KERSVERS
Vrijdag 26 september 2008
Vrije dag, d.w.z. geen
uitjes maar toch even de stad in om enveloppen te halen bij Nijgh & Van
Ditmar voor uitnodigingen bij de verschijning van mijn Verzameld dichtwerk
1948-2008 op 12 oktober aanstaande. Ik heb al uitgevonden dat het isbn (internationaal
standaard boeken nummer) van Vinkenoog Verzameld, te weten 97890038890739
vier negens bevat, drie achten, twee zevens, twee drieen en nullen. Zo, numerologen
- aan het werk!
Gisterenavond twee vreugdevolle verrichtingen: leve 020-6777777, waarvan wij
ruimschoots gebruik maakten: vanuit de tuin in de Zamenhofstraat in Noord
naar de Haarlemmerstraat in het Centrum, daarvandaan naar het 's-Gravenhekje
en vervolgens weer door de IJtunnel noordwaarts waar het nog altijd goed toeft
en de (versgeperste) druivensap zoet proeft.
Mij was gevraagd de opening te verrichten van Amsterdam Coffee aan de Haarlemmerstraat
44, een door Ronald Hooft vormgegeven uiterst state of the art etablissement
van drie verdiepingen.
("Het lijkt misschien meer op een nachtclub of loungebar, maar het is
toch echt een coffeeshop. Zonder jarenzeventiginterieur of Jamaicaanse vlag,
want ook coffeeshops moeten met hun tijd mee. Vonden de eigenaars van de Dampkring
in ieder geval." noteert Maaike Schoon in Het Parool vandaag
(middageditie), die met de manager en een medewerker een gesprek voert.
Met mooi weer en draaiorgelmuziek besteeg ik het bordes om de hoek in de Binnen
Wieringerstraat en wachtte tot een kring welwillenden zich gevormd had. Ik
hoefde niet met The Book of Grass (1966) of How to enjoy reality
(1972) te zwaaien, om te laten weten wie ik was, wel las ik het hilarische
gedicht van Hans Vlek's Hasjisj uit Moeder Gras, een van
de door mij gemaakte bloemlezingen en wees ik op de recente uitspraak
van milieu-hoogleraar Egbert Tellegen (hier vaker genoemd), dat de Nederlandse
coffeeshop de meest innovatieve uitvinding is van de laatste halve eeuw, wat
uiteraard instemmend werd ontvangen door de heren Brunschoten, De Vries, Dronkers
en August de Loor - die na mij het bordesje beklom.
De criminoloog, de coffeeshophouder ('t Grasje, Utrecht), pionier
Amsterdams streetcornerwork
en uw dienstwillige dienaar
August hekelde met enkele recente feiten de coffeeshop-vertrutting die gaande is als onderdeel van het moralistische principe dat onze regeerders de laatste jaren belijden - daarbij hun eigen gezag verliezende. Echt gezag vergt Ontzag. Ontzagwekkend zijn de fouten en vergissingen, misrekeningen en conflicten: foeter er maar op los, Simon en kom tot de zonneschijn terug.
In het oktobernummer van
ESSENSIE interviewt Derrick Bergman de bezorger van mijn Verzamelde Dichtwerk
Joep Bremmers. Zelf uit hij zijn gramschap in een artikel over de Vertrutting;
pittig voorbeeld: 'Sinds de Pim Fortuyn-operette van 2002 is het vrije, onafhankelijke
individu steeds verder in de verdrukking geraakt. Een paradoxaal effect, want
als er iemand aan de vrijheid van het individu hechtte, dan was het de Goddelijke
Kale wel. Zelden of nooit worden zijn politieke erfgenamen geconfronteerd
met Pim's voornemen om wiet onmiddellijk te legaliseren als hij de kans kreeg.'
Voor info over het maandelijkse geestverruimende lifestyle magazine Essensie,
waarvan ik al een aantal (hoeveel?) jaren columnist ben, bel Laura 023-5431143.
Hennie Harinck, hoofdredactrice is bereikbaar via redactie@essensie.nl.
Ons tweede avondlijke
doel was het Westindisch Pakhuis aan het 's-Gravenhekje, waar onder een imposante
balkenzoldering de verschijning van de Amsterdam-editie van TIME OUT werd
gevierd, het maandblad dat nu - 40 jaar geleden vanuit Londen begonnen; de
oprichter van destijds was aanwezig! - in 26 steden over de gehele wereld
verschijnt. Ook in het magisch centrum, Mokum Alef dus, deze Amsterdams
Listings Bible (october, nr 1, € 2 ) met een montage-omslag waarop
afgebeeld HERROES! The men and women who make this city great.
Ik spreek hier mijn hartelijke dank uit: Very honoured to be one of them,
pleased to meet you.
All the usual day to day information in these city-guides.
Onder Nightlife treffen wij Clubs en Vice.
Deze rubriek bevat beschrijvingen van Coffeeshops (Abraxas, Amnesia, Barney's/Barney's
Uptown, De Dampkring, Dutch Flowers, Greenhouse, Grey Area, Hill Street Blues,
Homegrown Fantasy, Kashmir Lounge, Paradox, De Rokerij, Rusland, Samenentereng,
Siberie, La Tertulia, De Tweede Kamer en Yo-Yo). Een wereldreis ter plekke
te maken & ontdekken dus, binnen de Amsterdamse stadsmuren. Lock your
bicycle!
Bij de drugs-info het Cannabis College en de Drugs Information Line, 0900-1995
ma/vr 9-5: 'To the relief of drug-addled tourists, the operators speak excellent
English.
100 zeer informatieve pagina's, www.timeoutamsterdam.com.
Verheugend is de samenwerking onder 1 historisch dak (1641!) met Amsterdam
Weekly, dat gratis verkrijgbaar blijft.
Het weekeinde brengen wij in Den Haag door. Amsterdam kan wel een paar dagen
zonder ons...
Luc Sala waarschuwt in
De Echo: 'Amsterdam moet zuinig zijn op zulke klanten (hij doelt
op de bijna 50.000 bezoekers van de IBC, de grootste internationale omroeptechnologiebeurs,
met meer dan 100.000 overnachtingen en een omzet voor standbouwers, horeca,
vervoerders en RAI van misschien wel honderd miljoen euro. Simon V.) en goed
in de gaten houden of die beurs en de beursbezoekers toch ook hier komen omdat
hier nog wat bijzonders te vinden is, qua seks, drugs en vertier. Het twijfelen
over Amsterdam (overwogen wordt Barcelona ipv Amsterdam, SV) is een signaal,
daar mag wel eens stevig naar gekeken worden.
Ú leest De Echo niet, ik ook niet op het Weerlicht van Luc Sala na.
Gegroet, wereldburgers wie en waar gij ook zijt, Simon - gebenedijd.
_______________________________________________________________________________________________
Woensdag 24 september 2008
Over drie gekwelde mensen
gelezen, en nagedacht (hoort daarbij). In een fotoboek, in een boek met herinneringen
en in de krant, waar naar een boek verwezen wordt.
Voor het eerst sinds zaterdag weer virtueel aanwezig. Sinds onze terugkomst
uit Antwerpen, waar Zuiderzinnen weer veel aantrekkingskracht had
op een autoloze zondag - en waar ik in het Zuiderpershuis
(www.zuiderpershuis.be) Jules Deelder uit zijn Verzamelde gedichten, en
Remco Campert uit zijn nieuwe divertimento De avonturen van iks en ei
heb horen voorlezen, terwijl mij door Piet Piryns vragen werden gesteld en
ik drie gedichten uit de jaren 60 las - niet hier in de Sarphatistraat geweest:
nog altijd is de tuin - waar wij dagelijks druivensap maken - vol geur en
kleur, rust en stilte - en het door mij zo geloofde toeval wil dat het mooi
weer is als bezoekers of cameracrews langskomen - tussen alle andere mogelijke
klimaatwisselingen door.
Uiteraard wordt het volgende week een uur eerder donker; wachten wij nog de
lichtjesavond, sluiting van het seizoen, in Buitenzorg af? Die zaterdagochtend
4 oktober houd ik DV een korte inleiding bij de opening van de Antiquarenbeurs
- met extra aandacht voor poëzie - in de Pieterskerk te Leiden. Dat weekeinde
geopend van 11 tot 17 uur, entree 3 euro, www.bobboeken.nl.
Het oblong fotoboek met
een biografische inleiding van Guus Luijters, over fotograaf, filmer, televisiemaker
en uitvinder Wim van der Linden (1 januari 1941 - 4 april 2001) waarover afgelopen
zaterdag de Volkskrant schreef ('Leuke gozer zat niet lekker in zijn
vel' )is waarlijk een der mooiste fotoboeken die ik de laatste tijd ingezien
heb.
Zeven jaar lang was hij mijn zwager, ik heb hem aan het werk gezien, met hem
en Jan de Bont voor de Duitse televisie door de Verenigde Staten gereisd (onder
meer een gesprek met de science-fictionschrijver Frederick Pohl) en hij heeft
Reineke en mij ook op vakantie in Spanje uittentreure gefotografgeerd - vier
of vijf ervan zijn in dit boek terechtgekomen in een der hoofdstukken: Amsterdam,
Cultuur, Antwerpen, Parijs, Napels en New York.
Luijter's inleiding is liefdevol; hij heeft met 13 mensen gesprekken gevoerd
- als hij dat met mij ook had gedaan zou ik enige nuanceringen en andere gezichtspunten
hebben overlegd. Het is een wrang levensverhaal; na Hoepla en het succes
daarvan, ging mede-schepper Wim T. Schippers van verwaandheid naast zijn schoenen
lopen, schreef hij.
Fotograferen had hij na het filmen en t.v.-maken opgegeven; toen ik hem in zijn
ouderlijk huis ontmoette zag ik zijn Albert Cuypmarktfoto's ( en alle Presley-LPs
en zijn uitvinderslab) en publiceerde er een katern van in het vijfde nummer
(lente 1963) van Randstad; ik schreef er een pagina bij. De sublieme foto's
zijn een lust voor het oog; het levensverhaal - zoals gezegd: navrant. Willem
de Ridder zei na zijn dood: "Hij is gestorven aan een gebroken hart."
Info en isbn: www.voetnoot-publishers.nl.
Het derde treurige levensverhaal keek ik zojuist in Het Parool van gisteren in: 'Andre was een schat en soms een draak.' Robert de Waal, chauffeur en bodyguard van Andre Hazes, schreef een boek De schaduw van Andre Hazes, Verhalen uit het holst van de nacht over zijn werkgever-gabber, die twee keer zelfmoord wilde plegen, en absoluut niet zonder zijn vrouw Rachel kon, die vergeefs probeerde hem van zijn alcoholproblemen af te helpen....
Treurnis is de wereld niet uit. Geluk eveneens aanwezig: go with
the blow!
Morgen mag ik iets zeggen om zes uur bij de opening van Coffee Amsterdam
aan de Haarlemmerstraat 44. Om half acht wil ik het uitkomen van Time Out
Amsterdam meemaken; het weekeinde brengen wij in Den Haag aan de Hogeweg
door.
Bij Rene Franken, in antiquariaat-boekhandel Demian (www.demian.be)
aan de Wolstraat 2 in Antwerpen, waar ik DV 18 oktober aanstaande met schrift
en beeld en in persoon aanwezig ben een genoeglijke zaterdagmiddag doorgebracht.
Behalve het mij aangeraden Snoek-boek bij Demian verkregen Carry van Bruggen
- haar leven en literair werk, van dr M.- A. Jacobs, 1962 Gent bekroond
door de Koninklijke Vlaamsde Academie voor Taal- en Letterkunde, 314 open te
snijden (verricht!) pagina's. Verder in de Grote Belletrie Serie eindelijk
De zangen van Maldoror van de Comte de Lautreamont, oftewel Isidore Ducasse
(1849-1870) in de mooie vertaling van C. N. (Nico) Lijsen. En ook On the
Bus, een fotovertelboek over de door Tom Wolfe ooit beschreven Electric
Kool-Aid Acid Test, de fameuze Trip die Ken Kesey met the Merry
Pranksters in 1964 dwars door Amerika maakte, 14 mensen in een oude schoolbus
die nu (ten tijde van het boek: 1991) aan weer en wind in Oregon staat/stond
blootgesteld.
Boeken en mensen: Prettige ontmoetingen in de Wolstraat, in het Hilton Hotel
waar de organisatie ons had ondergebracht in een Executive Suite, en uiteraard
op het ruime en zonnige terras van Zuiderzinnen zondagmiddag.
Zien welke foto's door onze strenge selectie komen, ik roep mijn bruid Edith
te hulp!
Met groeten, tot volgende postillon d 'amour: Simon Vinkenoog, Medeschepper.
Rene Franken, Simon en Remco Campert bij Demian, Wolstraat 2,
Antwerpen
Ontmoeting in de Hilton Lounge met Carina Wolkers, zonen Tom
en Bob en schoondochter Leonie
Over de Vreugden des Levens: Remco, Jules en Simon
Vrijdag 19 september 2008
Een ontroerend e-mailbericht
uit Hongarije, waarop ik niet onmiddellijk weet te reageren, een artikel van
Arjan Peters in de Volkskrant over het fotoboek van Wim van der Linden,
die in 1964 mijn zwager werd - met foto's: Jan Cremer aan het stuur van zijn
open Mercedes, lachend wegkijkend van de Nederlandse horizon voor zich, W.F.Hermans
aan een stil water in Groningen, alsof hij er zo wil in springen, en in societeit
De Kring in Amsterdam vijf mensen achter en rond een piano Remco Campert en
W.F. Hermans - beiden sigaret in de mond hangend - met Miss Holland anno dazumal
en aankomend Moeder voor Modellen Corine Rottschäfer-Spier, Brasschaat's
dichter Gust Gils en Jan (Journaille) Vrijman - zich duidelijk amuserend.
Dan ziet de lezerkijker Reineke en mij voor de deur van ons benedenhuis aan
de Noordermarkt, Reineke lachend met poes aan de borst, in de deuropening
Wally Tax, ook poes op de schouder. De laatste foto toont Wim van der Linden
met Neil Young leunend tegen een auto - ja, daar was ik bij. Een bommelding
tijdens het optreden en de zaal stroomde leeg; na een half uur mocht iedereen
weer naar binnen inclusief degenen die de bommelding hadden aangericht om
ook binnen te kunnen komen.....
Ik verlies me in de momenten dat een geur of scene, een moment me tegemoet slaat, bij het lezen van een gesprek (dat met Armando in Vrij Nederland deze week), bij het denken aan de presentatie van Gerrit Kouwenaar's keuze uit eigen werk, Vallende stilte, 280 pagina's met 175 gedichten, ter gelegenheid van zijn 85e verjaardag, 9 augustus jl, een mooie uitgave van Querido. De dichter was zeer broos en breekbaar aanwezig was. Magnifieke titel: evenzovele stiltes als er mensen zijn, 'geen voorstelling van te maken.'. De bang & de whimper...
Inleider Cyril Offermans
achtte de dichterlijke waarde van Kouwenaar's laatste werk belangrijker dan
die in de beginperiode, en verwees naar het ontbreken van verzet in diens
werk, wat de aanwezige Remco Campert tot het uitroepen van "Onzin"
bracht.
Zelf roep ik niet meer zo veel op dit soort grachtengordelbijeenkomsten; ik
placht binnenkomst en weggaan luidkeels te rhapsodieren; nu dacht ik slechts
achteraf: alle dingen zijn me te inghe ...
Verheugd het gedicht elba voor constant aan te treffen, met onder meer - close reading - de ook nu weer treffende rtegels:
Ik sta als een stinkput
op elba.
O generalen, proef de lyriek van mijn rotting.
Herhaal mij en groei mij.
Ik wacht u met spengler en galgen uit het museum.
Verlos mij, roep ik, maar hoop niet.
Dat ik bij het opsommen
van de lectuur afgelopen week vergat de briefwisseling tussen Willem Frederik
Hermans en Gerard Kornelis (van het) Reve te vermelden; verschenen onder de
malicieuze titel Verscheur deze brief! Ik vertel veel te veel, bezorgd
door Nop Maas en Willem Otterspeer (De Bezige Bij i.s.m. het WFH-Instituut,
2008).
Op de binnenkant van het stofomslag maak ik leesnotities door paginacijfers
te vermelden, opvallende uitspraken, veel Mandarijnen op Zwavelvuur uiteraard,
- het steenkolenengels van Reve, en navrant de brieven die Hermans onbeantwoord
laat met de notitie daaronder: 'niet beantwoord natuurlijk' of op de envelop
de vermelding: niet beantwoord. De verzinsels van Reve, 'om Hermans te pesten'
achten de bezorgers in een voetnoot. 29 oktober 1971: WF aan GR: 'Je vermoeden
dat het lijkt of ik bang voor je ben, is volkomen gewettigd. Ik ben inderdaad
doodsbang voor mensen die voortdurend onbegrijpelijke dingen doen en koester
de wens ze zoveel mogelijk uit de voeten te blijven. Ik heb je al eens eerder
deelgenoot gemaakt van dit verlangen van mij, nietwaar?" Kortom, ik heb
het al gelezen en genoteerd ergens in mijn onderbewuste Akasha Records.
De uitnodiging om Benjamin Creme te komen beluisteren in de Meervaart, de
Johannes de Doper van de komende Boeddha-Christus-Maitreya, die zich volgens
Creme sinds 1977 in ons midden bevindt en wiens Publieke Verschijning Elke
Dag kan plaatsvinden, liet ik aan mij voorbijgaan, mede dankzij het 'met Nederlandse
vertaling' wat de boel maar ophoudt.
Ik schreef over hem in het tijdschrift Bres, meer dan dertig
jaar geleden, nadat ik hem een lezing in Londen had horen geven, en lees met
graagte het maandblad Share. O, wat zou ik graag geloven, maar ik
kan alleen maar in herinnering brengen, wat de dichter Allen Ginsberg mij
22 februari 1961 schreef aan het einde van een brief: "I think the
race is mutating, we will all be the messiah together. "Dit ter
geruststelling van allen, die zich messianistisch geroepen voelen. Trust
your visions! This is the way nature works through you.
Ik voelde me weer gesterkt en geïnspireerd door een uitspraak die ik aantrof in het ooit aangeschafte (waarschijnlijk bij Antiquariaat Van Gennep) Simon and Schuster-boek uit 1988 van Heinz R. Pagels: The Dreams of Reason - The Computer and the Rise of the Sciences of Complexity. Pagina 331:
"William Butler Yeats, the Irish poet, remarked at the end of his life that he had tried to find and to represent deep truth in his writing. He came to realize that this was impossible, but he did realize that it was possible for a human being to embody that truth. In other words, the real receptacle of the truth of our being is our actual flesh and blood, a truth that is reflected in all our life and actions."
Breyten Breytenbach's
aangekondigde lezing tijdens de uitreiking van de International Publishers
Association Freedom to Publish Prize 2008 in de Portugese Synagoge aan
het Mr.Visserplein 3 gisterenavond ging helaas niet door; vanuit New York
had hij afgebeld om niet nader genoemde problemen.
Helaas bleek de passie van de dichter niet hoorbaar/verstaanbaar bij twee
der sprekers - al deed Frenk van der Linden zijn best de vaart er in te houden.
Het gesprek met de Turkse uitgever, die voortdurend in de clinch met justitie
ligt, was indrukwekkender dan dat van Salman Rushdie's Noorse uitgever, die
een ganse legislatieve route uiteenzette - wellicht als voorbereiding op het
symposium in De Waag over (zelf)censuur, dat zich op dit Moment in AmsterdamWereldboekenstad
afspeelt.
Free all prisoners! Free minds. Free books.Free sunshine. Open smiles.
Wij bereiden ons voor op een weekeinde in Antwerpen; uitgenodigd voor het
Zuiderzinnenfestival aan de Waalse Kaai. Zien hoe wij ons redden - ook Anterpen
een autoloze zondag. Tot jullie dienst dan maar
weer, de zon is gaan schijnen en de tuin lokt ons naar buiten -
We Love They: diepe ontroering bij het luisteren naar de door Derrick
Bergman zo liefdevol samengestelde CD met 22 tracks:It don't mean a thing
- Some of Simon's favourite songs. A long, long time before
the dawn...gonna be a long time coming...
Muziek tot het einde toegewenst, keep high; jullie Simon Vinkenoog, krantenier
en non-pensionado.
Maandag 15 september 2008
Welkom, nieuwe week
38! Rond het middaguur. Indiase shawl tegen het raam in de Sarphatistraat
om binnenvalllend zonlicht te temperen.
Korte ronde over het Amstelveld; slechts een zestal grote en kleine vracht-
en bestelwagens die hun waren op straat hadden uitgestald. Een immense weelde
aan kleuren; tuinieren maakt hebberig - Edith schafte zich louter verse sla
en courgettes aan: drie soorten groenten voor drie euro; de bollen- en zadenman
voor wie wij kwamen stond er (nog) niet. Ogentroost en schildersdverdriet.
En o, wat is de grachtengordel mooi in dat door wolken getemperd licht...
Leesweek achter de rug. Na me door de meer dan 1000 pagina's van het Schervengericht
van A.F.Th.van der Heijden te hebben geworsteld, een virtuoos spel met de
vraag waarom, werd me door de auteur Arjan Witte zijn juist verschenen Aspektbiografie
van de Duitse filosoof-activist Oswald Spengler (1880-1936) in handen
gespeeld. Een boek dat ik met veel plezier en leergierige aandacht las: 108
pagina's, ISNBN-10-:90-5911-667-2.
Zoals waarschijnlijk velen, ken ik slechts de naam en faam van het het ooit
in vele talen verschenen veelgelezen boek Der Untergang des Abendlandes,
2 delen, 1918 en 1922, maar wist ik van de schrijver quasi niente. Die
onwetendheid is ruimschoots verholpen, mede door de samenhang die Witte aanbrengt
tussen leven en werk. 'Waar doorgaans Spengler wordt benaderd vanuit de thematiek
in zijn werk, is in deze biografie de samenhang het vertrekpunt. Werk en leven
van Spengler laten een verregaande liefdeloosheid zien.'
Uiterst navrant wordt zijn ongelukkige jeugd en Werdegang beschreven, waarbij
Arjan Witte terecht opmerkt dat je, om de Ondergangte lezen, je eerst
moet worstelen door "vijf pagina's voorwoord bij de liggende editie van
het werk, die worden gevolgd door de twee pagina's voorwoord van de oorspronkelijke
bewerking en uitgave, waar dan zestien paragrafen inleiding op volgen."
Om vervolgens in het eerste hoofdstuk te lezen hoe Spengler de bijl te zet
in de wortel van de vertrouwde zekerheden van de westerse samenleving: de
waarde en de positie die gegeven wordt aan het cijfer: ' Het cijfer wordt
als waardevast gegeven beperkt tot zijn functie in de cultuur waarin wij leven.'
En: 'Het cijfer overstijgt de rol als tel- of meeteenheid; het is als een
religieus gegeven'.
Dit leidt heel ver; het is een ware Umwertung aller Werte. In 1933
komt in Spengler's Jahre der Entscheidung de uitspraak voor: 'De
laffe zekerheid van het einde van de vorige eeuw is afgelopen. Het leven is
in gevaar, het eigenlijke leven van de geschiedenis, komt weer tot zijn recht.'
Tot zijn recht komt ook in het bewustzijn van velen, juist dezer dagen, het
besef (an incoinvenient truth) dat er in elke cultuur sprake
is van opkomst, bloei en verval, dus waarom niet in de onze, twee millennia
oude zogeheten christelijke beschaving, die kapitalistische Reus op Modderen
Voeten... Om nu meteen december 2012 tot begin van de Nieuwe Tijd te proclameren
gaat me te ver; Herbert Curiël leurde gisteren in Ruigoord met een film-dvd
over de Maja-kalender.
In 1966 publiceerde de
Something Else Press van Dick Higgins een Manifest van Phil
Corner (Randstad 11/12, blz.303), waarin deze onder meer verklaarde:
"De Westerse Beschaving heeft afgedaan. En Amerika is bedrogen als het
denkt dat het er ooit deel van uitmaakte. Elke cuturele werker die hieraan
twijfelt moet de weg nog vinden.(...) Wij staan voor de vernieuwing van een
wereld, en als gelijkgerechtigden staan alle mogelijkheden en veranderingen
nu voor ons open. Niemand kan vanaf nu nog enige Traditie vertegenwoordigen.
Ieder mens zal zichzelf maken, zoals hij deel van de vereniging is geworden.
Grenzen zijn hiernavolgend van visie nooit van permissie."
Het lezen van en over Spengler leidt bij lezing van Witte tot het in revue
passeren van Ludo Hartmann, Saint-Simon, August Comte - om terug te keren
tot Marcus Aurelius, de Stoa, Zeno van Citium, en - op elke reis en in zijn
Munchen's graf - de Faust van Wolfgang Goethe en Also spracht
Zarathustra van Friedrich Nietzsche. Herostratus, Artemis, Jacob Burkhardt,
Eric Hobsbawm, Giambattista Vico en Nicolai Danilevsky - waarbij als andere
bronnen van zijn inspiratie zowel Rembrandt van Rijn, Charles Darwin, Ernst
Hackel, Nietzsche als Stefan George vermeld worden.
Onderwerpen te over om ruimschoots op in te gaan: de chaos in Duitsland na
Wereldoorlog 1, de Hitler-jaren, 'het gladste ijs dat ik ooit heb meegemaakt',
en de Nachwuchs: Ernst Jünger,Arnold Toynbee, Ludwig Adorno, Peter Sloterdijk,
Alain Finkelkraut en William S. Burroughs - ik kan me er nu iets bij voorstellen
als ik lees dat deze zijn jongere mede-studenten in de jaren vijftig van de
vorige eeuw aan de University of Columbia in New York, onder wie Allen Ginsberg
Spengler's Untergang ter lezing aanraadde.
De Harvard-dissertatie van diplomaat Henry Kissinger behandelde in 1950
The Meaning of History: Reflections on Spengler, Toynbee and Kant.
" De Nederlandse moraalfilosoof Ad Verbrugge (1967) noemt Spengler als
bron voor zijn filsosofische analyses van het Europese leefklimaat op het
moment dat de geloofwaardigheden van Europa als 'thuis ' voor alle culturen
in gevaar is."
Kortom, een boek waarvan ik wilde dat al mijn vrienden het lazen.
Nog 1 krent uit de pap, 1 lettergreep toegevoegd:
"In het denken van Spengler staat de waarneming centraal. Het oog is
met zijn ronde vorm en met de functie van lichtabsorptie het aanvullende tegendeel
van de zon. In de kleurrijke breking van het licht ziet de mens zijn wereld,
schept hij zijn woorden en uit het zien komt het begrijpen voort. Zien is
daarmee een activiteit die niet door het verstand met zijn vooringenomheid
gehinderd zou moeten worden. Het 'inzien' en 'doorzien ' van de wereld en
haar verschijnselen hoort vooraf te gaan aan het denken."
En opnieuw stort ik me de lezing van een biografie. Deze gaat over van een man, die door Franklin D. Roosevelt 'my true and trusted friend' werd genoemd, over wie Albert Einstein zei: This gifted man with the golden heart, terwijl Thomas Mann verklaarde: 'Ein so lieber Freund! Ein so heiterer, grundbegabter, unermüdlich und quellend fruchtbarer Geist der Millionen Menschen Freude, lauteren Genuss, Belehrung, Erhebung gebracht hat! Er wird unendlich vermisst und nie vergessen werden.'
Ik nam de proef op de
som; helaas Thomas Mann, een kleine enquete rondom bewees het tegendeel. nietwaar
Albertt H? Ik zal zijn naam nog wel eens googlen, voorlopig lees ik verder
in de 448 pagina's tussen Franklin Adams en Willem de Zwijger en verklap niet
over wie het gaat. Uitgave uit 2005, met 9 andere boeken op een rommelmarkt
voor 5 euro aangeschaft.
Wat me brengt op het toeval, maar daarover een andere keer.
Wat een heerlijke dag gisteren, eerst met Nono Reinhold voor een brunch in
de zon op de tuin, daarna de middag in Ruigoord, waar wij - in tegenstelling
tot het vorig weekend met hevige regenval - het merendeel der te bezoeken
ateliers bezichtigden - wat een weelde aan inventiviteit en creativiteit,
en ter plekke, met aller aandacht en concentratie, een verlichtend of vervluchtigend
gesprek: zeeeer mooie middag. Mooie traditie; mijn Ruigoord-rede bleek wel
ontvangen. Dank vrienden. Tot de volgende overlapping, omhelzing: Simon Vinkenoog,
Veelpleger.
In het atelier van Rob van Tour en Elsje (Elysée) Stroetinga
De witte stukken van het Queen's Gambit in het atelier
van Jinny Tielsch
Zaterdag 13 september 2008
Rustige week achter de rug. Een uitstapje naar Schardam met wijds uitzicht op het IJselmeer waar wij een oude vriendin van Edith's vader - de vierentachtigjarige Eugénie Drabbe - opzochten.
Heerlijke lunch en een
interessant gesprek; maandag naar het Amstelveld voor veldslazaad.
Een ander uitje was dichtbij Buitenzorg in buurtcentrum De Meeuw aan de Meeuwenlaan,
waar we door Susan waren uitgenodigd bij de Tunesische Iftar-maaltijd. Respect
voor alle vrijwilligers, ook die van Restaurant Van Harte, een lovenswaardig
initiatief.
Prettig was het bezoek van zoon Alex aan de tuin. Hij hielp ons takken zagen
en wij lieten hem proeven van de verse druiven. Het proces verloopt als volgt:
De pluk
Het rissen
Het ontdoen van steeltjes
Het wassen, waarna het persen van de druiven in een vergiet met stamper (buiten
beeld)
De degustatie
Nu op naar Spijkenisse
voor een lezing over mijn leven en werk in het oude raadhuis aldaar.
Morgen naar Ruigoord waar dit weekend de Openbare Werken nog een weekend te
zien zijn.
Maandag 8 september 2008
Gisteren twee akkefietjes
(van het franse: activité). De eerste was een verschijning op Manuscripta,
het door de CPNB georganiseerde jaarlijkse najaarsoverzicht van nieuwe uitgaven,
een giga-evenement.
VIP-treatment: onze auto werd voor ons geparkeerd (het kostte Edith enige moeite
de sleutel uit handen te geven!) en vervolgens werden wij tussen de vele bezoekers
door per electrisch karretje over het uitgestrekte terrein van de Westergasfabriek
gebracht, eerst naar de Gashouder, de stand van Nijgh & van Ditmar, en daarna
voor een dubbelinterview van Rik de Leeuw met Erik Jan Harmsen en mij in het
Machinegebouw. Ik was in uitgelaten stemming, waarschijnlijk omdat ik mij goed
voelde, en op mijn gemak. En op de vraag wanneer je voor het eerst wist dichter
te zijn kun je elke keer weer iets anders antwoorden. Dit keer was het: het
gevoel anders te zijn dan iedereen anders. En dat is, met permissie, nog steeds
zo. Er is er maar 1 - en liever geen zout op zijn staart.
Overigens vind ik het heerlijk met mensen in gesprek te raken; ik sta voor iedereen
open (als ik niet geconcentreerd met iets anders bezig ben) en moedig ze soms
aan door zelf een praatje te beginnen.. De eerste persoon die mij aansprak,
tas vol boeken, had mij op de Markt in Hengelo gehoord vorige week; de volgende
met wie ik in gesprek raakte, ontmoet op de heide in Schoonoord twee weken geleden.
Het toeval sloeg weer enkele malen toe; ik sla het immer met genoegen gade:
God sent!
De tweede eervolle taak
die mij wachtte was het houden van de jaarlijkse Ruigoord-rede aldaar (en inderdaad:
van de Haarlemmerweg naar Westpoort il n'y a qu'un pas, en je komt
nog langs de restanten van het pittoreske dorpje Sloten) - vroeg genoeg om ons
in Teejoo's Theetuin te installeren (pijpestelen en port) en daar enkele
gesprekken te voeren (Hallo Arie Taal Hallo Pi van de Magic Bus)- ik
zou niet meer kunnen nagaan wie ik al niet gisteren in Ruigoord ontmoet, gegroet
en bekeken heb.
Rond vijf uur werd in De Schuur de overzichtstentoonstelling van Niels
Hamel (75 jaar jong) geopend; tegen een decor van recente schilderijen speelde
zich de opening af, louter visueel en acoustisch: tussen drie paardekadavers
van jute - mixed media! - op de rug met benen omhoog gestrekt werd
een tango gedanst, die mij de adem benam. Nimmer zag ik zulk voetenwerk (ik
zat vooraan, achter het rode lint), zoveel elegantie en stijl, zoveel veelzeggendheid
ook in de kuitenflikkers en de synchrone bewegingen van het danspaar René
Oey & Gabriëlle Nederend. Vervoerend!
Naast ons stond Anne Marie Prins, die wij uitgesproken zichzelf & zelfbewust
bij Bas Heijne (Max Pam: het charisme van een zak potgrond ) in een Zomergastenprogramma
hadden gezien.
In De Kerk, waar de wanden gesierd werden met een expositie 35 jaar
Ruigoord, werd door velen de maaltijd gebruikt.
Zelf kortte ik de tijd tot mijn optreden met divers gekout; weer eens aangeschoven
bij Robert Jasper Grootveld, in een milde bui. Ik riep Edith er even bij om
een foto te maken; van de mensen op de foto ken ik er twee niet bij naam.
vlnr X, Hans Plomp, Simon, Yvonne van Doorn-Mousset, Robert Jasper
Grootveld, Claudia, Y
En of wij er in januari bij wilden zijn, als zijn biografie verscheen? vroeg Jasper's trouwe begeleidster Claudia. Ja hoor, graag. En of ze al wisten dat NOVA eind september, als de biografie van Simon Posthuma verschijnt, aan hem en The Fool een uitzending wijden wil?
Wij wachtten met de maaltijd
tot na de voorstelling - terecht, want wisten de weg te vinden naar het restaurant
aan het einde van de Dorpsstraat, waar wij volgende week zondag (tijdens het
tweede Openbare Werken-atelierweekend) wilde eend - in de omgeving
gejaagd - hopen te savoureren.
En toen was het zover; Hans Plomp kondigde mij met enkele (nouja) woorden aan
- ik betrad het podium, keek rond en nog eens rond en omhoog en omlaag en naar
binnen en naar buiten en kwam tot het uitspreken van de volgende tekst - enkele
improvisaties laat ik hier achterwege.
(Wel wist ik te melden dat deze zondag voor de patafysici Oudjaar was (Transfixie van de Heilige Messalina, Phalle 28, 135 en dat het vandaag maandag Absolu 1, 136 is - de geboortedag-en jaar van Alfred Jarry, créateur van Gestes et Opinions du Docteur Faustroll |Pataphysicien) en uiteraard de onvergankelijke Père Ubu, ooit door Louis Lehmann voor studententoneel vertaald.
D E R U I G O O R D R E D E 2 0 0 8
EEN HEIDENS KARWEI: De functie van de dichter
Lieve vrienden en vriendinnen,
Vanaf het ogenblik dat mij
gevraagd werd dit jaar de Ruigoordrede te houden, heb ik mijn gedachten laten
gaan over het belangrijkste dat ik te zeggen zou hebben. Ik heb, zoals iedereen
in zo’n geval, daartoe weken van te voren aantekeningen gemaakt.
Invallen en ingevingen, van binnen en buiten, uit de media, uit lectuur en uit
zelfreflectie, van overal buitelden de onderwerpen over en door elkaar heen:
wat zou de rode draad zijn?
Mijn verwantschap met de ideeën en idealen van de Ruigoord-stichters, de
diepe vriendschappen voor het leven, de meegemaakte feesten en activiteiten,
hier en in Amsterdam’s Paradiso zowel als op reis naar Italië, Hongarije
en Duitsland? De Volksopera’s en Ware Werkelijke Loosheid, ooit in de
Melkweg - waarvoor een medium werd gecharterd… Zovele anekdotieken; even
zovele levensverhalen.
In de eerste plaats dacht ik te moeten spreken over het ons ontzegde Recht op de Roes, dat in Ruigoord als Vrije Autonome Zone & Culturele vrijhaven wordt hooggehouden. Mede indachtig de uitspraak van Ganesh Baba: A non-psychedelic cannot enlighten a psychedelic, en de vele gedeelde empirische, deskundologische en patafysieke ervaringen.
Dit wilde ik – en wil het nog steeds - boekstaven aan de hand van Herman de Vries, die in Duitsland de natuur in zijn kunst & leven verwerkt; hij schreef in zijn eigen stijl zonder hoofdletters en lettertekens:
”In de jaren zestig
brachten mind-movers ons de ervaringen waarvan wij ons nu een leven
lang doordrongen voelen.
Wij zijn twintig, sommigen veertig of vijftig jaar ouder en nog altijd zien
wij de veranderingen die zij in ieder van ons, die deze middelen tot zich nam,
bewerkstelligd hebben.
Ons werden nieuwe ogen gegeven. Wij ontdekten de kosmische betekenis van onze
zintuigen. Velen hebben het heilige of god gevonden – in welke uitingen
dan ook… wij vonden de levensvreugde en de vreugde om het leven &
de liefde & het medeleven voor de natuur en de eenheid & heiligheid
van allen en alles rondom ons, hier.
Dit herinneren wij ons als een helder licht in ons leven en eren het in ons
geheugen. Niets kan er mee gelijk gesteld worden als bron van inspiratie en
vreugde. Wij hebben de mind-movers hoog nodig in deze geestelijk gestoorde
samenleving die identiteit en gemeenschap moet leren.”
Hoe juist wisten al in de
vroege jaren zestig de Harvard-professoren Timothy Leary en Ralph Metzner in
een lezing, geheten The Politics of Consciousness Expansion, op een
psychologencongres in Kopenhagen, de daarbij behorende brandende vragen te stellen:
”En dan wat? Waar ga je heen hiervandaan? Hoe kan de heilige betekenis
van eenheid en openbaring gehandhaafd worden? Zink je terug in de slaapwandelende
wereld van machinale hartstochten, geautomatiseerde handelingen, egocentrisme?
(…)
Het probleem is uiteraard, de mate van structuur die de mystieke vonk omringt.
Te veel, te spoedig, en je hebt te kampen met het ritueel van het priesterschap.
En de vlam is weg. Te weinig en de belerende functie gaat verloren, de interpersoonlijke
eenheid drijft weg in gasachtige anarchie. De Bohémiens. De Beats. De
eenzame arroganten.”
Over de kwetsbaarheid & de onomkeerbaarheid van Alles, dat Plots Niets wordt. Wat is daar niet over te zeggen, en wat kun je zeggen? Lippendienst aan Al Gore? Op de barricade voor vlinders?
Overweldigd werd ik ook
weer eens door het Idee te leven in de meest interessante aller tijden; de geschiedenis
zelf leeft! Alles wat ooit gebeurd is, geschiedt opnieuw. Nieuwe mythes. Nieuwe
hypes. Nieuwe afleidingen. Nieuwe generaties: wir haben es nicht gewusst.
Altijd NU! Tijd genoeg voor een nieuwsgierig en levenslustig mens om jong bij
te blijven, te horen en zien, te ervaren hoe de werkelijkheid verandert en hoe
de veranderingen te werk gaan.
Hoe de behoefte aan Levenskunst in ieder mens groeit; hoe noodzakelijk het is
de allerhoogste kunst: die in de hogeschool des levens, die éducation
permanente, in vrede en vrijheid te kunnen beoefenen.
Ik bladerde door de pagina’s
met woorden, namen en begrippen, met agorismen en vluchtheuvelgedachten die
ik had overgenomen van papiersnippers, krantenknipsels, enveloppen e.t.q.
Op een gegeven ogenblik heb ik het allemaal aan elkaar geregen, om te gebruiken
voor mijn tentoonstelling FUN IN PROGRESS in Antwerpen, 18 oktober aanstaande
Ik voegde er tenslotte de drie eerdere versies van deze tekst op WORD aan toe,
voordat die zijn definitieve vorm gevonden had en zoals dat heet uit handen
kan worden gegeven, plus de drie pagina's uit de drukproeven, waarop de eerste
drie regels van deze tekst te voorschijn kwamen.
Scènes uit het Voor-je-het-vergeetboek noem ik het geheel–
ze zullen zeker niet in het Haagse Letterkundig Museum & Documentatiecentrum
terecht komen, zoals de kladjes van de gedichten van een hoogstaand hooglerend
vakbroeder – maar als gebruikskunst is er veel mee te doen, in dit mobiele,
innovatieve en conceptuele tijdperk.
Wat ik ondertussen namelijk
WEL beseft heb, is het feit dat ik me als dichter het best bij mijn eigen stiel
kan houden.
Bij het corrigeren van 1200 pagina’s drukproeven, mijn oogst van zestig
jaar Verzamelde Gedichten kwamen de vaker geciteerde woorden van Johan Wolfgang
von Goethe als motto te voorschijn.
Hij schreef - of sprak:
“Alle meine Gedichte sind Gelegenheitsgedichte; sie sind durch die
Wirklichkeit angeregt und haben darin Grund und Boden. Von Gedichten, aus der
Luft gegriffen, halte ich nichts.”
En oh oor, o hoor, ook daarmee
kan ik het hier volkomen eens zijn.
Waarlijke Grund und Boden, dichterlijke gelegenheden te over, heb ik binnen
de Ruigoord-Tribe aangetroffen.
Geen navelstaren, geen ivoren toren: maar de open geest en het open hart waarmee
je mensen vriendschappelijk verwelkomt. Kosmopolieten, die je beter leert kennen
tijdens de Openbare Werken, de optredens op de ladder van evenementen, het Land-of
Dorpsjuweel…
Het is binnen deze vriendenkring dat ik 21 jaar geleden mijn grote liefde Edith
mocht aantreffen; twee temperamentvolle geesten troffen elkaar voorgoed! En
hier vierden wij ook 5 jaar geleden mijn 75e verjaardag…
Het allerbelangrijkste voor
mij is dat Ruigoord in zijn-haar huidige gedaante (small is beautiful!)
nog vele, vele jaren mag blijven voortbestaan.
“Wie zich een eigen weg baant door de wereld, hoort in het leven eens
zijn eigen lied” schreef nog geen eeuw geleden Adriaan Roland Holst.
Kortom, ik wil hier van het proza, het discours, het betoog, de argumentatie,
de overtuiging afstappen om aan mijn poëzie het laatste woord te laten.
Het gedicht Koraalzang
is hoogstwaarschijnlijk het enige, dat deze Ich-Erzähler in de
WIJ-vorm geschreven heeft. Deze wij-vorm omsluit zeker, vast en zeker, mijn
vrienden in Ruigoord en allen hier verzameld: Wat hier is, is overal en wat
niet hier is, is nergens.
‘Kunst is liefde in elke daad.’ Deze door mij beaamde en
nagestreefde uitspraak van Paul van Ostaijen treft u aan op de muur van het
restaurant, waar Edith & ik voor de Openbare Werken een aantal teksten met
overgave en een knipoog overgeschreven en aan de muur hebben gehangen. Nummertje
16 op de plattegrond; vlakbij Teejoos Theetuin.
Lang leve Ruigoord Ongehavend!
KORAALZANG
Wij die de wereld de wacht
aanzeggen
Wij die altijd op andere dingen letten
Wij die leven en sterven bij het leven
Wij die de reeën uit
bossen zien vluchten
Wij die de kinderen op straat zien hinkelen
Wij die kijken zonder blikken of blozen
Wij die de kastanjes uit
het vuur mogen halen
Wij die alle hekken zullen sluiten
Wij die niemand het gras voor de voeten wegmaaien
Wij die zo nu en dan onze
stem mogen laten horen
Wij die weet hebben van angstkreten en engelenkoren
Wij die beginnen waar anderen ophouden
Wij die het Hooglied dagelijks
herschrijven
Wij die eerbied hebben voor de harde feiten
Wij die de wind van voren en de bijval achteraf krijgen
Wij die ieders veld mogen
ruimen
Wij die ons op ongebaande paden begeven
Wij die mogen huilen waar
iedereen bijstaat
Wij die Niets doen waar iedereen toeslaat
Wij die op geen enkele slak
zout willen leggen
Wij die geduld beoefenen en ons ongeduld bedwingen
Wij die popelen en watertanden
Wij die orakels werpen en tekens lezen
Wij die schriften ontcijferen
Wij die griffen in grotten en op muren
Wij die de wijsheid van
de naaktheid bezingen
Wij die om niemands plaats staan te dringen
Wij die overal ons eigen
mannetje staan
Wij die geen enkele confrontatie uit de weg hoeven gaan
Wij die begaan zijn met
de strijd aan alle fronten
Wij die vermaken, waarmaken en vervolmaken willen
Wij die alle glazen legen
om onze dorst te lessen
Wij die alle magen vullen, alle honger stillen
Wij die zelf blijven verwerven,
verwerken en verstrekken
Wij die geen dreigementen nodig hebben om indruk te maken
Wij die ons niets willen
toeëigenen van wat een ander toebehoort
Wij die erkenning voor de Koerden eisen, de Armeniërs & de Palestijnen
Wij die altijd zwarte katten
op onze weg ontmoeten
Wij die altijd onder ladders willen doorlopen
Wij die tooien & voltooien
Wij die knipogen en benadrukken
Wij die het woord voeren
Wij die naar ons laten kijken
Wij die de tijd niet doden
maar springlevend houden
Wij die de vriend van allen maar geen allemansvriend zijn
Wij die van geen ophouden
weten
Wij die niet anders kunnen dan ons aan het eigen ritme houden
Wij roepen en herinneren
Wij dansen en zingen
Wij uiten en besluiten:
Het Laatste Woord is altijd
Ja - de tijd is altijd HIER & NU
Het leven is er om voluit te beleven: we zijn kinderen van Aarde en Zon
Wij hebben het eeuwig licht
in de ogen –
Wij zijn de Weg, de Waarheid en het Leven
Wij hebben allen kracht,
een eigen naam en lichaam gekregen –
Wij zijn zielen door bewustzijn verrijkt
Wij kunnen wonderen verrichten
kleuren en verlichten
te water en door het vuur gaan
Wij kunnen in al wat wij
doen
voorop
en vooruitgaan.
Zo
zij het.
Uw vriend voor het leven: Simon Vinkenoog.
Maandagmiddag drie uur.
Ik had gezegd, en heb nu even niets meer. Propvol; terug naar de tuin om uit
te waaien. Rustige week voor onszelf, aanstaande zaterdagmiddag een optreden
in het oude raadhuis te Spijkenisse in Galerie RAR over mijn werk & jazz
& poëzie, en zoals gezegd zondag rondkijken bij de exposanten op Ruigoord.
De 48-pagina's tellende catalogus met afgebeelde kunstwerken is bizonder fraai;
uiteraard hoop ik dat velen die nog onbekend zijn met de plek er eens een bezoek
brengen, keuze uit tweeëndertig locaties. Routebeschrijving op www.ruigoord.nl.
Tot de volgende mededeling. Houd het hart hoog, de ogen en oren wijd open. De
steen blijft rollen: a rolling stone gathers no moss. Simon Vinkenoog, amoniet.
Woensdag 3 september 2008
Interessant dat de spreuk die ik lezend opdiep: Ama et fac quod vis (toegeschreven aan Augustinus: Heb lief en doe wat gij wilt) ook voorkomt bij vrijbuiters als Rabelais en een occultist die zich graag het beest 666 liet noemen: Aleister Crowley.
Zonsondergang in strandtent Timboektoe in Wijk aan Zee waar
Erik de Jong,
Lucas Oldeman en ik bij een kampvuur voor een aandachtig publiek optraden
30 augustus 2008
Het Ken Uzelve
staat niet iedereen op het lijf geschreven, niet alleen de analfabeten; velen
hebben het te druk met bezig-zijn RONDOM en hebben geen enkele weet van het
Within.
Toen de uitgeverij Servire mij in 2004 vroeg een inleiding te schrijven
bij een heruitgave van Aldous Huxley's Eeuwige Wijsheid, stemde ik
graag toe: ik kende de oorspronkelijke uitgave The Perennial Philosophy,
tijdens de Tweede Wereldoorlog in Llano, Californië geschreven,
in 1944 voor het eerst verschenen.
Ik bewonder Huxley's alomvattende envergure, vertaalde ooit van hem
voor uitgeverij Contact de twee teksten die hij aan zijn psychedelische ervaringen
wijdde: The Doors of Perception en Heaven & Hell. Uitgevers
voor herdruk hoeven zich maar te melden; van mij mag en kan het..
Toen ik mij aan de opdracht ging wijden (het boek verscheen in 2004 in de
gebonden reeks Klassieken van Wijsheid, isbn 90 215 4067 3) besloot
ik het brievenboek Letters of Huxley op de wordingsgeschiedenis van
het boek na te gaan. Het is een door Grover Smith samengestelde, 992 pagina's
tellende keuze uit correspondenties tussen 1899, toen hij 5 jaar oud was en
de week voor zijn dood in november 1963.
En voorwaar: op 23 november 1942 schrijft Aldous Huxley zijn broer Julian
te werken aan de roman Time Must Have a Stop "en hoop me daarna
te kunnen wijden aan wat min of meer filosofisch schrijven, met als onderwerp
niet-dogmatische religieuze mystiek - het enige gemeenschappelijke element,
zowel theoretisch als praktisch, speculatief en stichtelijk, in de veschillende
wereldreligies.
Het Christendom als zodanig zal nooit kunnen hopen de religie van deze nieuwe
technologische en misschien militaristische verenigde wereld te worden waarheen
we nu op weg zijn - het zal nooit kunnen hopen de wereldreligie te worden,
omdat het, in de ogen van alle niet-Europese volken, medeplichtig wordt geacht
aan de beestachtigheid van ons politieke en economische imperialisme.
Maar in alle religies met enige mate van ontwikkeling bestaat er deze gemeenschappelijke
mystieke factor, waarover iedereen het eens kan zijn, omdat het empirisch
is en niet afhangt van openbaring of geschiedenis. Mystiek heeft bovendien
de enorme verdienste zich met het eeuwige heden bezig te houden, en niet,
zoals het humanisme, met de toekomst. Zodra je een religie hebt die voornamelijk
denkt aan een grotere en betere toekomst - zoals alle politieke religies van
het Communisme en Nazisme tot aan de op dit moment ongevaarlijke, aangezien
ongeorganiseerde en machteloze vormen van Humanisme en Utopianisme - is er
het risico van meedogenloosheid, de liquidatie van mensen die je nu ongelegen
komen ter wille van mensen die hypothetisch zoveel beter en gelukkiger en
intelligenter zullen zijn in het jaar 2000, het risico het heden op te offeren
voor een toekomst waarvan één ding zeker gezegd kan worden:
dat wij volkomen onmachtig zijn die met enige accuratesse te voorspellen."
In januari 45 laat Huxley een correspondente weten: "Ik nader het einde van wat volgens mij een nuttig en interessant boek kan zijn - een bloemlezing van passages, ontleend aan de meest verschillende bronnen, Westers en Oosters, die de "Eeuwige Wijsheid" illustreren, de grootste gemene deler van alle religies, het geheel gerangschikt en ingebed in een verklarend commentaar mijnerzijds. De grootste verdienste van het boek is dat ongeveer veertig procent niet van mijn hand is, maar van een groot aantal heiligen van wie velen ook geniaal waren."
Voorwaar, voorwaar. Het
boek Eeuwige Wijsheid, kortom, noodt tot lezen en bladeren: waar
is de grootste gemene deler aan te treffen, de lowest common denominator,
de grondslag van verstandhouding die mij met velen bindt?
Dit weekeinde, en het volgende, mag ik daar in woord en geschrift getuigenis
van afleggen in Vrijhaven Ruigoord.
See you there, pals! Simon Vinkenoog, de Onvoorspelbare.
Nog een paar middagdutjes ...