KERSVERS


Dinsdag 31 januari 2006

The Day of Poetic Song

Laten we daar dan maar mee beginnen, in aansluiting op al het eerder gezegde en geschrevene en op al wat nog mag komen: wie zingt, die wint! Overigens niets te winnen of te verliezen in het evolutionaire spel, waarin wij allen het Diep Geheim zullen mee-maken.
Gevraagd naar de betekenis van de beweging van vijftig voor een gelijknamig in voorbereiding zijnd Schrijversprentenboek, dat bij het Letterkundig Museum/De Bezige Bij zou verschijnen, antwoordde Lucebert telegrafisch in 1965:
1950 hot house
1952 dizzy atmosphere (misty)
1954 when your lover had gone (out of town)
1958 I may be wrong (so what)
1960 let's cool one
1962 better git it in your soul
1964 stratusseekers (?)
Résumé: full-bodied tone - even when you listen at low level.

Diverse synchroniciteiten uit de lucht te plukken: Derrick leest een boek van jaren her en leest dan mijn artikel daarover (Handboek voor Hoger Bewustzijn van Ken Keyes) in het magazine MUST van een paar maanden geleden; ik schrijf mijn Kersvers over mijn samenspel met muziek gisteren en Robbie Vlasman zet de Cobra-cd met het Bo's Art Trio bij de link Oog & oor met een paar van de 14 gedichten daarop; alsmede (zat ook in de pijplijn) de gedichten door mij met begeleiding van pianist Wim Warman en saxofonist Ruud Bergamin tijdens het Concert des Levens in november jl in de Schouwburg van Tilburg gelezen.
Een eigen link: See me! Hear me!

DON'T YOU READ DUTCH ?  CLICK THE  S P O T - BUTTON AND YOU'LL MEET ME THERE TOO. Anyway cou can browse around the different links; there is enough to read in the planet's basic universal language: from Rabindranath Tagore to the Grateful Dead;
this is a rich man's (in experiences) story!

Een paar uren met Martin Harlaar doorgebracht, speurend door de foto's van meer dan een halve eeuw, word je weer met je neus op het verleden gedrukt: hoeveel springlevenden op de foto en hoeveel daarvan niet meer temidden van ons, overlevenden! We begonnen met een eenvoudig Welles & Nietes-spel uit twee archiefmappen met louter foto's; vandaag waagden we ons aan twee uitklapbare alfabetische harmonicamappen, waarop gestalten tegenover en naast mij voorkomen, buiten het familieverband met vrouw(en) en kinderen. Wedervarens te over: uit de hoorn des overvloeds, blijkbaar.
Zo nu; ik praat na met Edith, van inkopen teruggekeerd, over de afgelopen uren tussen de foto's en de historicus - beiden nourri dans le sérail, comme disent les Français, gepokt en gemazzeld - het boek zou klaar moeten zijn in 2008, t.g.v.mijn (DV!) 80ste verjaardag. Werk aan de winkel, stof en boeken opruimen, herinneringen laten toeslaan, nieuwe verbanden ontdekken, het oog van de ander, de verrukkelijke nieuwtjes bij de e-mailberichten die de koude en somberte weg deden ebben, opgedaan bij het lezen van de Volkskrant.
In wat voor domme wereld leven wij toch? O gutteguttegut..Én straks komen Het Parool en de NRC nog! dacht ik wanhopig, en daar stapt ze al lachend met de kranten naar binnen. Gelach. Aan de wereld kun je niets doen behalve je eigen terreintje schoon houden (Tout cela est bien dit, mail il faut cultiver son jardin, wat Edith deze middag ook deed; even een kijkje nemen op Buitenzorg.
Liever Candide dan Malafide. Liever de Bonne Foi dan La Mauvaise Foie. Kijk, daar komt de existentialist in mij naar buiten, waar is de White Negro gebleven? Be entertained by the social game you play; ik citeerde Leary en het meisje vroeg: Speel jij dan een rol? Natuurlijk, zei ik, dat doen wij allemaal op weg naar ons Ik en Weg-Ik: zij gegroet Tat Tvam Asi! Nu zijt wellekomen!

Een prachtig gedicht komt mij onder ogen, van Wislawa Szymborska, Het schrijven van een CV geheten; hoe toepasselijk - ik vroeg Martin om een c.v. voor de aan te zoeken uitgever.

Wat moet je doen?
Je moet een aanvraag indienen
en bij die aanvraag een c.v. insluiten.

Ongeacht de lengte van het leven
moet het c.v. kort zijn.

Bondigheid en selectie zijn verplicht.
Vervang landschappen door adressen
en wankelijke herinneringen door muurvaste data.

Van alle liefdes volstaat de echtelijke,
en van de kinderen alleen die welke geboren zijn.

Wie jou kent is belangrijker dan wie jij kent.
Reizen alleen indien buitenslands.
Lidmaatschappen waarvan, maar niet waarom.
Onderscheidingen zonder waarvoor.

Schrijf zo alsof je nooit met jezelf gepraat
en altijd ver uit je eigen buurt bent gebleven.

Ga zwijgend voorbij aan honden, katten en vogels,
rommeltjes van vroeger, vrienden en dromen.

Liever de prijs dan de waarde,
de titel dan de inhoud.
Eerder de schoenmaat dan waarheen hij loopt,
hij voor wie jij doorgaat.

Daarbij een foto met één oor vrij.
Zijn vorm telt, niet wat het hoort.
Wat hoort het dan?
Het dreunen van de papiervernietigers.

Het gedicht 'Het schrijven van een CV' komt uit de bundel Einde en begin. Gedichten 1957-1997, uit het Pools vertaald door Gerard Rasch, uitg. Meulenhoff, Amterdam.
Ik trof het aan, toen ik het Martin liet zien, met zes foto's verlucht over een gehele pagina in de prachtuitgave GELUK/Happiness, het vorstelijke visitekaartje van de Nederlandse Grafische industrie, magistraal vormgegeven door Anthon Beeke en Swip Stolk.

Meer morgen, a poem a day keeps the doctor away, stadsbestuurders! Elke Deelraad Zijn Eigen Dichter! Goed idee van F. Starik. Amsterdamse dichters - laat van je horen! Simon Vinkenoog.


 

Maandag 30 januari 2006

The Day of Take Charge

Jazz & poetry: waar heb ik dat eerder gehoord? Het is niet van vandaag of gisteren; het laatste chapiter van mijn Gedichten 1949-1963 (lang uitverkochte Bezige Bij-uitgave) is getiteld Gesproken Woord, te weten de gedichten die ik met jazz-begeleiding (the best of the best! the Diamond Five bijvoorbeeld) voorlas in Shéhérazade, daartoe in gelegenheid gesteld door Pietje Broerse, eigenaar van de nachtclub, samen met de niet meer in leven zijnde Barry Niekamp en Piet Kuiters. En ook toen al presentator en m.c. van de vele buitenlandse musici die langskwamen om te spelen.
Soms waren het gedichten, scherp van de snede, geschreven vlak voordat ik op de scooter (een Lambretta) sprong om me te laten horen; zo bij de dood van President Kennedy, en na een televisie-uitzending over Gerrit Achterberg, waarbij het taboe niet ter sprake kwam - dat zou ik dus even doen en verwierf daarmee een vermelding in Wim Hazeu's biografie, waarvan de laatste druk gesierd wordt door een foto van Achterberg, die ik in Parijs nam in 1950, onder de Arc de Triomphe, bij het graf van de Onbekende Soldaat.
Luisteren, daarmee begon het. Al vroeg, in een gedicht Leeftijd Dertien kwamen op de radio gehoorde klanken voor: Theo Uden Masman, die met de Ramblers toonaangevend waren in die jaren. Eenmaal in Parijs aangekomen, kocht ik grammofoonplaten van diverse muziekstromingen; op de bebop werd ik attent gemaakt door Remco Camopert, die mij tijdens een bezoek aan Amsterdam meenam naar Henk Boekenoogen die een grote collectie platen bezat.
Al eerder, in de oorlogsjaren, luisterde ik bij een Indo-vriend op de Overtoom naar muziek die niet meer gespeeld mocht worden, jazz was entartet (en dus Verboten) door de nazi's die Nederland vijf jaar bezet en onderdrukt hielden.
Wel herinner ik mij live-optredens van kleine swingende combo's, in de hal van het City Theater op het Kleine-Gartmanplantsoen (Leidseplein) of de bioscoop Thalia in de Tolstraat, waar nu de Theosofische Vereniging haar bibliotheek beheert. In Parijs luisterden ook velen naar de American Forces Network-radio vanuit Luxemburg, waar Simon Copans de scepter zwaaide - en uiteraard behoorde jazz tot het repertoire van de marihuana-gebruikers, Canadezen en Amerikanen, schilders, beeldhouwers, schrijvers en journalisten, met wie ik bevriend was geraakt.
In Amsterdam werd het de veelbezongen dancing Lucky Star (een liedje van Ramses Shaffy zeurt in mijn hoofd: Tanja van de Lucky Star), waar jazzplaten werden gedraaid (Modern Jazz Quartet) en op de Zeedijk vonden in de Casablanca live-concerten plaats: de plek kreeg een plaats in het boek van Simon Vestdijk De dokter en het lichte meisje, in veel van Carmiggelt's Kronkels en in Albert Camus' laatste boek La Chute, De Val, dat in Amsterdam speelde. Op de Nieuwendijk werd in Mercurius gedanst; nozem-publiek. Ook OK.
Dat de beat generation-dichters hun ritme aan de bop-prosodie ontleenden, is een bekend feit: grammofoonplaten van Jack Kerouac en Allen Ginbsberg lieten - en laten - dat overduidelijk horen.
Zelfs met een rock'n rollband heb ik opgetreden; enkele seizoenen was het plezier maken met Mark Lottermans band Bombshelter, met optredens op diverse festivals, en de laatste jaren is het weer een heuglijk feit dat ik een boeiende samenwerking heb (gehad) met Bo's Art Trio (Bo van de Graaf, Michiel Braam en Fred van Duijnhoven) - zie de hierboven afgebeelde hoes van de vorig jaar verschenen cd. ISBN 90-9019930-6. Zie het fragment onder de link Oog&Oor.
Wel op de videoband opgenomen is het Tilburgse Concert des Levens van november 2005, met saxofonist Ruud Bergamin en de virtuoze pianist Wim Warman, waarvan de j & p-opnamen op deze website gezet zullen worden, te zien en horen op de link Oog & oor, waar nog heel wat kan bij komen in de toekomst.
Ook bij Spinvis voel ik mij thuis; beiderzijds wordt de samenwerking op prijs gesteld; de komende maanden zal ik bij diverse optredens te gast zijn, en wat ik van de demo heb gehoord, die bij uitgeverij Passage gaat uitkomen, is verrassend en boeiend: enkele Paul van Ostaijen-gedichten, door de Spinvis-molen gehaald: voortreffelijk collagewerk.
Vrijdag gingen wij in het nieuwe Bimhuis, Piet Heinkade 3 - in het Muziekgebouw aan het IJ - luisteren naar de 13-koppige Bik Bent Braam; een openbaring, Braam als componist, bandleider en pianist. 'Iedereen de kans om te schitteren' stond boven het verslag van Frank van Herk in de Volkskrant vanmorgen: 'het is opwindend voor de luisteraar om steeds weer je weg te moeten vinden in nieuwe landschappen.'
Meer info over de komende tournee, tot en met 19 maart, op www.michielbraam.com.
That's it for today, folks. De vijfde week op komst. Gegroet. Simon Vinkenoog.

 

Zondag 29 januari 2006

The Day of the Compassionate Combatant

Uit de voorjaarsaanbieding van Uitgeverij Passage in Groningen; de later dit jaar te verschijnen dichtbundel komt Zonneklaar te heten.
Veel poëzie afgelopen week in de dagbladen; in NRC Handelsblad afgelopen vrijdag twee pagina's negentien gedichten over Rembrandt (ik tel overigens 20 dichters: Jan Baeke, Erik Jan Harmens, H.H. ter Balk, Maria Barnas, Anneke Brassinga. Judith Herzberg, Eva Gerlach, Victor Schiferli, Erik Spinoy, Tsead Bruinja, Rutger Kopland, Erik Menkveld, Bart Moeyaert, Albertina Soepboer, Wim Hofman, Hester Knibbe, Hans Tentije, Anna Enquist, Bernlef en - last but not least - Driek van Wissen).
In het zelfde Cultureel Supplement wordt nog een hele pagina aan de dichtkunst gewijd: een interview ('Pelgrims zijn we, zonder god') met de tweetalige (Fries-Nederlands) Albertina Soepboer over haar negende bundel Zone en haar toneelstukken door Ron Rijghard (zie www.albertinasoepboer.nl), vervolgens een bespreking door Ilja Leonard Pfeijffer ('Een halvezool in hazenvel') van het debuut van Peggy Verzett: Prijken die buik, dan in de serie Vrije Regelval Guus Middag met 'Een wankel drijfgeval' over het boek Laatste liefde. Tjoettsjev: dichter, denker, minnaar, en tenslotte Arie van den Berg ('Geluk is een pakje Saroma') over de bundel Geluksinstructies van de Weesper dichter Co Woudsma.
Ander poëzienieuws trof ik aan in een ingezonden brief van Bart FM Droog, stadsdichter van Groningen tussen 2002 en 2005 en hoofdredacteur van het poëziedagblad Rottend Staal Online), gepubliceeerd in Het Parool van vrijdag: 'Jaeggi is een buurtdichter'.
"Met verbazing volg ik de berichten dat Amsterdam een officiële stadsdichter zou hebben, namelijk Adriaan Jaeggi.
Dat is niet het geval.
Er zijn in Nederland en Vlaanderen ruim twintig officiële stadsdichters, stuk voor stuk benoemd door het college van burgemeester en wethouders (c.q. schepen in Vlaanderen) in hun respectievelijke steden.
Een benoeming door een stadsdeelraad maakt iemand dus niet tot stadsdichter, hooguit tot buurtdichter.
Sedert 2002 bericht ik over het verschijnsel stadsdichter en op de internetsite www.epibreren.com/stadsdichter houd ik bij wie waar stadsdichter is, in Nederland en Vlaanderen.'
Zozo; ik heb niet op de lijst gekeken of ik er op voorkom. Ik heb hier wel een penning waarop vermeld staat 'Simon Vinkenoog 'stadsdichter' voor het leven Woerkums Literair Café 5 juni 1999', maar ik weet niet of daar een B & W aan te pas is gekomen; wel was de burgemeester aanwezig bij de onthulling van een gedicht van mijn hand, dat naast een gedicht van Tollens - uit Woudrichem afkomstig - aan een kademuur is aangebracht, terwijl een uitnodiging voor een verblijf in Slot Loevestein mij ook al jaren geleden heeft bereikt. Ik treed er overigens 11 februari weer op, ijs en weder dienende.
Tenslotte, zojuist door Edith uitgelezen ('ik vond het een interessant nummer') het zojuist verschenen winternummer van het poëzietijdschrift Awater (winter 2006, 52 pagina's, losse nrs. € 6,90) met onder meer vier p[agina's, geschreven door Ron Rijghard en Ward Wijndels 'Een trip die publiek en dichters verenigde', een terugblik op Poëzie in Carré 28 februari 1966, mede in verband met de komende reprise op maandag 27 februari aanstaande, vanwege het aantal deelnemende dichters, 24 plus de presentatoren Ruben van Gogh en Joost Zwagerman en de muzikale entr'actes al om 19.30 uur aanvangend. Voor m,eer informatie www.poezieclub.nl.
Een rustige week voor de boeg, zo te zien, waarin ik een aantal boeken van de hand ga doen: ruimtegebrek niet alleen, maar ook afstand van stoffige hoeken, op planken waar ik nooit meer kom, die ik nooit meer zal lezen. Opgeruimd staat netjes. Mooie laatste woorden voor een zondag; gegroet, gij allen. Simon Vinkenoog.


 

Zaterdag 28 januari 2006

The Day of Outstanding Achievements

`

Wat zien wij hier? Het is een ontvangstruimte, 'ce délicieux salon d'attente où tout est à la Coca, depuis les ornements du plancher jusqu'aux motifs des meubles, jusqu'au tapisseries des murailles, jusqu'aux exquises peintures décoratives d'Eugène Courboin, où l'on retrouve, déguisés en personnages d'allégorie, nombre de figures parisiennes des panneaux et du plafond. Pour rendre un hommage à la plante sacrée qui a fait sa fortune, le maÎtre de céans a eu la pieuse pensée de mettre la coca, en manière d'emblème, partout, et il a obtenu ainsi des effects ravissants.'
Het gaat om de wachtkamer van de het etablissement Coca Mariani aan de Rue de Chartres 10-12, in Neuilly-sur-Seine, ten westen van Parijs, in het jaar 1902. Gebrouwen wordt er de Vin Mariani à la Coca du Pérou, die tot in de hoogste kringen gedronken wordt, getuige de reeks magistrale delen van de Figures Contemporaines, tirées de l'Album Mariani, waarvan ik het zevende deel in bezit heb. Achtenezestig biografieën, met aantekeningen, portretten en handtekeningen met opdracht.
In dit deel bijvoorbeeld de Président du Conseil Municipal de Paris, Armand Grébauval, die onder zijn houtgravure-portret schrijft: 'Monsieur Mariani, Quand on a besoin de parler fort au pays et ferme au pouvoir, un bon verre de votre vin d'or éclaircit la voix et élargit les poumons.' Of de ballonvaarder M. Santos-Dumont (het vliegveld van Rio de Janeiro is naar hem vernoemd), die meldt: ''En ballon dirigeable deux liquides sont essentiels: au moteur l'essence de pétrole qui pour un poids donné renferme le maximum d'énergie mécanique, à l'aéronaute le vin Mariani qui est le meilleur accumulateur d'énergie humaine. Je ne conçois la navigation aérienne qu'avec l'essence de pétrole et la quintessense du bon vin.'

Voorin dit album staan de namen van de in vorige delen opgenomen personages, die een 'véritable Panthéon des célébrités de ce temps' vormen, met onder meer Paus Leo XIII, Koning Oscar II van Zweden en Noorwegen, de Perzische Sjah Mozaffer-ed-Dine, de Griekse Koning George I, de voormalige president van de Franse republiek Félix Fauré, de voormalige President van Amerika Kinley en de voormalige Keizer van Brazilië Dom Pedro.
Het deel wordt besloten met een artikel van Emile Gautier uit La Science Française, 'La Coca Considérée au point de vue scientifique et au point de vue industriel', waarin de lof van coca uitvoerig en welbespraakt wordt bezongen.
De auteur kent mensen die wel vijf of zes flessen per dag drinken,' sans s'en porter plus mal: tout au contraire, ils s'en portent mieux... Tout ce qu'on a débités à ce propos en Angleterre et en Amérique, relativement au prétendu danger de cocaïnisme qui pourrait s'ensuivre, n'est qu'un tissu de gasconnades et de blagues - bluff and humbug!'

Nou, dat hebben we dan honderd jaar later heel anders zien uitpakken: cocaïne is inderdaad een witte sloper, zoals ook HP de Tijd-redacteur Ad Fransen inzag na jaren verslaving, beschreven in zijn boek Coke, dat vorig jaar april bij de Bezige Bij verscheen en in november 2005 al aan een vierde druk toe was.
Het is een indringend down and out-verhaal, met de larmoyante en vulgaire aspecten van dien. Maar ook een documentatie over de geschiedenis van Mama Coca, met alle saillante en onbekende details die daartoe behoren. Freud, die een huishoudentje dacht op te kunnen zetten door cocaïne aan zijn patiënten toe te dienen en zijn verloofde een half grammetje stuurde, met de aanwijzing 'Verdeel het in acht porties dan blijf je sterk en krijgt er mooie rooie wangetjes van'.
Is Robert Louis Stevensons's The Strange Case of dr.Jekyll and Mr Hyde onder invloed van coke geschreven?.
Hoeveel verdiende Nederland aan de coca-plantages in Indië? In 1900 werd in Amsterdam de Nederlandse Cocaïne Fabriek opgericht, en de Chemische Fabriek Naarden fundeerde als witwasser tot 1929, toen Nederland internationale verdragen ondertekende.
Namen trekken voorbij: William Burroughs, Aleister Crowley, Jules Verne, coke-songs worden vermeld, Ivan Wolffers: 's Lands eigen progressieve dorpsdokter.', De Filmer, De Schilder, De Kunsthandelaar, De Dealer - morsige toestanden, afstotelijke grappen.
Korte hoofdstukken: Coke van gisteren. Coke de grote oppoker. Coke, karakter en Freud. King Coke. Coke van mij. Kijk op coke. Sneeuwmannen. Beetje paranoia. Geen coke meer... geen coke meer... Coke-eiland [Ibiza, om af te kicken, sic!SV] en Sterk Spul.
Nee, die is er niet klaar mee, als je laatste woorden (mantra) luiden: Geen coke meer... geen coke meer... geen coke meer...
Geef mij dan maar namyohorengekio of omanipadmihum.
Fransen geeft 22 titels met geraadpleegde literatuur. Daarenboven verwijs ik serieuze belangstellenden naar:
George Andrews and David Solomon, eds.: The Coca Leaf and Cocaine Papers, 372 pagina's, New York and London, Harcourt Brace Jovanovich, 1975.
Hipólito Candre & Juan Alvaro Echeverri: Cool Tobacco, Sweet Coca, 296 pagina's, Themis Books, Dartington, Totness, UK, 1996.
Paul Eddy, Hugo Sabogal, Sara Walden:The Cocaine Wars, ondertiteld 'murder, money, corruption, and the world's most valuable commodity', 400 pagina's, W.W. Norton & Company, New York and London, 1988.
E.M. Thornton: Freud and Cocaine - the Freudian Fallacy, 340 pagina's .Blond & Briggs, London, 1983. 'This book might well be called "The Demolition of Sigmund Freud" schrijft de inleider Raymond Greene - de auteur noemt Freud 'a false and faithless prophet'.

Ik heb er in de jaren 70 en 80 ook aan geproefd, maar hield niet van de effecten. Niet mijn smaak: kil, koud, scherp, hoekig, hard. Geef mij maar de natural speed - het weten dat alles energie is en dat je daar behoedzaam mee om moet gaan.
Over coke zal nog wel een tijdje gesproken worden, nu de voormalige cocaboer Evo Mortales verkozen is tot nieuwe President van Bolivia.
Marcel Haenen, NRC Handelsblad-correspondent in Villa Tunari, deed gisteren verslag: 'In Bolivia wenkt en walmt het cocablad. Kersverse president Evo Morales keurt de cocateelt goed en wil de cocaïne bestrijden.'
Goed zo: iedereen die wil mag zijn eigen cocaveldje van 40 x 40 meter verbouwen, voor eigen gebruik. Doet me denken aan de vijf cannabisplantjes in de eigen gedoogtuin.

Een nachtmerrie voor de VS, noemt de Indiaanse boerenleider zich. Ik wens ze niemand toe, nachtmerries; voor Amerika zou je wat wijzere, verstandiger leiders wensen, maar goedschiks-kwaadschiks ligt altijd op de loer, en wie ben ik, quantité négligeable in de bepalende beleidsfactor? Dus: be prepared. Uw verwerver, verwerker, verstrekker Simon Vinkenoog.


Vrijdag 27 januari 2006

The Day of Precocity

Mozarts geboortedag dus. Eigentijdse muziek. Einstein, gevraagd naar het effect van een atoombom , gaf ten antwoord: 'Dan kunnen we nooit meer naar Mozart luisteren.''
Als Iran nu maar geen pact met Hamas gaat sluiten, en Israël niet op weerwraak zint. Haatdragende zenders zijn afgesloten, weg van de schotel: al heel lang geleden wees William Burroughs op het voortdurend haatzaaien, ophitsen, tussen Palestijnse en Israëlische radiozenders, waar woorden misdaden werden, intifada, terreuraanslagen tegen andersdenkenden.Waar ben ik verdwaald? In het doornige struikgewas van de geopolitiek. Zou ik het, op mijn leeftijd, nog meemaken dat de oliereserves uitgeput raken? Geschat nog zo'n vijftien jaar door de Shell.
ZON ZON ZON - dat de mens, de politiek, de wetenschap, het beleid, het bestuur, de overheden daar niet eerder werk van maken! Zoveel energie, licht, warmte, leven over ons uitgestort en wij doen er notabene niets of nauwelijks iets mee. In de tijd dat wij voor onze volkstuin zonnepanelen wilden aanschaffen, in 1992, was er nog een ruime subsidie voor - waarom is die eigenljjk afgeschaft? Het systeem werkt perfect, elk jaar gedestilleerd water in de accu, c'est tout.
Op naar de eigen accu: ik doel op een boek, De Kelk en het Zwaard - Onze geschiedenis, onze toekomst, geschreven door Riane Eisler dat in 1997 bij de niet meer bestaande uitgeverij Entheon in Nijmegen verscheen, maar waarvan de oorspronkelijke Amerikaanse editie in 1995 al vijfentwintig drukken had behaald (The Chalice and the Blade: Our History, our Future (HarperSanFransisco) en in meer dan vijftien talen (waaronder Russisch en Chinees) verscheen.
Een zeer belangrijk boek, op de toekomst gericht, waarin mannen en vrouwen als gelijkberechtigde partners functioneren. Geen utopische gedachte of theorie alleen; in ons eigen leven maken Edith en ik dit in de praktijk waar. Het gaat in haar boek niet om een uit de lucht gegrepen theorie, maar de menselijke geschiedenis, anders gezien en beschreven.
Tien hoofdstukken over 300 pagina's: "Reis naar een verloren wereld: het begin van de beschaving. Berichten uit het verleden: de wereld van de Godin. Het essentiële verschil: Kreta. Duistere orde na chaos: van de Kelk naar het Zwaard. Herinneringen aan een verloren tijdperk: de nalatenschap van de godin. De realiteit stond op z'n kop. De andere helft van de geschiedenis. Patronen uit het verleden: gylanie en de geschiedenis. De ontsnapping: de onvoltooide transformatie. De stilstand van de evolutie: een dominatortoekomst. Een doorbraak in de evolutie: naar een partnerschapstoekomst."
Of, zoals Maarten Lietaert Peerbolte in de jaren '60 schertsend- serieus placht op te merken: 'de derde wereldoorlog speelt zich in bed tussen man en vrouw af.'
Wel, dit soort oorlogen hebben wij voorgoed achter de rug kunnen laten; het is zo ontzettend boeiend alles als partner samen te doen, het bestendigt geluk (zelfs de nieuwe Paus ziet dat in!) en het is een onomstotelijk feit dat zulks gezond, opwekkend, stimulerend, verfrissend en vooral bevredigend is.

Foto: Koos Breukel - 1 september 1989


Na de dominatorculturen (matriarchaat, patriarchaat) is het hiervoor zeker de tijd. Het is geen overdrijving dat van deze instelling de toekomst afhangt. 'Riane Eisler schrijft letterlijk en figuurlijk geschiedenis met dit boek. Ze gebruikt feiten en inzichten die lang verzwegen, onderdrukt en ontkend zijn geweest, om aan te tonen dat oorlog en de 'oorlog tussen de seksen' niet door God of genen bepaald worden.
De Kelk en het Zwaard vertelt een nieuw verhaal over onze culturele achtergronden: het weeft getuigenissen uit de kunst, archeologie, sociale wetenschappen, geschiedenis en andere onderzoeksvelden samen tot nieuwe patronen, die beter passen bij de beste beschikbare gegevens. Tevens verschaft dit boek bewijs dat een betere toekomst wel degelijk mogelijk is; dat die in feite stevig verankerd ligt in het intrigerende drama van wat er eigenlijk écht gebeurd is in ons verleden.' Ik citeer de blurb van ISBN 90 76149 01 1.

Een nieuwe handzame Nederlandse editie van dit boek zou welkom zijn. In haar epiloog bij de vijfentwintigste druk (in de V.S) schrijft Riane Eisler in augustus 1994 over het belang van de Deense uitgave, in 'het enige Europese land waarin het volk samenwerkte om zich op een geweldloze manier tegen Hitlers bevelen te verzetten. Het land waar iedereen, beginnend bij koning Christian, openlijk weigerde mee te werken aan de vernietiging door de nazi's van al diegenen die, net als ik, toevallig uit joodse ouders waren geboren. (...) Het herinnerde mij eraan dat we, als we met genoeg mensen samenwerken, de beweging terug naar dominantie wel kunnen stopzetten, dat we, als we ons vastklampen aan onze vastberadenheid, ons idee van het creëren van een partnerschapswereld wel in gang kunnen zetten. En vooral in een tijd waarin dat wat ons dagelijks door de media als 'nieuws' wordt voorgeschoteld, zich vooral concentreert op het slechte nieuws, op geweld en regressie en repressie, hebben we zulke geheugensteuntjes nodig - anders vergeten we dat ieder van ons heel belangrijk kan zijn, dat de keuze voor en wat voor soort wereld waarin we leven, uiteindelijk bij ieder van ons ligt.'
En zo is dat. Hear, hear!! Dit was het, voor vandaag. Eine kleine Morgenmusik. Simon Vinkenoog.


 

Donderdag 26 januari 2006

Day of Striking Deeds

for my continuing story in English please click SPOT

Gedichtendag 2006. Weer heel wat gedichten gehoord, gisterenavond, die mij nietszeggend voorkwamen, op enkele uitzonderingen na. Ik gun het altijd degeen die de VSB-Poëzieprijs wint, het niet onaanzienlijke bedrag van 25 duizend euro, geldend als de belangrijkste in het Nederlands taalgebied, voor een afgelopen jaar verschenen dichtbundel. Mijn keuze zou ongetwijfeld Esther Jansma zijn, voor haar bundel Alles is nieuw.
Op het 'gedichtenbal', waarmee het festival Weerwoord op de podia rond het Leidseplein gisteren een aanvang maakte in Paradiso, stelden niet alleen de zes genomineerden voor deze prijs zichzelf met enkele gedichten voor, ook maakte Els Iping (stadsdeelwethouder Cultuur Amsterdam-Centrum) de naam van de door haar benoemde stadsdichter bekend.
"De stadsdichter wordt door het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel aangesteld maar kan onafhankelijk zijn werk doen. Els Iping is van mening dat in navolging van vele andere steden het hoog tijd wordt dat ook Amsterdam een eigen stadsdichter krijgt."
Het werd Adriaan Jaeggi , die zich, hoorde ik, in een Parool-column daartoe bereid had verklaard; in het voor de aanvang van de voorstelling verspreide Persbericht werd al (anoniem, naamloos) een eerste uiting van de stadsdichter gepubliceerd, acht vragen die niet veel goeds doen verwachten: de grachtengordel preekt immer voor eigen parochie.
Als ik in een jury had mogen zitten (zelf hors concours, uiteraard) had ik F. Starik verkozen, maar - zo stelde zij op een vraag van Edith, hoe de verkiezing tot stand was gekomen: 'kunst heeft toch niets met democratie te maken?'
Van Jaeggi is mij geen poëzie bekend; F. Starik is al sinds jaar en dag actief op alle literaire fronten die Amsterdam (en Omstreken) kent. Jaeggi's keukenrecepten kunnen uiteraard als dichterlijk beschouwd worden, verder heb ik niet zoveel hoge hoeden op.
Jaeggi was een der vier dichters die als disc-jockey de avond mochten besluiten met 'dansbare' muziek naar eigen keuze.
Na Jaeggi, Thomas Möhlman en Alfred Schaffer draaide ik Jimi Hendrix (Simon Says), Louis Armstrong en Duke Ellington (It don't mean a thing if it ain't got that swing), Django Reinhardt (Chicago, april 1937), Curtis Mayfield (If there's hell below w're all gonna go!), Santana (Guajira), Jean Knight (Mr. Big Stuff) daarna van Chico César (Mama Africa) en - het was ondertussen middernacht en gedichtendag was aangebroken - tot slot een gedicht van Paul van Ostaijen door mij gelezen (demo van de te verschijnen cd), begeleid door de muziek van Spinvis.
Geef mij op Gedichtendag maar Paul van Ostaijen; een fragment uit de Gnomedans, Berlijn mei 1919 (Verzamelde Gedichten, ed. Gerrit Borgers, Prometheus/BertBakker, Amsterdam 1996, pagina's 423-5:

"De sterren willen
de wollen wolken doorboren
de sterren hebben
de sterren nemen
de gloeiende bloeiende blakende sterren
ladders tegen de bergen werpen
klimmen stijgen hijgen torens bouwen priemen in de hemelsbuik
        drijven
koorden leggen in de diepten van het gewelf
drijven op de melkwegen mederuisen mederuisen.
Ha de sterren! zakken vol asteroïden
nemen nemen plukken plukken maaien maaien
rooktopazen smaragden robijnen amethysten
vreemde vogels wieken weg pluimen wuiven wind.
Groot is het land waar God is. Wij hebben de sterren die het dichtst
         bij God zijn.
Gewassen bomen uit de buik van de aarde
wij gnomen
hebben de buik van de hemel genomen
bezoedeld hihi het kuise ruisen van de melkwegen.
Wij. Verrekt het nachtelike adagio de kuise bijslaap.
De lichten van de glimwormen de bomen de nachtegaals bedrekt.
Ons sperma is violet. Gif.

Adagio hoho! Vluchten vallen van de ladders
springen over de kloven kruinen grijpen kruinen buigen snel
glijden zijgen nagels in mekaars bulten slaan
immer vallende gnomeladders
gnomeringen gnometrapezen op bloedbanen snellen
vluchten sneller vluchten tienduizend paardekracht vluchten.
Dageraad gif is de lucht de dageraad komt.
Dalen dalen. Het dal. Dalen dalen.
De wormen glimmen nog.
Touwen werpen touwen halen. Dalen. Vallen.
Weg weg weg.
De nachtegaal slaat nog.
Weg! Nek breken ribbekast breken phallus breken
de koolkloven
de diamantpassen
de schatten! de sterren zijn gedoofd
dood.

De laatste nachtelike vogel slaat.
Leven. Klokken kleppen over het woud. Onbezoedeld zijn."

'Duidelijk op coke geschreven', zegt Edith. 'Dat ritme, dat hoor je toch zo?'
Bekend is dat Van Ostaijen in zijn Berlijnse dagen coke gebruikte; zie de documentaire van Gerrit Borgers. Graag wil ik nog eens wijzen op het uitputtende, immer leesbare boek (1302 pagina's) van Geert Buelens: Van Ostaijen tot heden - zijn invloed op de Vlaamse poëzie, in 2001 bij uitgeverij Van Tilt in Nijmegen verschenen, ISBN 90 75697 35 X.
In hoofdstuk 7, 1985-1995 - een postmoderne pol, komen we in § 7.2 De competentie van een performer. Van Ostaijen en de publiekstrijd van Lanoye en Joos ook Gust Gils en Jotie T'Hooft (1956-1977) tegen.
Over Johan Joos (1957) schreef LiteRom in 1998: "De krijs-seances op het podium van Johan Joos zijn misschien te omschrijven als de met spasmen beleden hysterie van een door de schim van Antonin Artaud gekwelde geest. Zijn poëzie is, ten gehore zowel solipsistisch als surrealistisch met de dwangbuis als verbindende factor."

Alle dichterlijke vrijheid toegewenst, niet alleen deze, maar elke dag! Simon Vinkenoog.

Hierbij twee pagina's uit Van Ostaijen's Angst - een dans.


 

Woensdag 25 januari 2006

The Day of Destiny

For English Rap Click SPOT.

Moegepraat, nog lang niet uitgepraat. Even wachten tot de eigen ademhaling het overneemt, eerst even boeken weer terug leggen (geen gesprek zonder dat er een paar boeken bij te pas komen) en koffiekopjes naar de keuken brengen.
Gebeurd; ik zal er wel vaker over onderhouden worden: de reprise van Poëzie in Carré uit 1966, met een nieuwe crew (m/v) en andere organisatoren, afkomstig van de Poëzieclub en het tijdschrift Awater, op 27 februari aanstaande.

Een eenmalige reprise wordt aangekondigd. Ik opperde: stel dat in 2016 iemand het 50-jarig bestaan herdenkt, dan is deze niet meer eenmalig! Haha. Zelf heb ik niets dan prettige, hooggestemde herinneringen: ik was die legendarisch genoemde avond te intens geconcentreerd om zelfs maar te weten of er van wanklanken of iets dergelijks sprake was (weekbladschrijvers zijn vooral daarin geïnteresseerd) - laat mijn interviewer daar anderen maar naar vragen.
Nee, niets gemerkt van enige onderlinge twist of naijver; het was niet mijn bedoeling de ene 'school' tegen de andere af te zetten: het was geen Vijftigers-show - de keuze behelsde van de oudste nog levende en ter been zijnde dichter, A.Roland Holst, tot de allerjongsten die hun landelijke opwachting op het podium maakten: Jules Deelder, Ewald Vanvugt, Hans Verhagen en uiteraard Johnny van Doorn.
Schreef het dagblad De Tijd: "De 21-jarige Johnny the Selfkicker besloot (als laatste voor de pauze, SV) met een veel te lange 'voordracht', waarin de meest obscene dingen als rotte appels de zaal werden ingeslingerd en waarbij hij zowaar de gewenste hallucinerende, happeningstoestand al brullend, scheldend en schokschouderend wist op te roepen. Het nijdig gesis en het blote boe-geroep van het volgens de leider {?, SV} toch 'hippe' publiek vermochten hem niet van zijn kwasi-psychopathische aanstellerij af te brengen."
Ondertussen liet hij ons hier een FRAGMENT achter; niets obsceens aan:

"Als gerehabiliteerd
Deserteur & triom-
Fantelijk leider van
De 69e straatrevolt'
Componeer ik (in het
Kogelvrij binnenste
Van mijn misdaadbunker)
A New Universal WorldSong, -
In een regelmatige
Doordreunende beat:
I'm Sitting In
The Cosmos &
Dit 100 maal Herhaald"

(Poëzie in Carré, De Bezige Bij 1966, pagina 127.

Wat daar toen gebeurde, met Johnny's optreden als afsluiting van het eerste deel, waarin 12 dichters achtereenvolgens ieder zeven minuten het woord hadden mogen voeren, deed me denken aan een moment tijdens Wholly Communion, een dichtersavond op 11 juni 1965 in de Londense Royal Albert Hall gehouden, waar de Oostenrijkse klankdichter Ernst Jandl optrad.
In de bloemlezing van tien dichters, met foto's uit de film van Peter Whitehead, die avond opgenomen (Lorrimer Films, 1965) beschrijft Alexis Lykiard het verloop ervan:

"But one of the most impressive moments was when the Austrian Ernst Jandl read and the audience successively turned football crowd, Boy Scout rally, and wolfpack...
As his sound-poems rose to a crescendo, a rhythmic furore aided and abetted by the claps and cries of the crowd, so, suddenly, the destruction of words and their conversion to a shouted, half-hysterical series of sounds, seemed sinister - took on a Hitlerian aspect: the Hall became almost a Babel. It was perhaps the most extraordinary event of the evening: parody of warning, cacaphony with its own logic, rational collapse of reason, and despair of communication communicating itself. Antonin Artaud, who understood the sanity of madness, would have relished it."

'Gratitude is a way of life !' mocht ik de deelnemers aan het Spirit of Basel-symposium meedelen; nu het woord mij weer treft in de Tijdschriften-rubriek van de Volkskrant vanmorgen (Arjan Peters, dit keer), getiteld 'De kwintessens ligt buiten de tijd" besteed ik er even aandacht aan. Het gaat om Nexus nr.43: 'Brieven aan het nageslacht' waarin vierentwintig 70-plussers hun essayistische bijdrage leverden. Historicus H.W. von der Dunk: "Wij zijn gewend ons 'op de lopende band te midden van onze tijd' te plaatsen, en vanuit die positie achter-en voorwaarts te blikken. Daarbij verdwijnt echter 'de kwintessens' uit het zicht, die haaks staat op ons curriculum en op grote historische gebeurtenissen: 'Het komt tot uiting in ieders meest intieme ervaringen van droefenis, verlies, geluk, verlangen, liefde. En het is de grote kunst dat die kwintessens zichtbaar of hoorbaar kan worden als een signaal van het absolute dat op de een of andere wijze buiten de tijd is gelegen.'"
"Daarmee raakt Von der Dunk aan een essentie, die geen van de 23 anderen vreemd voorkomt: hun stukken getuigen ervan. Iedereen is gestempeld door de Tweede Wereldoorlog, heeft inderdaad zorgen om het heden en de toekomst - maar constateert ook dat nieuwsgierigheid, passie (Nico Frijda), kunst, herinneringen aan 'kleine', intieme momenten de fundamenten leveren voor de dankbaarheid, nog steeds aan het leven deel te nemen. (...) De oude denkers durven te vertrouwen op hun gevoel. Dat is hun roerende boodschap." Aldus Arjan Peters.

Wij gaan verder, zei de oude denker en verdiepte zich elders in iets anders.
Een goedendag. Simon Vinkenoog.


Dinsdag 24 januari 2006

Day of the Aloof Icon

FOR ENGLISH TEXT: PLEASE CLICK SPOT

Een mooie zonnige dag. 'Knisperend koud!' hoor ik Saskia zeggen, een van de drie bezoekers die wij zojuist, samen met Chris en Hagar, op bezoek hebben gehad om te spreken over de voorbereidingen van de reprise van Poëzie in Carré, 27 februari aanstaande. Mijn kritiek geuit, mijn instemming betuigd, mijn lijstje niet-uitverkorenen getoond. Rinus, de manager van Jules Deelder, die mij verzekerde graag te hebben meegedaan, liet wegens verblijf in het buitenland enkele e-mailberichten en telefoontjes onbeantwoord: helaas!).
De avond zal ongetwijfeld een succes worden: de langskomende parade van 25 dichters in het decor van de musical Cabaret met tafeltjes en stoeltjes in de zaal, als in een Frans café chantant komt ongetwijfeld de sfeer ten goede. Afwachten dus; de campagne om de zaal vol te krijgen gaat een dezer dagen van start. Men zal er nog van te horen krijgen.
En nu wacht ik op de volgende bezoeker, Derrick Bergman, die een cd-tje voor ons heeft gebrand met 92 foto's van de Bazelse bijeenkomst. Zijn verslag van het LSD-symposium is te vinden op de link Go with the blow; enkele toevoegingen aan de nieuwe links die ik bij Simon surft had ondergebracht, zijn aan te treffen in de bijdrage van Indy (dankl!) aan het Guesthouse. Zo komen wij terecht bij Ramana Maharshi, wiens wijze raadgevingen gratis te downloaden zijn.
Derrick (Gonzo Media - www.gonzomedia.nl) liet een prachtig album achter met 38 welsprekende foto's van Hofmann, de Shulgins en mijzelf in diverse panels en bijeenkomsten..Ik neem aan dat hij ze op de eigen webstek zet; ik weet niet over hoeveel ruimte ik beschik om meer visuele bewegende beelden deze zeepbel binnen te blazen; ik krijg cd's en dvd's, tot uit een ver verleden en hoor ook dat Hotel Atonaal (6 programma's) van Hans Keller op internet te zien is. VPRO-geschiedenis, neem ik aan.
Met Derrick de papieren doorgenomen die ik gisteren, een 3/4 volle DIRK-zak uit mijn Geheime Gewelven had meegenomen; hij nam er een deel van mee om nader te bekijken, mijn beoogde biograaf.
Reacties op activietiten, boekbesprekingen, interviews, briefwisselingen, de Stichting Dichtkunst, One World Poetry, Trans Europe Halles, D'Art Room, Die Rote Fabrik - alle die gelegenheden die ik vanaf de jaren zestig in binnen- en buitenland heb mogen bezoeken, als deelnemer aan een steeds interessanter wordende tegencultuur.(Celbeton, Dendermonde, waar met Het nieuwe onkruid Louis-Paul Boon door de mand viel, lees ik bij weverbergh '30-'70, herinneringen van een letterkundig omnivoor door Julien Weverbergh, Privédomein 260, 2005).
Earth People's Park, San Francisco. Polyphonix, Parijs. Een Living Theater-première, Frankenstein, gevolgd door een happening in Cassis waaraan Jean-Jacques Lebel, Taylor Mead, en Piet Kuiters deelnamen. Ibiza, 1962, waaraan Wilco Bergmans zo'n roddelachtig engels-catalaanse uitgave heeft gewijd, ergens op de Balearen gedrukt. Rockpalast, Essen - met The Who en de Grateful Dead, waar ik door de Kriminalpolizei werd aangehouden, niet omdat ik LSD op zak had (ik had er net wat van weggegeven aan twee Nederlanders), maar mijn dochter Anna van 3 op de arm. Mocht niet; Barbara ging in een hotelkamer een t.v.-opname van het nachtconcert bekijken, ik tripte in de zaal, Paradise Now! - en 's morgens werd er ontbeten met de Deadheads, de clan die de Grateful Dead overal ter wereld rond zich verzamelt - zo ook met het Living Theater, of om dichter bij huis te blijven, de oorspronkelijke Dogtroep. Cult-heroes. Fenomeen; ben jij er ook zo een? Autonome Zones in elke stad; al in de jaren zestig pleitte ik voor het creatief gebruik van leegstaande gebouwen (kerken, waar maar 1, 2 voorstellingen per week worden gehouden!) en de trend heeft zich inderdaad, te laat, te weinig - vooral in de voorsteden - voortgezet. Paradiso was de kerk van een bizonder interessant kerkgenootschap, De Vrije Gemeente, eind negentiende eeuw gesticht door de gebrs.ds. Hugenholtz, waar ook alle andere religieuze geluiden gehoord mochten worden; oecumene avant la lettre: religieus humanisme.
De Vrije Gemeente bestaat nog steeds; in het eerste nr van de 89e jaargang, 2006 van Nieuwe Stemmen, Opinieblad voor bewustwording, spiritualiteit, kunst en cultuur, 34 pagina's, onder andere zes artikelen en een kritische boekbespreking van Tjeu van den Berk's Het numineuze, 'waarin ik mij kan vinden'. Aangestreepte uitspraak van Rudolf Otto, die de term numineus voor het eerst gebruikte in zijn klassieke boek Das Heilige, uit de jaren twintig van de vorige eeuw: 'Het numinueuze borrelt niet zomaar in een mens op, de aarde brengt uit zichzelf geen zaad voort. Voorwaarde is dat er gezaaid wordt. Er moeten prikkels zijn van binnenuit of van buitenaf."
Verder de agenda's van de Vrije Gemeente in Amsterdam, Modern Beraad in Den Haag, de Kring Twente in Hengelo, en de geestverwante afdeling Amsterdam van het Humanistisch Verbond en de Woodbrookers in Berchem. www.vrijegemeente.nl.
Ik zal wel vaker over een en ander blijven schrijven; zoveel gebouwen met een sfeer die een leven lang bijblijft: ik denk aan de Melkweg - (ooit een melkfabriek, die met zijn vroege gerinkel van glasflessen de jonge Rotterdammer, die een kamer in Amsterdam gehuurd had, uit de slaap hield: hij verkastte, Cornelis Bastiaan Vaandrager. En Amsterdam was toch al too much for him; hij wel behorende tot de best minds of my generation die ik verloren zag gaan aan slecht geregisseerd ego, hypostase, vastklampen aan inbeelding en imago, ikoon van jezelf, op een voetstuk, met een zelfbeeld, waar je niet meer van af komt - ach die Cor; ik heb de onlangs verschenen biografie nog niet gelezen; zowel Jules D. als Simon V. betreuren het dat de biograaf, Menno Schenke, nooit bij hen was langsgekomen.
Ik kende hem, samen met Hans Sleutelaar, van een bezoek dat zij mij in Parijs brachten, schooljongens van een schoolkrant, in 1955 of 1956. Had ik die jongens niet moeten onturnen? Gewetensvraag. In rook verdwenen. Hoeveel generaties in 1 leven? Hoeveel herinneringen in éen sessie te vangen, en het dwingende gevoel nog lang niet uitgesproken te zijn? Huizen, kamers, gedeelde levens vol: de hoorn des overvloeds! Abundanzia!
Gedag. Wordt DV vervolgd. Simon Vinkenoog.


 

Maandag 23 januari 2006

The Day of Character

De Volkskrant 23 januari 2006

Een van de redenen voor mijn abonnement. Even meegenieten, kwaad worden: wij zijn met velen, die deze mening delen.
Welkom, vierde week, alweer!

CLICK BUTTON SPOT FOR ENGLISH INTRODUCTION TO THIS WEBSITE FROM THE DESKTOP OF SIMON VINKENOOG, POET (1928-20DV) IN AMSTERDAM, LOVE.

Maak werk van de liefde! Met deze gedachte wakker worden betekent werk aan de winkel; om te beginnen de goede voornemens van gisteren waarmaken. Dus een (verlate) trip naar de ATAL in de Wingerdstraat voor de bloedprik (anticoagulans Acenocoumarol voor de binnenstaanders), een bezoek aan de winterse tuin, bevroren vijvertjes, slap groen, knakhout en opschoningen onderweg; vriend hovenier Willem had de druif nog niet gesnoeid, constateerden wij: de 30 graden noorderzon bescheen lichtgevend de totem der nutteloze dingen, mooie netvliesfoto, en weer stapvoets terug, tergend langzaam: ik moet er aan wennen.
Edith heeft vleugels; 'zal ik voor komen rijden?' Ja, graag, zeg ik: mijn lieve volmaakte compagnon. Ik kijk naar haar, zij kijkt meteen terug, zij voelt en wij kijken samen elkaar even in de ogen. Dag dag. gegroet. Aanstekelijk werken.
Aan verveling zal ik zeker niet doodgaan, volgend bezoekje aan het Vondelantiquariaat in de gewelven van de Vondelkerk in de (jawel) Vondelstraat, om te constateren dat de sleutel niet meer past. We gingen erheen omdat wij na een jaar weer drie dozen vol papieren af te leggen hebben, waarvoor wij weer eens de wagen van het IISG kunnen laten voorkomen, het Instituut (Internationaal) voor Sociale Geschiedenis, waar men zich met graagte over een en ander ontfermt, en waar nog zo'n 60 strekkende meter papieren op te ruimen en te catalogiseren liggen - na het oorspronkelijke voorwerk van de hoog te prijzen Tjebbe van Tijen, die maandenlang mijn archief op de Weesperzijde aan het doorzoeken is geweest.
Ik had er geen ruimte meer voor; zeker niet toen ik in 1987 verhuisde van daar naar hier. Voor die tijd wil ik in elk geval die dertig strekkende meter boeken weer onder ogen krijgen (en veel ervan kwijtraken, van de hand doen) - nu zagen wij dat Stadsherstel een lamp moet laten repareren; telefoontje: tot volgend bezoek. Ik graaide twee armen vol documenten mee ('t is vol van schatten hier') en kan mij weer vermeien met wat ik gevonden heb. Er liggen ook nog zo'n honderdtal dummies, die als aantekenboeken onderweg dienden; nooit tijd gehad ze bijvoorbeeld op jaar te leggen en door te kijken; kan ik aan Coen of Derrick overlaten, toch even eigen ogen eerst... Die ene oogopslag die over het lot beslist; jij blijft, jij gaat..
Hoe Edith mijn leven vergemakkelijkt; hoe zij zich afstemt op mijn wensen en verlangens - maar ja, dat doe ik evenzeer. De eerste sneeuwvlokjes staken hun kopjes boven de aarde uit.Goed gedaan, jongens en meisjes.
Uiteraard bij Dirkie langs, voor de slijterswaren en bij Hartog voor het beste brood van Nederland.
Ik noem het archief, maar dat is het allang niet meer: een depôt (er staan zes opnieuw te bekleden Biedermeijer-stoeltjes, er liggen affiches, verguisde kunst, dingelantijnen), mijn hart klopt.
Waar is het avontuur gebleven? Doe eens iets avontuurlijks, zou ik zoveel dichters willen toejuichen, spring eens uit de band, verplaats wat lucht, mijn lust en mijn leven. Laat voelen hoe je bloed vloeit, graaf dieper. We reden door de Vondelstraat en ik moest aan de avonden en nachten doorgebracht aldaar op de nrs. 63 en 51 van die straat, waar Jan Vrijman en Remco Campert in hetzelfde gastvrije huis woonden, met een achtertuin die naar hetVvondelpark leidde. Gekaart hebben we er; notabene, goedgeluimd (slokje, trekje), Cees was daarbij en Ilse, bevriend met Lucia - soms doen Remco's voorpaginastukjes in de Volkskrant denken aan de Journaille-rubriek, die Jan Vrijman eerst in Vrij Nederland, en daarna jarenlang in Het Parool publiceerde. Mij staat zijn levenslust, zijn door- en inzicht, alsmede zijn sociale betrokkenheid duidelijk voor de geest: zijn gedrevenheid, die hij deelde met anderen: Karel Appel, Constant, Ed van der Elsken, Rob Wout (Opland), Theo Niermeijer en Bert Schierbeek, om maar eens de eersten de besten uit mijn Umwelt te noemen.
Ik sloeg een ringband open, transparante mapjes, ik trok er een tekst tussen uit:
Journaille, Het Parool, 2 mei 1988:

"REVOLUTIES eten hun eigen kinderen op of zetten ze op het fluweel. Dat spreekt vanzelf, want het gaat om de nieuwe heerschappij. Een nieuwe groep wil aan de bak, en zal die plaats, eenmaal veroverd, niet graag weer afstaan.
De revoltes van 1968, nu alom herdacht, zijn geen uitzondering. Uit die kring zijn tal van nieuwe regenten voortgekomen, en zo hoort het ook. Het gaat niet aan vroegere nieuw-linksers scheef aan te kijken omdat ze nu burgemeester van Amsterdam of president-directeur van een multinational zijn. Dat was van het begin af aan het doel waarnaar zij streefden, en dat is o.k.
Ook is het onzin om een prominente schrijver te verwijten dat hij nu in de rij staat om de kroonprins een handje te drukken, terwijl hij twintig jaar geleden met stenen had willen gooien. Mensen veranderen.
Maar in één opzicht mogen mensen, als ze kunstenaar zijn, niet veranderen. Ze mogen niet kritiekloos pakteren met de gevestigde orde, terwille van een oogstrelende plaats in het hertenkamp van de macht. Ze mogen niet aanschurken tegen de macht, omdat macht, van rechts of van links, altijd corrumpeert.
Kunstenaars mogen dat niet, want kunstenaarschap is een staat van permanente revolutie."

En dat is ook nog steeds mijn eigen overtuiging, en daarin vind ik geestverwanten.Mensen van goeden wille, die het ook voor zichzelf hebben uitgevonden: Kunst kan inderdaad de wereld redden, maar dan moet de kunst ook afzien van elk machtsvertoon, het en zij (tenzij) met het machtsvertoon van de verbeeldingskracht: l'imagination au pouvoir!
En dus in mijn stiel, de dichtkunst, zeker niets of niemand aan de macht. Elke dichter is stadsdichter, of natuurdichter, of liefdesdichter, of dichter-des-vaderlands-dichter, desnoods moederlandsdichter, naamloos dichter, klassiek of experimenteel, vrijetijdsdichter, dichter-sjamaan, dichter-bard, performing, podium, verstrooide professor-dichter: het huis van de Poëzie heeft vele kamers.
Geen canon, geen dogma, geen school, pretentieloos presidentsloos de Republiek der Letteren, altijd op weg naar Utopia. Geen vakbondsleiders, ieder dichter moet zijn/haar eigen mannetje/vrouwtje staan. Heerlijk & gelukkig maar. Stel je voor...Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is, en (daar is-ie weer, A.Roland Holst: 'Wie zich een eigen weg baant door de wereld/ hoort in het leven eens zijn eigen lied.'

Ik had meer te vertellen, zie ik aan de hand van mijn aantekeningen, in de auto gemaakt, tussen Hot en Her, maar dat komt dan nog wel, dat kan altijd nog: niets dringends, URGENT.
Even uitluiden met Jan Blokker, dezelfde (verder nog ongelezen) Volkskrant. Dezelfde schoppen (frappez! frappez toujours!) tegen dit onder zijn eigen fiasco's ten onder gaande Schip van Staat.
Laat de Staat Desintegeren, blijf bij de les van 2006: Alles Anders! En de Openbare Leeszalen, en andere plekken, waar mensen kunnen internetten, elke dag even hier rondkijken bijvoorbeeld, die blijven gewoon functioneren natuurlijk; het gaat om een geweldloze revolutie waarmee wij beschäftigt zijn. Eerder een planetaire happening om het feest te vieren van ons bestaan.
We zijn op weg, maar zoals de Byrds al zongen: het is nog een lange weg naar de dageraad. Maar je hebt het licht gezien, en daar komt dus alles vandaan. En daartussenin functioneert het, flitst en resoneert het, het leeft.
Beleefd, uw Simon Vinkenoog (en Edith Ringnalda, die Blokker binnenlaat).


 

Zondag 22 januari 2006

The day of the Vortex

In de catacomben van Paradiso, met 1/4e Spinvis: Arjan Witte (l) en Erik de Jong (r).

Voor de derde keer een live optreden met SPINVIS, 8 man/vrouw sterk: vorig jaar in de Schouwburg van Rotterdam (met de gedichten Helios en Het beloofde land), vorig jaar een studio-opname waar ik Paul van Ostayen las, onlangs bij de verschijning van de cd Dagen van gras, dagen van stro... in Desmet, en nu dus in een overvol Paradiso, voor een enthousiast publiek. Eigentijdse sprookjes, de liedjes van Erik de Jong, verluchtigd door melodieën allerlei aard, uit een wereldrepertoire van klank en ritme, vernuftig gecomponeerd en free style uitgevoerd.
Als mij gevraagd wordt, door hen begeleid, een paar gedichten voor te lezen, geeft Spinvis mij het heerlijk gevoel, vrijelijk teksten uit een geschreven repertoire te kunnen putten, die tot dusverre nooit het stadium van gesproken woord bereikten. En dat wij daar inderdaad speelplezier aan beleven!
Zo koos ik dit keer Goddank het licht! uit mijn boek Levend Licht (Fidessa, Bussum, 1978), een van de zes lyrische teksten, 'met eigen stem' genoteerd over veertig pagina's, een mini-episch gedicht. Halverwege, na de regel: 'de leer van het levend licht, de inwijding ' schakelde ik over op de versnelling van het gedicht Quick Quick Slow - a future raga, om in de toegift nog eens De vlucht van de adelaar te brengen; beide laatste in de bundel Het Hoogste Woord, Groningen, 1995. De zaal was dankbaar, getuige het applaus - in februari, maart en april doe ik weer mee als 'mystery guest' - ik houd mijn bezoekers op de hoogte.

"Doe mij open, gij van Hermepolis, en sluit weer achter mij, voortreffelijke Thot! Oog van Horus, neem mij mee, oog van Horus, majesteit en sieraad aan het voorhoofd van Re, de vader der goden. Deze Osiris is iemand van het Westen, en Osiris heeft vertrouwen in zijn woord; hij is niet daarginds, en ik ben niet daarginds. Ik ben Seth, die bij de goden is, ik kan niet vernietigd worden. Sta op, Horus, hij rekent u onder de goden."

Achtste spreuk (om het Westen te openen voor het licht, uit het Egyptisch Dodenboek).

"Alles behoort mij toe, want alles is mij gegeven. Ik was binnengegaan als valk, ik ben er weer uitgekomen als foenix. Morgenster, maak de weg vrij, zodat ik in vrede het goede Westen binnenga! Ik behoor bij het meer van Horus en ik ben belast met de zorg voor de honden van Horus; maak derhalve de weg voor mij vrij, zodat ik Osiris, de heer des levens, kan aanbidden."

Dertiende spreuk (om het Wsten binnen te gaan en weer uit te komen) uit het Egyptisch Dodenboek, uitgeverij Ankh-Hermes, Deventer.

Aan de vooravond van gedichtendag (26 januari) publiceert NRC Handelsblad dit weekeinde op de Opinie & Debat-pagina een uitvoerig pleidooi van Thomas Vaessens, Hoogleraar Moderne Nederlandse letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam, voor het serieus nemen van podium-en internetpoëzie, 'zelfs al is die (nog) niet zo sterk.'
"Echte revoluties in de literatuur worden niet door dichters ontketend. Ze worden veroorzaakt door technologische en economische veranderingen van de cultuur. Opkomst en ondergang van de hofcultuur en het mecenaat; de uitvinding van de boekdrukkunst; de stijging van het opleidingsniveau van de burgerij; de uitvinding van goedkope productietechnieken van boeken - dát zijn de echte ankerpunten in de literatuurgeschiedenis; niet Vondels bekering; het overlijden van Bilderdijk; Kloos' inleiding op de gedichten van Perk; de ruzie tussen Nijhoff en Du Perron of de verschijning van de bundel Atonaal."
Zo begint Vaessens, samen met Jos Joosten auteur van de studie Het postmodernisme in de Nederlandse en Vlaamse poëzie, zijn artikel, waaruit ik enkele saillante passages hier aanhaal.
Dinsdag reageert Maarten Doorman op de Opinie-pagina van NRC Handelsblad.
"De poëziekritiek heeft zichzelf buitenspel laten zetten. Er is sinds 1962, toen Hans Magnus Enzensberger zijn beroemd geworden essay over de productie van pocketboeken schreef al bijna een halve eeuw verstreken, en nog steeds heeft de kritiek geen serieus antwoord op de massificatie van de literatuur. Ik ben zelfs bang dat zij de aansluiting met de leescultuur van vandaag volledig kwijt is. Zeker met de cultuur van jonge lezers, voor wie de kritiek toch óók bedoeld is, zoekende als zij zijn op het gebied van literaire voorkeuren en afkeren."
"Van cultuurdrager met nationale uitstraling tot kramer op een plaatselijke markt: ziedaar de ontwikkeling van het dichterschap sinds 1950. De lezer maakte tezelfdertijd een vergelijkbare ontwikkeling door: van connaisseur tot consument. Mij dunkt dat dit aardverschuivingen zijn waarmee we in de literatuurkritiek iets moeten."
"De poëziekritiek geeft zich onvoldoende rekenschap van het feit dat zij niet meer met hetzelfde gezag spreekt als pakweg vijftig jaar geleden. Tussen de vele niches waarin de poëzie van de laatste decennia opgedeeld is geraakt, is het prestigieuze circuit van de 'echte' uitgeverijen en de 'officiële' kritiek zijn vanzelfsprekende primaat kwijtgeraakt.
Dat is het eerste probleem van de huidige poëziekritiek: door niet mee te veranderen met de gedemocratiseerde literaire cultuur is zij een esoterisch anachronisme geworden. Zij meet zich een aura aan dat, buiten de kring van belanghebbenden, geen lezer meer (h)erkent."
"Wil de poëziekritiek haar zelfgenoegzaamheid van zich afwerpen, dan zal zij zich óók moeten gaan richten op allerlei interdisciplinaire cross-overs waaraan dichters meedoen. De weerzin daartegen is tot op heden erg groot en dat is ook wel begrijpelijk, want het niveau van wat er bijvoorbeeld op poëziepodia en op internet gebeurt, is nog vreselijk divers en over de gehele linie niet zo best. Maar ook dat is de kritiek in zekere zin aan te rekenen, want de verklaring van de geringe progressie die door voordragende en op internet publicerende dichters wordt geboekt is nu juist dat er in die laagdrempelige echelons op dit moment nog geen strenge en competente kritiek bestaat. (...)
Wil de poëziekritiek zich in de gedemocratiseerde cultuur van vandaag uit haar buitenspelpositie bevrijden, dan moet zij zich ook nieuwsgierig en onderzoekend op nieuwe terreinen gaan begeven. De poëzie vraagt erom, maar zeker ook de jonge lezers die zich haar met recht proberen toe te eigenen".
Interessant betoog, eigen je het in zijn geheel toe. Veel te debatteren; niet op dit podium.


In Amsterdam wordt de nationale Gedichtendag 2006 gevierd met een WEERWOORD-programma dat tot en met zondag duurt, en plaastsvindt in diverse locaties rond het Leidseplein: De Balie, de Stadsschouwburg, de Melkweg, Theater Bellevue en Paradiso, waar woensdag om 20 u het Gedichtenbal, met veel poëzie en veel muziek, losbreekt. Read the papers!
Uw kronikeur mag daar 30 minuten dansbare plaatsjes draaien; tot uw dienst.
Verder, veel plezier gij allen, welkom op het Leidseplein met uw verboden boeken, solistische flarden uit de parade van de hemelse tragedie, de langste song ter wereld, dichttaal & beeldtaal, Double Talk IX, punk & poetry, het weerwoord in de digitale samenleving - hoe al die kleine en grote niche-players ook heten, zich vertakkend aan de boom van de dichterlijke vrijheid, om zich te manifesteren, vrij van canon en dogma, beperkingen en academische reducties.
Kaartverkoop Stadsschouwburg Amsterdam, 020-6242311, www.ssba.nl en via www.uitburo.nl. Programmaboekje 42 blz. www.weerwoordfestival.nl.

Morgen even naar kiosk of tijdschriftwinkel: inkijken of aanschaffen van Joie de Vivre, genieten van het goede leven, januari-februari 2006, € 4.95. De pagina's 32 t/m 38, verlucht met tien kleurenfoto's, 'Dichterbij Simon Vinkenoog', zijn overgenomen uit het eind vorig jaar verschenen boek van Erdmute Klein (tekst) en Annelies Rigter (foto's) Schrijvers en hun huizen, uitgave Byblos, Amsterdam.
En toen gingen Edith en ik iets anders doen. A poem a day keeps the doctor away! Ciao.
Simon Vinkenoog, grensverlegger.


 

Zaterdag 21 januari 2006

The Day of the Frontrunner



Mooie brief van Timothy Leary, Ph.D., mij in 1978 gezonden; na eerdere schriftelijke en persoonlijke ontmoetingen. Via de Psychedelic Review, de IFIF - de Internatuional Federation for Individual Freedom - en de League for Spiritual Discovery onmoette ik hem eind 1971 vvo de eerste keer, op de vlucht voor de FBI, in Zwitserland - vlak voor zijn vertrek naar Oostenrijk en Afghanistan (!) waar hij in een vliegtuig werd gearresteerd.
Al in 1969 was bij de Bezige Bij in de Kwintessens-reeks De Psychedelische Ervaring ver-schenen, de vertaling (van Richard Hübner en mij) van een Handboek gebaseerd op het Tibetaanse Dodenboek, door Timothy Leary, Ralph Metzner en Richard Alpert samengesteld. De laatste, al ettelijke jaren bekend als Ram Das liet zich vanuit Hawaii verontschuldigen niet op het LSD-Symposium in Bazel aanwezig te kunnen zijn: hij was aan het bijkomen van een stroke.

                                                             BE HERE NOW    
                                                        Recente foto van Ram Das, mij in Bazel
                                                        aangeboden, nadat ik in een panel zijn
                                                                 afwezigheid betreurd had.


Leary's
boek over zijn gevangenistijd en de spectaculaire ontsnapping daaruit (met behulp van de Weathermen), Confession of a Hope Fiend, heb ik met graagte destijds voor uitgeverij Bert Bakker vertaald: Aan Hoop verslaafd.

CLICK SPOT FOR ENGLISH NARRATIVE

Naderhand ontmoette ik hem ten huize van Luc Sala in Hilversum, waar hij met enkele andere cyber-Heads uit de Westkust de diverse brainmachines van EGO Soft bekeek; eerder was ik zijn sparring-partner tijdens een lezing en een workshop in de Amsterdamse Kosmos aan de Prins Hendrikkade, waar nu het Pop-Instituut gevestigd is.
Gezegd wordt dat hij iedereen in zijn omgeving gek maakte; wel is het zo dat van mijn plan hem eens rustig te spreken te krijgen voor het boek dat ik over hem wilde schrijven, niets terecht kwam. Eenmaal te zijnent in een van zijn voorlopige onderkomens (0veral elders toegang in Europa geweigerd, vluchtte hij van het ene naar het andere Zwitserse kanton) aangekomen, werd ik ondergedompeld in een whirlpool van gebeurtenissen, met enkele schimmige figuren om zich heen, maar wel een georganiseerd uitstapje naar een bergrestaurant waar wij raclette uit de muur aten, en de anderen naderhand al skiënd omlaag suisden. Hou jij de hond even vast, Simon - ik zou langs de piste omlaag lopen. Nou, dat had ik gedacht. Toen de skiërs langs kwamen, wilde de hond mee - ik had moeite op de been te blijven, het werd wel de snelste rit te voet van mijn leven.
Herinnert hij zich nu, meer dan dertig jaar later, stapvoets levend. Leve het bewustzijn, leve het geheugen. Leven is pijn te boven komen, er mee leren leven. Er gaat niets boven.
Alan Watts wist er van mee te praten: in zijn Psychotherapy East and West haalt hij de aloude Chandogya Upanishad aan, die ons een wijze raad meegeeft, waarmee ik deze weekeindtekst besluit Simon Vinkenoog.

"De mens komt te voorschijn uit zijn lichamelijke identificatie om zijn werkelijke vorm aan te nemen bij het bereiken van de grote verlichting.
Deze mens is de beste tussen de mensen. Hij leeft als een koning - etend, spelend, genietend van vrouwen, bezit en familie - zonder identificatie met het lichaam
."


Vrijdag 20 januari 2006

The Day of the Freewheeler

 

Hello! Here I am with my buddies (picture taken by Edith, my Muse): to the left Rick de Leeuw (430.000 Google-hits), to the right Jules Deelder (110.000). Picture taken last night at a venue called Patronaat in Haarlem, backstage of the programme Pop vs Poetry.
English-language readers: please click SPOT, see & hear Mad Master Calling.
Browse around; find Ganesh Baba, Patty Smith, Ira Cohen, The Grateful Dead, Terence McKenna et al: they're all here, to be found in a wink of the eye. Godspeed.
Or start reading Dutch; this Amsterdam-based TAZ is polyglot interspiced.
Anyway: the pictures show we're all right!

De werkster kwam langs, en ik dien een boekenkast te herrangschikken; wat heb ik niet allemaal te voorschijn moeten (en kunnen!) halen in verband met dat alchemistencongres in Bazel vorige week. De eerste verslagen daarvan komen binnen, weer zo'n eigenwijs verhaal van Luc Sala en een mooi artikel van Derrick Bergman (voor het geestverruimend lifestyle magazine EssensiE), dat ik bij go with the blow wil plaatsen. Twee missives aan het Guesthouse toegevoegd. Plus tien links bij Simon surft.
Nog zoveel in het vooruitzicht, is het niet de alledag (never a dull moment), dan zijn het wel de voorbereidingen en afhandelingen van onderweg meegenomen hallo's en hoezo's? en wat nou's?
Agenda bij de hand: Die en die van HP De Tijd: in verband met komende Poëzie in Carré-avond 27 februari. Die en die van Passionate magazine: in verband met een film over Remco Campert. Iemand van Netwerk: vanavond de uitzending van De eenzame uitvaart, over het project van F. Starik: dichtersafscheid van Onbekende Burgers (doodgeboren, verdronken, dood gevonden, les suicidés de la société, zoals Antonin Artaud hen zou noemen: de bolletjesslikkers, de zelfmoordterroristen). Enfin, het programma, en het interview met mij dat daar deel van uitmaakt, gaat over de dood, zoals altijd. Ook het Prettig Gesprek dat ik met Theo van Gogh had, in 1995, ging daarover. I hope you enjoy the show, Sgt. Pepper.
Van de 25 dichters die 28 februari 1966 in Theater Carré optraden, zijn er 12 nog in leven; niet aan te nemen is dat zij allen uitgenodigd zullen worden voor de wederopvoering van het gebeuren, over een maand. Het zou ook nooit een reprise kunnen zijn, daarvoor was het gebeuren binnen de tijd en de context te eenmalig. Bovendien hadden wij een weliswaar zeer heterocliete verzameling dichters bijeengebracht, van de stokoudste (A.Roland Holst) en de piepjongste (Johnny van Doorn). Wie zouden nu piepoudste moeten spelen, en de stokjongste?
Er waren destijds geen dichteressen bij, wat mij een brief opleverde van Elisabeth Augustin (Poëzie in Carré, Literaire Reuzenpocket 178, De Bezige Bij, Amsterdam, 1966, blz. 279): "Beste Simon, de volgende dichteressen zouden volgens mij voor een dichteravond in aanmerking komen: Mischa de Vreede Ellen Warmond Ankie Peypers Elisabeth Eylders Alijd Brink Mies Bouhuys Lizzy Sara May Clara Eggink Nel Noordzij Vasalis Sonja Prins Harriët Laurey Mea Strand Lydia Dalmijn Christine Meyling Hanny Michaelis Toyke de Wilde (Mevr.Raes)..."
Ach, die nog steeds onbedwingbare nieuwsgierigheid, maar het geduld hebben, het ongeduld bedwingen, het niet vooruit lopen op de dingen, het niet halsoverkop beslissingen nemen, het flapuiten en zomaar wat doen; het zijn allemaal te overwinnen momenten tijdverlies.
Hoe kom je toch zo positief? Kan er niets aan doen; over psychedelica gesproken: ik gaf Jules een exemplaar van het LSD- programmaboekje, en inderdaad: daar vond weer een piek-ervaringsherinnering plaats - die van de meeuw in Santa Monica, die tussen ons doorvloog en met zijn vleugeltip ons beider wang beroerde... (One World Poetry-toernee USA 1982).
Gedeelde ervaringen. Grondslagen van verstandhouding. Als tweeduizend mensen in de grote San Francisco-zaal van de Messe in Bazel de 100-jarige Albert Hofmann Happy Birthday toezingen, is iedereen gelukkig. Kostbaar moment. Als ik die mensen de Optimist Creed mag voorlezen: Promise yourself, dit en dat, zus en zo,( zie hier elders) : dan zijn dat meer dan woorden, daar komen geen gelaagde semantieken aan te pas, geen vertogen, discoursen of wat dan ook voor theoretisch gebazel: hier maakten ervaringsdeskundigen elkaar duidelijk, waarom het ging. Vertrouwen.
En nee, dat vertrouwen kun je niet meer hebben in regeerders, politici, staatslieden, zogenaamde volksvertegenwoordigers. Een volk is mijns inziens meer vertegenwoordigd door de beoefenaars van de grenswetenschappen, de buitenstaanders die met een frisse, laterale blik vanuit een verruimd paradigma een juister inzicht kunnen verkrijgen in de totale betekenis van alle samenhangen.
Multidisciplinaire generalisten envisioning, inderdaad, een Utopie. Nog wel even de wereld redden van Vervuiling! Deeltaak Haha!
Overal en nergens. Iedereen, elk mens, het middelpunt van zijn/haar eigen heelal. En alles leeft, voor zover je maar kunt zien. Ik zie er geen eind aan. Elk moment een begin.
"Blijf bij de les in 2006. SOS 2006. Geen gezwets in 2006. Geen ruk naar rechts in 2006. Blijf bij de les. Laat je geen hypes aannaaien, laat niet in je hersens graaien. Wees op je hoede voor de macht, die je wil en vrijheid ontkracht. Laat van je horen en laat naar je kijken: de vijand die Staat heet, gaat inderdaad over lijken. Laat de Staat Desintegreren en weet jezelf te bewijzen; laat je waarde weerloos blijven en je kracht komt van binnen. Alle rampen het hoofd kunnen bieden, je niet aan zekerheden vastklampen. Leer het leven te beminnen en jezelf niet buiten te sluiten. Verdom de oorlog en beziel de vrede. Van niets belangrijkers is nu sprake. Het leven knaagt aan je geweten, het heeft je niet eerder zo op de hielen gezeten. Pop vs.Poetry, een woordentapijt, dat je ziel en hart verblijdt."
Waar is het ritme, vraagt Edith. Het is agit-prop, zeg ik: een Leerdicht.
Zonneklaar! Simon Vinkenoog

Mijn sparringpartner bij Pop vs Poetry
Roos (18) van Roosbeef
aanstormend talent!


 

 

Donderdag 19 januari 2006

The Day of Dreams and Visions

Nee, ik heb de deur van het historisch evenement nog niet achter me gesloten; ik denk dat ik als Mad Master Calling (achter de SPOT-badge linksboven) nog wel even blijf doormekkeren over allerlei psychedelicatessen, die ik nog op te dissen heb.
Gisteren een drukke dag, de hp psc 2110 all-in-one printer-scanner-copier liet het na twee jaar trouwe en intense dienst afweten; Edith en Robbie Vlasman zochten en vonden de opvolger 1510 all in one, etc. - de installatie duurde enige tijd terwijl ik in mijn hoofd die synchrone parallel-verhalen klaar had liggen, spekje voor nederlands bekje en all what's new in english.

A narrative in English-American-Mid-atlantic will be found behind the SPOT-sign on the Kersvers-homepage of this website, written by the innocent abroad shown here.
In 1950 my first collection of poems, Wondkoorts {Traumatic Fever; Gangrene) was published, and I have been writing and publishing since.
See link SIMON SURFT for other, related destinations.
Look around, navigational advices are unnecessary: this is a dreamachine!

In het verrukkelijke Tinguely-Museum kocht ik een Moleskine Pocket Diary 2006, afgeprijsd - want het jaar was begonnen. Bij wijze van terugbladeren: waarover heb ik in deze Kersverspagina's geschreven, en toen ik de Mad Master (= AM STER DAM) Calling pagina's begon, hoe heb ik me toen geïntroduceerd, bij mensen die niet of nauwelijks op de hoogte zijn van wat ik in Nederland in meer dan een halve eeuw te berde heb gebracht; materiaal ('materie') waar ik bij voortduring uit kan plukken, omdat de geschiedenis zich nu eenmaal herhaalt en zo binnenkort Poëzie in Carré na 40 jaar weer zal plaats vinden. Niet dat ik iets met de organisatie te maken heb en me nu al afvraag wie de andere uitgenodige dichters zijn (met mij wordt een dezer dagen nog een praatje gevoerd door de initiatiefnemers en een heus organisatiebureau), maar ik moest wel een glimlach onderdrukken, en er hier pas blijk van geven: de gedachte: 'Dat had-ie niet kunnen dromen of zich maar voorstellen, way back in februari 1966, dat-ie nog eens een apenstaartje zou krijgen, 40 jaar later: poëzieincarré@planet.nl!'
En toen was inderdaad de orde weer aan de dag, ondertussen twee Vrij Nederlanden en Groene Amsterdammers te lezen, en tien dagen drie kranten - dat wordt doorvlooien en ongelezen weggooien! En vanavond een eerste optreden in Haarlem: Pop vs.Poetry. De poets ken ik: Jules Deelder en Rick de Leeuw; in deze wedkamp wordt tegen mij, verneem ik, een 18-jarige schoonheid in de ring gebracht.
Wij zetten onze beste beentjes voor!
Morgen gaan wij wellicht de prijsuitreiking van de High Life Cannabis Cup op de Hennepbeurs in de RAI meemaken, zaterdag ben ik mystery guest in Paradiso, als het nog geheim kan blijven, en zondag nemen wij een kijkje bij Wordscape aan de Lijnbaansgracht, waar ik volgende maand als gesproken woorddichter verwacht word.
En bovenal, lieve mensen, nu we toch in de poëzie verzeild zijn geraakt: nog tot en met 24 januari hebt u gelegenheid mee te stemmen voor de publieksprijs van de beste dichtbundel in 2005, ter waarde van € 1.700. Zie de longlist en shortlist met kanshebbers op decontrabas.typepad.com.
Nu ga ik even iets anders doen, andere dromen en visioenen - kom terug en breng je vrienden mee. Zoals gezegd: gisterenavond laat nog hebben Edith en ik een tiental websites toegevoegd aan de link Simon Surft. Goede reis toegewenst! Simon Vinkenoog.



Woensdag 18 januari 2006

The day of Childlike Fancy

There is room for many stars in the firmament, luidde de meditatie bij de dag van gisteren, volgens The Secret Language of Birthdays van Gary Goldschneider & Joost Elffers, waaraan ik dit jaar mijn dagelijkse naamgeving ontleen.
U ziet mij hierboven in (kort) gesprek met Stanislav Grof, de oorspronkelijk Tsjechische onderzoeker, bekend van zijn holotrope ademhaling, gebruikt in rebirthingtechnieken. Ik vroeg hem of hij bekend was met de geschriften over prenatale dynamiek van de Haagse zenuwarts dr. M.Lietaert Peerbolte, hetgeen hij beaamde. Ik heb zo'n ondoordringbaar boek van 480 pagina's naast me liggen, een Engelstalige uitgave van Servire Publishers in Wassenaar toen nog, 1975: Psychic Energy in Prenatal Dynamics, Parapsychology Peak Experiences - a paraphysical approach to psychoanalysis and transpersonal psycho-dynamics.
Dat is een mondvol, en zo waren ook zijn boeken, waarvan er enkele verschenen in de Kwintessens-reeks van de Bezige Bij. (Voetnoot 34567). Ik had de goede wijze man, die op Henri Michaux leek, leren kennen via Hans Andreus, die bij hem toevlucht gezocht had - zie de biografie van Jan van der Vegt.
De foto hierboven werd genomen tijdens de Ceremonie in de grote gehoorzaal van het Museum der Kulturen aan de Augustinergasse 2 in Basel: "All our speakers are welcome to this private celebration, where government representatives, friends and musicians will honor Albert Hofmann. Please note that the celebration will be held in German. The ceremony will be followed by a cocktail reception.' U ziet ook de 100-jarige eregast in de achtergrond; de gisteren gepubliceerde foto werd gemaakt in een oud pand aan de Münsterplatz. Het was ontroerend te zien hoe de 95-jarige echtgenote van dr. Hofmann in haar rolstoel de smalle bochtige trap werd op- en afgedragen - er is uiteraard altijd familie om je heen, als je al vier achterkleinkinderen hebt.
Het was voor mij de eerste keer dat ik in Basel de Messe bezocht; een uiterst doelmatig ingericht congrescentrum, met brede trappen en roltrappen, over twee verdiepingen een grote zaal voor 2000 mensen en daarnaast en daarboven nog vier of vijf andere zalen, minder groot. Getooid met de namen van steden. Het drie dagen durende overvolle programma was, zoals vaak gebruikelijk bij multi-disciplinaire bijeenkomsten, gesplitst in Panorama-bijeenkomsten, twee keer twee uur, waarin telkens acht mensen rond een bepaald thema hun zegje deden.
Eerste dag onderwerp: From the Plants of the Gods to LSD, de tweede dag The Ecstatic Adventure (spekje voor m'n bekje!) en de derde Panorama-bijeenkomsten waren gewijd aan het idee New Dimensions of Consciousness. Daar waren te horen Rick Doblin (MAPS), Günter Amendt, Christian Rätsch, Ronald Steckel, Claudia Müller-Ebeling, Rolf Verres, Stanley Krippner, Jeremy Narby, Ulrich Holbein (die een middeleeuwse baret had opgezet), Ralph Metzner, Alexander Shulgin (uitvinder van MDMA, Ecstasy), Mathias Bröckers, Carlo Zumstein en Albert Hofmann himself.
Seminars, joint seminars, films en video-art shows en panels ("Ask the Shulgins" - een zeer aanwezig echtpaar, de 80-jarige en zijn 75-jarige vrouw Ann, auteurs van de "chemical love stories PIHKAL en TIHKAL, resp. 978 en 804 pagina's.)

Zelf deelde ik het extatisch-avontuurgedeelte met Michael Horowitz, Sue Hall, Martin A. Lee (Acid Dreams - belangrijk boek), Barry Miles (vriend sinds 1965), Hans Cousto en Gunther Amendt, terwijl ik ook deelnam aan een panel LSD and the Counterculture of the Sixties in Europe, waarbij aan tafel zaten Sergius Golowin (in 1972 ontmoet), Urban Gwender (dito), Werner Pieper (regelmatig bezoeker uit Highdelberg), Ronald Steckel en ik dus: "Contemporary witnesses share memories of the Sixties. They inform us about the specific movements of their country of origin and analyze the impact of LSD on the varies streams of the political and social counterculture." (wordt vervolgd) - even iets anders; Edith's plicht roept. Gegroet, blijf bij de les. Simon Vinkenoog.


Dinsdag 17 januari 2006

The Day of the Heavyweight

Just one of the 142857369 pictures taken of Dr.dr.dr.dr. Albert Hofmann, during the festivities organized in the spiritual town of Basel, at the occasion of his 100st birthday.
On the left the person who is talking to you now (follow his narrative in English by klicking SPOT), who joins in Dr.Hofmann's pleasure to know that his book LSD - My problem child is going to be published in Chinese translation.

Ik kan er geen dubbele boekhouding op na houden. Ik ga even in het Engels verder, ben nog niet aan een verslag van het alchemistencongres in het Nederlands toe. Ik ga even verder met de kennismaking met onbekenden: ik gaf minstens 100 visitekaartjes met mijn URL weg en verwacht dus nieuwe vrienden, die geen Nederlands lezen. Vandaar, ter verduidelijking.
Vannacht, op Michiels's desperate verzoek, tien dagen te laat, een tiende seconde voor de DeadLine mijn column met eerste impressies voor het maandblad EssensiE, Geestverruimend Lifestyle Magazine.
Ik ben dus nog niet geheel thuis, verkeer op de hoogvlakten van het geluk (Van Ostaijen) in een prachtige Re-Entry - ik had een klein gezelschapje verteld het een na laatste, LXVIIIe hoofdstuk, van Erasmus' De lof der zotheid te lezen, en voorwaar bij eigen herlezing zojuist nu (in mijn boek Weergaloos, pagina 465/6) besef ik weer eens, waarom Love Special Delivery, of de suggestie Let the State Disintegrate.
So join the party late this afternoon, click SPOT red-white-blue button for midatlantic verbal intercourse from Amsterdam. Simon Vinkenoog, Pouffeur.


 

Dinsdag 10 januari 2006

The Day of the Hard Look

en aangezien ik nog niet weet of ik deze week tijd en gelegenheid zal vinden om vanuit Bazel deze Kersverspagina's dagelijks aan ulieden voor te leggen, geef ik alvast de namen die Gary Goldschneider in zijn boek The Secret Language of Birthdays aan de komende dagen heeft gegeven.

Woensdag 11 januari: The Day of Evaluation
Donderdag 12 januari: The Day of the Wild Call
Vrijdag 13 januari: The Day of Upward Mobility
Zaterdag 14 januari: The Day of the Integrator
Zondag 15 januari: The Day of Heroic Inevitability
Maandag 16 januari The Day of Fulfillment -
en ook de dag van onze terugkeer, DV, uit Bazel.

Nu even zien hoe deze begrippen in te passen in mijn privé-mythologie, huidig levensverhaal, 77 zonnejaarwenden plus.
De Ryam-efficiency-agenda 2005 heb ik aan zijn voorgangers toegevoegd; voorin staat de uitspraak van Joseph Campbell: "Every human face is just a mask that God wears."
Wat mij weer doet (door)denken aan het Ich und Du van Martin Buber; hoeveel spiritueel leven verschuilt zich niet in de genen van deze webstek? Er bestaat een uitspraak van Ekkehart: Het oog waarmee jij God ziet, is het oog waarmee God jou ziet. En uiteraard ervaren mystici, als zij het begrip God gebruiken om naam te geven aan de bron van de door hen beleefde kosmische alomvattende liefde, niet de angstaanjagende voorstelling van een god, door de diverse orthodoxe, fundamentalistische stromingen in het Monotheïsme moeizaam in het leven geroepen, met de onheilspellende gevolgen vandien.Van kruistochten tot fatwa en jihad il n'y a qu'un pas.
Dat Godsbeeld moet inderdaad radicaal overboord, maar een waarlijk Christen die je zou kunnen herkennen aan zijn doen en laten, kom ik graag tegen in mijn vriendenkring. Ik bekeer jou niet, jij bekeert mij niet.
A non-psychedelic can never enlighten a psychedlic - oordeelde Ganesh Baba, and I know he's right. In dit post-MacLuhan-tijdperk kan iedereen (mijn 'iedereen') zich permitteren met een gerust hart diens motto over te nemen, zonder zich angst aan te laten jagen: I'm the only one who knows what the thell is going on
Maar je zit dan wel met meer vragen dan pasklare antwoorden. Goed: die voortdurende vraagtoestand. Wat heeft het leven nog voor me in petto? Breathless - als altijd nieuwsgierig naar wat komen gaat!
Verder wensloos; high - happy and never in a hurry. Mind, speech & body. All in One. We are the One. Oftewel: ook ik blijf bij de les in 2006. Even tot hier. On the road . Simon Vinkenoog.


 

Maandag 9 januari 2006

The Day of Ambition

en de geboortedag in 1893 van 'tante Jo' uit de Zeilstraat, een waarzegster die 102 jaar oud werd - bijna doorschijnend broos en een en al liefde. Hoe graag hield zij mijn hand vast, hoe thuis voelde ik me bij haar en haar dochter Betty. Zij was ook degene die mij, als vrucht van haar vele jaren omgang met mensen, en haar waarzegkaartenorakelkennis wist gerust te stellen ('als het ware'): 'Natuurrampen zullen een einde maken aan de oorlogsgedachten van de mens.'
Op naar de verjaardag van een 100-jarige, overmorgen te vieren in Bazel, de stad - zegt men daar - van Paracelsus en Erasmus. The Spirit of Basel: dr. Albert Hofmann, die de Nobelprijs verdient voor zijn 'toevallige' ontdekking van de werking op de psyche van het middel LSD-25 dat hij voor zijn bedrijf, Sandoz, aan het onderzoeken was, april 1943.
Chemie & alchemie; het verband werd weer gelegd, het levenselixir, het getransmuteerde goud, de mutant, de evolutie: alles brak baan.

Een zorgenkind zou opgroeien, een paardenmiddel in de strijd werd geworpen, synchroon aan de ontwikkeling van de atoombom in de Verenigde Staten van Amerika en de genocide in de Vernichtungslager van het Duizendjarig Derde Rijk van Hitler, dat na 12 jaar psychotisch bewind eindigde in een zelfmoord, waarin hij heel Duitsland wilde meesleuren. Ach ja, ach ja, hoeveel ach ja's niet bij het lezen van je krant?
Ik herneem de lectuur van psychedelische uitgaven, die ik lang niet onder ogen heb gehad; de twee Bert Bakker-uitgaven, beginjaren 70, van het MOKSHA-bulletin, geredigeerd door de man met de mooiste naam van Nederland, Hans Geluk, met een tijdboek voor bewustzijnsverandering en drugs, waarvan twee nummers verschenen resp. 96 en 178 pagina's.
Ik tref er 4 brieven and 1 letter aan, gericht aan de psychiater van Hans Vl., aan een geflipte vragensteller, aan een gemiste afspraak (vanwege mijn verhuizing van Noordermarkt naar Koninginneweg), to a friend in jail en aan de redactie van Moksha. September 1970, was getekend Love Simon Divine. Wat zat ik vol plannen! Hoe de plannen zich nog altijd voltrekken. Komt tijd, komt raad.
Ik hervind een uitspraak van Arthur Kleps, Chief BooHoo van de Neo-American Church, die volhield: "LSD changes the world: the individual is not affected in any way whatever." Agendapunt ter overweging. The Ecstatic Adventure. The Journey Within. Me, Myself and I. Meher Baba over de MASTS: de 'god-intoxicated' die men voor krankzinnigen aanziet...Gottfried Benn's Provoziertes Leben komt ter sprake; Frederik van Eeden's Geestelijke Verovering van de Wereld - waarvoor de Maharishi Mahesh Yogi op dit moment weer candidaten zoekt, en een uitspraak uit Norman Brown's Love's Body, een boek dat zich aan mijn ogen onttrokken heeft: uitgeleend? verloren?
'Sleepers, awake. Sleep is separateness; the cave of solitude is the cave of dreams, the cave of the passive spectator. To be awake is to participate, carnally and not in fantasy, in the feast: the great communion.'
Be happy and don't worry! Achter het SPOT-insigne schuilt de Madmaster Calling. Simon Vinkenoog.

Aangetroffen in Moksha: Melencolia van Albrecht Dürer


Zondag 8 januari 2006

The Day of the Big Bang

'Het zal van onderop moeten komen.'
Als vaker ben ik onder de druk van de kalmte, waarmee Jan Marijnissen zijn standpunten (zojuist weer in Buitenhof) onder woorden weet te brengen. Ik, maar wie ben ik, zou een samengaan van PvdA, Groen Links en SP interessant vinden. En overigens: al wat gebeurt heeft zijn eigen tempo: DNA knows best!
Ik ben weer eens verzeild geraakt in het neurologisch jargon van Timothy Leary, door het niet eerder gelezen Design for Dying ter hand te nemen (© 1997 Futique Trust, Harper Edge), postuum verschenen met intro en redactie van R.U.Sirius (wiens naam ik eerder tegenkwam, waarbij ik me altijd afvroeg: R.U.Sirius, are you serious? ), die mij gerust stelt:
"Tim Leary spent his life challenging the taboos that make our public discourse axiomatically dishonest. He succeeded in his own Designer Dying, making it a public celebration and using the opportunity to communicate about personal autonomy and the importance of thinking and being conscious right up to your last breath. And then he made his own choice to escape Prison Earth, not in anger but in love, with his closest friends and family members on hand.
He did a good job."
Ook de uitgever heeft een informatieve blurbtekst op front & back flap, stofomslag:
'Timothy Leary is dead. As the fringe guru himself put it, 'Mademoiselle Cancer moved in to share [his] body.' But in the days before he died, Leary - never one to miss an opportunity for a party - used his approachting death to create an exuberant new vision of what dying can be. Optimism, courage, joy, and spirituality were central to Leary's final days and his death. Design for Dying - Leary's last book - shows us how we too can make dying the high point of life.
Irreverent, thought-provoking, and hilarious, Leary's parting shot pioneers new ways to die and new ways for the living to think about death. Urging us to take control of our deaths (and even to determine when and how we will die), Leary relates his own plan for 'directed dying', a death we plan and orchestrate to reflect our own lives and values.
And the psychedelic prophet flings open a whole new range of beyond-death-possibilities for the wired generation. From downloading consciousness onto the Net - so that our souls can outlive our bodies - to the ways technology can enhance the final days of the dying to the far-out promises of cryogenics.
Leary provides fascinating insights into how technology may eventually help us improve, and even sidestep, death. A thorough guide to death and dying resources and to on-line tools and further reading lists complete this surprising, funny, and totally original look at the new frontiers of death.
Speaking to everyone who has ever wondered if there's more to death - if there's life beyond the final frontier, if death really means the end, if dirges and hearses and funeral flowers are really how we want to be remembered - Leary's flamboyant final statement reveals revolutionary ways to die and redefines, with Leary's trademark creativity and joy, how the living can think about death.' (ISBN 0-06-018700-X)

Veel woorden; nog een paar fragmenten van Leary zelf, uit het eerste hoofdstuk What is the Meaning of Life, What the DNA told me (p.22):
Neurologic perceives every living creature, including every human being, as a potential mutant. Every individual is potentially a highly unique experiment on the part of an evolutionary blueprint. Every human being represents thousands of latent, unique mutant characteristics. Most of the mutations are invisible and detectable only by the most sophisticated biochemical assessments. Many are within the nervous system, morphologically undetectable.
The first goal of a neurologically alert pertson is to accept the evolutionary perspective: to see the goal of humankind as mutation, to see the human role as student and assistant in the evolutionary process.
This implies the neurological facility to suspend one's larval imprints, to voluntarily and selectively suspend one's personal memory capsules, to transcend conditioned reflexes connected with social role and to become an evolutionary agent, a time traveller: to think and experience like the DNA code.'

Genoeg zondagsschool! Edith en ik maken ons op voor de Nieuwjaarsreceptie in de culturele vrijhaven Ruigoord. De eerste van de vier jaarlijkse evenementen-ladders voor de periode januari-maart is zojuist verschenen, toegezonden aan de Vrienden van Ruigoord. Wie zich als nieuwe vriend wil opgeven, bezoeke www.ruigoord.nl.
Stichting Landjuweel, het Amsterdams Ballon Gezelschap, Ruigoord 15, 1047 HH Amsterdam, 020-4975702, fax 020-4970503, email ruigoord@xs4all.nl, giro 7368569.
De kerk van Ruigoord is elke zondag geopend vanaf 14 uur met soep en broodjes.
Elke derde zondagmiddag 16u Latin Jazz van het 4SURE latinjazz quartet o.l.v. Olaf Keus - zie www.4sure-latinjazz.com; elke zaterdagmiddag Afrikaanse slagwerkworkshop. De laatste zondag van de maand Het Woord in Ruigoord, met poezie en muziek.
Aangekondigd wordt het 21ste Landjuweel, van 3 t/m 6 augustus, met als thema dit jaar Minder is meer. 'Geen enkele generator meer op het veld, geen versterkte muziek meer over het terrein; alleen voor de podia maken we gebruik van natuurlijk gegenereerde energieën. Geen auto's meer over het terrein: na aankomst is er tot na afloop van het festival geen verplaatsen meer mogelijk. Enz.'
En nu verplaats ik mij, ook jelui een prettige dag toewensend. Simon Vinkenoog.


 

Zaterdag 7 januari 2006

The Day of Unusual Interests

Een dansje vooraf, Edith zette een cd'tje van Django Reinhard op , wiens clandestiene muziek (Le Quintette du Hot Club de France), mij via Radio Hilversum in de hongerwinter 1944-1945 het leven redde; ik voelde het bloed weer in de aderen stromen: music until the end...Exactly like you heet het eerste van 18 opnames op OR0074.


In a mellow mood. Vrolijke dronk op de nieuwjaarsreceptie van ons tuincomplex Buitenzorg, waar wij onze zomerse buren een goed en vruchtbaar jaar toewensten.
Met ons dertigen voelde ik mij deel van een een clan van jewelste; een doelmatig (nederlands voor efficiënt) samenkomen met Willem een afspraak : het rigoureuze snoeien van de wijnrank boven onze pergola op de tuin - nooit eerder professioneel gebeurd - en met Geert enig brainstormen over de uitjes, die wij met zijn autobus onze medetuinders kunnen bieden, op een zomerse middag, met een poëzie-workshop ergens in de vrije natuur (wegens eerder succes geprolongeerd).
Dagen vol gesprekken met betekenis; nieuwe ingangen - over het fotoboek met Martin Harlaar, over mijn samenwerking met Spinvis met Arjan Witte, met Diana Ozon over haar komende tentoonstelling en het web-wezen - zij is een der eerste webstekkers die ik ken (www.diana-ozon.nl), met Joost Geerts van Check It over nieuwe toegangsmogelijkheden voor deze webstek; frames en spiders kwamen langs en ik luisterde met een half uur oor mee naar de technische verhandelingen, zoals vanmiddag, toen het ging over pruiken en gesteltakken. Edith was, gelukkig voor mij - en jullie, lieve lezers een en al oor.
De tuin, 400 m2 aan de zuidkant van het W.H.Vliegenbos in Tuindorp Nieuwendam, Amsterdam-Noord, is sinds 1991 toeverlaat voor Edith en mij.
Wij brengen er, met veel plezier en heel ons wezen, de maanden mei tot en met september door, zelfvoorziend met zonnepanelen op het dak en butagas voor geiser, gasfornuis en ijskast. Laat maar komen, onze dromen over het komend voorjaar: hoe het allemaal, eenmaal gesnoeid, vloeit, bloesemt en blijft voortvloeien, ook als jouw bloedstroom er niet meer is om er van te genieten. Ondertussen, in dit leven: leve het voorjaar! Je kunt niet vroeg genoeg met het jaar van de Hond beginnen.
Weer heel veel behartenswaardigs in de kranten; ik betreur de teloorgang van het aantal krantenlezers - zelf ben ik mijn gehele leven een trouw (meer)krantenlezer, al laat ik de New York Herald Tribune en Le Monde aan mij voorbijgaan; die komen wel gecondenseerd in NRC/Handelsblad terug, als er iets belangrijks in staat..
Even niets daaruit, mijn hoofd is bij eigen wereldzaken: aan hoeveel mensen heb ik deze week niet moeten uitleggen dat Albert Hofmann, de uitvinder of ontdekker van LSD honderd (100) jaar oud wordt, en dat wij dat verjaarsfeest met hem gaan meevieren - of in elk geval die ceremonie gaan bijwonen in Basel, waar dat gevierd wordt en daaropvolgend bijdragen aan een Symposium over LSD, Problem Child and Wonder drug - meer dan genoeg voor 1 gespreksonderwerp.
Tot volgende schrijfbeurt; prettig weekend uiteraard. Keep on dancing; it's your fortune!
Simon Vinkenoog.


 

Vrijdag 6 januari 2006

The Day of Substantiation

Ik veroorzaak. Eigen beheer. Ik hoef geen enkel spel te winnen of te verliezen; de weg, de reiziger op de weg en de bestemming zijn één en de grote ontknoping ('hoe de werkelijkheid verandert en de veranderingen te werk gaan') staat ook mij, als iedereen te wachten.
Wanneer wordt de ziel wakker, ontwaakt het geweten, dringt levensbesef tot je door - het weet hebben van het eigen levenseinde?
Johnny van Doorn heeft ooit haarscherp beschreven hoe hij als negenjarig jongetje op de fiets zo rakelings door een vrachtwagen werd geschampt, dat hij dood had kunnen zijn, wat hij zich zo levendig voorstelde dat dichterschap geboren werd...
Zelf heb ik altijd veel waarde gehecht, als zijnde een onuitwisbare en blijvende herinnering, aan de bijna-verdrinking in de Bloemgracht, rond m'n tiende, toen ik met fiets en al het water in duikelde; ik was zenuwachtig gemaakt door tollende kinderen - toch maar trappelen en in leven blijven, jongen!
Is er al een einde voor te stellen, als je al niet weet waar het begin is? De prenatale dynamieken, waaraan Stanislav Grof en Maarten Lietaert Peerbolte zo 'n groot belang hechtten? Cyclisch leven: ontstaan, bestaan, vergaan. Pre-post. Geboorte-Orgasme-Dood. Moeder Aarde als Baarmoeder. Crack in the Cosmic Egg. Van Pythagoras tot de Pleïaden. Dogon en Sirius-b. Timewarps. String theories, kam door kosmisch haar. Vloeipapier vibraties. Soms volgt je redenering de Möbiusring, en krijg je als in het schilderij van René Magritte in Boymans-van Beuningen, jezelf op het achterhoofd te zien, in de spiegel die je bent - reflecties aan beide zijden tijdelijk, vergankelijk
Inzichten, tijdsgewrichten. Honderd jaar SOS. Vijftig jaar NOS Journaal. Zowel de stuiptrekkingen als de barensweeën maken zich steeds duidelijker kenbaar, op veel meer gebieden dan men weet of zich voorstellen kan.
De ene hersenbloeding na de andere, zou ik bijna oneerbiedig zeggen. Dat wordt een drukke week, rond Gedichtendag, voordien van 10 tot 16 januari Bazel, veel om over na te denken en te doen, niet hier. Over naar elders dus. Edith, zou jij even die pagina willen scannen uit mijn reisdagboek uit Mexico januari 1970: 26 jaar geleden? Dank je, mijn liefste. Het ga u allen goed. Simon Vinkenoog.


 

Donderdag 5 januari 2006

The Day of Recovery

Even mijn sociale agenda trekken! De Volkskrant trok er bij de jaarwisseling drie pagina's voor uit. Ik bleek onkundig te zijn van het bestaan van een 'Sociale Agenda', 'een lovenswaardig project met als doel de belangrijkste vraagstukken van deze tijd op een rijtje te zetten en ermee aan de slag te gaan.'
Filosoof-psycholoog Kees Kraaijeveld geeft commentaar op de duizenden reacties, die binnenkwamen als antwoord op de vragen die Volkskrant-lezers & internetgebruikers via www.socialeagenda.nl de waren voorgelegd.
'Wij zitten met zijn allen in die ene TGV naar de toekomst en niemand stuurt.'
'Vanwaar toch die gelatenheid?' Over het falen van de oude probleembenaderingen:
'Ons probleemoplossend vermogen loopt domweg achter bij de modernisering. Geen wonder, gezien het duizelingwekkende tempo waarmee de westerse samenleving de afgelopen vijftig jaar is veranderd.'
Mooi voorbeeld in eigen huiskamer: mijn lieve schoonmoeder kijkt naar het life tv-programma de wereld draait door, en ze zegt: ze zijn niet te verstaan, ze draaien het te vlug af, om tijd te winnen. Ik kan haar niet van de synchroniciteit overtuigen.
Weer terug naar de sociale agenda: 'Misschien zijn de oude verwachtingspatronen ten aanzien van de mogelijke oplossingen wel veel te groots en meeslepend voor de complexiteid van de nieuwe tijd. En misschien verwachten we te wel domweg te veel van onze overheid.'
Zeven vraagstukken waren op de sociale agenda geplaatst.
'1. Hoe kunnen we meer welzijn en geluk ontlenen aan de welvaartsgroei?
2. Hoe kan het onderwijs voor elkaar krijgen dat minder talent onbenut blijft?
3. Hoe kan de kwaliteit van de publieke dienstverlening beter?
4. Hoe kan de onderklasse emanciperen?
5. Hoe worden we goede burgers met betere omgangsvormen?
6. Hoe kunnen we een geïntegreerde samenleving worden?
7. Hoe kunnen we de continuïteit en duurzaamheid van de samenleving bevorderen?'
Aan elk van de zeven vraagstukken zullen dit jaar debatten in verschillende debatcentra overal in het land gewijd worden, waarvan uitgebreid verslag zal worden gedaan.
'De problemen zijn er, vanaf nu komen de oplossingen aan bod.'
'Alle informatie die tijdens deze debatten naar boven komt, vormt voedsel voor het panel van wetenschappers. Zij moeten op basis van alle gegevens prioriteiten stellen in de Sociale Agenda. Welke vraagstukken moeten bij voorrang worden opgelost? En welke oplossingen verdienen de voorkeur? Deze afweging resulteert uiteindelijk in een duidelijk afdvies aan alle instanties die zich bezig houden met het oplossen van sociale problemen: de definitieve Sociale Agenda.'
Ik moet even (grim)lachen om het woord 'definitief' - hoe mensen dat nog durven te gebruiken, in deze tijd met zijn open einde? Hebben onze S.A.-panelleden enig zicht op de chaos-theorie in de praktijk, zowel geopolitiek als nanologisch? Ik ook niet hoor, zei de innocent bystander, net als velen anderen behorende tot het legioen der beste stuurlui aan de wal - altijd liever dan tussen wal en schip.
Hoeveel informatie-explosies zijn we dan verder , zijn er dan nog bevoegde instanties, wie weegt wat tegen welke voortdurend veranderende praktijk af? Wie beslist, in dit hoge spel waar altijd mopndiaal gedacht en locaal gehandeld moet worden?
Tien academici, economen, juristen, antroplogen, bedrijfskundigen, hoogleraren komen ieder met hun eigen prangend probleem aan het woord: de lezer wordt dan geconfronteerd met 'verrassende dissonanten en de origineelste oplossingen' en zoekt het verder zelf maar uit.
Zeker zal hij zijn gesterkt door het advies van Kraaijeveld:
'Ik bepleit hier een moderne manier van probleembenadering waarbij we 'het kleine' als uitgangspunt nemen. Het kleine als moreel startpunt voor actie. Ik bedoel dat we moeten stoppen met klagen over de managementlaag die onze beroepseer aan zou tasten, om voortaan onze eigen manager met haar neus op de feiten te drukken. Dat we 'druk, druk, druk' uit ons vocabulaire schrappen en voortaan tijd maken voor vrienden en familie.
De wil tot samenleven is de basis van elke beschaving. Ook samenleven begint klein, in de persoonlijke verhouding tot de ander. Daarvoor moeten we ons verantwoordelijk voelen: voor het drama en voor het geluk van de mensen in onze directe omgeving, of dat nou thuis is of op het werk of op straat. 'Klein en meeslepend'; dat zou wel eens de weg uit het gevoel van machteloosheid kunnen zijn.
Wees zelf de verandering die je graag zou willen zien in de wereld, heeft een wijs man eens gezegd. Zo ligt in het kleine het begin van de oplossing voor de vraagstukken op de Sociale Agenda. Hak de problemen in behapbare brokken. Pak wat u het meest raakt en doe er iets aan.'

Het Small is Beautiful heb ik zelden zo duidelijk uitgedrukt gezien. Volkomen mee eens, als je holistisch denkt: in elk deel schuilt het geheel. More with less.
En dan heb ik het nog niet over de Copenhagen Concensus gehad; daarvoor even uitwijken naar ons aller vriend Google.
Met een fragment uit het betoog van de Chileense schrijver Ariel Dorfman in de Volkskrant van 3.i.06): Menselijke nood vraagt reddende S.O.S. voor 2006, waarmee ik deze notities besluit:
'Het toeval wil dat 1906 het jaar was waarin onze soort besloot een noodsignaal in te stellen dat iedereen te land en ter zee kon herkennen. Iedereen, los van taal of land, die drie puntjes, die streepjes en drie puntjes op een draadloze ontvanger hoorde, zou voortaan weten dat iemand om hulp vroeg - dat iemand een S.O.S. bericht verzond. In deze vastbeslotenheid van onze voorouders schuilt toch een les om een manier te vinden, door iedfereen onderschjreven, om meteen de reddende hand te reiken aan hen die in nood verkeren?
Alsof zij op een of andere manier wisten dat honderd jaar later wij het zelf zouden zijn die in nood verkeren, dat wij degenen zouden zijn, die in de duisternis van de nacht om hulp roepen, om iemand die onze geschonden mensheid kan redden in het jaar van de treurige honderdste geboortedag van Adolf Eichmann.'

Ik denk dat wij die 'iemand' zelf moeten zijn. Misschien komt een postume raad van psychonaut Timothy Leary de ooit marxistische dichter Dorfman van pas; uit Leary's High Priest, p.278 citeer ik in mijn vertaling.:
'Sinds 1960 hebben onze psychedelische ontdekkingsreizen ons gedwongen, soms op hartverscheurende wijze, ons met deze kritieke vraagstukken bezig te houden. (Bedoeld worden vragen als wat is werkelijk? wat is waar? wat is goed? wat is mooi? Simon V.)
Wij kwamen tot de grondige conclusie dat iedereen alle antwoorden zelf moet uitwerken. Ieder mens moet zijn eigen Mozes zijn, zijn eigen Augustinus, zijn eigen Boeddha, zijn eigen Thomas van Aquino, zijn eigen Darwin, zijn eigen Einstein. Je moet hun verwarring ondergaan, hun tastende onwetendheid; je moet zelf hun triomfantelijke antwoorden uitwerken. Je moet het zelf doen in de ziedende vuurproef van de verstandsverbijsterende sessie nadat je tot je schrik ontdekt dat de antwoorden die je dacht te hebben ingeblikte schaakspelsymbolen waren.'

Verlossende woorden. Veel onder woorden gebracht vandaag. Ik sla mijn sociale agenda toe. Gegroet. Simon Vinkenoog.


 

Woensdag 4 januari 2006

The Day of the Formulators

Mijn goede voornemens kon ik kwijt in mijn tweewekelijkse rubriek Aan het woord op www.DichtTalent.nl en ik heb even met de weblogsite van de Volkskrant gegoogled, maar dat blijkt zo'n rattennest, daar wil ik me even buiten houden.
Ik ben de hoofdredacteur van mijn eigen wereld, ik bepaal mijn eigen agenda dankzij degenen die mijn bemiddeling wensen, mij op mijn praatstoel willen zien zitten, naar mij luisteren of iets van mij verwachten, net als ik nog altijd in verwachting van wat komen gaat: je weet immers dat 'Life is what happens to you while you're busy making other plans' o.i.d. (of iets dergelijks) - en ik weet niet van wie die gevleugelde woorden zijn. Was het 1 Beatle, waren het er twee? Ewoud Sanders er etymologisch op uit sturen?

Over Tegencultuur gesproken (zie Kersvers gisteren): Dr. Stephen Snelders wijst er in zijn proefschrift LSD en de Psychiatrie in Nederland op, dat de psychedelische cultuur zowel een ideologische als een gedragscomponent heeft, en verwijst hiervoor onder meer naar Timothy Leary's welbekende slogan Turn On (op hallucinogenen), Tune In (op de kosmische energieën in je zenuwstelsel), Drop Out (uit de maatschappelijke ratrace).
"De psychedelische cultuur ontwikkelde nieuwe vormen van sociale strijd: de psychedelische sessie, eigen kerken en communes, eigen periodieken, de illegale drugshandel - allemaal vormen waarin ze zich van de dominante maatschappij probeerde te bevrijden. Ze herinterpreteerde de werkelijkheid en probeerde zich te bevrijden van sociale conditionering. En ze was uitgesproken therapeutisch van karakter, waarbij hallucinogenen als zelf-medicatie werden toegediend."
Hans Righart heeft in zijn boek De eindeloze jaren zestig. Geschiedenis van een generatie-conflict (1995) de opkomst van de tegencultuur geanalyseerd in termen van een generatieconflict, tussen een vooroorlogse generatie (geboren tussen 1910 en 1929) en een naoorlogse generatie (geboren na 1946).
Aangezien de psychedelische cultuur in Nederland in het begin van de jaren zestig ontstaat, komt zij dus niet voort uit Righarts naoorlogse generatie: die was daarvoor te jong, meent Snelders. Wel signaleert hij een 'jeugdbestel', in de eerste helft van de jaren zestig ontstaan uit veranderingen die al in de jaren vijftig optraden.
'De groeiende deelname aan het onderwijs unificeerde de jongeren. De werkgelegenheid in de tertiaire sector en in de industrie namen toe ten koste van de landbouw. De interne migratie in Nederland nam toe. Jongeren deelden in de stijgende inkomsten-ontwikkleling, waardoor hun consumptieve bestedingen toenamen. Het verbindende element van het nieuwe jeugdbeleid lokaliseert Piet de Rooy (in Vetkuifje waarheen? Jongeren in Nederland in de jaren vijftig en zestig, uit 1986) in de gedeelde hartstocht voor de rock 'n roll. Mede onder invloed van deze muziek was vrije tijd niet langer alleen maar hersteltijd na gedane arbeid, maar werd een domein voor zelfexpressie.'
De verbreiding van het niet-medische gebruik van hallucinogenen en van de psychedelische cultuur vonden een sociale basis in dit jeugdbestel, meent Snelders.
'Tot op zekere hoogte vond er zelfs een 'psychedelisering' van het jeugdbestel plaats. Het ontstaan van de psychedelische cultuur valt echter niet te analyseren met het begrip jeugdcultuur. Ze ontstond immers niet in de eerste plaats onder jongeren. Hubbard, Huxley, Osmond, Leary en Vinkenoog waren bijvoorbeeld al oudere mensen, met een eigen maatschappelijke carrière achter zich, toen ze zich bezig gingen houden met hallucinogene middelen.'

Uiteraard denk ik dezer dagen over een en ander na, gezien het LSD-symposium volgende week in Bazel, waaraan ik hoop deel te nemen. Voor mij zijn twee slots ingedeeld: vrijdag 13 januari deelname aan een panel LSD and the Counterculture of the Sixties in Europe:('Contemporary witnesses share memories of the Sixties. They inform us about the specific movements of their country of origin and analyze the impact of LSD on the varied streams of the political and social counterculture.') met o.m. Sergius Golowin, Urban Gwender en Werner Pieper.
Zaterdag 14 januari ben ik een der sprekers tijdens een twee uur durend programma: The Ecstatic Adventure. Een zeventigtal sprekers zal drie dagen in de verschillende zalen van het congrescomplex het woord voeren, lezingen, demonstraties, workshops, fora, panels, etc. Lange werkdagen! En hopelijk veel vriendschappelijke ontmoetingen, kennismakingen...
Zien of er tijd en gelegenheid is deze kersvers-pagina's te blijven schrijven - misschien heb ik er ter plekke geen zin in; andere, belangrijker (?) dingen te doen!

Van Dale verwees bij het begrip Tegencultuur naar de Beat Generation.
Tuli Kupferberg, New Yorks dichter-pamflettist-musicus( The Fugs) verwoordde wat voor hem zeven onmiskenbare prestaties daarvan waren, in een pamflet 3000000000000 Beatniks of De oorlog tegen de Beats:
'1. Zij was de enige belangrijke revolutionaire beweging in Amerika na de tweede wereldoorlog.
2.  zij vernietigde het academisme in de Amerikaanse poëzie.
3.  Zij verwierp de identificatie van de 'Amerikaan' met kapitalisme en imperialisme, oorlog en A-bommen.
4.  Zij schiep voor het eerst in Amerika (betrekkelijk) massale belangstelling voor poëzie en dus voor alle andere kunsten.
5.  Zij bracht sex weer op de plaats waar het hoort in het menselijk leven: ergens bij het middelpunt.
6.  Zij vestigde de hoop op een alternatief voor de Amerikaanse jeugd.
7.  Zij verloste het persoonlijke leven van iedereen die er mee te maken had: van verveling,      defaitisme, domme verdwazing en zinloosheid. Zij maakt het leven weer opwindend.'

En dat was weer het zegje van vandaag. Ik lucht mijn gemoed. Dat doet mij goed. OQ!
The world of the unknown must always be respected. Goldschneider's meditatie voor de dag. Gegroet; moed moet. Simon Vinkenoog.


 

Dinsdag 3 januari 2006

The Day of Total Involvement

Engagement, betrokkenheid. Ik lees erover en beleef het. Wim Hazeu's Vestdijk-verhaal geeft diens antwoord weer op een enquête over de plaats van de schrijver in de huidige wereldcrisis (sic!), die gepubliceerd werd als Schrijvers voor de keuze, een bijzonder nummer van het Critisch Bulletin, najaar 1950.
"Dat de schrijver vóór de culturele, en dus politieke vrijheid behoort te kiezen, wil ik, als vanzelfsprekend, terzijde laten. Deze taak rust op iedere schrijver, in ieder tijdperk. In de tegenwoordige tijd kan de schrijver alleen iets wezenlijks tegen de 'crisis' uitrichten, wanneer hij er niet te veel aan denkt. (...) Wie te lang over zijn 'keuze' peinst, blijft peinzen. Sommige schrijvers reageren op hun 'crisis' door in het geheel niet meer te schrijven en tot 'Sprechlitterate' (term van Thomas Mann) te worden, hetgeen op niet onvermakelijke wijze de zuiverende werking zelfs van een pseudo-crisis in het licht stelt. In meer specifieke zin verstaan wij onder 'littérature engagée' een literatuur die stelling neemt ten opzichte van 'noden' (sociale, culturele, politieke, desnoods hygiënische, etc.) van de eigen tijd. Volgens de aanhangers dezer doctrine zou iedere andere literatuur een 'vlucht' zijn voor de werkelijkheid (van vandaag, morgen, verleden, over twee jaar?) De 'littérature engagée' in de meer speciale betekenis, en voorzover zij als alleenzaligmakend aangeprezen wordt, zullen toekomstige historici hoogst waarschijnlijk opvatten, als een ongewild, en naar wij hopen, slechts potentieel voorstadium van de gedirigeerde literatuur, en vervolgens van helemaal geen literatuur.'
Zelf ben ik betrokken geraakt bij wat tegencultuur genoemd is.
Als ik verschillende definities van dit begrip lees, pleeg ik mij graag tot de Van Dale-trilogie te wenden, die op blz.3031 van de 12e druk meldt: 'tegencultuur (v.), cultuur of culturelestroming als reactie (verzet) tegen de traditionele; Jack Kerouac en de Beatgeneratie als voorlopers van de tegencultuur.
In het achtste hoofdstuk, Hallucinogenen en tegencultuur, van zijn proefschrift LSD en de psychiatrie in Nederland (VU, Amtedam, 1999) schetst Stephen Snelders, die een antropologisch cultuurbegrip, niet normatief of esthetiserend hanteert, het ontstaan in de jaren zestig van een wereldwijde psychedelische cultuur met bepaalde gemeenschappelijke waarden, houdingen en betekenissen en bepaalde symbolische vormen. Een ander belangrijk element van de psychedelische cultuur is, volgens de moderne geschiedschrijver Snelders, het duidelijk bewustzijn van een conflict met de dominante cultuur. Een essentieel element van de psychedelische cultuur was (en is!) immers het overstijgen van de alledaagse werkelijkheid, inclusief het sociale rollenpatroon.Uiteraard komt Theodore Roszaks The making of a counter culture (New York, 19969) ter sprake, alsmede de discussies rond dit boek en de volgende omschrijving van de tegencultuur (door D.A.Fox en R.W.Laken) als een sociale beweging met drie ontwikklelingslijnen:
1. intensivering van sociale conflicten met nieuwe vormen van sociale strijd, zoals de 'underground' pers, rock fstivals, communes en alternatieve culturele instellingen.
2. Een groeiende herinterpretatie en bevrijding van de sociale werkelijkheid.
3. Een massa-therapie waarin men zich van sociale conditionering en onderwerping bevrijdde.'
Een en ander zo fascinerend, dat ik morgen op dit thema blijf voortborduren, DV.

Een paar aangenaam-nuttige uren doorgebracht met historicus-archivaris Martin Harlaar. Het idee van een fotoboek kwam ter sprake, toen wij elkaar ontmoetten via Giny Oedekerk's Terugblikkende foto-tentoonstrelling in november vorig jaar. De inhoud van twee zwarte opbergmappen vol foto's allerlei aard, van mijn vroege jeugd (heel weinig) tot op heden (heel heeel veel) leeggehaald, bekeken en gescheiden: een Welles en een Nietesmap. Zoveel verhalen te vertellen, altijd nooit-eerder-geziene details, verschil in beharing (metzondersnorbaardlanghaar) en kledij, mensen, mensen, mensen in leven, mensen vooruitgegaan.. Een luisterkijkboek: commentaar niet als bijschrift maar als rondleiding, op een cd bijvoorbeeld. Nog zoveel mogelijk, zoveel te doen! Wij allen groeten u. Nog zoveel overhoop te halen, heerlijk woelen in gevoelens, laat maar komen, stromen; gelukgewenst met het leven, gebenedijden! Simon Vinkenoog.

Uit: HIPPIE door Barry Miles, Sterling Publishing, New York 2004, pag. 295


 

Maandag 2 januari 2006

The Day of Self-Requirement

Zonder enige uitleg wil ik dit jaar boven deze pagina's de naam zetten, die Gary Goldschneider elke dag geschonken heeft in zijn The Secret Language of Birthdays - Personality Profiles For Each Day of the Year. Een zeer kloek boek (A Joost Elffers Production) dat ik, blijkens een aantekening voorin, al tien jaar bezit - tot grote satisfactie telkenmale opengeslagen en door menigeen geraadpleegd.
De Engelstalige editie (Viking Studio Books, Penguin USA) telt 832 pagina's, de Nederlandse uitgave, die ik niet ken, besteedt aan elke dag maar 1 pagina.
Het boek, dat in geen enkele Orakelbibliotheek mag ontbreken (naast de I Tjing, de Runen en de Tarot - plus ieders eigen E = mc2) is een ware goudmijn, no pun intended!

Kort na het van start gaan van deze webstek, gaf ik (vanaf woensdag 25 augustus 2004) bij mijn Kersvers-teksten de dagen een naam, of meerdere, ontleend aan de Universal Festival Calendar, een uitgave van de Engelse Shrine of Wisdom, sinds onheuglijke tijden op de wc als verjaarskalender hangend (schutblad verloren geraakt, zo ook het adres). Het waren de heiligen en goden van alle met B., R. G., C., A.D. en B.C. aangegeven heiligen, mystici, dichters, vergeten en bekende namen - zo groot dat universum van reizigers in de geest.
Bij Goldschneider lees je elke dag weer opmonterende, eigenzinnige teksten, meditaties, adviezen,de spreuk van de dag, de die dag geborenen en de aandacht op enkele strengths & weaknesses.
Alle wegen leiden naar Rome, dat wil zeggen : er is maar éen pad, het Pad van het Hart. Jij bent dat alles, ook zonder orakels, voortekens en waarschuwingen, die je zo nodig zelfvertrouwen geven, bevestigen wat je al doet, of een knipoog bij wat je doet.
Niets hoeft te worden gereglementeerd, of verordonneerd; maar wat hoort mijn oor?
De Amsterdamse hoofdcommissaris van politie verwacht van de Amsterdame bevolking een 'beschavingsoffensief.' Wel, ik ben er, niet in mijn eentje, maar ook niet in oprukkend gemeenschappelijk verband al enkele decennia mee bezig.
Ik heb het ook wel eens een geestelijke mobilisatie genoemd, de aanzet tot een spirituele revolutie, of de kinderkruistochten toen uit de hele wereld, uit geheel Europa en Amerika jongeren zonodig in het Amsterdamse Vondelpark moesten slapen, vluchtend voor de conservatieve politieke natuurrampen die zich in het eigen land aan het voltrekken waren.
Welke beschaving? Het wordt tijd voor het nieuwe, dat al het oude omspant zonder er slachtoffers voor te hoeven maken. Het is maar de vraag of we moeten wachten tot de Boeddha Maitreya zich ontpopt of de de Imam Mahdi, de nieuwe Messias ("we'll all be the Messiah together" - Allen Ginsberg).
Tijd om onszelf te verlossen, bevrijden. Een General Strike for Peace was het gedroomde antwoord van Julien Beck & Judith Mailna van het Living Theater; het theater van de wrede werkelijkheid heeft anders gedicteerd. Decadenter dan nu kan het nauwelijks in de wereld toegaan, nu martelingen gelegaliseerd kunnen worden, de slavernij en de doodstraf weer in ere hersteld, mensenrechten alom geschonden en corruptie en fraude hoogtij vieren. Hebzucht aan de macht. Gevoel ontkracht. Apathie en onmacht.
Mij niet gezien; ik spring op dat witte paard dat Kalki heet... In Veronica Ions Indian Mythology lees ik dat 'the tenth and last incarnation of Vishnu has yet to come. It will usher in the end of our present age.(...) At this point of degeneration Vishnu will appear in person on earth, riding a white horse, Kalki, which is his tenth incarnation. Vishnu will ride through the world, his arm aloft and bearing a drawn sword blazing like a comet. He will accomplish the final destruction of the wicked and prepare for the renewal of creation and the resurgence of virtue in the next Mahayuga."

Ter verduidelijking - ik zocht naar woorden en vond een beeldende pagina.


"The preserver and protector, Vishnu, holds first place in the hearts of many Hindus. This eighteenth-century painting from Jaipur shows him in the centre of his avatars - his incarnations on earth when his supreme power is put to the service of mankind. Nine have appeared but there is another still to come. Victoria and Albert Museum."
(Veronica Ions, Indian Mythology, p.49. Paul Hamlyn, London, 1967).

Helemaal rechtsonder: "The white horse of Vishnu's tenth avatar being led towards him so that he may mount it and with his blazing sword destroy a universe at its lowest point in its moral decline." p.72.
Mooie dag om mee te beginnen. Dit is geen New Age, dit is geen Old Age, dit is tijdloze mythologie, door iedereen in eigen leven te herbeleven. Uw scribe Simon Vinkenoog.


 

Zondag 1 januari 2006

The Day of the Emotional Organizer.

Een jaar dat als zondagskind begint: dat moet iets te betekenen hebben. Hallo everybody; I just want everybody to meet everybody. Mijn iedereen is vaak anders of verschillend van andermans 'iedereen' - dus daar moet op de lange duur iets aan te doen zijn. Elkerlijk valtJan en Alleman in de armen.
"'Mijn leefwijze is louter op schrijven afgestemd.' Zelfverloochening ten behoeve van het schrijverschap." lees ik op pagina 494 van het tot dusverre tragisch verlopende levensverhaal van de door zijn depressies gemartelde Simon Vestdijk. Heb ik ooit mijzelf verloochend terwille van het schrijverschap?
Boven alles voel ik mijzelf ook beoefenaar van dat subtiele métier, ja ik ben ten voeten uit schrijver-dichter met al wat dat inhoudt. Maar nooit heb ik het gescheiden van andere bezigheden gehouden; leven en schrijven gaan samen. Al weet je door je zelfgekozen dichterlijke vrijheid anders in het leven te staan dan het merendeel der mensen, en tevens dat je ook Buitenstaander bent, wat je paradoxaal genoeg weer tot Insider maakt.
Het leven zou voor mij inderdaad zinloos zijn (geweest) als ik niet voortdurend, schrijvend dat leven onder de loep had genomen, van trauma's lessen gemaakt, van ontmoetingen heldhaftige anecdoten. Alles wat je doet en laat leent zich nu eenmaal tot beschrijven; de Ich-Erzähler, die ik ben ('Wie Ik Ben') zal zich blijven uiten zodra er nog van alles in en waar te nemen is. 'De ervaring van de verandering van de ervaring, noemde ik het enige schoolboekje, dat ik ooit samenstelde (Meulenhoff Educatief 1974).
In mijn eerste proza-vertellingen Zolang te water, Wij helden en Hoogseizoen, uit 1954, 1958 en 1962 wist ik uit dat eigen leven verhalen te distilleren, waarin de afstand tussen Hij en Ik, schrijver en hoofdpersoon wegviel: hij werd zijn eigen held
En hoefde daar niets voor te verloochenen; het gaat er trouwens om eerder heldhaftig dan wankelmoedig in het leven te staan. Op een gegeven moment (Godgegeven moment, malgré tout) heb je de eigen houding bepaald, poog je misverstanden uit de wereld te ruimen, en vertrouw je verder maar op de gang van zaken, de loop der dingen, de komende en gaande man en vrouw: nuja je blijft in touw. Plicht roept. Heerlijke doelgroep. Niks te verloochenen; is er wel een zelf dat zich loochenen laat? Zie, ik maak alle dingen nieuw!

Een mooi afscheid van het 'oude' jaar, een mooie verwelkoming van het 'nieuwe'.
Het was een gedenkwaardige avond, die ons vuurwerk afstekend bijeenbracht; van deze brug aan de Amstel zowel noord-als zuidwaarts overal dat wegjagen van de boze geesten met spattende fonteinen, uiteenbarstende vuurpijlen en het lawaai van donderdoosjes. Een van de foto's tijdens de maaltijd (hors d'oeuvre met parmaham en mozzarella, champignonsoep, baby-kalkoen van onze onvolprezen slager Kaddour, vruchtensalade, oliebollen, appelflappen en veel champagne) genomen toont van links naar rechts mijn kleinkinderen Marvin en Sammy-Jean, hun ouders Alexander en Dagmar, Edith, haar moeder Else, Barbara en Jonathan. Niet in beeld mijn dochter Anna, mijn zoon Arthur en zijn vriendin Stephanie, ikzelf en mijn oudste zoon Robert. Zij deelden met de uit Ouderkerk overgekomen vrienden van Arthur (zij gingen de nacht in!) in de levensvreugde, die wij hoog houden. Een vruchtbaar jaar een elk uwer toegewenst.
Simon Vinkenoog (18 juli 1928 - 20DV).


DECEMBER 2005