KERSVERS


Vrijdag 26 september 2008

Vrije dag, d.w.z. geen uitjes maar toch even de stad in om enveloppen te halen bij Nijgh & Van Ditmar voor uitnodigingen bij de verschijning van mijn Verzameld dichtwerk 1948-2008 op 12 oktober aanstaande. Ik heb al uitgevonden dat het isbn (internationaal standaard boeken nummer) van Vinkenoog Verzameld, te weten 97890038890739 vier negens bevat, drie achten, twee zevens, twee drieen en nullen. Zo, numerologen - aan het werk!
Gisterenavond twee vreugdevolle verrichtingen: leve 020-6777777, waarvan wij ruimschoots gebruik maakten: vanuit de tuin in de Zamenhofstraat in Noord naar de Haarlemmerstraat in het Centrum, daarvandaan naar het 's-Gravenhekje en vervolgens weer door de IJtunnel noordwaarts waar het nog altijd goed toeft en de (versgeperste) druivensap zoet proeft.
Mij was gevraagd de opening te verrichten van Amsterdam Coffee aan de Haarlemmerstraat 44, een door Ronald Hooft vormgegeven uiterst state of the art etablissement van drie verdiepingen.
("Het lijkt misschien meer op een nachtclub of loungebar, maar het is toch echt een coffeeshop. Zonder jarenzeventiginterieur of Jamaicaanse vlag, want ook coffeeshops moeten met hun tijd mee. Vonden de eigenaars van de Dampkring in ieder geval." noteert Maaike Schoon in Het Parool vandaag (middageditie), die met de manager en een medewerker een gesprek voert.
Met mooi weer en draaiorgelmuziek besteeg ik het bordes om de hoek in de Binnen Wieringerstraat en wachtte tot een kring welwillenden zich gevormd had. Ik hoefde niet met The Book of Grass (1966) of How to enjoy reality (1972) te zwaaien, om te laten weten wie ik was, wel las ik het hilarische gedicht van Hans Vlek's Hasjisj uit Moeder Gras, een van de door mij gemaakte bloemlezingen en wees ik op de recente uitspraak van milieu-hoogleraar Egbert Tellegen (hier vaker genoemd), dat de Nederlandse coffeeshop de meest innovatieve uitvinding is van de laatste halve eeuw, wat uiteraard instemmend werd ontvangen door de heren Brunschoten, De Vries, Dronkers en August de Loor - die na mij het bordesje beklom.


De criminoloog, de coffeeshophouder ('t Grasje, Utrecht), pionier Amsterdams streetcornerwork
en uw dienstwillige dienaar

August hekelde met enkele recente feiten de coffeeshop-vertrutting die gaande is als onderdeel van het moralistische principe dat onze regeerders de laatste jaren belijden - daarbij hun eigen gezag verliezende. Echt gezag vergt Ontzag. Ontzagwekkend zijn de fouten en vergissingen, misrekeningen en conflicten: foeter er maar op los, Simon en kom tot de zonneschijn terug.

In het oktobernummer van ESSENSIE interviewt Derrick Bergman de bezorger van mijn Verzamelde Dichtwerk Joep Bremmers. Zelf uit hij zijn gramschap in een artikel over de Vertrutting; pittig voorbeeld: 'Sinds de Pim Fortuyn-operette van 2002 is het vrije, onafhankelijke individu steeds verder in de verdrukking geraakt. Een paradoxaal effect, want als er iemand aan de vrijheid van het individu hechtte, dan was het de Goddelijke Kale wel. Zelden of nooit worden zijn politieke erfgenamen geconfronteerd met Pim's voornemen om wiet onmiddellijk te legaliseren als hij de kans kreeg.'
Voor info over het maandelijkse geestverruimende lifestyle magazine Essensie, waarvan ik al een aantal (hoeveel?) jaren columnist ben, bel Laura 023-5431143. Hennie Harinck, hoofdredactrice is bereikbaar via redactie@essensie.nl.

Ons tweede avondlijke doel was het Westindisch Pakhuis aan het 's-Gravenhekje, waar onder een imposante balkenzoldering de verschijning van de Amsterdam-editie van TIME OUT werd gevierd, het maandblad dat nu - 40 jaar geleden vanuit Londen begonnen; de oprichter van destijds was aanwezig! - in 26 steden over de gehele wereld verschijnt. Ook in het magisch centrum, Mokum Alef dus, deze Amsterdams Listings Bible (october, nr 1, € 2 ) met een montage-omslag waarop afgebeeld HERROES! The men and women who make this city great.
Ik spreek hier mijn hartelijke dank uit: Very honoured to be one of them, pleased to meet you.
All the usual day to day information in these city-guides.
Onder Nightlife treffen wij Clubs en Vice.
Deze rubriek bevat beschrijvingen van Coffeeshops (Abraxas, Amnesia, Barney's/Barney's Uptown, De Dampkring, Dutch Flowers, Greenhouse, Grey Area, Hill Street Blues, Homegrown Fantasy, Kashmir Lounge, Paradox, De Rokerij, Rusland, Samenentereng, Siberie, La Tertulia, De Tweede Kamer en Yo-Yo). Een wereldreis ter plekke te maken & ontdekken dus, binnen de Amsterdamse stadsmuren. Lock your bicycle!
Bij de drugs-info het Cannabis College en de Drugs Information Line, 0900-1995 ma/vr 9-5: 'To the relief of drug-addled tourists, the operators speak excellent English.
100 zeer informatieve pagina's, www.timeoutamsterdam.com. Verheugend is de samenwerking onder 1 historisch dak (1641!) met Amsterdam Weekly, dat gratis verkrijgbaar blijft.
Het weekeinde brengen wij in Den Haag door. Amsterdam kan wel een paar dagen zonder ons...

Luc Sala waarschuwt in De Echo: 'Amsterdam moet zuinig zijn op zulke klanten (hij doelt op de bijna 50.000 bezoekers van de IBC, de grootste internationale omroeptechnologiebeurs, met meer dan 100.000 overnachtingen en een omzet voor standbouwers, horeca, vervoerders en RAI van misschien wel honderd miljoen euro. Simon V.) en goed in de gaten houden of die beurs en de beursbezoekers toch ook hier komen omdat hier nog wat bijzonders te vinden is, qua seks, drugs en vertier. Het twijfelen over Amsterdam (overwogen wordt Barcelona ipv Amsterdam, SV) is een signaal, daar mag wel eens stevig naar gekeken worden.
Ú leest De Echo niet, ik ook niet op het Weerlicht van Luc Sala na. Gegroet, wereldburgers wie en waar gij ook zijt, Simon - gebenedijd.
_______________________________________________________________________________________________

Woensdag 24 september 2008

Over drie gekwelde mensen gelezen, en nagedacht (hoort daarbij). In een fotoboek, in een boek met herinneringen en in de krant, waar naar een boek verwezen wordt.
Voor het eerst sinds zaterdag weer virtueel aanwezig. Sinds onze terugkomst uit Antwerpen, waar Zuiderzinnen weer veel aantrekkingskracht had op een autoloze zondag - en waar ik in het Zuiderpershuis (www.zuiderpershuis.be) Jules Deelder uit zijn Verzamelde gedichten, en Remco Campert uit zijn nieuwe divertimento De avonturen van iks en ei heb horen voorlezen, terwijl mij door Piet Piryns vragen werden gesteld en ik drie gedichten uit de jaren 60 las - niet hier in de Sarphatistraat geweest: nog altijd is de tuin - waar wij dagelijks druivensap maken - vol geur en kleur, rust en stilte - en het door mij zo geloofde toeval wil dat het mooi weer is als bezoekers of cameracrews langskomen - tussen alle andere mogelijke klimaatwisselingen door.
Uiteraard wordt het volgende week een uur eerder donker; wachten wij nog de lichtjesavond, sluiting van het seizoen, in Buitenzorg af? Die zaterdagochtend 4 oktober houd ik DV een korte inleiding bij de opening van de Antiquarenbeurs - met extra aandacht voor poëzie - in de Pieterskerk te Leiden. Dat weekeinde geopend van 11 tot 17 uur, entree 3 euro, www.bobboeken.nl.

Het oblong fotoboek met een biografische inleiding van Guus Luijters, over fotograaf, filmer, televisiemaker en uitvinder Wim van der Linden (1 januari 1941 - 4 april 2001) waarover afgelopen zaterdag de Volkskrant schreef ('Leuke gozer zat niet lekker in zijn vel' )is waarlijk een der mooiste fotoboeken die ik de laatste tijd ingezien heb.
Zeven jaar lang was hij mijn zwager, ik heb hem aan het werk gezien, met hem en Jan de Bont voor de Duitse televisie door de Verenigde Staten gereisd (onder meer een gesprek met de science-fictionschrijver Frederick Pohl) en hij heeft Reineke en mij ook op vakantie in Spanje uittentreure gefotografgeerd - vier of vijf ervan zijn in dit boek terechtgekomen in een der hoofdstukken: Amsterdam, Cultuur, Antwerpen, Parijs, Napels en New York.
Luijter's inleiding is liefdevol; hij heeft met 13 mensen gesprekken gevoerd - als hij dat met mij ook had gedaan zou ik enige nuanceringen en andere gezichtspunten hebben overlegd. Het is een wrang levensverhaal; na Hoepla en het succes daarvan, ging mede-schepper Wim T. Schippers van verwaandheid naast zijn schoenen lopen, schreef hij.
Fotograferen had hij na het filmen en t.v.-maken opgegeven; toen ik hem in zijn ouderlijk huis ontmoette zag ik zijn Albert Cuypmarktfoto's ( en alle Presley-LPs en zijn uitvinderslab) en publiceerde er een katern van in het vijfde nummer (lente 1963) van Randstad; ik schreef er een pagina bij. De sublieme foto's zijn een lust voor het oog; het levensverhaal - zoals gezegd: navrant. Willem de Ridder zei na zijn dood: "Hij is gestorven aan een gebroken hart."
Info en isbn: www.voetnoot-publishers.nl.

Niet aan een gebroken hart, maar door een auto-ongeluk op hoge snelheid met een nieuwe sportwagen overleed de dichter-schilder-zakenman Paul Snoek (1933-1981).
Herwig Leus heeft met het boek Ik ben steeds op doorreis. De wonderlijke avonturen van Paul Snoek in Vlaanderen, in Rusland en overal ter wereld (Manteau, 1983, isbn 90 223 08999-5) een fascinerend portret in woorden gemaakt van deze unieke Mens aan de hand van gesprekken met diens vader, moeder, echtgenotes en vriendinnen, collega's, met brieven, interviews en herinneringen. Zeven hoofdstukken, even zo vele levensfasen. Al in mijn laatste Parijse jaar 1956 hadden wij contact blijkens een door mij vergeten, hier opgenomen brief; zo blijk ik ook eens in Amsterdam tegen Snoek's vader, de welgestelde heer Schietekat te hebben gezegd, dat zijn zoon beroemd zou zijn als hij allang vergeten was, of iets dergelijks - ik herinner het me niet meer. Wel weet ik een diergenen te zijn aan wie Paul op weg naar Lucebert in Bergen in Amsterdam bliksembezoekjes aflegde, even langs de Vijftigers.
Zijn wanstaltig egocentrisme is bekend en wordt hier vaker onder woorden gebracht; meerdere malen verklaarde hij zichzelf groter dichter dan Hugo Claus; aan de andere kant bleef hij voor vrienden en echtgenotes een aandoenlijke, onderhoudende en charmante man met eigen (zwarte) humour, een tendens naar practical jokes en nooit in staat te kiezen tussen het kunstenaarschap en het zakenleven, waarbij hij in mooie huizen kon wonen, in dure auto's rijden en zich als dandy kleden. Ach, Popole - wist ik van al je streken toen? Neen! Je bent me er niet minder om. Een van de weinigen misschien met wie je nooit ruzie hebt gemaakt...

Het derde treurige levensverhaal keek ik zojuist in Het Parool van gisteren in: 'Andre was een schat en soms een draak.' Robert de Waal, chauffeur en bodyguard van Andre Hazes, schreef een boek De schaduw van Andre Hazes, Verhalen uit het holst van de nacht over zijn werkgever-gabber, die twee keer zelfmoord wilde plegen, en absoluut niet zonder zijn vrouw Rachel kon, die vergeefs probeerde hem van zijn alcoholproblemen af te helpen....

Treurnis is de wereld niet uit. Geluk eveneens aanwezig: go with the blow!
Morgen mag ik iets zeggen om zes uur bij de opening van Coffee Amsterdam aan de Haarlemmerstraat 44. Om half acht wil ik het uitkomen van Time Out Amsterdam meemaken; het weekeinde brengen wij in Den Haag aan de Hogeweg door.
Bij Rene Franken, in antiquariaat-boekhandel Demian (www.demian.be) aan de Wolstraat 2 in Antwerpen, waar ik DV 18 oktober aanstaande met schrift en beeld en in persoon aanwezig ben een genoeglijke zaterdagmiddag doorgebracht. Behalve het mij aangeraden Snoek-boek bij Demian verkregen Carry van Bruggen - haar leven en literair werk, van dr M.- A. Jacobs, 1962 Gent bekroond door de Koninklijke Vlaamsde Academie voor Taal- en Letterkunde, 314 open te snijden (verricht!) pagina's. Verder in de Grote Belletrie Serie eindelijk De zangen van Maldoror van de Comte de Lautreamont, oftewel Isidore Ducasse (1849-1870) in de mooie vertaling van C. N. (Nico) Lijsen. En ook On the Bus, een fotovertelboek over de door Tom Wolfe ooit beschreven Electric Kool-Aid Acid Test, de fameuze Trip die Ken Kesey met the Merry Pranksters in 1964 dwars door Amerika maakte, 14 mensen in een oude schoolbus die nu (ten tijde van het boek: 1991) aan weer en wind in Oregon staat/stond blootgesteld.
Boeken en mensen: Prettige ontmoetingen in de Wolstraat, in het Hilton Hotel waar de organisatie ons had ondergebracht in een Executive Suite, en uiteraard op het ruime en zonnige terras van Zuiderzinnen zondagmiddag.
Zien welke foto's door onze strenge selectie komen, ik roep mijn bruid Edith te hulp!
Met groeten, tot volgende postillon d 'amour: Simon Vinkenoog, Medeschepper.


Rene Franken, Simon en Remco Campert bij Demian, Wolstraat 2, Antwerpen


Ontmoeting in de Hilton Lounge met Carina Wolkers, zonen Tom en Bob en schoondochter Leonie


Over de Vreugden des Levens: Remco, Jules en Simon


Vrijdag 19 september 2008

Een ontroerend e-mailbericht uit Hongarije, waarop ik niet onmiddellijk weet te reageren, een artikel van Arjan Peters in de Volkskrant over het fotoboek van Wim van der Linden, die in 1964 mijn zwager werd - met foto's: Jan Cremer aan het stuur van zijn open Mercedes, lachend wegkijkend van de Nederlandse horizon voor zich, W.F.Hermans aan een stil water in Groningen, alsof hij er zo wil in springen, en in societeit De Kring in Amsterdam vijf mensen achter en rond een piano Remco Campert en W.F. Hermans - beiden sigaret in de mond hangend - met Miss Holland anno dazumal en aankomend Moeder voor Modellen Corine Rottschäfer-Spier, Brasschaat's dichter Gust Gils en Jan (Journaille) Vrijman - zich duidelijk amuserend.
Dan ziet de lezerkijker Reineke en mij voor de deur van ons benedenhuis aan de Noordermarkt, Reineke lachend met poes aan de borst, in de deuropening Wally Tax, ook poes op de schouder. De laatste foto toont Wim van der Linden met Neil Young leunend tegen een auto - ja, daar was ik bij. Een bommelding tijdens het optreden en de zaal stroomde leeg; na een half uur mocht iedereen weer naar binnen inclusief degenen die de bommelding hadden aangericht om ook binnen te kunnen komen.....

Ik verlies me in de momenten dat een geur of scene, een moment me tegemoet slaat, bij het lezen van een gesprek (dat met Armando in Vrij Nederland deze week), bij het denken aan de presentatie van Gerrit Kouwenaar's keuze uit eigen werk, Vallende stilte, 280 pagina's met 175 gedichten, ter gelegenheid van zijn 85e verjaardag, 9 augustus jl, een mooie uitgave van Querido. De dichter was zeer broos en breekbaar aanwezig was. Magnifieke titel: evenzovele stiltes als er mensen zijn, 'geen voorstelling van te maken.'. De bang & de whimper...

Inleider Cyril Offermans achtte de dichterlijke waarde van Kouwenaar's laatste werk belangrijker dan die in de beginperiode, en verwees naar het ontbreken van verzet in diens werk, wat de aanwezige Remco Campert tot het uitroepen van "Onzin" bracht.
Zelf roep ik niet meer zo veel op dit soort grachtengordelbijeenkomsten; ik placht binnenkomst en weggaan luidkeels te rhapsodieren; nu dacht ik slechts achteraf: alle dingen zijn me te inghe ...

Verheugd het gedicht elba voor constant aan te treffen, met onder meer - close reading - de ook nu weer treffende rtegels:

Ik sta als een stinkput op elba.
O generalen, proef de lyriek van mijn rotting.
Herhaal mij en groei mij.
Ik wacht u met spengler en galgen uit het museum.
Verlos mij, roep ik, maar hoop niet.

Dat ik bij het opsommen van de lectuur afgelopen week vergat de briefwisseling tussen Willem Frederik Hermans en Gerard Kornelis (van het) Reve te vermelden; verschenen onder de malicieuze titel Verscheur deze brief! Ik vertel veel te veel, bezorgd door Nop Maas en Willem Otterspeer (De Bezige Bij i.s.m. het WFH-Instituut, 2008).
Op de binnenkant van het stofomslag maak ik leesnotities door paginacijfers te vermelden, opvallende uitspraken, veel Mandarijnen op Zwavelvuur uiteraard, - het steenkolenengels van Reve, en navrant de brieven die Hermans onbeantwoord laat met de notitie daaronder: 'niet beantwoord natuurlijk' of op de envelop de vermelding: niet beantwoord. De verzinsels van Reve, 'om Hermans te pesten' achten de bezorgers in een voetnoot. 29 oktober 1971: WF aan GR: 'Je vermoeden dat het lijkt of ik bang voor je ben, is volkomen gewettigd. Ik ben inderdaad doodsbang voor mensen die voortdurend onbegrijpelijke dingen doen en koester de wens ze zoveel mogelijk uit de voeten te blijven. Ik heb je al eens eerder deelgenoot gemaakt van dit verlangen van mij, nietwaar?" Kortom, ik heb het al gelezen en genoteerd ergens in mijn onderbewuste Akasha Records.
De uitnodiging om Benjamin Creme te komen beluisteren in de Meervaart, de Johannes de Doper van de komende Boeddha-Christus-Maitreya, die zich volgens Creme sinds 1977 in ons midden bevindt en wiens Publieke Verschijning Elke Dag kan plaatsvinden, liet ik aan mij voorbijgaan, mede dankzij het 'met Nederlandse vertaling' wat de boel maar ophoudt.
Ik schreef over hem in het tijdschrift Bres, meer dan dertig jaar geleden, nadat ik hem een lezing in Londen had horen geven, en lees met graagte het maandblad Share. O, wat zou ik graag geloven, maar ik kan alleen maar in herinnering brengen, wat de dichter Allen Ginsberg mij 22 februari 1961 schreef aan het einde van een brief: "I think the race is mutating, we will all be the messiah together. "Dit ter geruststelling van allen, die zich messianistisch geroepen voelen. Trust your visions! This is the way nature works through you.

Ik voelde me weer gesterkt en geïnspireerd door een uitspraak die ik aantrof in het ooit aangeschafte (waarschijnlijk bij Antiquariaat Van Gennep) Simon and Schuster-boek uit 1988 van Heinz R. Pagels: The Dreams of Reason - The Computer and the Rise of the Sciences of Complexity. Pagina 331:

"William Butler Yeats, the Irish poet, remarked at the end of his life that he had tried to find and to represent deep truth in his writing. He came to realize that this was impossible, but he did realize that it was possible for a human being to embody that truth. In other words, the real receptacle of the truth of our being is our actual flesh and blood, a truth that is reflected in all our life and actions."

Breyten Breytenbach's aangekondigde lezing tijdens de uitreiking van de International Publishers Association Freedom to Publish Prize 2008 in de Portugese Synagoge aan het Mr.Visserplein 3 gisterenavond ging helaas niet door; vanuit New York had hij afgebeld om niet nader genoemde problemen.
Helaas bleek de passie van de dichter niet hoorbaar/verstaanbaar bij twee der sprekers - al deed Frenk van der Linden zijn best de vaart er in te houden. Het gesprek met de Turkse uitgever, die voortdurend in de clinch met justitie ligt, was indrukwekkender dan dat van Salman Rushdie's Noorse uitgever, die een ganse legislatieve route uiteenzette - wellicht als voorbereiding op het symposium in De Waag over (zelf)censuur, dat zich op dit Moment in AmsterdamWereldboekenstad afspeelt.
Free all prisoners! Free minds. Free books.Free sunshine. Open smiles. Wij bereiden ons voor op een weekeinde in Antwerpen; uitgenodigd voor het Zuiderzinnenfestival aan de Waalse Kaai. Zien hoe wij ons redden - ook Anterpen een autoloze zondag. Tot jullie dienst dan maar
weer, de zon is gaan schijnen en de tuin lokt ons naar buiten -
We Love They: diepe ontroering bij het luisteren naar de door Derrick Bergman zo liefdevol samengestelde CD met 22 tracks:It don't mean a thing - Some of Simon's favourite songs. A long, long time before the dawn...gonna be a long time coming...
Muziek tot het einde toegewenst, keep high; jullie Simon Vinkenoog, krantenier en non-pensionado.


 

Maandag 15 september 2008

Welkom, nieuwe week 38! Rond het middaguur. Indiase shawl tegen het raam in de Sarphatistraat om binnenvalllend zonlicht te temperen.
Korte ronde over het Amstelveld; slechts een zestal grote en kleine vracht- en bestelwagens die hun waren op straat hadden uitgestald. Een immense weelde aan kleuren; tuinieren maakt hebberig - Edith schafte zich louter verse sla en courgettes aan: drie soorten groenten voor drie euro; de bollen- en zadenman voor wie wij kwamen stond er (nog) niet. Ogentroost en schildersdverdriet. En o, wat is de grachtengordel mooi in dat door wolken getemperd licht...
Leesweek achter de rug. Na me door de meer dan 1000 pagina's van het Schervengericht van A.F.Th.van der Heijden te hebben geworsteld, een virtuoos spel met de vraag waarom, werd me door de auteur Arjan Witte zijn juist verschenen Aspektbiografie van de Duitse filosoof-activist Oswald Spengler (1880-1936) in handen gespeeld. Een boek dat ik met veel plezier en leergierige aandacht las: 108 pagina's, ISNBN-10-:90-5911-667-2.
Zoals waarschijnlijk velen, ken ik slechts de naam en faam van het het ooit in vele talen verschenen veelgelezen boek Der Untergang des Abendlandes, 2 delen, 1918 en 1922, maar wist ik van de schrijver quasi niente. Die onwetendheid is ruimschoots verholpen, mede door de samenhang die Witte aanbrengt tussen leven en werk. 'Waar doorgaans Spengler wordt benaderd vanuit de thematiek in zijn werk, is in deze biografie de samenhang het vertrekpunt. Werk en leven van Spengler laten een verregaande liefdeloosheid zien.'
Uiterst navrant wordt zijn ongelukkige jeugd en Werdegang beschreven, waarbij Arjan Witte terecht opmerkt dat je, om de Ondergangte lezen, je eerst moet worstelen door "vijf pagina's voorwoord bij de liggende editie van het werk, die worden gevolgd door de twee pagina's voorwoord van de oorspronkelijke bewerking en uitgave, waar dan zestien paragrafen inleiding op volgen."
Om vervolgens in het eerste hoofdstuk te lezen hoe Spengler de bijl te zet in de wortel van de vertrouwde zekerheden van de westerse samenleving: de waarde en de positie die gegeven wordt aan het cijfer: ' Het cijfer wordt als waardevast gegeven beperkt tot zijn functie in de cultuur waarin wij leven.' En: 'Het cijfer overstijgt de rol als tel- of meeteenheid; het is als een religieus gegeven'.
Dit leidt heel ver; het is een ware Umwertung aller Werte. In 1933 komt in Spengler's Jahre der Entscheidung de uitspraak voor: 'De laffe zekerheid van het einde van de vorige eeuw is afgelopen. Het leven is in gevaar, het eigenlijke leven van de geschiedenis, komt weer tot zijn recht.'
Tot zijn recht komt ook in het bewustzijn van velen, juist dezer dagen, het besef (an incoinvenient truth) dat er in elke cultuur sprake is van opkomst, bloei en verval, dus waarom niet in de onze, twee millennia oude zogeheten christelijke beschaving, die kapitalistische Reus op Modderen Voeten... Om nu meteen december 2012 tot begin van de Nieuwe Tijd te proclameren gaat me te ver; Herbert Curiël leurde gisteren in Ruigoord met een film-dvd over de Maja-kalender.

In 1966 publiceerde de Something Else Press van Dick Higgins een Manifest van Phil Corner (Randstad 11/12, blz.303), waarin deze onder meer verklaarde: "De Westerse Beschaving heeft afgedaan. En Amerika is bedrogen als het denkt dat het er ooit deel van uitmaakte. Elke cuturele werker die hieraan twijfelt moet de weg nog vinden.(...) Wij staan voor de vernieuwing van een wereld, en als gelijkgerechtigden staan alle mogelijkheden en veranderingen nu voor ons open. Niemand kan vanaf nu nog enige Traditie vertegenwoordigen. Ieder mens zal zichzelf maken, zoals hij deel van de vereniging is geworden. Grenzen zijn hiernavolgend van visie nooit van permissie."
Het lezen van en over Spengler leidt bij lezing van Witte tot het in revue passeren van Ludo Hartmann, Saint-Simon, August Comte - om terug te keren tot Marcus Aurelius, de Stoa, Zeno van Citium, en - op elke reis en in zijn Munchen's graf - de Faust van Wolfgang Goethe en Also spracht Zarathustra van Friedrich Nietzsche. Herostratus, Artemis, Jacob Burkhardt, Eric Hobsbawm, Giambattista Vico en Nicolai Danilevsky - waarbij als andere bronnen van zijn inspiratie zowel Rembrandt van Rijn, Charles Darwin, Ernst Hackel, Nietzsche als Stefan George vermeld worden.
Onderwerpen te over om ruimschoots op in te gaan: de chaos in Duitsland na Wereldoorlog 1, de Hitler-jaren, 'het gladste ijs dat ik ooit heb meegemaakt', en de Nachwuchs: Ernst Jünger,Arnold Toynbee, Ludwig Adorno, Peter Sloterdijk, Alain Finkelkraut en William S. Burroughs - ik kan me er nu iets bij voorstellen als ik lees dat deze zijn jongere mede-studenten in de jaren vijftig van de vorige eeuw aan de University of Columbia in New York, onder wie Allen Ginsberg Spengler's Untergang ter lezing aanraadde.
De Harvard-dissertatie van diplomaat Henry Kissinger behandelde in 1950 The Meaning of History: Reflections on Spengler, Toynbee and Kant.
" De Nederlandse moraalfilosoof Ad Verbrugge (1967) noemt Spengler als bron voor zijn filsosofische analyses van het Europese leefklimaat op het moment dat de geloofwaardigheden van Europa als 'thuis ' voor alle culturen in gevaar is."
Kortom, een boek waarvan ik wilde dat al mijn vrienden het lazen.
Nog 1 krent uit de pap, 1 lettergreep toegevoegd:
"In het denken van Spengler staat de waarneming centraal. Het oog is met zijn ronde vorm en met de functie van lichtabsorptie het aanvullende tegendeel van de zon. In de kleurrijke breking van het licht ziet de mens zijn wereld, schept hij zijn woorden en uit het zien komt het begrijpen voort. Zien is daarmee een activiteit die niet door het verstand met zijn vooringenomheid gehinderd zou moeten worden. Het 'inzien' en 'doorzien ' van de wereld en haar verschijnselen hoort vooraf te gaan aan het denken."

En opnieuw stort ik me de lezing van een biografie. Deze gaat over van een man, die door Franklin D. Roosevelt 'my true and trusted friend' werd genoemd, over wie Albert Einstein zei: This gifted man with the golden heart, terwijl Thomas Mann verklaarde: 'Ein so lieber Freund! Ein so heiterer, grundbegabter, unermüdlich und quellend fruchtbarer Geist der Millionen Menschen Freude, lauteren Genuss, Belehrung, Erhebung gebracht hat! Er wird unendlich vermisst und nie vergessen werden.'

Ik nam de proef op de som; helaas Thomas Mann, een kleine enquete rondom bewees het tegendeel. nietwaar Albertt H? Ik zal zijn naam nog wel eens googlen, voorlopig lees ik verder in de 448 pagina's tussen Franklin Adams en Willem de Zwijger en verklap niet over wie het gaat. Uitgave uit 2005, met 9 andere boeken op een rommelmarkt voor 5 euro aangeschaft.
Wat me brengt op het toeval, maar daarover een andere keer.
Wat een heerlijke dag gisteren, eerst met Nono Reinhold voor een brunch in de zon op de tuin, daarna de middag in Ruigoord, waar wij - in tegenstelling tot het vorig weekend met hevige regenval - het merendeel der te bezoeken ateliers bezichtigden - wat een weelde aan inventiviteit en creativiteit, en ter plekke, met aller aandacht en concentratie, een verlichtend of vervluchtigend gesprek: zeeeer mooie middag. Mooie traditie; mijn Ruigoord-rede bleek wel ontvangen. Dank vrienden. Tot de volgende overlapping, omhelzing: Simon Vinkenoog, Veelpleger.

In het atelier van Rob van Tour en Elsje (Elysée) Stroetinga


De witte stukken van het Queen's Gambit in het atelier van Jinny Tielsch


Zaterdag 13 september 2008

Rustige week achter de rug. Een uitstapje naar Schardam met wijds uitzicht op het IJselmeer waar wij een oude vriendin van Edith's vader - de vierentachtigjarige Eugénie Drabbe - opzochten.



Heerlijke lunch en een interessant gesprek; maandag naar het Amstelveld voor veldslazaad.
Een ander uitje was dichtbij Buitenzorg in buurtcentrum De Meeuw aan de Meeuwenlaan, waar we door Susan waren uitgenodigd bij de Tunesische Iftar-maaltijd. Respect voor alle vrijwilligers, ook die van Restaurant Van Harte, een lovenswaardig initiatief.
Prettig was het bezoek van zoon Alex aan de tuin. Hij hielp ons takken zagen en wij lieten hem proeven van de verse druiven. Het proces verloopt als volgt:


De pluk


Het rissen


Het ontdoen van steeltjes


Het wassen, waarna het persen van de druiven in een vergiet met stamper (buiten beeld)


De degustatie

Nu op naar Spijkenisse voor een lezing over mijn leven en werk in het oude raadhuis aldaar.
Morgen naar Ruigoord waar dit weekend de Openbare Werken nog een weekend te zien zijn.


Maandag 8 september 2008

Gisteren twee akkefietjes (van het franse: activité). De eerste was een verschijning op Manuscripta, het door de CPNB georganiseerde jaarlijkse najaarsoverzicht van nieuwe uitgaven, een giga-evenement.
VIP-treatment: onze auto werd voor ons geparkeerd (het kostte Edith enige moeite de sleutel uit handen te geven!) en vervolgens werden wij tussen de vele bezoekers door per electrisch karretje over het uitgestrekte terrein van de Westergasfabriek gebracht, eerst naar de Gashouder, de stand van Nijgh & van Ditmar, en daarna voor een dubbelinterview van Rik de Leeuw met Erik Jan Harmsen en mij in het Machinegebouw. Ik was in uitgelaten stemming, waarschijnlijk omdat ik mij goed voelde, en op mijn gemak. En op de vraag wanneer je voor het eerst wist dichter te zijn kun je elke keer weer iets anders antwoorden. Dit keer was het: het gevoel anders te zijn dan iedereen anders. En dat is, met permissie, nog steeds zo. Er is er maar 1 - en liever geen zout op zijn staart.
Overigens vind ik het heerlijk met mensen in gesprek te raken; ik sta voor iedereen open (als ik niet geconcentreerd met iets anders bezig ben) en moedig ze soms aan door zelf een praatje te beginnen.. De eerste persoon die mij aansprak, tas vol boeken, had mij op de Markt in Hengelo gehoord vorige week; de volgende met wie ik in gesprek raakte, ontmoet op de heide in Schoonoord twee weken geleden. Het toeval sloeg weer enkele malen toe; ik sla het immer met genoegen gade: God sent!

De tweede eervolle taak die mij wachtte was het houden van de jaarlijkse Ruigoord-rede aldaar (en inderdaad: van de Haarlemmerweg naar Westpoort il n'y a qu'un pas, en je komt nog langs de restanten van het pittoreske dorpje Sloten) - vroeg genoeg om ons in Teejoo's Theetuin te installeren (pijpestelen en port) en daar enkele gesprekken te voeren (Hallo Arie Taal Hallo Pi van de Magic Bus)- ik zou niet meer kunnen nagaan wie ik al niet gisteren in Ruigoord ontmoet, gegroet en bekeken heb.
Rond vijf uur werd in De Schuur de overzichtstentoonstelling van Niels Hamel (75 jaar jong) geopend; tegen een decor van recente schilderijen speelde zich de opening af, louter visueel en acoustisch: tussen drie paardekadavers van jute - mixed media! - op de rug met benen omhoog gestrekt werd een tango gedanst, die mij de adem benam. Nimmer zag ik zulk voetenwerk (ik zat vooraan, achter het rode lint), zoveel elegantie en stijl, zoveel veelzeggendheid ook in de kuitenflikkers en de synchrone bewegingen van het danspaar René Oey & Gabriëlle Nederend. Vervoerend!
Naast ons stond Anne Marie Prins, die wij uitgesproken zichzelf & zelfbewust bij Bas Heijne (Max Pam: het charisme van een zak potgrond ) in een Zomergastenprogramma hadden gezien.
In De Kerk, waar de wanden gesierd werden met een expositie 35 jaar Ruigoord, werd door velen de maaltijd gebruikt.
Zelf kortte ik de tijd tot mijn optreden met divers gekout; weer eens aangeschoven bij Robert Jasper Grootveld, in een milde bui. Ik riep Edith er even bij om een foto te maken; van de mensen op de foto ken ik er twee niet bij naam.


vlnr X, Hans Plomp, Simon, Yvonne van Doorn-Mousset, Robert Jasper Grootveld, Claudia, Y

En of wij er in januari bij wilden zijn, als zijn biografie verscheen? vroeg Jasper's trouwe begeleidster Claudia. Ja hoor, graag. En of ze al wisten dat NOVA eind september, als de biografie van Simon Posthuma verschijnt, aan hem en The Fool een uitzending wijden wil?

Wij wachtten met de maaltijd tot na de voorstelling - terecht, want wisten de weg te vinden naar het restaurant aan het einde van de Dorpsstraat, waar wij volgende week zondag (tijdens het tweede Openbare Werken-atelierweekend) wilde eend - in de omgeving gejaagd - hopen te savoureren.
En toen was het zover; Hans Plomp kondigde mij met enkele (nouja) woorden aan - ik betrad het podium, keek rond en nog eens rond en omhoog en omlaag en naar binnen en naar buiten en kwam tot het uitspreken van de volgende tekst - enkele improvisaties laat ik hier achterwege.

(Wel wist ik te melden dat deze zondag voor de patafysici Oudjaar was (Transfixie van de Heilige Messalina, Phalle 28, 135 en dat het vandaag maandag Absolu 1, 136 is - de geboortedag-en jaar van Alfred Jarry, créateur van Gestes et Opinions du Docteur Faustroll |Pataphysicien) en uiteraard de onvergankelijke Père Ubu, ooit door Louis Lehmann voor studententoneel vertaald.

                                               D E  R U I G O O R D R E D E  2 0 0 8

EEN HEIDENS KARWEI: De functie van de dichter

Lieve vrienden en vriendinnen,

Vanaf het ogenblik dat mij gevraagd werd dit jaar de Ruigoordrede te houden, heb ik mijn gedachten laten gaan over het belangrijkste dat ik te zeggen zou hebben. Ik heb, zoals iedereen in zo’n geval, daartoe weken van te voren aantekeningen gemaakt.
Invallen en ingevingen, van binnen en buiten, uit de media, uit lectuur en uit zelfreflectie, van overal buitelden de onderwerpen over en door elkaar heen: wat zou de rode draad zijn?
Mijn verwantschap met de ideeën en idealen van de Ruigoord-stichters, de diepe vriendschappen voor het leven, de meegemaakte feesten en activiteiten, hier en in Amsterdam’s Paradiso zowel als op reis naar Italië, Hongarije en Duitsland? De Volksopera’s en Ware Werkelijke Loosheid, ooit in de Melkweg - waarvoor een medium werd gecharterd… Zovele anekdotieken; even zovele levensverhalen.

In de eerste plaats dacht ik te moeten spreken over het ons ontzegde Recht op de Roes, dat in Ruigoord als Vrije Autonome Zone & Culturele vrijhaven wordt hooggehouden. Mede indachtig de uitspraak van Ganesh Baba: A non-psychedelic cannot enlighten a psychedelic, en de vele gedeelde empirische, deskundologische en patafysieke ervaringen.

Dit wilde ik – en wil het nog steeds - boekstaven aan de hand van Herman de Vries, die in Duitsland de natuur in zijn kunst & leven verwerkt; hij schreef in zijn eigen stijl zonder hoofdletters en lettertekens:

”In de jaren zestig brachten mind-movers ons de ervaringen waarvan wij ons nu een leven lang doordrongen voelen.
Wij zijn twintig, sommigen veertig of vijftig jaar ouder en nog altijd zien wij de veranderingen die zij in ieder van ons, die deze middelen tot zich nam, bewerkstelligd hebben.
Ons werden nieuwe ogen gegeven. Wij ontdekten de kosmische betekenis van onze zintuigen. Velen hebben het heilige of god gevonden – in welke uitingen dan ook… wij vonden de levensvreugde en de vreugde om het leven & de liefde & het medeleven voor de natuur en de eenheid & heiligheid van allen en alles rondom ons, hier.
Dit herinneren wij ons als een helder licht in ons leven en eren het in ons geheugen. Niets kan er mee gelijk gesteld worden als bron van inspiratie en vreugde. Wij hebben de mind-movers hoog nodig in deze geestelijk gestoorde samenleving die identiteit en gemeenschap moet leren.”

Hoe juist wisten al in de vroege jaren zestig de Harvard-professoren Timothy Leary en Ralph Metzner in een lezing, geheten The Politics of Consciousness Expansion, op een psychologencongres in Kopenhagen, de daarbij behorende brandende vragen te stellen:
”En dan wat? Waar ga je heen hiervandaan? Hoe kan de heilige betekenis van eenheid en openbaring gehandhaafd worden? Zink je terug in de slaapwandelende wereld van machinale hartstochten, geautomatiseerde handelingen, egocentrisme?
(…)
Het probleem is uiteraard, de mate van structuur die de mystieke vonk omringt. Te veel, te spoedig, en je hebt te kampen met het ritueel van het priesterschap. En de vlam is weg. Te weinig en de belerende functie gaat verloren, de interpersoonlijke eenheid drijft weg in gasachtige anarchie. De Bohémiens. De Beats. De eenzame arroganten.”

Over de kwetsbaarheid & de onomkeerbaarheid van Alles, dat Plots Niets wordt. Wat is daar niet over te zeggen, en wat kun je zeggen? Lippendienst aan Al Gore? Op de barricade voor vlinders?

Overweldigd werd ik ook weer eens door het Idee te leven in de meest interessante aller tijden; de geschiedenis zelf leeft! Alles wat ooit gebeurd is, geschiedt opnieuw. Nieuwe mythes. Nieuwe hypes. Nieuwe afleidingen. Nieuwe generaties: wir haben es nicht gewusst.
Altijd NU! Tijd genoeg voor een nieuwsgierig en levenslustig mens om jong bij te blijven, te horen en zien, te ervaren hoe de werkelijkheid verandert en hoe de veranderingen te werk gaan.
Hoe de behoefte aan Levenskunst in ieder mens groeit; hoe noodzakelijk het is de allerhoogste kunst: die in de hogeschool des levens, die éducation permanente, in vrede en vrijheid te kunnen beoefenen.

Ik bladerde door de pagina’s met woorden, namen en begrippen, met agorismen en vluchtheuvelgedachten die ik had overgenomen van papiersnippers, krantenknipsels, enveloppen e.t.q.
Op een gegeven ogenblik heb ik het allemaal aan elkaar geregen, om te gebruiken voor mijn tentoonstelling FUN IN PROGRESS in Antwerpen, 18 oktober aanstaande
Ik voegde er tenslotte de drie eerdere versies van deze tekst op WORD aan toe, voordat die zijn definitieve vorm gevonden had en zoals dat heet uit handen kan worden gegeven, plus de drie pagina's uit de drukproeven, waarop de eerste drie regels van deze tekst te voorschijn kwamen.
Scènes uit het Voor-je-het-vergeetboek noem ik het geheel– ze zullen zeker niet in het Haagse Letterkundig Museum & Documentatiecentrum terecht komen, zoals de kladjes van de gedichten van een hoogstaand hooglerend vakbroeder – maar als gebruikskunst is er veel mee te doen, in dit mobiele, innovatieve en conceptuele tijdperk.

Wat ik ondertussen namelijk WEL beseft heb, is het feit dat ik me als dichter het best bij mijn eigen stiel kan houden.
Bij het corrigeren van 1200 pagina’s drukproeven, mijn oogst van zestig jaar Verzamelde Gedichten kwamen de vaker geciteerde woorden van Johan Wolfgang von Goethe als motto te voorschijn.
Hij schreef - of sprak:
“Alle meine Gedichte sind Gelegenheitsgedichte; sie sind durch die Wirklichkeit angeregt und haben darin Grund und Boden. Von Gedichten, aus der Luft gegriffen, halte ich nichts.”

En oh oor, o hoor, ook daarmee kan ik het hier volkomen eens zijn.
Waarlijke Grund und Boden, dichterlijke gelegenheden te over, heb ik binnen de Ruigoord-Tribe aangetroffen.
Geen navelstaren, geen ivoren toren: maar de open geest en het open hart waarmee je mensen vriendschappelijk verwelkomt. Kosmopolieten, die je beter leert kennen tijdens de Openbare Werken, de optredens op de ladder van evenementen, het Land-of Dorpsjuweel…
Het is binnen deze vriendenkring dat ik 21 jaar geleden mijn grote liefde Edith mocht aantreffen; twee temperamentvolle geesten troffen elkaar voorgoed! En hier vierden wij ook 5 jaar geleden mijn 75e verjaardag…

Het allerbelangrijkste voor mij is dat Ruigoord in zijn-haar huidige gedaante (small is beautiful!) nog vele, vele jaren mag blijven voortbestaan.
“Wie zich een eigen weg baant door de wereld, hoort in het leven eens zijn eigen lied
” schreef nog geen eeuw geleden Adriaan Roland Holst.
Kortom, ik wil hier van het proza, het discours, het betoog, de argumentatie, de overtuiging afstappen om aan mijn poëzie het laatste woord te laten.

Het gedicht Koraalzang is hoogstwaarschijnlijk het enige, dat deze Ich-Erzähler in de WIJ-vorm geschreven heeft. Deze wij-vorm omsluit zeker, vast en zeker, mijn vrienden in Ruigoord en allen hier verzameld: Wat hier is, is overal en wat niet hier is, is nergens.
‘Kunst is liefde in elke daad.’ Deze door mij beaamde en nagestreefde uitspraak van Paul van Ostaijen treft u aan op de muur van het restaurant, waar Edith & ik voor de Openbare Werken een aantal teksten met overgave en een knipoog overgeschreven en aan de muur hebben gehangen. Nummertje 16 op de plattegrond; vlakbij Teejoos Theetuin.
Lang leve Ruigoord Ongehavend!


KORAALZANG

Wij die de wereld de wacht aanzeggen
Wij die altijd op andere dingen letten
Wij die leven en sterven bij het leven

Wij die de reeën uit bossen zien vluchten
Wij die de kinderen op straat zien hinkelen
Wij die kijken zonder blikken of blozen

Wij die de kastanjes uit het vuur mogen halen
Wij die alle hekken zullen sluiten
Wij die niemand het gras voor de voeten wegmaaien

Wij die zo nu en dan onze stem mogen laten horen
Wij die weet hebben van angstkreten en engelenkoren
Wij die beginnen waar anderen ophouden

Wij die het Hooglied dagelijks herschrijven
Wij die eerbied hebben voor de harde feiten

Wij die de wind van voren en de bijval achteraf krijgen

Wij die ieders veld mogen ruimen
Wij die ons op ongebaande paden begeven

Wij die mogen huilen waar iedereen bijstaat
Wij die Niets doen waar iedereen toeslaat

Wij die op geen enkele slak zout willen leggen
Wij die geduld beoefenen en ons ongeduld bedwingen

Wij die popelen en watertanden
Wij die orakels werpen en tekens lezen

Wij die schriften ontcijferen
Wij die griffen in grotten en op muren

Wij die de wijsheid van de naaktheid bezingen
Wij die om niemands plaats staan te dringen

Wij die overal ons eigen mannetje staan
Wij die geen enkele confrontatie uit de weg hoeven gaan

Wij die begaan zijn met de strijd aan alle fronten
Wij die vermaken, waarmaken en vervolmaken willen

Wij die alle glazen legen om onze dorst te lessen
Wij die alle magen vullen, alle honger stillen

Wij die zelf blijven verwerven, verwerken en verstrekken
Wij die geen dreigementen nodig hebben om indruk te maken

Wij die ons niets willen toeëigenen van wat een ander toebehoort
Wij die erkenning voor de Koerden eisen, de Armeniërs & de Palestijnen

Wij die altijd zwarte katten op onze weg ontmoeten
Wij die altijd onder ladders willen doorlopen

Wij die tooien & voltooien
Wij die knipogen en benadrukken

Wij die het woord voeren
Wij die naar ons laten kijken

Wij die de tijd niet doden maar springlevend houden
Wij die de vriend van allen maar geen allemansvriend zijn

Wij die van geen ophouden weten
Wij die niet anders kunnen dan ons aan het eigen ritme houden

Wij roepen en herinneren
Wij dansen en zingen
Wij uiten en besluiten:

Het Laatste Woord is altijd Ja - de tijd is altijd HIER & NU
Het leven is er om voluit te beleven: we zijn kinderen van Aarde en Zon

Wij hebben het eeuwig licht in de ogen –
Wij zijn de Weg, de Waarheid en het Leven

Wij hebben allen kracht, een eigen naam en lichaam gekregen –
Wij zijn zielen door bewustzijn verrijkt

Wij kunnen wonderen verrichten
kleuren en verlichten
te water en door het vuur gaan

Wij kunnen in al wat wij doen
                                            voorop en vooruitgaan.
                                                                                Zo zij het.

Uw vriend voor het leven: Simon Vinkenoog.

Maandagmiddag drie uur. Ik had gezegd, en heb nu even niets meer. Propvol; terug naar de tuin om uit te waaien. Rustige week voor onszelf, aanstaande zaterdagmiddag een optreden in het oude raadhuis te Spijkenisse in Galerie RAR over mijn werk & jazz & poëzie, en zoals gezegd zondag rondkijken bij de exposanten op Ruigoord.
De 48-pagina's tellende catalogus met afgebeelde kunstwerken is bizonder fraai; uiteraard hoop ik dat velen die nog onbekend zijn met de plek er eens een bezoek brengen, keuze uit tweeëndertig locaties. Routebeschrijving op www.ruigoord.nl.


Tot de volgende mededeling. Houd het hart hoog, de ogen en oren wijd open. De steen blijft rollen: a rolling stone gathers no moss. Simon Vinkenoog, amoniet.


Woensdag 3 september 2008

Interessant dat de spreuk die ik lezend opdiep: Ama et fac quod vis (toegeschreven aan Augustinus: Heb lief en doe wat gij wilt) ook voorkomt bij vrijbuiters als Rabelais en een occultist die zich graag het beest 666 liet noemen: Aleister Crowley.


Zonsondergang in strandtent Timboektoe in Wijk aan Zee waar Erik de Jong,
Lucas Oldeman en ik bij een kampvuur voor een aandachtig publiek optraden
30 augustus 2008

Het Ken Uzelve staat niet iedereen op het lijf geschreven, niet alleen de analfabeten; velen hebben het te druk met bezig-zijn RONDOM en hebben geen enkele weet van het Within.
Toen de uitgeverij Servire mij in 2004 vroeg een inleiding te schrijven bij een heruitgave van Aldous Huxley's Eeuwige Wijsheid, stemde ik graag toe: ik kende de oorspronkelijke uitgave The Perennial Philosophy, tijdens de Tweede Wereldoorlog in Llano, Californië geschreven, in 1944 voor het eerst verschenen.
Ik bewonder Huxley's alomvattende envergure, vertaalde ooit van hem voor uitgeverij Contact de twee teksten die hij aan zijn psychedelische ervaringen wijdde: The Doors of Perception en Heaven & Hell. Uitgevers voor herdruk hoeven zich maar te melden; van mij mag en kan het..
Toen ik mij aan de opdracht ging wijden (het boek verscheen in 2004 in de gebonden reeks Klassieken van Wijsheid, isbn 90 215 4067 3) besloot ik het brievenboek Letters of Huxley op de wordingsgeschiedenis van het boek na te gaan. Het is een door Grover Smith samengestelde, 992 pagina's tellende keuze uit correspondenties tussen 1899, toen hij 5 jaar oud was en de week voor zijn dood in november 1963.
En voorwaar: op 23 november 1942 schrijft Aldous Huxley zijn broer Julian te werken aan de roman Time Must Have a Stop "en hoop me daarna te kunnen wijden aan wat min of meer filosofisch schrijven, met als onderwerp niet-dogmatische religieuze mystiek - het enige gemeenschappelijke element, zowel theoretisch als praktisch, speculatief en stichtelijk, in de veschillende wereldreligies.
Het Christendom als zodanig zal nooit kunnen hopen de religie van deze nieuwe technologische en misschien militaristische verenigde wereld te worden waarheen we nu op weg zijn - het zal nooit kunnen hopen de wereldreligie te worden, omdat het, in de ogen van alle niet-Europese volken, medeplichtig wordt geacht aan de beestachtigheid van ons politieke en economische imperialisme.
Maar in alle religies met enige mate van ontwikkeling bestaat er deze gemeenschappelijke mystieke factor, waarover iedereen het eens kan zijn, omdat het empirisch is en niet afhangt van openbaring of geschiedenis. Mystiek heeft bovendien de enorme verdienste zich met het eeuwige heden bezig te houden, en niet, zoals het humanisme, met de toekomst. Zodra je een religie hebt die voornamelijk denkt aan een grotere en betere toekomst - zoals alle politieke religies van het Communisme en Nazisme tot aan de op dit moment ongevaarlijke, aangezien ongeorganiseerde en machteloze vormen van Humanisme en Utopianisme - is er het risico van meedogenloosheid, de liquidatie van mensen die je nu ongelegen komen ter wille van mensen die hypothetisch zoveel beter en gelukkiger en intelligenter zullen zijn in het jaar 2000, het risico het heden op te offeren voor een toekomst waarvan één ding zeker gezegd kan worden: dat wij volkomen onmachtig zijn die met enige accuratesse te voorspellen."

In januari 45 laat Huxley een correspondente weten: "Ik nader het einde van wat volgens mij een nuttig en interessant boek kan zijn - een bloemlezing van passages, ontleend aan de meest verschillende bronnen, Westers en Oosters, die de "Eeuwige Wijsheid" illustreren, de grootste gemene deler van alle religies, het geheel gerangschikt en ingebed in een verklarend commentaar mijnerzijds. De grootste verdienste van het boek is dat ongeveer veertig procent niet van mijn hand is, maar van een groot aantal heiligen van wie velen ook geniaal waren."

Voorwaar, voorwaar. Het boek Eeuwige Wijsheid, kortom, noodt tot lezen en bladeren: waar is de grootste gemene deler aan te treffen, de lowest common denominator, de grondslag van verstandhouding die mij met velen bindt?
Dit weekeinde, en het volgende, mag ik daar in woord en geschrift getuigenis van afleggen in Vrijhaven Ruigoord.
See you there, pals! Simon Vinkenoog, de Onvoorspelbare.


Nog een paar middagdutjes ...


augustus 2008