent, vind je zelf, dat
je niet onmisbaar bent ook misschien; dat je er niet voor niets bent
weet je heel zeker, en ook tenslotte, dat er nog volop geleefd kan worden,
zelfs in de meest barre omstandigheden. Die hebben wij als grensgebonden
Nederlanders sinds de jaren veertig van de vorige eeuw overigens niet
meer gekend, behalve als televisiekijker, toerist of direct betrokkene.
We zullen het van de Vliegende Hollanders moeten hebben, die wél
begrepen hebben dat het devies nog altijd is One Planet or None...
Waar stevenen we op af? Ik kan zelfs niet zeggen: Voor jou een vraag,
voor mij een weet, maar ik leg me even neer bij de conclusie dat ik
een onverbeterlijke optimist, d.w.z. positief ingestelde realist ben,
en blijf. Of niet soms? Genoeg voor vandaag: vanmiddag weer een aantal
mensen hoopvol aankijken, je weet toch dat je leeft, en hoe voelt dat
dan? Goed, toch? Simon V.
Donderdag 2 september 2004
Eerste
dag van de Grote Eleusische Mysterieën. Het plein bij de Grote
Kerk in Oss was gisteravond omgetoverd in een sfeervol openluchttheater
met 500 stoelen en een terras. Na volkstoneelspektakel in 1999, openluchtbioscoop
in 2000, cabaret in 2001, Gerard van Maasakkers en Harry Sacksioni in
2002 en opera in 2003 was dit jaar gekozen voor het thema TAAL.
Er waren optredens van Alex Roeka, Joop Visser, uw Dichter des V.a.i.
en de rapper Ali B - de presentator was Ernesto ('de helft van het cabaretduo
Ernesto en Marcellino') die een geslaagde pastiche op Martin Simek ten
beste gaf, tussen de optredens door. Sprookjesachtige verlichting, drie
heilige dames van steen baadden in pastelkleuren blauw en groen. ('Op
het plein wordt een bijzonder podium gebouwd waarin de kerk en de beeldengroep
het decor vormen. Het Vierde Beeld is een initiatief van de
SP en heeft tot doel jaarlijks een culturele activiteit op het prachtige
plein te organiseren.')
Bij het afscheid kreeg ik een pil van 480 pagina's aangereikt, ik grapte
een Ossobucco: Het geheim van Oss - Een geschiedenis van de SP,
geschreven door Kees Slager, in 2001 verschenen bij Atlas, Amsterdam/Antwerpen.
Bedankt Paul Peters, medespeler van het eerste uur. Nauwelijks de tijd
gehad meer te doen dan bladeren, foto's kijken, inleiding en eerste
hoofdstuk, bronnen en register doorsnuffelen. Wat is het geheim, waardoor
de Socialistische Partij in de woonplaats van zijn voorzitter Jan Marijnissen
(wiens beide grootvaders ook al in de gemeenteraad van Oss zaten) 36
% van de kiezers trekt, alsmede drie wethouders en een loco-burgemeester
leveren kan? Meldt de uitgeverstekst achterop terecht: 'Een onmisbaar
handboek voor iedereen die actief is in de lokale politiek.' ISBN 90-450-0563-8.
Ik nam nog kennis van de Recordpoging voor Guinness World Records™:
Het langste verhaal ooit! Knak je knokkels en schrijf mee!
De start van de recordpoging vindt woensdag 8 september om l5.00 uur
in Museum Jan Cunen aan de Molenstraat 65 in Oss plaats. Het record
is nu een boek met 14.156.074 tekens (letters en spaties) Als 38.000
mensen minimaal 5 zinnen schrijven is het record te breken. N.B. Niet-digitale
verhalen worden niet geaccepteerd, thema is de huidige tentoonstelling
'Het ging over cowboys...' - en het verhaal is te volgen vanaf 8 september
op www.brabantsdagblad.nl/langsteverhaal
en www.museumjancunen.nl.
Tot ziens, Oss. Mij wachten deze week nog drie optredens; dinsdag volgende
week - de eerste dinsdag van de maand - gaat weer de poëzieslag
van het seizoen 2004-2005 van start in Poetry Place Festina Lente
aan de Looiersgracht 40b, Zuid-Jordaan, Amsterdam - altijd feest voor
oog&oor!
Morgen, vrijdag om vijf uur de opening van de tentoonstelling Stadsgezichten,
100 portretten van Amsterdamse reilers&zeilers, gemaakt door 75
schilders in de KNSM-loods, op het KNSM-eiland: eindpunt lijn 10 tram.
Zaterdagmiddag eerst Babypop in Woerden (Park Bredius, Woerden.
Op kruipafstand van het station. Je wordt niet thuisgebracht), tussen
de namen van optredenden herken ik die van de dichters Diana Ozon en
Erik Jan Harmens.
Daarna ga ik met graagte naar Schiedam, waar in het Stedelijk Museum
(tijdelijk in de Korenbeurs aan de Lange Haven l45 ) de tentoonstelling
Parijs was mieters! Nederlandse fotografen in Parijs - 1945-1965 wordt
geopend (tot 12 december te bezichtigen). Het betreft foto's
van belangrijke Nederlandse fotografen, die in de jaren vijftig korte
of langere tijd in de Lichtstad werkten. Emmy Andriesse, Sem Presser,
Ad Windig, Fred Brommet, Kees Scherer, Cor Dekkinga, Hennry Riemens,
Paul Huf, Cas Oorthuys (Bonjour Paris, l95l), Nico Jesse (Vrouwen van
Pasrijs, 1954, Ed van der Elsken (Saint-Germain-des-Prés, l956)
en Johan van der Keuken (Paris mortel, l963). Ook daar graag mijn zegje
rond half vier.
Des avonds laat uit Oss teruggekeerd, uitstappen metrohalte Weesperplein
wilde ik Edith wijzen op een paar van de affiches die de schutting rond
een bouwplaats bedekken. Kersvers, stond er, een komend feest bij Tommy's
Toko, Prinsengracht 548, ook morgen, van 6 tot 10 p.m. Vrouwenlippen,
een oog en bloemblaadjes, welwel, wie komt er nu op Kersvers - ik ben
niet meer de enige; wie gaat er voor mij poolshoogte nemen?! Ciao, tot
gauw! Simon.
Woensdag 1 september 2004
Dag van
Krishna. Vijftien jaar geleden werden Edith Ringnalda en Simon Vinkenoog
door Amsterdams burgemeester Ed van Thijn in de Echt verbonden.
Terecht een zonnige dag; vanavond optreden in Oss tijdens een cultuurspektakel
Het Vierde Beeld op het plein bij de Grote Kerk, georganiseerd
door de Socialistische Partij.
Nee, ik kom niet in de partijpolitiek terecht, hoewel ik me niet kan
voorstellen dat ik ooit voor het CDA, VVD o.i.d. zou optreden - trouwens,
die denken in de verste verte niet aan mij. Waarom zouden ze ook?
Gelijk hebben is wat anders dan gelijk krijgen. Ik ben niet van het
rechthaberische front, dat voortdurend uitroept Ik Heb Altijd Gelijk
! maar het is altijd interessant als je het achteraf wel krijgt.
Hier niet de plek om wat dan ook te verantwoorden of te bewijzen - de
wereld kraakt in haar voegen, en we kraken allen enigszins mee. Vreemd,
dat Freek de Jonge (daar heb je hem weer) doet alsof de Liefde het laatste
taboe is. Zelf wist ik ook nauwelijks waaraan ik begon, toen ik me in
mijn eigen schelp terugtrok en voorjaar 1964 begon het boek Liefde
te schrijven op de Leidsekade 83, in het huis van Tanja van der Geest
en haar dochter Ingrid Valerius; ik hoor nog het refrein van Ramses
Shaffy's lied: Tanja, Tanja van de Lucky Star.
Ach, het gelukkig gesternte weet heel wat en het ouder worden en je
niet oud voelen, hoewel de jaren lichamelijk gaan tellen is een interessante
opgave, waarbij het vanzelfsprekend een heuglijk feit is dat er nog
zoveel van je wordt verlangd, dat er nog werk aan de winkel is, al ben
je dan door het tijdschrift waaraan je drie decennia je aandacht hebt
besteed met emeritaat gestuurd.
Wel, ik ben nog niet van plan ergens mee op te houden, aan een sabbatical
periode voel ik me nog niet toe: Amsterdam is de meest interessante
werkplek om je in op te houden, zeker als je een vrouw hebt die 100%
achter je staat, met je meevoelt en je aanvoelt, die je liefde deelt
- hoewel we de tuin dit jaar schromelijk tekort hebben gedaan.Wie doe
je nog meer te kort, zonder het te weten? Het menselijk tekort, la condition
humaine - op welk terrein is die niet te toetsen aan de volmaaktheid?
Ter vervolmaking op aarde gezet, met de moed der wanhoop, of wat minder
tragisch gezegd: met de gevolgtrekking dat er nog heel wat te doen is
voordat wij ziektes als oorlog, honger en armoede uit de wereld hebben
geholpen. Dat het louter een kwestie van communicatie is, het overbrengen
van Kennis naar gebieden waar onkunde heerst (binnen de knapste, harde
koppen zelfs), het feit laat zich niet logenstraffen - maar wat een
klungelige feiten in de wereld om rekening mee te houden! Zelf maar
zo bewust mogelijk de wereld binnenstappen en zeggen dat het Paradijs
er is.
'De wereld swingt als de pest,
de rest
is gemompel van bedelaars.'
Dit dichterlijk credo - van de jonge Remco Campert - heeft een leven
lang dienst gedaan, zoals die andere uitingen van tijdgenoten in de
beginjaren van vijftig: reken maar dat het heel wat in gang heeft gezet!
Wij zullen nooit uitgesproken raken, en dat is maar goed ook, want waarom
zou je anders goed van de tongriem gesneden zijn? Op naar andere aangelegenheden,
genoeg gekersverst voor vandaag. Edith opent het raam, frisse lucht
stroomt naar binnen. En ik stroom mee. Simon V.
Dinsdag 31 augustus 2004
Koninginnedag. Geboortedag van Rudolphus Agricola (1443-1485).
SCHANDE!
hoor en zie ik Hendrik Bonheur (in de day after-versie van 'Man bijt
hond'), directeur van een marionettentheater uitroepen over de bezuinigingsplannen
in de kunst- en cultuursector. De camera heeft ons zojuist de virtuositeit
van zijn hoofd-en-handenarbeid van dichtbij laten zien, zijn vingervlugge
bewegingen met beide handen, een stokje waaraan vijf draadjes en daaronder
de Moor uit Othello en een andere Shakespeariaanse Koningin, prachtig
gekleed - in een impromptu-optreden, als een der vele protesten.
Schande, roept de man, tegenstrijdig: aan de ene kant gebruikt Den Haag
hem maar al te graag in het buitenland om zijn Kunst te laten zien, aan
de andere kant wordt ook hij gekort, evenals de andere kleinschalige artistieke
uitingen, die te klein zijn voor de mazen van het subsidienet. Schande,
met twee schaarbewegingen laat hij zijn protagonisten ineenstorten: welk
een metafoor opnieuw voor de zwalkende balkende kortzichtige hype-gevoelige
politici, die dit land mochten regeren van een bevolking die ook nog nat
achter de oren is. Varend langs Thorbecke, uitziend over de Reguliersgracht,
kijkend naar de huiveringwekkende liederen die sommige jongens van achttien
zingen op weg naar de felbegeerde Groene Baret ('ik wou iets van mijn
leven maken'), hoeveel doorgedraaid en mis: een havenmeester die voor
honderd miljoen een onvervalste corrupte handtekening zet, een eigen parlementaire
onderzoekskamer waarin van Alles gebeurt, waarna weer Niets gebeurt -
wat spring ik uit mijn vel en laat ik maar oppassen, dat is niet goed
voor je gezondheid - volgens Edith een onderwerp dat in Kersvers niet
thuishoort...
Waar blijven staatslieden met een Visie? Ik denk aan mensen van 'vroeger',
voor en achter de schermen en uit een tijd dat CRM inderdaad betekende:
Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Wat valt daar niet in samen!
Ik denk aan de dames Hedy d'Ancona, Marga Klompé en Irene Vorrink,
de heren Van der Leeuw, Van der Goes van Naters, Egas, Van der Staay,
Benno Premsela, Jan Kassies, Gerrit Borgers en ja, zelfs Elco Brinkman.
IJzer met handen kunnen breken, als er een Visie achter staat; zonder
Visie immers vergaan we met ons allen...
Wat een mooie film liet
laatste Zomergast Ayaan Hirsi Ali ons na haar indrukwekkende optreden
zien, een prachtig verhaal waar je als gefacineerd naar bleef kijken.
We hadden de anders onontbeerlijke VPRO-Gids er van tevoren niet op nageslagen;
wisten slechts welke spraakmakende gestalte tegenover Joost Zwagerman
zou komen te zitten - en tot op een uurtje geleden kwam ik er zelfs niet
toe op te slaan hoe de film heette. Welnu, wat velen gemist zullen hebben
(al keken 750 000 mensen) zal zaterdag aanstaande herhaald worden. De
film heet The gods must be crazy, een interessant, antropologisch
aandoend verhaal over Bosjesmannen (ooit door Laurens Van der Post prachtig
geboekstaafd) uit Botswana 1981. Soms dacht ik in een andere film verzeild
te zijn geraakt, maar op de een of andere manier kwamen de bosjesmanverhalen,
en die van de Zuid-Amerikaanse bandiet, alsmede dat van de Chaplin-achtige
mestonderzoeker tezamen in een boeiende film met onvolprezen natuuropnamen,
waarvoor de VVV van Botswana wel middelen zal hebben verschaft.
Kortom, een crazy film waarvan de beelden je wel bijblijven. Even kijken
wat de Gids ervan zegt, bent u gewaarschuwd als u zaterdag wenst te kijken,
maar het heeft alles in zich om een cult- of campfilm te worden, dus Be
Prepared.
De film van Jamie Uys is volgens de scribent " in ongeveer alles
een onwaarschijnlijke film. Het land van herkomst is ongebruikelijk, het
script is raar, het geluid assynchroon, de hoofdacteur een wereldvreemde
Bosjesman; de beelden - soms versneld, vaak van kleurtextuur wisselend
- ogen amateuristisch als Vier Vuisten materiaal, de combinatie van slapstick,
avontuur, romantiek en sociaal-cultureel moralisme doet het hoofd tollen.
Het gekste is dat The gods must be crazy een erg leuke
film is, die de populairste buitenlandse film ooit werd in de V.S. De
Zuid-Afrikaanse scenarist/regisseur/cameraman/producent/editor Uys laat
zijn waarden-komedie aanvangen met een lange voice-over proloog, die uitlegt
over de dieren, de bosjesmensen en de blanken van Botswana en een guerilla-klucht
op de achtergrond. Met een Coca Cola-fles die uit een vliegtuigje wordt
gedropt, komt het echte verhaal op gang."
Ik ga de clou niet verklappen; er volgen nog 7 regels in de VPRO-gids
van deze week, pagina 33.
En vervolgens denk ik eraan smiddags eens een bioscoopje te pikken met
Edith, maar vandaag komt het er niet meer van. Kriterion notabene twee
blokken verder om de hoek! Prettige dag verder Every Body I Know (Peace
to the Others), je Simon V.