Zaterdag 31 juli 2004

Zo, vanmiddag, na de wekelijkse corvée van Edith in de tuinwinkel, op naar Deventer, waar zich het jaarlijkse poëziefestival 'Het Tuinfeest' afspeelt. Dichters dragen daar voor uit eigen werk op vijf podia in sfeervolle stadstuinen rondom Theater Bouwkunde, de Kloostertuin, de Archieftuin, de Fiéveztuin, de Jordenstuin en de Theaterzaal, die dit jaar plaats biedt aan poetry slams, met slamdichters uit geheel Nederland. In de andere tuinen, telkens drie keer een kwartier optredend, de falanx van hedendaagse dichters Ter Balkt, Barnard, Enquist, Herzberg, Komrij, Kopland, Lanoye, Nasr, Oosterhoff, Pfeijffer, Rawie, Vinkenoog, Wieg en Wigman - sorry voor degenen die ik oversloeg, vooral Sven Ariaans, Tjitske Jansen en A.C.G.Vianen.
Het gedeelte van de binnenstad, waarbinnen deze tuinen liggen, is alleen toegankelijk voor mensen die plaatskaarten gekocht hebben; het gebeuren is uitverkocht. Het wordt tijd dat de media eens life verslag gaan uitbrengen van deze, een van de meest unieke, dichtersbijeenkomsten in Nederland, nota bene voorafgaande aan de dag waarop de grootste tweedehandsboekenmarkt van Europa gehouden wordt
Zes A-4tjes houden mij op de hoogte, waaronder het contract met SSS, de Stichting Schrijvers School Samenleving, die voor heel wat Nederlandse schrijvers en dichters bemiddelt, en voor welke organisatie ik al enkele keren de wereld rond ben geweest, wat kilometers betreft, binnen de eigen landsgrenzen. Het instituut, onder de bezielende leiding van Margreet Ruardi, bestaat dan ook al zo'n kwarteeuw en heeft voor veel schrijvers-in-financiële nood, ja ze zijn er, heel wat betekend, wat wel eens gezegd mocht worden, door mij dus nu, hier.Verder verneem ik, dat ik om 21 uur verwacht word te signeren en dat ik optreed om 22ul5 in de Kloostertuin, om 22u45 in de Archieftuin en om 23ul5 in de Fiéveztuin - Gute Nacht, Kinder dus! De eerste dichters roeren zich al om vier uur smiddags (Rutger Kopland) en een kwartier daarna Tonnus Oosterhoff en Tom Lanoye.
Morgen, zondag vieren wij in ons tuinpark Simone's vijftigste verjaardag; zij is een lieve buurvrouw, die vriendin is geworden, très à la mode en met een mooie tuin; dinsdag vertrekken Edith en ik voor een tiental dagen naar Den Haag om Pa gezelschap te houden; ook in dat mooie grote huis met tuin aan de waterpartij, vlak bij Scheveningen heb ik altijd genoeg te doen. Als ik mij zet aan het bureau van de voormalig Secretaris-Generaal van het Ministerie van Algemene Zaken voel ik mij een heel mannetje, dat begrijpt men wel, natuurlijk! Ik zal me er zeker niet vervelen, er wacht me een grote tafel om uit een leven vol foto's de meest betekenisvolle te selecteren voor een fotobiografie.
Mijn eerstvolgende optreden daarna zal plaatsvinden, ook temidden van andere dichters, in Fort de Hel, Willemsstad, 14 augustus. En ondertussen heb ik mijn eigen besognes, schrijf ik over Huxley, onderhoud ik opeens onverwacht een uitgebreide epistolaire e-mail-uitwisseling, en kom ik maar niet tot opruimen. En dat het een plezier is deze dagelijkse pagina te schrijven, ik hoop dat het er van afspat!
Prettig weekeinde; ik denk erover morgen geen zondagseditie uit te brengen - kun je op andere links kijken, her en der, hier en overal. Lees en herlees:
"Wij roepen op tot het absolute. Wij stellen onbetwistbare handelingen voor. Wij wensen wil en onafhankelijkheid te zien. Geen enkele twijfel moet het bewustzijn van de werkers binnendringen. Wij hebben zeer veel kennis vergaard en daarvan maken Wij niet voor het zelf maar voor de Waarheid gebruik. En het ruwe 'ik' heeft al plaats gemaakt voor het scheppende 'Wij'. Onderricht om de Gemeenschap te begrijpen als een kokende bron van mogelijkheden!
Hij die de Gemeenschap bekrachtigt draagt bij tot het versnellen van de evolutie van de planeet. Iedere verstening en onbeweeglijkheid betekent een terugkeer tot primitieve vormen."
Nieuw Tijdperk Gemeenschap, 1926, uitgegeven voor Agni Yoga Society door Mirananda, Wassenaar, 1979, p.150/1.
'Reiziger, wees mijn vriend.' oppert het voorwoord van deze uitgave.Nous sommes du même voyage. Simon Vinkenoog.


Vrijdag 30 juli 2004

Zo vrienden; de zon maakt plaats voor electriciteit. Die lange zomeravonden doen een mens goed, als hij kan terugkijken op wat ik maar noem een recuperatieve dag. Een tuin is daarvoor de aangewezen gelegenheid; de simpele uitnodiging van je vrouw een rondje door de tuin te maken houdt in dat je haar volgt met een heggeschaar, die je nodig hebt om een karweitje op te knappen dat al eerder had dienen te geschieden.
Wat gebeurt, toch nog onverwachts, je hebt de houdgreep beet en beseft dat je met het Zen van Heggesnoeien bezig bent; je kunt het ook met de Motor of met het Boogschieten doen, heb ik gelezen, en het Vissen, wil daar nog wel eens aan toevoegen: meditatie op 1 dobber, je kunt aan van alles en nog wat denken en tegelijkertijd heel stelselmatig en zo efficiënt mogelijk (efficiënt betekent doelmatig) de handeling verrichten.(het juiste handelen: een van de zoveel paden die je in je leven te bewandelen krijgt), kortom overal gaan de gedachten heen en waar ze ook gaan het is er altijd mooi weer en mensen zijn gelukkig en nuja, wat je ervan afziet dat ze het allemaal gezellig en geweldig naar hun zin hebben.
Met de auto moesten we bij een stoplicht wachten op het voorbij zoeven van de wekelijkse stoet van skate-riders, een sliert mensen van enkele honderden meters, die door een eigen ordedienst als een slang door de binnenstad heengeleid worden, een bekijkenswaardig interactief ritueel op de Amsterdamse vrijdagavond.
Vanavond gaan zoonlief Arthur en dochterlief Anna naar Ruigoord, waar wij vanochtend vandaan kwamen na een welverdiende rust in het Nest van Aja Waalwijk (boordevol art brut & objets trouvés) en welbestede middag en avond; gesprekken met vrienden, zoals je die maar eens in de zoveel tijd hebt, met Rudolf Stokvis over het wel en wee van het Landjuweel, met Gerben Hellinga en zijn vrouw Jinny Thiels over de geplande Tao-tuin en de I Tjing, het Chinese o zo actuele orakelboek, met Theo Kley over zijn nieuwe boomgaard en de vijver die het Havenbedrijf vijf jaar gelden voor hem uitbaggerde en moet je nu zien, foto's bij de vleet.. Ruigoord, binnen- en buitendijks. Dagjesmensen uit Amsterdam en de regio, en degenen die al jaren verslingerd zijn aan de aldaar aanwezige creatieve energieën, arte povera, zoals dat in de moderne kunstgeschiedenis mocht heten: met zoveel recycling-bedrijven in de omgeving is er altijd genoeg brandhout en een overvloed aan pallets om de vreemdste bouwsels op te trekken, tant que cela dure, o pluk de dag en wees blij dat je er bij bent! Trommels rond het dansvuur, eten en drinken en een paar gedichten en gedachten over je heen gestrooid, een workshop, een massage-mogelijkheid, Luc Sala en Boekhandel Aap, dansers en vuurvreters, theaters en clowns, niet te vergeten tenten bij de honderden en als besluit een beeldenroute: nog tot en met de tweede augustus: meer op de webstek www.ruigoord.nl.
Straks, morgen, verder, over andere interessante aangelegenheden die zich in dit, Mijn Leven, mogen voordoen. Come and join your ship! Simon Vinkenoog, Boekanier.



Donderdag 29 juli 2004

Blijburg een grote verrassing: zomaar uit het Niets ontstaan, een lang strand aan de noordkant, nog niet-bebouwd van de IJburg-eilandenreeks in wording. Primitief op een heel ontspannen manier, met het mooie weer van gisteren ('Pap, zullen we ergens heen gaan?' vroeg zoonlief Arthur die op de etage boven ons is komen wonen) een verheugende kennismaking. Duizenden Amsterdammers, een mooie doorsnede, hebben net als ik nu de weg weten te vinden - en wie troffen we er, even onverwacht aan? Een van mijn andere zoons, Alex met vrouw Dagmar en mijn kleinkinderen Marvin en Sammy-Jean. Goedzo!
Het aug/sept.nr van BRES, nr.227, in de brievenbus; mijn portret buitenop. Ook goedzo; na mijn tamelijk abrupte afscheid, enkele nummers geleden, toen ik 'met pensioen' werd gestuurd, uiteraard zonder gouden handdruk, alsnog een soort eerbetoon achteraf. Dries Langeveld, met wie ik een aantal jaren heb samengewerkt (ik was medewerker vanaf het twaalfde nummer in 1968, toen de oprichter Ted Klautz mij om een artikel over LSD vroeg) schrijft zeven pagina's over mij en citeert een e-mailbericht dat ik hem een paar weken geleden stuurde, toen ik via de zoekmachine Google een aantal interessante ontdekkingen had gedaan; daarnaast wijdt Paul Schaaps zeven pagina's aan mijn dit jaar verschenen Goede raad is vuur, en gaat daar dieper op in dan ik had kunnen hopen. De tekst ervan heb ik hem opgevraagd voor opname onder de link van die naam op deze webstek. Ondertussen ligt Bres bij boekhandel en verkooppunt tijdschriften, neem er kennis van - of niet.
Wij zijn nog in wording; ook hier groei ik - de www.simonvinkenoog.nl is niet bedoeld als stortbak voor mijn optredens, publicaties en andere ervaringen: eerder geef ik duurzame ideeën van anderen door: er zijn nog zo veel meer mogelijkheden om de toekomst te verkennen dan via de voorspelde rampen-scenario's rondgebazuind wordt. Dat er hoognodig behoefte is aan een ingrijpende mentaliteitsverandering in onze wereld: ik ben niet de enige die daar bij voortduring op wijst.
'In een briljante Beethoven-biografie (Lewis Lockwood, Beethoven, The Music and the Life) uit 2003 wordt de vraag gesteld hoe het toch komt dat deze kapotgespeelde muziek vol Grote Woorden niet kapot te krijgen is. Het antwoord is veelzeggend. De Negende Symfonie is een appèl aan zowel het individu als de samenleving om te blijven geloven in de gemeenschap van mensen tegen de definitieve duisternis. Deze vonk bij jezelf laten overspringen is een voorproefje van de duurzame duurzaamheid die we eerder aankaartten. We leven in de boeiendste en tegelijk gevaarlijkste tijd die deze planeet ooit heeft doorgemaakt. Maar wie vanuit een verre toekomst terugkijkt op onze periode, komt tot de slotsom dat voldoende mensen dat uiteindelijk beseften - en in beweging kwamen. Tòch?'
Het zijn de laatste woorden, van drs.Govert Derix (www.derixhamerslag.nl) in de 64 pagina's tellende uitgave Ambtenaren aller omgevingen, uitgegeven door Veldhoen + Company (Maastricht), postbus 4500, 6202 SB Maastricht, 043-363 89 89; www.veldhoen.nl.
Zo, ik heb de Wereld weer een beetje in Beweging gebracht, de zon lokt deze middag en vanavond ben ik DV aanwezig bij de openingsceremonies van het jaarlijkse Landjuweel in Ruigoord, preken voor eigen parochie. Vanaf het Marnixplein in Amsterdam (naast het Hoofdbureau van politie) bus 82, richting IJmuiden, afstappen Halte Ruigoord. Tijdelijke Autonome Zone. En over de Autonomedia kom ik hier ook nog eens te spreken/schrijven.
Prettige dag verder, Simon V.


 

Woensdag 28 juli 2004

Voor vijf uurtjes, die voorbijgleden, was ik gisteren: Candide. 'Cela est bien dit, mais il faut cultiver notre jardin.'Juist gezegd, Voltaire! Hoe nodig het was, de vér uitschietende wijnranken lostrekken en verwijderen van de hibiscus, waarin ze verstrengeld raken, de druiven zien groeien, de vogels geluiden horen maken die je met geen enkele letter van het alfabet zou kunnen opvangen.
Maar geprobeerd heb ik het wel: wat vind je van tsjp tslp tsjlp pritpritprit, of tsk tsk tsk en kuuk kuuk kuuk palepalabo urr kwekwek aur aauar aur raur tru trutrutru, niets natuurlijk - imiteren lukt me na afloop nauwelijks, hoewel ik vorig jaar plichtsgetrouw de vinkenslag nadeed (op verzoek) op een dichtersfestival, de negen bestaande versies.
Als je leest (voorpagina NRC gisteren, een flard op het Journaal) dat verwacht wordt, dat in de komende dertig jaar 1.330 soorten zoogdieren en 1.183 vogelsoorten het risico lopen uit te sterven, dan vind je in de eerste plaats dat de vogeltaal en alle andere dierentalen zouden moeten worden opgenomen en vertaald, maar hetzelfde zou je kunnen zeggen van de verdwijnende menselijke talen. De tweede vraag die rijst zou zijn wanneer de mens uitsterft - we zijn tenslotte zoogdieren met de wetenschap dat we nog zo'n hoeveel was het? vijf miljard jaren zonne-energie te goed hebben. Wie dan leeft, dan niets meer te zorgen heeft. Weg met de zwarte gaten, de apocalyptische dromen, de epidemische paranoia: de utopieën nemen het over. Dan ontvriezen we de Ark van Noach en het liefst zouden we alles weer tot leven willen brengen, de dodo's voor Boudewijn Büch om mee te spelen, de eenhoorn - voor de sprookjesliefhebbers en misschien hebben we nog ergens een verscholen schat. Een geheim dat je te ontraadselen hebt.
Dat je de schat, het geheim, de plot zelf bent, zoveel mensen die het nog steeds niet willen geloven. Schat zeg ik, geen chat.
Wat een onzin je overigens aantreft op dit net; dankzij Ned.Stat kan ik nagaan hoeveel bezoekers dit scherm dagelijks trekt (hello there, you're here for the first time? Come and have a look around) en bovendien kan ik zien in die pikorde wie boven en onder me staat. Van de 300 best bezochte sites in de afdeling die ze voor het gemak maar 'literatuur' genoemd hebben, sta ik op dit moment ergens tussen de 93 en de 97. Uit nieuwsgierigheid klik ik dan wel eens iets aan; nou dan ga ik liever met Google goochelen op zoek naar mijn favorieten, maar vandaag heb ik weer over ene Moby Dick o.i.d.gelezen, een worm die zoekmachines aanvreet.
Op het Net herken je ook degenen, die nog niet zo lang bezig zijn - op een der gedichtenpagina's waar je naast je tekst ook je foto kunt afdrukken, vroeg iemand wanhopig, aan niemand in het bizonder, hoe hij ook zijn foto'tje daar zou kunnen aanbrengen?
Wat een heerlijk Wegisweggebied - soms bestaan websteks niet meer, of hangen ze (een Gaudi-set) sinds 1989 onbeheerd in de lucht, in de ether, of welke benaming we deze virtuele ruimte ook willen geven.De Leegte? De Void?
Airplay noemde ik de momenten dat ik een microfoon voor me kreeg of een camera, soms onverwacht, soms met een goedwillende of ook wel eens een kwaadaardige vraag. Ach, het heeft allemaal zijn betekenis - als ik er nu al over nadenk wat ik op Lowlands Paradise ga doen.
Ik herinner me, daar gaat-ie weer, niets even Nu. Ik denk na over het boekje dat Niels Augustin's brieven bevat, waarover ik gisteren scheef, die opsommingen van namen, opgedokenuit zijn dagboeken, al die mensen die er nog meer waren, de figuratie, je levende tijdgenoten van toen. Hoeveel mensen zou ik hier niet de nodige aandacht willen geven, die ze in mijn ogen verdienen? Vergeten, pioniers, opmerkelijke mensen? Bruno Mertens en zijn vipassana-meditaties in Haemstede, joeg zijn discipelen zomers en winters smorgens vroeg de zee in. Ze kwamen even langs, in gedachten, onder de druiven: Madame Jodjana, Guus Jansen van de Wereld Goede Wil, Barend van der Meer (de eerste die tot me sprak over de Witte Broederschap), Arie Bergmans die me in Parijs de weg wees - hoe vér inderdaad strekt zich mijn tuintje uit. En wat je opsteekt, onderweg: van de ene inhoudsopgave naar het andere laatste hoofdstuk, de eerste voetnoot naar de laatste webstek.En dan ben je er nóg niet, want geen enkele weg heeft een einde. En of er van Ewige Wiederkehr sprake is, ik laat het even aan de goden over, ik bezing het leven en besef (een van de weinige teksten van mezelf die ik uit mijn hoofd ken):
Al wat beweegt zal in beweging blijven.
Erop en/of eronder: een keuze is er niet.
Niets dat beklijft en alles zal verdwijnen:
Je leven een Vuurwerk, of Niet.

Simon Vinkenoog


Dinsdag 27 juli 2004

Met muziek van Glenn Miller (een film uit 1954 met James Stewart en June Allyson op SBS 6) kom ik te schrijven over een klein uitgaafje van zo'n honderd pagina's, Lieve Mama - Parijse brieven 1951 t/m 1953, geschreven door Niels Augustin, die 4 april dit jaar overleed.
Hij heeft er, blijkens zijn inleiding, in maart nog aan kunnen werken. 'Hij heeft het laatste gedeelte net niet meer af kunnen ronden. Omdat het zijn vurige wens was dat dit boek gepubliceerd zou worden, hebben zijn erfgenamen daar uiteraard voor gezorgd. Het resultaat ligt hier voor u. Niels wilde erg graag dat u dit boek kreeg.' schrijven zij mij - en ik ben meer dan verheugd, ontroerd zelfs, dat ik deze teksten tot me kon nemen - niet alleen de vijfendertig brieven, maar ook de tussenliggende teksten die bijdragen tot beter begrip. 'Toen ik net begonnen was aan een omvangrijke autobiografie kreeg ik te horen dat ik leed aan een ongeneeslijke beenmergziekte (MDS) en dat de gemiddelde levensverwachting in mijn geval twee jaar was. Ik begreep dat ook de autobiografie niet meer af kon komen. Tot mijn verbazing en mijn vreugde vond ik toen tussen de duizenden manuscripten en brieven die mijn moeder heeft nagelaten, een map met de brieven die ik haar in de jaren vijftig vanuit Parijs heb geschreven. Nu was het alleen een kwestie van overtypen en aan de hand van mijn dagboek uit die tijd aan te vullen. Misschien dat ik dan toch nog een stukje van mijn leven in boekvorm kan zien verschijnen.'
Zijn moeder, de in 2001 overleden Duits-Joodse schrijfster Elisabeth Augustin, emigreerde in 1933 met haar man Felix Augustin, Nederlands leraar en redacteur, en hun vijfjarige zoon, naar Nederland - in de eerste na-oorlogse jaren raakten Niels en ik rond het Leidseplein (Eylders en Reynders) met elkaar bevriend; ook in Parijs, waarheen ik september 1948 vertrok, zouden wij elkaar meerdere malen ontmoeten. Veel vergeten of uit het oog verloren vrienden doemen in de tekst op; bovendien komen wij opnieuw te weten op welke vindingrijke wijzen hij zich in leven hield: als in- en verkoper van etsen en gravures, als krantenverkoper en ophaler van oud papier (waar soms een postzegelalbum tussen zat), zaalwacht, tolk, manusje van alles bij het Congrès de la Culture pour la Liberté de la Culture, dat het door het Marshallplan gefinancierde anticommunistische tijdschrift Preuves uitgaf, leesportefeuillehouder (voor de Hollanders in Parijs) en met een perskaart van het Franse blad Music Hall bezoeker van nachtclubs en shows - voor de gratis hapjes en drankjes. Reizen van en naar Nederland gingen liftend; het hotelletjes
bewonen van die tijd komt uit de doeken, zoals zoveel meer... 'Er was een lezing gepland met William Faulkner. Ik was omdat ik Engels spreek als zijn begeleider aangewezen. Zoals je weet ben ik een groot bewonderaar van zijn werk. Ik moest hem ophalen uit een soort sanatorium buiten Parijs waar hij een anti-alcohol kuur onderging. Helaas ging de lezing niet door omdat hij op het toneel in elkaar zakte en ik hem terug moest brengen. Het enige echte Amerikaanse evenement (dat ik tot mijn vreugde achter de coulissen mocht bijwonen) was een uitvoering van Porgy en Bess met Nat King Cole.'
Waar zijn moeder haar leven lang het gevoel had dat zij veel dingen onvoltooid heeft moeten laten ('Heel schrijnend was het feit dat zij koffers vol met dagboeken in steno bewaarde, maar dat dit een onbekend Duits steno was waarvan de sleutel verloren was geraakt en dat zij zelf niet meer kon ontcijferen') schrijft Niels in de Inleiding: 'Blijkbaar heb ik het gevoel in mijn leven veel te veel niet te hebben afgemaakt van haar meegekregen. Ik was al vroeg een mislukt journalist. Ook op literaiur terrein kreeg ik nauwelijks een voet aan de grond, zodat ik in het begin van de jaren vijftig zelf maar literaire tijdschriftjes ging uitgeven. Deze hadden maar een korte levensduur. Zelfs mijn zelfmoordpogingen in die jaren mislukten.'
In de jaren zestig zou het met Niels beter gaan; hij werkte als copywriter, account-executive en media-director bij het reclamebureau J. Walter Thompson, waar hij in 1972 ontslag nam, omdat hij in verband met de oorlog in Vietnam niet meer voor een Amerikaans bedrijf wilde werken.
In Amsterdam opende hij aan het Frederiksplein in Amsterdam een antiekmarkt annex galerie annex museum van eigen bodemvondsten. 'Na zeven jaar zette ik deze onderneming voort in het prachtige Oude Raadhuis van Willemstad en weer 10 jaar later in Middelburg. Toch had ik altijd het gevoel dat ik vooral op literair gebied teveel liet liggen en teveel niet afmaakte. Amateur-archeoloog, museumdirecteur, organisator van tentoonstellingen, kunsthandelaar, het was allemaal teveel tegelijk.'
'Gute Nacht Freunde / Es ist Zeit für mich zu gehn / Was ich noch zu sagen hätte / Dauert eine Zigarette / Und ein letztes Glas im stehn.'
Servus, lieve Niels. Dankje, kinderen. Uitgeverij ICON, 's Heerenhoek, geen adres, geen ISBN,
zie ook de link Hic Ich Chi.



 

Maandag 26 juli 2004

Een lofzang op de liefde om de week mee te beginnen? Om je ermee te vermeien? Omdat het verheugde gevoel, waarbij je hart blijft kloppen, van verwachting en zomaar verrukking - om Niets, om Alles - omdat je dit gevoel zou willen overdragen aan iedereen die je ontmoet? Het kost niets, het komt je ook maar niet zo aangewaaid, je beseft dat je er iets voor hebt moeten doen (Joost mag weten wat je ervoor hebt moeten doen; je wil het allemaal niet meer weten - achter je immers ligt het verleden? In het heden is het nog even ruim op te vatten als aan het begin: de wereld ligt open en je hebt woorden, gedachten en ideeën gekregen om er mee te spelen, om je een weg door de wereld te banen, de wereld die van iedereen is, en jij die daarbinnen je eigen weg af te leggen hebt...O, ik ben er al vroeg van uitgegaan, dat zelfbeklag, je ergeren aan wat je overkomen is (en wat dan nog?) uit den boze is. Zoals je steeds vaker dat begrip, die uitspraak van Friedrich Nietzsche: Was mich nicht umbringt, macht mich stärker aantreft? Al wat je doorstaat, doorstaan moet, of het nu pijn is, onrecht dat je overkomt, problemen die niet uit de weg willen, toch uiteindelijk geconfronteerd moeten worden om er als krachtiger persoonlijkheid uit te voorschijn te komen.
Binnen het gidswerk, dat verricht werd door de Harvard-psychologen die zich in de vroege jaren
zestig bezig hielden met LSD-experimenten, werd immer de aandacht gericht op de re-entry, het weer terugkeren uit de trip, het visioen, de entheogene meditatie, het gevoel van Eenheid & Vereniging, dat je ten deel was gevallen, in de wereld van schijn, ego, macht, hebzucht en begeerte, helaas maar al te vaak aan te treffen in de Actualiteitenrubriek, die twintigste eeuw werd genoemd.
Het Tibetaanse Dodenboek werd door Messrs. Alpert, Leary en Metzner zelfs omgebouwd tot leiddraad bij LSD-gebruik; de diverse bardo's, daarin beschreven als ontmoetingen 'in de sferen', waar demonen je bespringen en je geconfronteerd wordt met alles wat je aan eigen angsten en verschrikkingen met je meedraagt: je dient ze niet uit de weg te gaan, maar juist confronteren. Niet ontwijken, geen verdedigingsmechanismes in werking stellen: nee, je openstellen en laten gebeuren. O, wat zijn we dat weinig gewend - hoe graag willen we de touwtjes zelf in handen houden. Kortom, al dat schoons, al dat ontwapenende, het was maar een voorproefje van wat je uiteindelijk te wachten zou komen te staan, als je de grens zou gaan overschrijden, op de andere oever belanden - als er al een andere oever is...

Kortom: de re-entry, maar wel met het ingebeukte besef, dat Liefde gebiedt. Hoe die liefde zich uiten kan? Verwrongen, mismaakt: chauvinisme, fanatisme, dogmatisme, kortom elk --isme, weg ermee.
De verwachte eerste bezoeker van de week belt aan, onze vertrouwde vriend die ons wegwijs maakt in deze techniek, terwijl ik bezig ben met wat heden ten dage binnen dit jargon, deze socio-sfeer, content wordt genoemd. Love is all you need - ach, dat weten we toch?
In de keuken zet Edith koffie; ik hoor hoe ze enthousiast over onze dag in Antwerpen spreekt, de hernieuwde ontmoetingen met de HH Weyers & Borms, hun dames, en de jongens en meisjes zou ik haast zeggen van Antwerpen Open Stad - die mij de Q hebben laten bezingen, het Q Q le Q van de haan die kraait in de voetgangerstunnel onder de Schelde, de eik (Quercus) op het voorplein van EHA! het Ecohuis. Het was er eerst niet, het is er nu - zoals op een gegeven ogenblik binnen dit Boekenjaar alle letters een verzelfstandigd bestaan zullen leiden in de Scheldestad - waar we nog het staartje van de Tall Ships Race mochten meemaken. Tot zoens!


Zondag 25 juli 2004

 

 

De op 1 april dit jaar overleden Kees Winkler, geboren op 22 mei 1927, een beminnelijk mens, gold als minor poet. In 1997 verschenen bij Thomas Rap zijn Verzamelde Gedichten.
H
oezeer hij gezien kan worden als een parlando-dichter, die de spreektaal bezigt, bewijst het volgende gedicht Nieuwe Stemmen, zojuist als In Memoriam gepubliceerd in de gelijknamige uitgave van de Vrije Gemeente, 'Opinieblad voor bewustwording, spiritualiteit en cultuur' (jaargang 87, 2004-3):
Toen ik eenmaal het goddelijke/ervaren had en de ommekeer/ van vrijdenker tot gelover / definitief had gemaakt // Werd ik lid van de Vrije Gemeente / een kleine religieuze vereniging / die Soefi, Theosofen en andere // aardige gelovigen samenbindt // Daar luister ik iedere zondag / naar een boeddhist, een brahmaan / een hindoe of mohammedaan / christen of Krisnamurti-adept // Een en ander omlijst met muziek / wat kaarsen, een ogenblik stilte / als religieuze beleving uniek / een sfeer zoals ik mij die wilde
Van die sfeer heb ook ik een aantal keren kunnen proeven, als mij gevraagd werd een zondagmorgenlezing te verzorgen bij de Vrije Gemeente aan de Johannes Vermeerstraat 19, waar ik altijd vrijuit kon spreken over de aangelegenheden die mij op dat moment op het hart lagen. Van mijn laatste lezing, begin dit jaar, is een bandje gemaakt en de tekst ervan is op deze webstek te vinden. De lezingenserie gaat de eerste en derde zondag van september t/m juni weer van start, aanvang ll.oo uur, bijdrage (na afloop) minimaal E 3.50 (leden gratis).
5 sept. drs Willem Beekman, 19 sept.drs. Govert J. Bach, 3 okt.drs Ko Vos, 17 okt. mw Carien Rietberg en 7 nov. prof. dr S.W.Couwenberg.
Mijn sympathie voor de Vrije Gemeente heeft niet alleen te maken met de zondagmorgenlezingen, het blad Nieuwe Stemmen, of de aanbelevenswaardige cursussen (vraag om Cursusgids, en check www.vrijegemeente.nl om te zien of het iets van je gading is), maar om het feit dat het huidige Paradiso, de poptempel aan de Weteringschans, de vorige behuizing van de Vrije Gemeente was; nog altijd staat hoog boven het podium de spreuk Soli Deo Gloria - tenzij die is weggezuiverd. Bovendien ben ik in het geliefkoosde bezit van twee grote bloemlezingen, samengesteld door de oprichters van de Vrije Gemeente, de gebroeders P.H. en Ph.R. Hugenholtz. In een ervan Levenslicht uit vroeger eeuwen (zonder datum, uitg.Tj.van Holkema, 470 pagina's) staat een Voorrede, gedateerd maart 1889 door P.H.Hugenholtz jr ('Steeds levendiger werd dit verlangen, hoe meer de ervaring mij leerde, dat de godsdienstprediking in vrijen kring zich niet tot den Bijbel heeft te bepalen, maar overal, ook in de gewijde boeken en klassieke geschriften der oudheid, haar uitgangspunt vinden kan.') alsmede een Naschrift,
gedateerd 13 December '89, waarin hij schrijft dat zijn broer niet meer is. 'De laatste maanden en weken van zijn leven besteedde hij te midden van veel lichaams-en zielelijden, aan de bewerking van menig gedicht en prozastuk, door hem vertolkt. Ondertussen, ruim honderd jaar later, acht ik deze 'eerste, gebrekkige proeve van een Nederlandschen "Bijbel der menschheid"' een nog altijd uniek boek, bevattende teksten uit Veda's en Upanishads, de Mahabharata, diverse tantra's en de Dhammapada, de Chineezen Kongfutse, Mengtse, Lao-tse, de Egyptenaren, Babyloniërs en Assyriërs, Perzen, Germanen, Griekse dichters en wijsgeren, Romeinse wijsgeren en dichters, de Christelijke Kerkvaders, de Talmud, de Koran, Arabisch-Perzische poëzie, het Middeleeuwsch Christendom. Met uiteraard een bronnenlijst.
De tweede bloemlezing, eveneens ooit opgevist uit de nalatenschap van Barend van der Meer, heet Levenslicht uit den nieuweren tijd, Van Holkema & Warendorf, Amsterdam 1910, 570 pagina's. De titelpagina bevat de namen van 16 medewerkers; in deze uitgave zijn de vele teksten onderverdeeld in hoofdstukken met namen als 's Menschen aanleg en roeping, Ontwikkelingsstrijd, Levenstaak, Levenslot, Levenswijding, Natuur, Kunst, Wetenschap, Huisgezin, Maatschappij en Toekomst. De bronnenlijst noemt 542 titels. De gedachte, dat deze teksten van kansel, spreekgestoelte en katheder in de Vrije Gemeente zijn voorgelezen, doet me goed: er bestaat een gedachtengordel Oost-West die zich door eeuwen en culturen heen kenbaar heeft gemaakt, en dat zal blijven doen.
In het zojuist verschenen nummer van Nieuwe Stemmen haalt Nico Schoorl Psalm 1 van Leo Vroman aan, uit diens in 1995 bij Querido verschenen Psalmen en andere gedichten.
Ik besluit er deze zondagse Kersvers mee. Gegroet: Simon Vinkenoog.

LEO VROMAN: PSALM 1

Systeem! Gij spitst geen oog of baard
en draagt geen slepend kleed;
hij die in U een man ontwaart
misvormt u naar zijn eigen aard
waar hij ook niets van weet.

Systeem, ik noem U dus geen God,
geen Heer of ander Woord
waarvan men gave en gebod
en wraak wacht en tot wiens genot
men volkeren vermoordt.

Systeem! Lijf dat op niets gelijkt,
Aard van ons hier en nu,
ik voel mij diep door U bereikt
en als daardoor mijn tijd verstrijkt
ben ik nog meer van U.


 

Zaterdag 24 juli 2004


Niet iedereen heeft blijkbaar behoefte aan zelfreflectie: waarschijnlijk is het iets dat toeneemt met de jaren, als je probeert na te gaan welke rol je gespeeld hebt, het was trouwens geen rol, maar een invuloefening. Jezelf gadeslaan, liefst niet voor een spiegel met het jou zo bekende gezicht, maar met een andere blik, alsof er nóg iemand achter schuilgaat, die zich wenst te openbaren. Je weten te kunnen openstellen voor het nieuwe en onbekende, het maar al te onzekere dat de toekomst inhoudt: het vereist de nodige voorbereiding. Het is niet genoeg je te laten leiden door positieve gevoelens alleen; er moet tenminste de overtuiging bestaan dat het zinvol is, wat je doet en alsnog te doen staat.

Het frappez toujours, frappez toujours, het altijd benadrukken dat er in jou, in de mensen die je ontmoet, meer mogelijkheden bestaan dan je nú voor mogelijk houdt, is een opgave die je niet uit de weg kunt gaan. Het gaat er evenmin om, koste wat kost, anderen van je meningen te overtuigen - je weet zowel marginaal als alternatief te zijn, het zijn geen mainstream-gedachten, die je verkondigt: eerder de inspiratie dan de routine, liever de intuïtie dan de ratio. Soms neem ik een extreme positie in, maar zorg er altijd voor dat ik niet fanatiek word. In de begintijd van de metanoia, mijn ommekeer, zal ik het maar noemen, toen ik het licht zag in de beginjaren zestig, wou ik de duvel en zijn oude moer omturnen, zoals dat in het Nederlands is gaan heten.

Het turn on, tune in & drop out, een van de lijfspreuken van dr Timothy Leary, God hebbe zijn ziel, (ongetwijfeld, nietwaar dear Lord?) is vaak verkeerd begrepen, hoewel even vaak ook in de praktijk toegepast. Hoeveel mensen hebben niet de levensstijl, waaraan ze gewend waren, veranderd om zich te transformeren tot meer bewuste, ecologisch of spiritueel geïnteresseerden, lieden die niet meer meedoen aan de zelfdestructieve ratrace, die het onthaasten hebben ingezet, die het wat rustiger aandoen, met wat meer aandacht voor zichzelf: ja, de introspectie. En dan gaat het niet om 'navelstaren', maar om de ervaringen die je opdoet als je je even binnenwaarts keert, weg van de maddening crowd, weg van het wereldnieuws met zijn onoverkomelijk lijkende problematieken, waar geen eind aan schijnt te komen, op de ramkoers waar de wereld terechtkwam, door kortzichtigheid, gebrek aan visie en het overheersende denken in termen van economie, in plaats van de duurzaamheid die wij onze kinderen en kindskinderen verplicht zijn.
Het individuatie-proces, waarvan bij Carl Gustav Jung sprake was - en je ziet het terug bij dr.C.J.(oom Kees, voor Edith)Schuurman en Abraham Maslow houdt tevens in, dat je je durft bloot te stellen aan de soms weer opduikende gevoelens van pijn, schaamte, onmacht en angst die je ooit hebt meegemaakt, en die je nooit helemaal de baas bent geworden. Weg ermee! je doet er niemand goed mee, anderen niet en bovenal jezelf niet, it's all in the mind!
Het is niet zomaar een uitspraak: 'War is over if you want it!' (van John Lennon); het is een ontegenzeggelijk feit. Je kunt 'de oorlog' winnen door het vijand-denken los te laten, de wereld zien als bewoond door die ene bevolking - die waar dan ook, afgezien van enkele haatdragende fanatiekelingen - niets dan Vrede wil. Welaan, die gaat stap voor stap, van mens tot mens, Peace of Mind: gemoedsrust, waar het in paniek-omstandigheden altijd om gaat.
Ik wens die iedereen toe, het is het enige uitgangspunt dat telt. En je hoofd koel houden, en je hart laten spreken en nooit ergens bang voor zijn. Als er al een vijand is, dan is het de verlammende angst, die apathie veroorzaakt, en onverschilligheid. Als je daartegen vecht, dan ben je pas echt Mens en kun je voor anderen een voorbeeld zijn.
Niet te hoog van de toren geblazen, Simon? Je gaat een leuke dag in Antwerpen tegemoet; tot vanmiddag, in de voetgangerstunnel die de beide oevers van de Schelde met elkaar verbindt. We hebben er een haan die kraait geïnstalleerd, die kukeleku roept, of cocorico, of cock'a doodle-do, alsmede een aantal spiegels om in te kijken: wie ben je? Question de... Leve Antwerpen Wereldboekenstad 2004, leve de gedachte aan Leven. Simon V.
' Wat is de mens toch perfect geschapen!' (uitroep van Edith vanuit de badkamer) - een aardig PS-je.


Vrijdag 23 juli 2004

 

Too much of a good thing is wonderful! Deze uitspraak van de diva Mae West, gegraveerd op een koperen wandbordje, kon ik tijdens een bezoek aan San Francisco, meer dan dertig jaar geleden, niet aan mijn neus voorbij laten gaan, het siert nu ons tuinhuis. Gisteren ben ik Edith behulpzaam geweest bij het verpotten en ingraven van een paar planten, die zij vanuit haar ouderlijk huis in Den Haag had meegebracht: twee zwenkgrassen, een wenteltrapvaren, een dwerg herfstaster, een Amerikaanse sering en een winterharde roodbladige vlier, populair bij vlinders en honingbijen.
In het zeer leesbare, 120 pagina's tellende nummer van zuurvrij (berichten uit het AMVC-Letterenhuis, juni 2004 - Minderbroedersstraat 22, 2000 Antwerpen, http://museum.antwerpen.be/amvc_letterenhuis) lees ik in een artikel van Bert Van Raemdonck: Tussen kleuters en bakvissen, Karel van de Woestijne als journalist, dat Karel van de Woestijne (1878-1929) behalve dichter, prozaschrijver, ambtenaar en hoogleraar ook journalist is geweest: 'bijna een kwarteeuw lang stuurde hij een paar keer per week kopij naar de Nieuwe Rotterdamsche Courant.'
In een brief aan Emmanuel de Bom, die in het tijdschrift Dietsche Warande en Belfort over Van de Woestijne's loopbaan als journalist had geschreven, liet de dichter hem op 1 maart 1928 weten: 'Ik dank het aan u, dat ik journalist ben geworden. En, in het geheim van mijn hart: het is op mijn journlisten werk dat ik misschien nog het fierst ben.(...) Het heeft mij in het midden van het leven geplaatst, gedwongen hard te werken, vlug te werken, opgewekt te werken, zoals een echt mensch betaamt. Ik heb nogal veel boeken geschreven, eenvoudig omdat ik twintig jaar en meer veel journalistiek werk heb gemaakt. Anders zou ik mijn leven hebben verdroomd; ik zou het bij een of twee bundeltjes hebben gelaten. Maar gij, beste vriend, gij hebt mij in het volle leven gestampt, en geleerd te vechten, of althans, naar de noodwendigheid het meêbracht, te handelen.'
Van Raemdonck wijst op het verrassende feit, dat de grote dichter trots is op zijn broodschrijverij, 'terwijl ook nu nog bijna niemand hem als journalist kent, de vijftien(!) dikke delen van het Verzameld journalistiek werk ten spijt (ca. 10.000 bladzijden).'


In Vrij Nederland van deze week (24 juli, het nr. met Remco Campert op het omslag) bespreekt H.M.van den Brink in zijn rubriek Oog om oog het verschijnsel writers' block, 'een uitvinding uit de negentiende eeuw, toen romantische dichters hun werk niet langer als een ambacht wensten op te vatten, maar als een bezigheid die afhankelijk was van inspiratie.'
Waar de Fransen en de Duitsers niet eens een vertaling voor de term writer's block hebben, blijkt in de Verenigde Staten het writer's block een hele industrie te zijn, 'een onderdeel van het psycho-sociale complex. Je kunt het studeren, je kunt er cursussen over geven, de psychiater heeft er therapieën voor en pillen tegen, er zijn zelfhulpgroepen en communities op internet maar ook commerciële sites over het thema. En natuurlijk worden er boeken over geschreven.'

Nee, van writer's block of midlife crisis nooit last gehad; misschien moet ik me voorbereiden op de Opstand der Vijftig-plussers, waarover Bram Peper vanochtend in de Volkskrant spreekt. En ben ik zelf al niet decennia lang bezig met de mind-revolte, de rebellie tegen de verontrustende status quo? Ozo! Dus even iets rechtgezet.
Een prentbriefkaart van Rudy Kousbroek bij de post: 'Vinkenoog (in VN) "Elburg, Kousbroek, Kouwenaar en Andreus waren ouder..." e.v. Wat is dat voor ouwemannenpraat? Ik ben jonger dan jullie allemaal! t.t. Rudy.
Je hebt volkomen gelijk, Rudy: je wordt dit jaar pas op de eerste november vijfenzeventig. Ook nog zo nieuwsgierig naar wat de toekomst biedt? Groeten aan Sara, gegroet vandaag iedereen. Vive la vie!


 

Donderdag 22 juli 2004

Gistermiddag uit een siësta-slaapje gerukt door een telefoontje van KRO's Netwerk, een televisieprogramma. Altijd even wakker schieten, maar het ging slechts om het adres van Remco Campert. Ja zeg, dat is lang geleden dat bij mij werd aangeklopt voor de telefoonnummers van zo ongeveer de hele wereld!
Dat was het geval in journalistieke dagen, en dan denk ik voornamelijk terug aan de vijf jaren die ik bij en rond de Haagse Post doorbracht, na mijn terugkeer uit Parijs: vanaf het voorjaar van 1957, tot eind 1961. Toen had ik genoeg van het 'wij'-gevoel dat iedereen opdoet, die een tijdje aan een vaste baan, een instelling of bureau verbonden is. Het is mij in elk geval meerdere malen overkomen, dat ik van 'wij' terug moest naar het ík, mezelf - dat was zeker zo toen ik mijn baan bij de UNESCO opzegde, eind 1956. Mijn vrienden verklaarden me voor gek, het werk liet me genoeg 'vrije tijd' over, ik had een prachtig appartement, zeg maar penthouse-atelier aan de Boulevard Garibaldi, vlakbij Montparnasse, het zag uit over heel Parijs; bij wijze van spreken had ik er tot mijn pensioen kunnen blijven. Maar ik verkoos de vrijheid, adieu Paris!

In Amsterdam werd natuurlijk niet op mij gewacht; mijn moeder vond het leuk dat ik wat dichterbij kwam te wonen, maar de gemeente had mij laten weten dat ik zelf voor huisvesting, onderdak, een woning moest zorgen. Al mijn bezittingen (merendeels boeken en papieren) zouden per vracht nagestuurd worden, ik nam een nachttrein met slechts handbagage. Afscheid nam ik op het Gare du Nord van Han van der Ploeg, aan wie ik mijn baan als Special Requests Documents Officer bij de Publications & Documents-divisie van de UNESCOhad kunnen overdragen; op de treeplank van de trein dronken we een fles cognac leeg.

In Amsterdam aangekomen, waarom het verhaal niet nog eens verteld?, liet ik mijn tas of koffer in het bagage-depot achter en stapte het Damrak op. (Mijn scooter had ik verkocht, had ik nooit moeten doen, ik schafte er na korte tijd in Amsterdam dan ook weer een aan, opnieuw een Lambretta, zaliger nagedachtenis). Uithangbord 'Woningbureau'. Ik stapte naar binnen, kreeg in ruil voor fl.50.- vijf adressen om te bezoeken, en laat het bij de eerste raak! zijn.De familie Meijer aan de Herengracht 292, die na een leven in de Horeca gezeten te hebben, de bovenverdiepingen verhuurden en zelf de begane grond bewoonden, toonde mij twee piepkleine kamertjes plus keuken-badkamer onder het dak, en dat was ik dan ook, ruim twee jaar - midden in de grachtengordel, niet ver van de Haagse Post aan de Nieuwezijds Voorburgwal, niet ver ook van de uitgeverijen, en uiteraard het café Scheltema, waar journalisten en medewerkers van de dag-en weekbladen die in de omgeving gemaakt werden, regelmatig hun toevlucht zochten.
Het Parool, Trouw en De Telegraaf zaten nog onder éen dak, het Algemeen Handelsblad, de Volkskrant, dagblad De Tijd en Het Vrije Volk waren in de omgeving gevestigd.

Bij Scheltema sprak ik ook Hans Gabriëls aan, die ik al kende van voor mijn vertrek naar Parijs, met de vraag of er bij de Haagse Post, waar hij redactiechef was, voor mij niets te doen viel. Hij dacht van niet, maar een paar dagen later nodigde hij me toch uit mevrouw Sylvia Brandts Buys te ontmoeten, die namens G.B.J.Hiltermann, in naam Hoofdredacteur, het bewind over het weekblad voerde. En welk bewind! haastte hij zich er met een uitroepteken aan toe te voegen. Niet voor hier het hoe en waarom. John Jansen van Galen en Hendrik Spiering publiceerden in 1993 bij Nijgh & Van Ditmar het boek Rare jaren. Nederland en de Haagse Post 1914-1990, waarin het een en ander opgerakeld wordt. Mijn exemplaar draagt een opdracht van John JvG: Aan Simon V, steunpilaar uit Gouden Jaren. Zo mag ik het horen, en ja toen ik eenmaal bij de Haagse Post van los medewerker, vast medewerker, voor halve dagen, de halve week, en tenslotte totaal redacteur geworden was (en coverstories schreef, over Mulisch, Claus, Tajiri, Appel), wat mensen binnenboord gehaald had (Armando, Sleutelaar, Kousbroek) en samenwerkte met een fotograaf als Eddy Posthuma de Boer en een mentor als Jan Vrijman: het waren inderdaad gouden jaren, waaraan ik met genoegen terug denk.

Maar de telefoonnummers van toen ben ik vergeten, lieve mensen, ik ben geen switchboard meer en Remco Campert staat gewoon in het Amsterdamse telefoonboek. En wie wenst Remco, die de 28e juli vijfenzeventig wordt, geen lang leven toe, gezond en gelukkiog? Ik wel; van harte, mede namens Edith!
Het loopt tegen enen, mooi weer - op naar het Buikslotermeerplein en de Tuin. Gegroet, van Kreeft tot Leeuw en verder, de hele dierenwereld rond.


 

 

Woensdag 21 juli 2004

 

Even geen zin in denkers. Geen behoefte aan verslaggevers. Geen dwang tot schrijven. Geen minuut te verliezen. Never a dull moment, maar sommige zijn leeg en voelen er niets voor om gevuld te worden. Het kijken neemt over. Wat zie je? Wat zie je gebeuren? Hoe sta je tegenover het onomstotelijke feit van je eindigheid? Waar is het inzicht gaan toenemen? Hoe weet je wat je aan het doen bent? Over welk inzicht heb je het? De impliciete orde? The Void, is dat 'm?
Soms is het bittere noodzaak afstand te nemen. Mentaal vasten. Geen ascese, wel ascese. Voor wie of wat? Haast je langzaam, traag trekt de onthaasting door je leden. Je wilde iets doen, maar wat ook weer? Hoe kwam je erbij, hoe kom je ervan af? Wie zou het raaskallen hebben uitgevonden? Waar begint de humbug? Wat een aanstellerij!
Kun je zomaar voor je uit meedenken met je vingers, zonder dat je iets weet te verzinnen om aan te denken? Uit hoeveel vragen bestaat het enig echte antwoord?. Is er nog een speld tussen te krijgen, waar zoek je de speld in de hooiberg? Welke hooiberg? Kun je nog door het oog van de naald? De hoorn des overvloeds is in reparatie; druppelsgewijze stromen de vruchtensappen je toe - groene appelsap uit Oostenrijk, perziken van Danone, het eerste stickie van de dag, de tweede kop koffie, waar beginnen met opruiming, welke ruimte sla je open om het gat weer te dichten?
Welk gat? Waar heb je het over? Doet de grote leegte pijn, wie zit je op de hielen, zei je?
Mag het een keer (bijna smekend) nergens over gaan?
Dan zijn we nu mooi bezig.
Mij wachten andere nadenkers: Huxley, Het Boek (een openingsgedicht) en het verhaal van de stoofaal. Allemaal zelf ja gezegd, en wie ahaha of Ja of A zegt, mag daar best even al het andere voor laten schieten. Deze aflevering van Kersvers komt dus uit een leeggehaald hoekje, waar nog net plaats voor was. Prettige dag verder; de ochtend is nog vroeg. Dikke doei. Simon - treuzelweer buiten. Toch nog dag plukken; zie je wel?


Dinsdag 20 juli 2004

Wakker word ik met de gedachte: ik ga me te buiten. Wat zou 'ik' bedoelen? 'Ik' ben het helemaal niet van plan, ik blijf lekker lang op bed liggen, nadat ik hier (heerlijk: hier is Overal) tot vannacht twee uur aan het verslag van ons bezoek aan Gent en Antwerpen had zitten schrijven, en ik Edith moest wakker maken om de Kersvers-tekst met de mij nog niet vertrouwde handgrepen metterdaad op het scherm te brengen. Het regende trouwens, wat zou ik buiten te zoeken hebben?
'Wat schrijft u vaak op uw webstek over het weer!'deelde een van de interviewsters mij gisteren mee.. Ja, natuurlijk en vanzelfsprekend: sinds de eerste schrijfproeven met Kersvers heb ik hier al vaker verteld dat Edith en ik in de afgelopen veertien jaar al vanaf mei in onze 400-m2 tuin in een lommerrijk deel van Amsterdam, Over het IJ, in Amsterdam-Noord wonen, waar wij permanent verblijven tot eind september, vlakbij het Tuindorp Nieuwendam waar ik mijn eerste herinneringen heb liggen (voor het oprapen). Dit jaar is dat niet het geval, en 'het weer' heeft daar mede mee te maken: ooit zo'n slecht begin van de zomer gezien, waarin zo weinig zonne-uren ons konden verblijden? Heeft dat met de klimatologische veranderingen te maken, waarvoor velen zo (terecht, denk ik) beducht zijn? Uiteraard komen wij op de tuin (slechts tien minuten per auto daarvan verwijderd) zo vaak wij kunnen en willen en er is ook genoeg te doen, maar dat manifesteert zich in verhevigder mate ook hier, waar ik een voor mij baanbrekend nieuw begin maak: DIT.
Waaraan zou ik mij te buiten gaan? Ja, als ik over de nodige pecunia beschikte, zou ik aan elk van de aangegeven links ettelijke pagina's tekst en beeld willen toevoegen, maar ijzer valt hier niet met handen te breken - wat gebeurt, gebeurt mondjesmaat. Zo komt er in de DvD-link (gedichten mede in mijn hoedanigheid als ad interim-functionerende Dichter des Vaderlands
geschreven) het gedicht Dingtaal te staan, geschreven voor het maandblad Onze Taal. 'Maandelijks ruimen we een plaats in voor gedichten, speciaal voor Onze Taal geschreven poëzie over taal en alles wat daarmee samenhangt. Dit keer een gedicht van Simon Vinkenoog (1928), Dichter des Vaderlands ad interim. Zijn jongste bundel, Goede raad is vuur, verscheen eerder dit jaar bij uitgeverij Passage.'
En ook voor de link bloemlezing heb ik nog ettelijke gedichten in petto, maar het tikken daarvan kan ik niet overdragen aan een ICT-er in een laagloonland; ik moet het zelf allemaal (gratis) doen. Dat is overigens het allerleukste aan dit vak, dit beroep, deze stiel, dit métier, deze broodwinning: je moet het allemaal zelf doen en uitvinden. Waar haalt u uw inspiratie vandaan? Uit de ganse kosmos, mijn kind. Af en toe een woord bekijken, binnenstebuiten keren of gewoon omkeren: dan zijn reuzen zeuren, die pielen, sappelen en frunniken. Het scrabble-spel inspireert, de televisie, de krant, ik lees het woord internet-columnist en dan denk je, kijk, zover heb ik het ook al geschopt! Overal theater, overal gemengde berichten, actualiteiten, eeuwige momenten die hervertaald willen worden, verrast zijn en blijven.
Ik neem een deel uit de Literary Pit Stop ter hand, het in 1974 bij Links Books in New York en Londen verschenen The Hog Farm and Friends by Wavy Gravy, as told to Hugh Romney and Vice Versa, met een Foreword by Ken Kesey. Het boek heeft een opdracht To Furthur, dus we zijn weer thuis. On the bus, zoals dat heet: Furthur was de naam van de oude schoolbus waarmee Kesey en zijn Merry Pranksters onstuimige tochten door de V.S. van Amerika maakten, hilarisch beschreven in Tom Wolfe's in 1968 verschenen boek the electric kool-aid acid test, dat in 1971 in het Nederlands DE TRIP zou heten (Bert Bakker nv, toen nog Den Haag).
Wavy Gravy is ongetwijfeld een van de geestigste en meest spirituele mensen, die ik ooit ontmoet heb. Als initiator van The Hog Farm, die een rose varkentje als mascotte met zich meevoerden ("Pig for President!") verrichtte hij hand-en spandiensten op feestjes en partijen, be-ins en popconcerten. In de film over Woodstock is te zien, hoe hij zich in zijn clownscostuum in de menigte stort om een geflipt iemand weer tot z'n positieven te brengen. De chill-out en cool-down ruimtes bestonden nog niet in die tijd, waren nog niet modieus en comme il faut geworden.
Als mede-dienaar van de Universal Life Church nodigde Hugh Romney, die zich Wavy Gravy noemde, mensen ooit uit, met een pamflet Come and suck the Light! voor een séance met n2o, laughing gas, lachgas. Waarover ooit meer; Ken Kesey initieerde het gebruik ervan in Amsterdam, door zich telefonisch voor te doen als geoloog, die een demonstratie moest geven, om vervolgens een reuzefles bij Hoek & Loos te gaan halen.
Uit de oude doos. Ik ga me te buiten, buiten de perken, op het gras lopen, het is heerlijk weer geworden, vertelt Edith, zojuist teruggekeerd van het boodschappen doen, en zij zet de ramen wijd open. Help, ik ga me te buiten - ik ben niet meer te stuiten - pijn in mijn kuiten - ik ga deze regels besluiten met het serendipiteitsfeit van de dag: ik pak het langwerpige boek van Wavy Gravy op om het een eigen plaats te geven, blader het door, zie een interessante uitspraak van Nikos Kazantzakis, en merk tot mijn niet geringe verbazing, dat ik het boek 20 juli 1974 heb aangeschaft, vandaag precies dertig jaar geleden!

En nu nog even 'Kazantzakis' three prayers for three kinds of people:
1. I am a bow in Thy hands, Lord. Please bend me or I shall rot.
2. I am a bow in Thy hands, Lord. Bend me but please do not break me.
3. I am a bow in Thy hands, Lord. Bend me and who cares if I break.'


Zo, meer dan genoeg voor vandaag (eerlijk gezegd, zou ik kunnen blijven schrijven, maar ik moet niet overdrijven). Quo vadis?!


 

Maandag 19 juli 2004 - nachteditie.

 

Het mooie van het Woord richten tot mensen is het Onverwachte ervan; je zit op een caféterras aan de zijkant van een steeds voller wordend plein, waar een hoog podium is opgetrokken, tegen de kerk aan. Mensen zitten daar breeduit aan tafeltjes en stoeltjes, luisterend en kijkend naar wat zich voor hen op het toneel afspeelt. Daaromheen de staanden en de voorbijgaanden: een voortdurende stroom. Je bent op de Gentse feesten, er zijn 150.000 aardige mensen op de been, je zit rustig en gelukkig met je vrouw en vrienden op dat caféterrasje van organisator Trefpunt v.z.w. (vereniging zonder winstoogmerk, moet ik medelanders wel eens uitleggen).
Je zit, zogezegd, tussen de coulissen. Je staat op het programma, je bent uitgenodigd door Trefpunt/Poéziecentrum, dank alsnog, je weet op te treden na Kamagurka & 3 muzikanten- eerder die avond had je naar de Brusselse wereldburger Geert van Istendael geluisterd wiens Gesproken Woord vakkundig en swingend begeleid werd door Dirk Van Esbroeck en kompanen, die Geerts filippica De Taalmachine 'een muziekmaatpak' gaven - in de termen van het ruim uitgemeten programmablad, 56 pagina's (Focus Special Promotionele Bijlage).
Je hebt ook vernomen dat de officieuze Gentse stadsdichter Coenraed de Waele, die het programma 'Poëzie op het podium' zou presenteren, en ook zelf zou optreden ('al jarenlang met de Arteveldestad verbonden. Als schrijver heeft hij immers meer dan wie ook Gent beschreven, bezongen en beklaagd') ingestort was, zozo, jaja, en zijn plaats zou worden ingenomen door niemand anders dan Guido Lauwaert.
Nou, de Firma Binnenpret trad onmiddellijk in werking, en de sans rancuneuze in mij werd meteen wakker, en ik stapte op hem af toen ik hem zag komen aanschuifelen; een echte Céline-shuffle in zijn Colombo-regenjas. Peace of Mind Prevails; ik kon het uiteraard niet nalaten toespelingen te maken op situaties die etc.; wij lachten wat af, met van mijn kant herinneringen aan de catacomben van de Nachten van de Poëzie van dat lugubere sportpaleis, Vorst geheten, dacht ik, in Brussel. Of de luttele dagen dat hij het desastreuze plan had een hotel voor kunstenaars te maken van zijn drie verdiepingen tellende huis aan de Vlaanderenlaan. Of? En? Kortom; presenteren doet hij goed en ik kon in elk geval merken dat de geluidsinstallatie goed was; duidelijk verstaanbaar.

Het enige dat je weet, volgens het programmaboekje, dat Aansluitend poëzie met Simon Vinkenoog volgt. Heerlijk summier, een twintig woorden, korter kan niet, zij het dat achter de DdV niet a.i. staat, maar daar was blijkbaar geen plaats voor. Om 23u stond El Camino de Santiago op het programma; die muzikale-video-pelgrimage moest uiteraard ook op tijd vertrekken. Dan is het zover; je hebt drie boekjes bij je, je wacht op de laatste uithalen van wat Kamagurka doet, rock 'n roll van de zuiverste soort; ik moest aan Jim Morrison denken, maar diens teksten gingen tenminste nog ergens over, en K. staat bekend als absurdist. Zet je schrap, het propgrammaboekje spreekt van geschift & gehavend. Een meezinger blijkt: 'Ik ben zo alleen zonder mij / Zonder mezelf toch zo alleen / Ooit was ik nochtans met één / Maar ik ging weg / Ik verdween.'
En dan sta je daar, op jouw verzoek is daar een tafeltje neergezet, daar staat een microfoon; Guido zegt wat aardige dingen, ik kom erbij als hij verklapt dat ik 76 jaar ben geworden; nee, zeg ik - vier keer negentien, en hij verdwijnt achter het doek, dat met de wind en mij meewelft.
Daar sta je. Wat zeg je. Hoe begin je. Altijd anders. Voldongen feit. Je hebt dan wel die drie, vier of vijf gedichten bij je, die je wilt voorlezen, maar voordat het zover is dat je ze van het papier laat opvliegen, moet er iets gebeuren. Je mag zomaar het Woord nemen, en wat je wilt is loud and clear. Achteraf weet je het niet meer; oor in oor uit. Even kan het waar worden wat de dichter Tristan Tzara vaststelde: La pensée se fait dans la bouche, en natuurlijk wil ik even onthullen dat ik de stad Gent al vijftig jaar ken, toen Hugo Claus en ik vanuit Parijs, waar wij beiden woonden, een bezoek brachten aan zijn vrienden in België en de mijne in Nederland. Jan Walravens. Jan Cox . Roger Raveel. Louis-Paul Boon. Nee, aan die name-dropping deed ik niet, noch vertelde ik over de eerste keer dat ik een van de mooiste schilderijen zag die ik ken, Van Eijks Aanbidding van het Lam Gods in de Sint-Baafskathedraal (waarop wij uitkeken vanuit het Ibis-hotel), nog op de echte, oude plaats, in een zijkapel. Nu hangt er een armzalige kleurenreproductie; ik heb het altaarstuk met zijn beide zijpanelen, aan beide kanten beschilderd, naderhand nog wel eens in een glazen omlijsting aldaar gezien, maar die trof ik nu niet aan. Ik heb niemand gevraagd, waar het nu is.
Het mooiste is die grote leegte, waaruit het woord voluit naar buiten kan komen. Je weet dat je daar staat, je strooit dichterlijke vrijheden rond, met een verwijzing naar de rebelse volkszanger Walter De Buck, die in 1970 de nieuwe Gentse Feesten op het Sint-Jacobsplein opstartte. 'Tot l980 was Sint-Jacobs het feestende eiland in een verlaten stad. Na 1980 zwermden de feesten uit over de hele binnenstad. Vandaag zijn de Gentse Feesten uitgegroeid tot het grootste gratis culturele volksfeest van Europa, met meer dan 1,5 miljoen bezoekers per jaar.' Einde citaat; ik sta daar nog steeds in mijn eentje, K. is immers verdwenen.
Ja, ook ik rebelleer ik fulmineer ik ga te keer ik verteer en interpreteer, en daar komen die o zo ware regels van Paul van Ostayen naar voren: Kunst is liefde in elke daad. En de daad bij het woord voegend, komen de woorden vanzelf. En ik weet het, het staat in de groeven van een grammofoonplaatje uit 196l: 'Mijn stem mag met mij een heel leven mee.' En zo is dat, in stilte tellend mijn zegeningen.
Rustige avond, ik kijk op dit weekend terug. We wilden al vroeg in Gent zijn, vroeg genoeg om de stad te verkennen voordat ik Bij Sint Jacob 18 verwacht werd. Met tramlijn 1 tot zover als we konden, en het eerste wat we zagen waren kleine dansende kinderen; dat begon dus goed. 'If the Tribe refuses to dance,/the Poet can only worry, watch and warn.' En wat mocht ons staan te gebeuren, toen we op het Gouden Leeuwplein aan een buitenterras gezeten (het regende niet meer) onszelf vergastten op oesters en mosselen? Een straattheatergezelschap mengde zich in de menigte voor ons, vreemde ijzeren karkassen van nog net niet gerecycled materiaal, boten op wielen met zeilen van postzakken, bemand door éen Beckettiaanse figuur, toeters, vreemde geluiden - en wie ontwaarden we? Warner & Consorten, met Warner van Wely, de grondlegger van de Dogtroep, van welk nomadisch locatietheatergezelschap mijn vrouw Edith zakelijk leider was, toen ik haar in 1987 leerde kennen. Het straattheater verplaatste zich naar een tribune tegen de Belfort, Edith had zich even laten zien, Warner gaf haar een professionele knipoog ter herkenning en zij keerde weer naar de mosselen terug.
Wat was de Graslei mooi, later die avond, zoveel terrassen, bootjes, verlichte gevels, sluizen vol bier uiteraard, overal muziek, gelach: een andere wereld, een Tijdelijke Autonome Zone. In een andere, eveneens rijk geïllustreerde brochure, free-time vzw Gentse feesten 2004, 42 blz., trof ik weer een heel ander programma aan, bevattende kinderfestival, circus, humorfestival, theater, muziek, wandelingen en tentoonstellingen, dans en varia. Laat mij verklappen dat in de Gruuthusekelder van het Novotel, a.s. donderdag 22 juli, om l6u (euro 3,50) in de reeks Van Stoel tot Stoel, Gentse vertellingen, 'Jan Hoet vertelt vanuit zijn liefde voor Gent en het effect op zijn stad van kunstprojecten, zoals Chambres d'Amis en Over the Edges.'
Nog wat nuttige websites voor mensen die voor de 27ste juli een kijkje in Gent zouden willen nemen: http://www.trefpuntvzw.be, http://www.exces.be, http://www.tendaysoff.be, en http://www.cruise-control.be
In Antwerpen wachtte ons Sara Weyns, die als artistiek projectcoördinator van Antwerpen Open vzw haar bijdrage levert aan het ambitieuze Antwerp World Book Capital 2004 (ABC 2004), dat in mei jl.van start ging. Zesentwintig schrijvers (merendeels Nederlanders en Vlamingen) zijn gevraagd samen met een beeldend kunstenaar een project rond een letter uit het alfabet te bedenken, dat in Antwerpen kan worden uitgevoerd.
Van elk boek verschijnt een Cahier, rondom het project; de A, de B en de C. zijn al verschenen, ik signeerde de eerste vijftig exemplaren van het Q-Cahier, waaraan ik de afgelopen maanden met het ontwerpersduo Hans Weyers & Klaas Borms gewerkt heb. Sara zette ons neer aan een tafel op het zonnig, parasol-overhuifd terras van het Zuiderterras aan de boorden van de Schelde, alwaar ik in verband met de openstelling van het project aanstaande zaterdag, met een hapje en een drankje drie interviews achtereen gaf, voor de Gazet van Antwerpen (én Het Belang van Limburg, werd gestipuleerd), De Standaard en De Morgen - voorwaar een marktspreiding van jewelste - ik hoop niet drie keer hetzelfde verhaal te hebben verteld; dat krijgen we dus te lezen.
We bleken te zijn ontkomen aan een bommelding op Antwerpen Centraal; maar goed dat we Antwerpen Berchem hadden gekozen, vanwaar treinen naar Nederland direct vertrekken, tijdens de verbouwing van het Centraal. En ja, ik heb geen krant ingezien vanavond, geen televisie gekeken; ik wou dit verhaal kwijt: ik ben blij met mijn vrienden in Vlaanderen en ik neem aan dat het plezier wederzijds is. En over het ABC-project zal ik nog wel komen te schrijven; daarover heb ik in de Nederlandse pers nauwelijks iets gelezen - die heeft voor het verre buitenland meer oog dan voor het o zo wonderschone vlakbij.
Leve de Lage Landen en onze gemeenschappelijke Taal. Simon V.


 

Zaterdag /zondag 17/18 juli 2004

Noodweer buiten; ik voelde het aankomen, de lucht betrok, het liep tegen zessen. We hadden een heerlijke dag op de tuin doorgebracht, waar zo vele kleuren het netvlies beroeren dat een regenboog niet voldoende is ze te omschrijven. Met buurman Bill onder ons dichte wijnbladerdak gekeuveld over ons kortstondig verblijf tussen de voetbaldeskundologen in Portugal, de aanstaande verjaardag van zijn geliefde, in het tuinpark te vieren; wij overpeinsden het begrip 'avant-garde en hij liet mij zijn tuin zien, die ik in jaren niet betreden had. Opnieuw een lusthof. Bill tekende de witte tegel voor ons raam, met de tekst GOD is een tuin.
Ons leven, en dat van anderen die ik ken of over wie ik hoor, is ingrijpend veranderd vanaf het moment dat wij een tuin, een miniem deel van Moeder Aarde, tot onze beschikking kregen. Misschien is dit niet het geval bij degenen, die in een huis met tuin hun jeugdjaren doorbrachten; ik spreek hier over Ons Soort Stedelingen, van wie Frederik van Eeden eens gezegd heeft: "Stadsbewoners die de natuur niet kennen, leven maar half ."
Waar of niet: de wisseling der seizoenen waarmee wij zo vertrouwd waren geraakt - ieder jaar half mei verhuizing naar de tuin, alwaar permanent verblijf tot eind september - dit ritme (rhytme) is dit jaar doorbroken.
Op dit moment flitsen bliksemschichten mijn rechteroog langs en putten in de straat kunnen het water niet aan; er vormen zich plassen. De donderslagen ebben weg, rommelen nog wat na: het geluid ervan, kisten die in het luchtruim in elkaar gesmeten worden doen mij, lieve kinderen, nog altijd denken aan het geluid van luchtafweergeschut in de oorlogsjaren. Het mortiervuur drijft even voorbij, auto's sissen hun baan, vreemd oplichtend avondlicht tegen grijze wolkendekens.
Vanmiddag schreef ik (het geknetter vangt weer aan):
"Wat een prachtige zonnige dag. Als elke zaterdag in het seizoen heeft Edith in het winkeltje van de tuin haar algemeen-werk-plicht te vervullen tussen een en twee uur: de brombeer Henk B assisteren bij de verkoop van potgrond, pootaarde, koemest, bamboestokken, gasflessen, en wat nog meer Te Koop is. Miniminituincentrum, dus. Zij doet dat overigens met haar gebruikelijke enthousiasme en overgave, en komt daarna op onze tuin terug met de laatste Padpraat, de basic banalities van de grapevine. Na de regenbuien van de afgelopen dagen zijn alle kleuren chemisch gereinigd, en de oorspronkelijke geuren zoals je die kent uit je jeugd, zijn er weer. Zeker na ons eerdere bezoek aan de markt op het Mosveld, waar ik Edith vergezelde, die een Bob de Bouwer-outfitje wilde aanschaffen voor het jarige neefje Victor (petje en zwembroek); een bij tweejarigen blijkbaar populaire televisiepersoonlijkheid, van wiens bestaan ik overigens niet op de hoogte was.
Wat een frisse geuren, vers fruit, groenten, meloenen een halve kist vol, wat een overdaad en weldadig sfeertje. Max terras was propvol etende en drinkende mensen: pais en vree." Voel met me mee
Over verschillende opvattingen in het nummer van Parmentier, gewijd aan dichtkunst op het podium (zie Kersvers van gisteren; ik ben uitgelezen) zou ik diverse eigen meningen kunnen ventileren, maar windstoten buiten (acht uur Journaal buitenwereld) van honderd km/u, stilgelegd vliegverkeer Schiphol, weerhouden mij nu daarvan. Teveel kippenvoer (shop talk) over 'authentiek' en 'avantgarde' - alsof sinds WO2 niet alle structuren, systemen en ideologieën voorgoed uitgebannen zijn. Nu = Nu, et tout ce qui suit. Morgen (zondag) in elk geval zo vroeg mogelijk op weg naar de Gentse feesten, alwaar ik des avonds optreed, na een voorstelling van Kamagurka nota bene. Het Groot Podium bij de St-Jacobs, ik was er eerder, maakte een enorme ruzie tussen Jules Deelder en Guido Lauwaert mee - en hoe vaak was ik niet, buiten de feesten om, op bezoek bij mijn vriend Noud van den Eerenbeemd, die niet meer onder ons is.
Maar wat de Gentse feesten te bieden hebben; Het Parool vandaag in een overzicht van Feesten in Europa: "Een groter volksfeest dan de Gentse feesten bestaat in België niet. En dat zegt wel iets. Tien dagen lang is deze toch al buitengewoon gezellige stad één groot terras, volgepakt met mensen. Met overal veel muziek, bier, braadworst en frieten. Om van dat imago af te komen, groeit nog elk jaar het gehalte kunst en cultuur. Want dat is er ook volop te vinden. Informatie http://www.gentsefeesten.be." En worden dan ook verschaft in de Agenda van het Cultureel Supplement van NRC Handelsblad. "Van 17 t/m 26 juli beheersen de Feesten Gent. Wie, desgewenst tot diep in de nacht, op een terrasje gaat zitten kan de hele wereld zien langskomen, inclusief onderdelen van de hoog aangeschreven internationale straat- en marionettenfestivals. Op de Vrijdagmarkt is een kermis, op ongeveer alle straathoeken in het centrum wordt muziek gemaakt. Vanaf 21 juli gaat het vuurwerk vergezeld van live muziek van de Gentse componisten Rik Verstrepen en Frank Nuyts. Het festival voor elektronische muziek 10 Days Off brengt voor de tiende keer op diverse locaties het beste uit de drum & bass-scene, electro, house, jaren '80 rock, lounge, techno, funk en disco." Zelfde webstekvermelding, alsmede 0032 92694600. Wel zo cultureel!
Zelf hoop ik het Poëziecentrum in zijn nieuwe behuizing te bezoeken. Samenwerking is er met het Muziek- en Theatercafé Trefpunt, op de gevel waarvan een 'krachtige oneliner' van Lucebert is vereeuwigd: "Alles van waarde is weerloos." Info http://www.poeziecentrum.be.
Poëzie, proza en muziek staan ook op het programma van de Honest Arts Movement; zij voegt iedere middag van 2 tot 5 uur Ham-Accenten aan de feesten toe, in het Stadhuis, gelijkvloers op de Botermarkt, toegang gratis.
Maandag l9: Willy Verhegghe, woensdag 2l Julien Vangansbeke, donderdag 22 Marcel van Maele, vrijdag 23 Patricia Lasoen, zaterdag 24 Bart Vonck met vertalingen van Pablo Neruda, zondag 25 Willem M. Roggeman - dit wat betreft de Dichtkunst, die mij na aan mijn hart ligt.
Zo na als het leven zelf, dat ik graag met geliefde, kinderen, verwanten, vrienden en (on)bekenden deel. The eye-to-eye show. The people-show. All around you: people come & people go. Daarover meer, veel meer, D.V. Dit was een weekendeditie. Prettig weekeinde&begin: heb er zin in! Simon V. 21u05.



Vrijdag 16 juli 2004

Een dossier Podium & Papier beslaat een derde van de 120 pagina's, die het tweede nummer van de dertiende jaargang van Parmentier biedt, juni 2004, Ad Limina. 8 Euro, jaarabt.4 nrs 25 Euro: redactiesecretariaat, postbus 1084, 6501 BB Nijmegen, info@hetwildeoosten.nl en http://www.hetwildeoosten.nl en 06 48956623, ISSN 0924-1779, de streepjescode bespaar ik u.
Podium & Papier: dat wil zeggen dat aandacht wordt besteed aan de orale dichtkunst, voornamelijk aan het fenomeen van de podiumdichter, de Poetry Slam en de wijze waarop daar in de Nederlandse Republiek der Letteren op wordt gereageerd. Het dossier vangt aan met een dubbelinterview door Hanz Mirck en Floor van Renssen met Sven Ariaans, Landskampioen-Slamdichter 2004.
De Parmentier-interviewers melden: 'Festina' werd geboren in l998, toen Gerard Beentjes door de Winston-wedstrijden op het idee werd gebracht om Nederlandstalige poëziewedstrijden te gaan organiseren in Festina Lente. Nog steeds spreekt men daarom in plaats van Poetry Slam ook wel van 'poëzieslag.' Een tweede verandering van het oorspronkelijke concept was dat de winnaar van de poëzieslag gekozen werd door een deskundige jury. In 1998 vond de eerste 'Grande Finale' in Festina Lente plaats. Sven Ariaans won deze finale, wat hem prompt een vaste juryplaats opleverde. Een taak waarvan hij zich tot op de dag van vandaag met verve kwijt. In de eerste jaren oogstte de wedstrijd wisselend succes. Het grote enthousiasme zag men niet terugkeren in de bezoekersaantallen. Het gebrek aan animo maakte zelfs dat de organisatie in 2001 serieus overweeg om de poëzieslagen te staken.'Volgens het Parmentier-duo Mirck & Van Renssen moest het echte werk nog beginnen, 'zoals bleek toen de Wintertuin uit Nijmegen in 2001 haar Poetry Slam-concept lanceerde. Deze slamwedstrijden, die in verschillende steden in het land gehouden worden, gevolgd door een jaarlijkse landelijke finale in Nijmegen, zijn in tegenstelling tot de slams in Festina Lente, geheel opgebouwd volgens het Amerikaanse idee (iedere deelnemer krijgt 3 x 3 minuten de tijd om te slammen en de winnaar wordt uitsluitend bepaald door het publiek via de 'applausmeter'). De radicale opzet bracht een grote mediahype op gang. Overal in het land werd zelf het initiatief genomen om maandelijkse slams te organiseren. Een enorm nieuw publiek werd aangeboord. Daardoor zag ook Festina de belangstelling voor haar activiteiten toenemen. Sinds het succes dat de Wintertuin op gang bracht zit het café bij iedere maandelijkse poëzieslag afgeladen vol.'
Tuttut. Nouja. Gottegot. Pufpuf. Ja, de eerste dinsdag van de maand september gaat het seizoen 2004-2005 weer van start, met in de jury Ike Cialona, redactrice van het literaire tijdschrift
De Tweede Ronde, Sven Ariaans - maandelijkse juryverslagen op http://www.hotel-boekenlust.nl - en ondergetekende, ook al weer zo'n zes jaar jurylid - ik heb heel veel dichters langs zien trekken, veel wouldbe ook, candlelight, maar er vindt een voortdurende selectie plaats, nieuwskomers en de huisdichters, van wie er meerdere zijn doorgestoten: Erik Jan Harmens, Tjitske Jansen, Maarten Das en Bernard Wesseling, die dit jaar een mooi romandebuut maakte bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar: De Favoriet.
Wij mogen Felix von Schmidt, eigenaar van het voortreffelijke eetcafé Festina Lente aan de Amsterdamse Looiersgracht dankbaar zijn voor de sfeer die hij en zijn medewerk(st)ers telkenmale weten te creëren; tijdens de voorleesrondes, van 3, 4 en 5 minuten, is het publiek muisstil, aandachtig luisterend, een en al oor; mijn liefje, wat wil je nog meer.
Sven Ariaans legt uit dat de uitslag van een deskundige jury meer literaire waarde krijgt. 'Het gaat niet slechts om de populariteit, gemeten door de matig betrouwbare applausmeter, maar om een weloverwogen oordeel van een deskundige jury. Het gevaar van Poetry Slam is dat het uit zichzelf de neiging heeft een vergaarbak te worden van mislukte cabaretiers en stand-up comedians.'
Op de maandelijkse bijeenkomsten wordt ook een publieksprijs uitgereikt; door middel van stembriefjes kan het publiek zijn favoriet kiezen; de maandwinnaars treffen elkaar voor een Grande Finale - er is een zomerreces, dus Parmentier, niet 12 keer per jaar. 'Het mooie is', meent Sven A, 'dat je de dichters vaak door het jaar of de jaren heen ziet groeien. De competitie wordt een leerschool in voordrachtskunst. Het wedstrijdelement prikkelt om jezelf te verbeteren, het maakt mensen bewust van hun talenten en mogelijkheden.'
En zo is dat. Nu ga ik voor mezelf verder lezen; en mijn bezoekers laat ik achter met de belangrijke les te trekken uit Johan Huizinga's Homo Ludens, het vaker door mij aangehaalde
zevende hoofdstuk Spel en Poëzie; met daaraan gekoppeld Ezra Pound's opdracht: Make It New
De rest is literatuur!
"De poëzie is in elke bloeiende, levende beschaving, en bovenal in de archaïsche culturen, een vitale functie, een sociale en liturgische functie. Iedere oude dichtkunst is al te zamen en tegelijkertijd cultus, feestvermaak, kunstvaardigheid, proefstuk- of raadselopgave, wijze leering, overreding, betoovering, waarzegging, profetie, wedkamp."J.Huizinga: Homo Ludens. Proeve eener bepaling van het spel-element der cultuur. l952, vierde druk, Tjeenk Willink, Haarlem, blz.122. Op naar de bloeiende, levende beschaving. Laat duizend dichters bloeien! Een goedendag toegewenst, Simon V. l4u25.


 

Donderdag 15 juli 2004

Twee trips naar België in het vooruitzicht: aanstaande zondag 18 juli hoop ik des avonds laat op te treden voor Trefpunt vzw, Bij Sint Jacobs l8 in Gent. Ha, de Gentse feesten - daar heb ik goede herinneringen aan.
De 24e juli wordt om l4u bij het EHA (Het Ecohuis Antwerpen) aan de Turnhoutsebaan l39, 2140 Borgerhout een van de poëzie-installaties gepresenteerd, ontworpen door Hans Weyers en Klaas Borms en Simon Vinkenoog, gewijd aan de letter Q. Het tweede deel van de installatie bevindt zich in de Sint-Anna(voetgangers-fiets)tunnel onder de Schelde. Een bus verbindt de twee locaties in de loop van de middag. Met plezier daaraan gewerkt/gespeeld met de idee en de uitvoering daarvan. Een cahier legt de samenwerking vast; het vierde deel van het wereldboek van ABC 2004 - cahiers A, B en C zijn al verschenen. Deze geheimtaal kan ik verder hier niet uiteenzetten; houd mij ten goede. ABC2004 is gevestigd Wapper 2, 2000 Antwerpen, http://www.abc2004.be.
Donderdag 29 juli is de eerste avond van het jaarlijkse Landjuweel in Ruigoord, de enig echte gathering of the tribes, stamping grounds voor entheogene feestvierders.
Het jaarlijkse poëzietuinfeest in Deventer vindt zaterdag 31 juli van l6u tot middernacht plaats, met voordrachten in Klooster, Archieftuin, Athenaeumtuin, Iordenstuin, Fieveztuin en de Theaterzaal van de organisatrice Stichting Theater Bouwkunde, Klooster 2-4, 74ll NH Deventer, www.theaterbouwkunde.nl. Ik tel zo'n veertig dichters, die ieder op drie verschillende plekken van zich zullen laten horen. De dag erop wordt de jaarlijkse antiquarische boekenmarkt langs de IJsselkade gehouden, zo'n vijf kilometer lang - naar men zegt de grootste van Europa.
Zaterdag 14 augustus vindt mij, D.V., in Fort de Hel, in Willemsstad. Kaarten te koop aan de Poorten van de Hel. Dichter bij de Hel 2004 brengt optredens van Sven Ariaans, Gijs ter Haar, de Woorddansers, de dichters van Epibreren, David Boelee de dichtende vuurspuwer (www.pyromancer.nl), Rijn Vogelaar, Joz Knoop en uw dw.dr. www.fortdehel.nl
Vrijdag 20 augustus vindt het Bram Roza Festival plaats in Nieuw Beijerland, dit jaar gewijd aan natuurbehoud. We houden U op de hoogte.
Zaterdag 21 augustus:twee optredens op het Lowlands Festival, op het evenemententerrein Six Flags in Biddinghuizen / al drie keer eerder was ik gevraagd daar van mij te laten horen, maar totnogtoe vielen de data samen met de Uitmarkt in Amstetrdam, waar ik ook telkenjare literaire rondvaarten houd.Ook dit keer weer de 28e en 29e augustus, als gelijkop met de Uitmarkt voor de 25e keer de Amsterdamsche Boekenmarkt wordt gehouden.
Laat mij dit kleine overzicht mogen besluiten met de vermelding van een optreden 4 september vanaf l3u in de Openbare Bibliotheek van Woerden, 0348/418354. Dichter aan Huis komt dan weer 24/25 sept. in Den Haag, www.dichteraanhuis.nl.
Dit was het dan even / gegroet. SV.


Woensdag 14 juli 2004

Waar gaat de droomwever dit keer heen? Niet naar een opsomming van komende poëziefestivals - in het nieuwe Passionate Magazine staan ze niet alle vermeld - die ik voor morgen (de Dag van Morgen) bewaar.
Waarheen voert de dromenwever ons dit keer? Waar zijn de vroegere helden gebleven, de futurologen die ons een pikzwarte, rozerode, moeilijke dageraad aankondigden, de Werkgroep 2000, de Kwintessens & Synthese-zoekers? Ik hoef al gaande langs de boekenkast in de gang maar vier boeken op te pakken om me af te vragen: wat was hun impact? Zijn de ideeën blijven hangen, is er iets in gang gebracht? Op dit moment zelfs niet de behoefte op het wereldwijdnet daarnaar te zoeken; ongetwijfeld ergens een onbeheerd ruimtestation, dat sinds 1999 stuurloos in de virtuele werkelijkheid blijft. Wie kust de schone slaapster wakker? Op wie wachten wij?
Wel ontroerend was het voor mij, die onlangs enkele oude vertalingen van Antonin Artaud als aanvang van een nieuwe bloemlezing (link links) plaatste, en gisteren vergeefs naar de Canto General van Pablo Neruda zocht, dit tussen haakjes, om te ontdekken op http://www.antoninartaud.org, dat daar hetzelfde gedicht mij aanKEEK: 'un corps neuf où vous ne pourrez plus jamais m'oublier.' Ga dat maar eens NedStat vertellen, lachte hij in zijn nog dooiere eendje. Derrick vertelde me gisteren via Ray Mazurek (goed gespeld? bij leven lid van The Doors-familie) uit een oud chinees boekje te hebben geleerd uit te vinden in je hoeveelste leven (van de negen die je mag leiden, als elke andere cool cat) je bent. Je telt gewoon de dagen maanden en geboortejaar numerologisch bij elkaar, altijd terugbrengende tot een getal tussen de l en de 9, en laat ik nu in mijn negende leven zitten! Ha, het werd tijd. Betekent zulks dat ik straks mag kiezen tussen Nirwana (of is dat slechts een Projektie?) of terugkeren als Boddhisattva, die zijn eigen Verlichting weigert zolang niet Iedereen verlicht is? Vragen die om geen enkel antwoord vragen - het is maar dat je het weet - en wat doe ik nu met die vier boeken, moet en mag ik die gaan besnuffelen?
E.F.Schumacher: Hoe kleiner hoe beter, Ambo l979. Van Schumacher is de kreet Small Is Beautiful. OK.
Brian Swimme: The Universe is a Green Dragon (A Cosmic Creation Story). Bear & Company, Santa Fe, New Mexico l984, met negen sterrenevelfoto's, om je vast thuis te brengen.
Heinz Pagels: The Dreams of Reason. The Computer and the Rise of the Sciences of Complexity, Simon & Schuster, l988 - daar ga ik toch eens een nader kijkje in nemen.
Michael J.Behe: De zwarte doos van Darwin (het biochemische vraagteken bij de evolutie), Ten Have l997. Edith legt de stofzuiger neer, aber natürlich mijn baasje! en komt deze wereldwijde droom aan de man brengen, terwijl ik mijn bezoekers (Meer, meer!) een goede dag toewens.
Vive la Révolution! Simon V.


Dinsdag 13 juli 2004

Hij is niet meer 'onder ons', leefde van 31 januari 1931 en overleed 8 juli jongstleden: Pieter Brattinga,. wiens gedistingeerde verschijning en meer dan aimabele persoonlijkheid mij altijd zullen bijblijven. In de jaren dat hij in de cantine van de Hilversumse Steendrukkerij De Jong & Co van zijn vader, waar hij opgroeide tussen letterkasten en inktrollen, tentoonstellingen organiseerde (onder veel meer een geurenexpositie van Wim T.Schippers - om het uur muskus, sinaasappel of potlood -, de Cobra-schilders, foto's van Ed van der Elsken en Eddy Posthuma de Boer en tekeningen van Opland), werden de vernissages steevast gevolgd door feesten in huize Groeneveld in Baarn, toen nog bewoond door Joop Colson en zijn vrouw: memorabele feesten in park en tuin. In opdracht van de door hem opgerichte Form Mediation International-organisatie schreef ik een Proeve van Kommunikatie, in l967 door Uitgeverij de Bezige Bij uitgegeven, met hand- en voetnoten van de auteur.
Ik citeerde daarin uit een redevoering, door R.Buckminster Fuller voor een architectuurcongres in Parijs gehouden: 'Astronauten, piloten, zeelieden en mensen van alle landen gebruiken en waarderen kleine transistors, omdat transistors zoveel meer doen, zo veel meer betrouwbaar met zo veel minder. Zo ook veroorzaken ontelbare onzichtbare verbindingen, chemische en elektromagnetische apparaturen veel meer met minder. Deze onzichtbare, over de gehele wereld wisselwerkingen veroorzakende uitvindingen werden niet door iemand gemaakt als een goedwillende wereldrevolutie. Maar hun veel omvattende integrerende en interversnellende meer-door-minder activiteiten vertegenwoordigen een revolutie die over de gehele wereld zelfs politiek welkom is. Computers en plastics zijn overal gewenst. Het eeuwenlange onbewust meer-door-minder wordt nu bewust geaccepteerd als het begin van een verenigde wereldrevolutie - even onverbiddelijk en alles overtreffend tegenover de wil van de mens als een aardbeving.'
Met een tentoonstelling van Buckminster Fuller en een Kwadraat-blad aan hem gewijd, introduceerde Pieter diens ideeën in Nederland. Mij stelde Pieter in staat drie keer een bloemlezing met dichtershandschriften als Kwadraatblad uit te geven, onder de titel Schrijf-taal: Collectors items, inderdaad. (Written language, Langue écrite, Geschriebene Sprache). Als typograaf, ontwerper - postzegels, affiches -en tentoonstellingsinrichter (Kröller-Müllermuseum) streefde hij zelf ook naar meer-met minder, als aanhanger van de Zwitserse school (Tsjichold) stelde hij: 'Ik houd van orde, netheid en opgeruimdheid. Het comfort van de lezer staat bij mij altijd voorop.'
Een overzicht van zijn werk is te vinden in de Nederlands-Japanse coproductie, een tweetalig album van bijna 3oo pagina's De Activiteiten van Pieter Brattinga, een Tijdsbeeld, in l989 verschenen bij SDU-Kodansha, Tokio, verzameld, geverifieerd en verwerkt door Geneviève Waldmann. ISBN 90-12-06213-6.
Opnieuw een tijdgenoot in andere sferen dan dit ondermaanse beland; hij zal worden gemist door vrouw en kinderen, en zijn talloze vrienden. Hij rust, daar ben ik zeker van, in vrede. Hij was een kosmopolitisch Nederlander, waartoe zijn vorming op een Quakerschool ongetwijfeld zal hebben bijgedragen.


Maandag 12 juli 2004

"Ik vind het belangrijk dat een dichter rekenschap aflegt van waar hij als niet-dichter mee bezig is. Ik zou beginnende dichters nooit aanraden achter een bureau te gaan zitten met een blanco stuk papier, maar allereerst zeggen: zet je oren en ogen open. Alle tentakels uit. Lezen, film, theater, maar net zo goed gesprekken in de tram. Voor mij komt de urgentie vaak van buitenaf. Poëzie moet nódig zijn, een deel van je leven zijn of zoals de Zuid-Afrikaanse dichteres Antjie Krog zegt: 'om te asem haal'."
Aan het woord is Alfred Schaffer (in een interview met Elisabeth Lockhorn in Vrij Nederland van deze week). Na een studie Nederlands en theaterwetenschappen, vertrok hij acht jaar geleden, op zijn eenentwintigste, voor drie maanden naar Zuid-Afrika om er uiteindelijk acht jaar te verblijven. "Men was aan de Universiteit van Kaapstad geïnteresseerd in de scriptie die ik schreef en stelde me voor die uit te bouwen tot een proefschrift. Twee jaar geleden ben ik gepromoveerd en sindsdien heb ik een fellowship. Ik geef les en in het onderzoek dat ik doe, ben ik heel vrij. Momenteel doe ik een onderzoek naar engagement in poëzie, een gevaarlijk onderwerp in Nederland, heb ik begrepen."(...) "Ik ben ervan overtuigd dat de werkelijkheid niet anders kan dan doorfilteren in je werk. Je kunt toch niet zeggen: ik ben kwaad op Bush en bang voor wat Bin Laden aan het uitspoken is, maar als ik straks ga dichten, kijk ik naar de rozen en vertel ik hoe het licht op tafel valt. Alleen echt grote dichters als T.S.Eliot en Wallace Stevens kunnen dat vermengen."
Schaffer, zoon van een Nederlandse vader en een Arubaanse moeder keert, na afloop van zijn contract met de universiteit eind dit jaar naar Nederland terug. Welkom: wij kunnen wat engagement gebruiken - teveel mensen stoppen hun hoofd nog in het zand, willen zich geen rekenschap geven van de plaats van de mens in zijn omgeving, de wereld, de kosmos - maar laten we het even dicht bij huis houden, je moet niet het gevoel krijgen - zegt ook Schaffer - dat er een prekende dichter bezig is. In elk geval zou een gesprek ergens anders over kunnen gaan dan uiterlijkheden: de vakantie, de auto, etc.
Mijn eigen lezers weten dat het mij daarom in de allereerste plaats gaat (Edith zegt altijd: ik zorg voor de microkosmos, Simon voor de macrokosmos)) - de anderen dienen te weten dat ik alles wat ik te doen heb, met plezier en uit overtuiging doe. Daar blijf je jong bij, je geest blijft lenig, al laat het lichaam soms weten dat het je al vijfenzeventig jaar (plus ll maanden en 6 dagen) met zich meedraagt. Maar we kunnen over enige tijd l20 jaar oud worden, heb ik in een wetenschapsbijlage kunnen vernemen - maar daar reken ik niet op. Ik zou nog wel de opening van de Noordzuidlijn van de Amsterdamse metro willen meemaken, en wat is er toch met het jaar 2012?
Een prettige dag verder: dit in de voormiddag geschreven. Zomertje, kom!



Zondag 11 juli 2004

Frenk der Nederlanden bezoekt in Het Parool van gisteren voor zijn rubriek P een optreden van Peter Faber voor de Zomerschool van het Mozeshuis; twee keer per jaar - al vijftien jaar - organiseert de onvermoeibare Jan Ruyter een drieweekse 'school', in de winter en de zomer, waarvoor zo'n honderdvijftig 'senior citizens' zich intekenen: tijdens die periode worden zij geconfronteerd met aangelegenheden, waarmee zij in hun dagelijks bestaan niet geconfronteerd worden. Met als uitgangspunt de Mozes en Aäronkerk op het Waterlooplein worden zij vergast op excursies, lezingen, workshops, atelierbezoeken en muziekuitvoeringen. Peter Faber achtte de Zomerschoolbijeenkomst een mooie gelegenheid als try-out van zijn onemanshow Goeie Zaken, waarmee hij vanaf september door het land gaat.
"Met tomeloze energie en een stem en mimiek die een doorgewinterde carrière in het theater verraden, dist de in zwart pak en wit overhemd geklede Faber de ene anekdote na de andere op. Hij jongleert met sinaasappels, brult onzinteksten in het Russisch, Swahili en Japans, zingt operafragmenten en maakt grappen over Max Havelaar en Schatjes, twee films waarin hij de hoofdrol speelde. Soms oogst hij een gulle lach, maar het tempo waarin hij speelt, is voor dit publiek iets teveel van het goede. Een man met een rood hoofd duikt in een krant, een ander dommelt in, en een vrouw voor me zegt:'Ik versta er geen woord van.'"
Een feest der herkenning volgt pas, volgens Frenk der Nederlanden, als Faber een pater aanhaalt die hem ooit toebeet: 'Jij komt uit Amsterdam-Noord en uit Amsterdam-Noord is nog nooit iets goeds gekomen. Daar stonden in vroeger tijd de galgen en die stonden er niet voor niets.' Hilariteit!
"Ook de levenswijsheden die hij te berde brengt, kunnen rekenen op instemmend geknik. Faber zegt dingen als: 'De enige God die ik ken is leven. Alles wat leeft is God.' En: 'Jullie zijn de hoofdrol in je eigen leven.' Als de grijze colonne vervolgens een oefening doet 'die zo uit de oriëntatiecursus van de Toneelschool is geplukt' en de senioren 'braaf doen wat van hen verlangd wordt', zegt Faber: 'Nu zijn jullie klaarwakker om niks te doen. Je hoeft niks te bewijzen, niks waar te maken, niks te vertonen, niks te verkopen. Alles gaat gewoon door. Het hart blijft kloppen, het bloed stroomt, de hersenen werken.'

Ik ben blij met Mensen als Faber; hij behoort in mijn gevoel tot het groeiende aantal bewustzijnsverruimers, dat ik hier te lande en elders in de wereld heb leren kennen. De wereld kan niet zonder. Ik dacht er even aan, hier een aantal namen te gaan noemen, maar ik zag er van af. Zij zullen ongetwijfeld van zich laten horen en ik zal er telkens weer op wijzen dat heel wat mensen een eigen levensverhaal te vertellen hebben, waaruit lering voor de komende tijden getrokken kan worden.
De bijdrage van Jan Swagerman (zie het Guesthouse) liet mij het een en ander weten over 'narrative coaching' en een link op zijn webstek bracht me in contact met de Societry of Storytellers - er zijn nog heel wat mensen die verhalen te vertellen hebben; ik luister graag mee!
Laat van je horen! Nu op naar Noord, naar onze volkstuin, op het Ketjenplantsoen in Buitenzorg zal een beeld van Aphrodite onthuld worden, gemaakt door Annetje van Verseveld. Leve de Liefde, die leven verwekt, leve de Aarde waarop wij leven, leve het leven zelf, leve de goddelijkheid binnen ieder mens. NAMASTE!



 

Zaterdag 10 juli 2004

"Ik heb een volstrekt vertrouwen in het reservoir aan informatie dat zich vlak onder het directe bewustzijn bevindt."
Dichter Pieter Boskma (1956) wordt in NRC Handelsblad van gisteren geïnterviewd door Ron Rijghard, naar aanleiding van de verschijning van zijn tiende bundel Puur (Prometheus). "Ik moet bijna in meditatieve staat zijn voordat ik aan de slag kan. Het hoofd leeg, geen ruis. Kalm en energiek. En dan de gedachte laten kabbelen. Dan hoor ik een regel, hardop. Die eerste regel is volstrekt vrij. De tweede regel al niet meer. De regels passen zich aan bij de voorafgaande. Het gedicht stuurt zichzelf in een onvermijdelijke richting."
Over zijn betrokkenheid bij de Maximalen brengt hij enkele correcties op de vigerende meningen aan."Al vanaf 1982 trad ik op met Dalstra, Paul van der Steen, Arthur Lava en Jaap Blonk onder de naam HJ van der Bijl No-Nonsense Poetry. Pas in 1988 verscheen de bloemlezing Maximaal met elf dichters, onder wie Lava, Dalstra, Zwagerman en ik. Toen was het officieel. Op de Maximalen is heerlijk ingehakt, er werd schitterend gescholden. Als je dat terugleest, ongelofelijk: 'helemaal niks', 'stelletje zichzelf overschreeuwende week gemasturbeerde puistenkoppen', 'teil met rotte vis', 'hysterische weetikwat.' Erg agressief."
Boskma weet wat hij wil, noteert Rijghard: "Niet dichten over het wit op de pagina, niet karig zijn, gesloten, weinig emotioneel, academisch, geconstrueerd. Ik wil lyriek uit het volle hart, het moet stromen, over het leven zelf gaan, het grootse niet schuwen, een flinke beeldkracht hebben, niet bang zijn voor een woord te veel, erotisch, met engagement, zich uitspreken over de samenleving, de wereld, de kunst."
Om het volmondig mee eens te zijn! Toen ik dit las, moest ik onwillekeurig denken aan wat Galsan Tschinag (zanger, verteller, dichter en stamhoofd van de Toewenen uit de Hoge Altaj, in het grensgebied van Rusland en Mongolië) te zeggen had toen hij in 1999 voor Poetry International de jaarlijkse Defense of Poetry-lezing hield. Over de overeenkomst tussen de dichter en de sjamaan: "Ze lijden beiden aan grootheidswaanzin en spiegelen zich aan grote dingen, aan de berg, aan het meer, aan de hemel en zijn donder en bliksem. Zo komen ze, wanneer ze aan het werk gaan, gevaarlijk dicht bij de waanzin."
Vervolgens sabelde hij de 'gestoorde, verzwakte poezie' neer, die volgens hem in het Westen wordt geschreven. Hij hekelde 'het reduceren van poezie tot een soort decoratie, een consumptietoegift, het in stukjes gehakte proza, het geesteloze, armzalige spelen met de uiterlijke vorm, de onbeschaamde en zinledige humbug rondom platte gemeenplaatsen, het aan elkaar rijgen van in het beste geval grammaticaal-correcte zinnen, die echter een kil en doods geheel vormen - een pseudo-poezie die dagelijks in grote massa's wordt vervaardigd, bijna net zoals schoenen, hamburgers en wegwerpflessen, maar met een belangrijk gevolg: ze stoot de lezers af en verstikt hun gevoel voor poezie."
En ook dat kunnen vele dichters zich aantrekken!
Galsan Tschiunag (1944) publiceerde in 1999 bij Meulenhoff de dichtbundel en, samen met Amelie Schenk de cultuurstudie Het land van de toornige wind.
Op naar de wind, de zon, de poezie van de Tuin. Prettig weekend; morgen ben ik er weer, DV, voor het zondagspraatje. Stem af, in en op de poezie!


Vrijdag 9 juli 2004

Het moest er van komen, op een goede dag, deze in aanvang zo zonnige (je kunt niets of niemand meer vertrouwen dezer dagen, zeker niet het weer) dag; eigenlijk gisteren dus.
In Het Parool van gisteren bespreekt Adriaan Jaeggi de dichtbundel Puur van Pieter Boskma (Prometheus, l5 Euri) met als titel Boskma voor DiDeVa. Na de titel Dichter des Vaderlands raar en anachronistisch te hebben genoemd (door de Anne Frank Stichting werd ik 'landsdichter' genoemd; ook leuk: je zou er stad-en-landsdichter van kunnen maken), 'zo'n feodale titel die je voor tweehonderd pond kunt kopen op http://www.elitetitles.co.uk', wijst hij op het ontegenzeggelijke feit dat de benaming DdV is afgekeken van de Engelsen, die al eeuwen een Poet Laureate hebben, 'die in functie eigenlijk nooit iets goeds hebben geschreven'.
Hij vervolgt: 'Precies wat Komrij is overkomen. Nu was Komrij natuurlijk een abominabel slechte keus als DiDeVa. Die titel verdraagt geen ironie, terwijl Komrij ongeveer de meest ironische dichter van ons land is. Als je een titel als DiDeVa wilt introduceren moet je ervoor zorgen dat de drager het ambt bloedserieus neemt. Komrij schreef weliswaar op tijd zijn kreupelversjes bij koninklijke geboortes en verjaardagen, maar hij kon nauweljks verbergen dat hij het allemaal maar een opgeblazen toestand vond, een grote grap. Je kunt het hem niet kwalijk nemen dat hij het hele circus een jaar voor de afgesproken datum vaarwel zei, maar de titel DiDeVa is er danig door gedevalueerd.'
De door http://www.epibreren.com georganiseerde verkiezing voor het interbellum noemt hij overigens een lachertje. 'Als we de stemmen van familieleden van de deelnemende dichters, vriendinnen, groupies en toevallige voorbijgangers hiervan aftrekken kunnen we gerust stellen dat de tweede DiDeVa gekozen is door een groepje beschonken dichters dat het een reuze grap vond om na de laatste ronde thuis op de computer met zijn allen op Vinkenoog (eerder in het stuk uitgemergelde fox-terriër genoemd, red.Kersvers) te gaan stemmen.'
Kortom, het wordt volgens Jaeggi tijd om die verkiezing eens serieus aan te pakken. Nu al? In elk geval is Jaeggi zodanig onder de indruk van Boskma's poëzie, waarvan hij twee fragmenten citeert, dat hij kan zeggen: 'Daarom nomineer ik, zonder ironie, zonder verborgen agenda, Pieter Boskma voor de post van Dichter des Vaderlands in 2005.'
Nu even te weten komen, of Boskma die functie ambiëert - bij de epibreren-verkiezing zag ik een aantal dichters vermeld, die daar absoluut niets voor voelden, terwijl ik zelf het behalve als een grote eer, ook als een grote grap zag - waaraan ik hartelijk deelneem. Hoe meer immers de aandacht van het Nederlandse publiek op het bestaan van een levende poëzie-scene gevestigd wordt, hoe beter.
Ontegenzeggelijk heeft het mij verleende predicaat een stroomversnelling bij mij teweeggebracht; het feit dat ik hier deze dagelijkse pagina kan verversen (terwijl ik er over nadenk hoe ik op deze webstek nog in de andere aspecten van mijn schrijversschap kan duiken) is er een direct resultaat van. Bovendien vind ik het hoogst merkwaardig, dat ik, nog niet wetende wat de toekomst mij brengen zou (zo uitgemergeld ben ik overigens niet, heer Adriaan!) vorig jaar om deze tijd een boekje schreef, Goede raad is vuur, waarin ik mijn poëtica blootlegde, onder meer mijn opvattingen over het gelegenheidsgedicht. Mijn g-gedichten hebben, zoals de bezoeker van www.simonvinkenoog.nl ondertussen weet, niet alleen betrekking op het koningshuis, ook Koning Voetbal kreeg mijn aandacht, evenals Anne Frank die dit jaar 75 zou zijn geworden: enfin, zoek het op en sla het na.
Leuk werk, een webstek. Leuke gelegenheden waar ik mijn stem mag laten horen. Mijn stem mag met mij een heel leven mee, schreef ik al in het eerste gedicht, dat de poëzieminnaar met mijn stem confonteerde, geschreven voor de serie grammofoonplaten, Stemmen van schrijvers die uitgeverij Querido in 1961 op de markt bracht. Ik kon in dat gedicht Stem uit de groef zingen, huilen, zuchten, met de vingers op de tafelrand slaan om een ritme aan te geven; kortom allerlei dingen die je als papieren dichter niet kunt doen.
Zo zag ik die boom groeien, steeds dikker worden: de orale poëzie is niet meer uit het dichterlijk landschap weg te denken, en zolang ik mijn mond nog kan opendoen zal ik blijven spreken en schrijven over de dichterlijke vrijheid, die aan de oorsprong van alle andere vrijheden staat. Of je dat nu doet als DdV, of als dichter die meer dan een halve eeuw zijn stokpaardjes berijdt, maakt verder niets uit. En ja, ook ik ben en blijf in die race, en stel me voor de volgende periode weer graag beschikbaar als Dichter des Vaderlands, die al heel wat jaren, decennia, het wereldburgerschap en het planetair bewustzijn uitdraagt. Wat zeg ik? Het kosmisch humanisme met hart en ziel bepleit: ervaringsdeskundige en goedgeluimd mens tegelijkertijd. En ja, ik geloof in dat vreemde wezen, dat zowel schepper als vernietiger is, zowel paradijsvogel als hellevaarder. Ieder zijn keuze. En by the way: Pieter Boskma is inderdaad een hele goede dichter. Pluk de dag & vergeef deze dichter zijn persoonlijke uitstapje. Gegroet!

WATER IN DE BERGEN                                       

Jij zult neerdalen 
op de stenen,
op de dorst,
op de strijd.
En aan het eind
zal jouw vasthoudendheid de zee omarmen.
Na een lange reis langs mensheid
langs dorpen
zul je aankomen
met nieuwe liedjes,
met verhalen.

Je klopte op de deur van de dorst
ging naar binnen,


bleef even;
daarna excuseerde je je
en ging je verder naar beneden.

Hé,
leer me die vasthoudendheid,
dat doorzettingsvermogen,
leer me om zuiver verder te gaan
na al het gepraat op de oevers,
na al het zingen,
na al het stof.
Leer me hoe je, terwijl je neerdaalt,
opstijgt.

Uit De fiets, de vrouw en de liefde, gedichten van Al Galidi,
Uitgeverij De Arbeiderspers, 2002.


 

Donderdag 8 juli 2004

Actualiteiten: er zijn er heel wat, een wereld rond, van binnen en van buiten, in micro-en macrokosmos. Heel wat kranten, weekbladen, tijdschriften zijn nog altijd fascinerende gedachtendragers, met hun correspondenten all over the place, hun deskundige medewerkers, hun columnisten en ingezondenbrievenschrijvers, forum- en meningenpagina's.De waan van de dag, de gril van het uur, de laatste seconde hartslag en hoe lang is het nu al niet vijf voor twaalf? De feiten of gebeurtenissen, die commentaren oproepen en analyses, de ergerlijke en wanhopige toestanden, de hypes en controverses, er zijn er vele die vandaag alle gemoederen in beweging brengen om over een tijdje vergeten te kunnen worden.De lange schoolvacanties, de komende en gaande man in de Europese Unie en het Wereldvoetbal, de ruzies binnen politie, justitie, het OM, de demonisering van de hiphop, om dicht bij huis, in Nederland, te blijven, waar de medicinale wiet - op recept - in de apotheken onverkoopbaar is, omdat in coffeeshops veel werkzamer wiet voor de helft van de prijs verkocht wordt aan mensen die hun doktersrecept laten zien. Enzovoorts, enz.
Uit de New Yorker van lang geleden blijft mij voorgoed een tekening met onderschrift bij. Twee meisjes, typisch Amerikaanse teenagers slaan de deur van hun klaslokaal achter zich dicht, en de ene verzucht tegen de andere: 'I love current affairs, but there are so many of them!'

Jaja, meisje - en wat is onze blik afhankelijk van de plek waar je woont, je zult maar alles geloven omdat het zo in de leer-en geschiedenisboekjes van je ouders staat. Wie eenmaal geglobetrotterd heeft wordt al spoedig van zijn Eurocentrisme verlost. Laten we het beestje maar bij zijn naam noemen. Zolang wij niet weten, hoe er in Azie, Afrika en Midden-Zuid-Amerika over de toestand in de wereld gedacht wordt, hoe mensen daar leven, vaak ploeterend op een manier die wij niet meer kennen, weten wij maar heel weinig van het leven op Aarde af. In de eerste plaats omdat wij vaak het contact met de natuur verloren zijn, tradities overboord gegooid hebben (en vaak heel terecht, waar die knellend, benauwend en onderdrukkend werden) en in het algemeen in een benauwend, louter politiek-economisch wereldbeeld terecht zijn gekomen, waar een band met Schepper en/of Schepping, natuur, milieu, ecologie ondergeschikt is geraakt aan het vrije markt-denken, de Economie: money, the root of all evil.

Wie gekozen heeft voor het Zijn, en niet voor het Hebben, maakt een juiste keuze. Het gaat er 'slechts' om anderen van die Noodzaak te overtuigen. Hoe? Mannetje voor mannetje, het Woord breekt uit, laat de website http://www.nieuw-dennendal.nl/ mij weten. Ik had de Volkskrant naast mij liggen om pagina voor pagina met mijn schermkijkers te delen, maar ik zou zeggen: doe het zelf, mijn verhaal is anders gelopen dan ik gedacht had, met dingen die jullie ook allang weten.
Ik zou zeggen: het laatste nieuws is dat de zon zo nu en dan door de wolken schijnt, dat wij ons met de trouwe Volvo een dagje naar Den Haag begeven, waar Edith's ouders ons met graagte verwelkomen en wij weer blij zullen zijn hen te zien. Tot morgen, unbeschrieëe, unberufe! Simon V., Bishop Universal Life Church, Amsterdam, DdV a.i..

Niet het te zijn of niet te zijn is de levensopgaaf,
maar het misterie van het zijn vult alles.
Het eigen zijn. Dat over alles te leggen.
Wordt eigen zijn van de omgeving.
Alles te vervormen, te martelen, te doden
tot schoonheid.

"Paul van Ostayen, uit het gedicht Vincent van Gogh, Het Sienjaal, pagina 109 Verzamelde Gedichten.)


Woensdag 7 juli 2004

Bedankt vrienden, voor wat jullie uit betrouwbare bron (deze webstek) vernamen: Edith's halve eeuw oversprong. Een andere herinnering bereikte mij via de brievenbus " 7 juli 2004. Alweer 40 jaar geleden dat Simon Vinkenoog (bijna 36j.) met Reineke (net 2l j.) trouwde! (uit liefde) 7 juli 1964."
Zo is dat, uit liefde. Hoeveel liefdes zijn er? Dacht je elke keer de Ware Grote Liefde te ontmoeten?
Wat ging er aan vooraf? Wat weet de een van de ander, na zoveel jaren nog niets soms. Je kunt van elkaar weg groeien, en dat is me dus een aantal keren gebeurd.

foto: Wim van der Linden, 1965, omslag, roodgedrukt, van het boek Liefde


Nu kan ik, zonder voorbehoud, zeggen zodanig naar de geliefde te zijn toegegroeid, dat ik het leven zonder haar als een ware amputatie zou zien, het me niet kan voorstellen, onduldbare gedachte... Ons werd een keer te kennen gegeven door Astrid A. (waar zou zij gebleven zijn?), die zich over onze horoscopen had gebogen- beiden Kreeft, beiden ascendant Maagd - dat ruzie maken met de ander ruzie maken met jezelf zou betekenen. Ik mag dan ook zeggen, en wie ongelovig Thomas wil zijn, mag dat: wij hebben nooit ruzie, onenigheid - wel verschillen van mening (over voetbal en politiek, bijvoorbeeld), maar een echt boos zijn en boos blijven en zwijgen en opkroppen en niet vertellen of achterhouden, liegen en jokken en uitvluchten zoeken, smoesjes verzinnen, jaloerse uitbarstingen delen, ontwijken, afhouden, inhouden - nee dat kennen Edith en ik niet, loof de Heer, prijs alle engelen, roep alle goden aan, zelfs die welke niet bestaan: feiten zijn feiten en wij laten ons leiden door energieen en activiteiten, ware daden, weldaden. Punt uit, komma sluiten maar en over.
Einde aan de tover. Wij waren op de tuin en werden geinterviewd. Een fotograaf bepaalde langdurig het beste plaatje (het is allemaal even mooi, maar het werd tussen de kamperfoelie en de oostindische kers, die zijn prachtige kleuren weer terugtoeterde.) Bijna niemand te zien in het Dorpje van zo'n honderd tuinen, waar wij de laatste vijftien jaar onze zomers doorbrachten. Dit jaar is, zoals iedereen vandaag weet, de zomer nog nauwelijks begonnen - en bovendien vonden zich in den Huize Vinkenoog-Ringnalda enkele ontwikkelingen af, waaronder deze: onmiddellijker contact met mijn lezers, de Hele Wereld, had ik mij niet kunnen denken mijn Hier en Nu zijn tot in het oneindige vergroot en komen als aanslagen op mijn oor altijd weer tot mijzelf terug. Dat weet iedereen die voor plezier passie plicht taak levensvervulling roeping ingeving het schrift hanteert. Wie wat welk waar hoe schrift? Ik kom hier nog ergens naar buiten met alle schrifturen ter wereld, als ik die vanuit de Drukproef van de Franse Imprimerie Nationale naar voren weet te brengen. Ik schreef er ooit een gedicht over, ga ik opzoeken, niet nu, nee niet Nu. NU gaat Edith aan het werk en zet mij op het altijd meetrillende wereldwijde web; op weg naar het Wereld Sensorium, waarover de Amerikaanse professor Oliver Reiser schreef. Raadpleeg het Heilige Google; de uitdrukking is van bart c/o www.epibreren.com/rs - . Op de vraag of ik jurylid wilde zijn van een poezieprijsvraag van dyslectische kinderen en jong volwassenen heb ik volmondig JA gezegd; een ringband valt binnen met zo'n honderd te lezen gedichten; ze mochten in dyslectische spelling worden aangeleverd, wat soms onvermoede effecten oplevert. Mooi vond ik van de l3-jarige Magda Timmers

Een nieuw jaar

De stoeptegels worden kleiner of ik word grooter / De boomen krimpen of ik groei / Ik loop met mijn buurjonetje naar de lagere school / Of ik fiets met een zwaare boeketas naar de middelbaarenschoool / Van 2003 naar 2004 een groot verchil / De vraag blijft groej ik of krimt de aarden, of word / Mijn wereld grooter totdat ik de horizon / Niet meer kan zien.

Tot morgen, DV, Kersverslezers. Simon V.


Dinsdag 6 juli 2004

Twee keer kreeg ik het verhaal te lezen, dat gisteren vijftig jaar geleden, 5 juli l954, de popmuziek begon, met de opname van Elvis Presley's vertolking van That's allright Mama in de Sun Studio van Memphis. Gisteren was het ook vijftig jaar geleden, dat Edith Ringnalda geboren werd, de tweede van de vier dochters met wie Derk Ringnalda en Else Ringnalda-Houtsmuller de wereld verblijdden. En mij daarbij; nimmer in mijn leven heb ik er zo'n fijne familie bij gekregen!
Wij zijn nu zeventien jaar onafscheidelijk, doen alles samen en ik ben dus steeds meer overtuigd geraakt van de ideeën van Rian Eisler, uiteengezet in haar boek The Chalice and the Sword, waarin zij de wereldgeschiedenis ziet in het kader van ontwikkelingswegen, van het Matriarchaat naar het Patriarchaat, en vervolgens naar het Partnerschap, waarbij Man en Vrouw gelijkelijk met elkaar optrekken; manvrouw samen, twee die meer weten dan éen, en wat zij bovendien weten is dat geluk bestaat, een gezegende staat, waarin het eigen belang algemeen wordt: wat goed is voor jou, is goed voor de wereld.

Die wereld heeft uiteraard een grote opduvel nodig, al is het alleen maar omdat zoveel mensen nauwelijks bewust zijn van de gevaren die de planeet Aarde, ons Moederschip, bedreigen. In dat opzicht ben ik zo betrokken als maar zijn kan, zonder dat ik geabonneerd hoef te zijn op de uitgaven van Amnesty International, Greenpeace, X min IJ, het Wereld Natuur Fonds, of andere goede doelen. Wij zijn ons eigen goede doel. Je hoeft nergens lid van te zijn; ik kan slechts beamen wat de Schotse schrijver Alexander Trocchi ooit naar voren bracht, als uitgangspunt van zijn sigmatische ideeën: 'Nu en ook in de toekomst is ons middelpunt overal, en onze omtrek nergens. Niemand heeft de leiding. Niemand is uitgesloten. Iemand zal zelf weten wanneer hij deelneemt, zonder dat wij hem een insigne overhandigen.'
In zijn eigen verhaal 'De onzichtbare opstand van een miljoen geesten', door mij opgenomen in het dubbelnummer van Randstad (ll-l2, De Bezige Bij, l966), ondertiteld Manifesten en Manifestaties l9l6-l966 (van dada tot provo), citeert Trocchi, die ik in de vroege jaren vijftig in Parijs ontmoette, de Franse dichter Antonin Artaud: 'En als er nog iets hels, werkelijk vervloekt is in onze tijd, dan is het wel ons artistieke gepriegel met vormen, in plaats van ons te gedragen als slachtoffers op de brandstapel, die tekens geven door de vlammen heen.'

Nog niet zo lang geleden zag ik hoe Herman van Veen zich aan het einde van een t.v.-uitzending voorover boog naar de camera, met een priemende wijsvinger, zeggende: 'Het lóopt zo'n vaart!'
Indrukwekkende close-up, voor mij een bevestiging van de eigen ideeën, die niet alleen de mijne zijn, maar ook van vele anderen. Het gaat er nu, al heel wat jaren en decennia om dat mensen zich spiritueel mobiliseren, om voorbereid te zijn op alles wat komen gaat. Hoe dat er uit zal zien, niemand weet het of kan het bevroeden. Extrapolatie van huidige trends is niet voldoende, het gaat er niet om trendsetter of trendvolger te zijn; het gaat er om dat je eigen verhaal naar vervolmaking streeft. De wereldgeschiedenis is in de eerste plaats je eigen levensverhaal: maak er iets moois van! Leve de human family!


Aan de link bloemlezing, links in beeld, heb ik gisteren een prachtig gedicht van Kathleen Raine toegevoegd; als de andere links op deze webstek groeiende, al naar innerlijke behoefte. Er is nog veel te verhalen, er zijn nog vele werelden te ontdekken. Verslag daarvan uitbrengen is een grote vreugde, die aan de oorsprong van mijn creativiteit (ahum) staat. 'The integrity of the internal channels of human communication is essential to the welfare of society.' Dixit Norbert Wiener.


Maandag 5 juli 2004

Ik wil beginnen, denk ik, en zet de Dreamweaver aan: een goed gevonden programmanaam, kan ik mijn eigen droomtijden instellen - en juist op dit moment laten ook de luchtalarmsirenes de wereld horen, dat er buiten de deur ook nog het een en ander te doen is. Open Society.
Wel heb ik weer eens, in de loop der jaren en nu weer bevestigd gezien, wat ik eens in een astrologieboek had gelezen: rond de uurwisseling is vaak een verandering kenbaar: opstaan, weggaan, iets anders doen, andere afspraak, al naar de planeten, goden en andere goede geesten die de tijd regelen, en alle ruimte voor ons open laten. Schreef niet eens Heathcote Williams, groot dichter: Fiat lux in the unfucked flux !
Op Independence Day wilde ik weer eens uitvinden hoe het met mijn Amerikaanse geestverwanten ging en bracht een schermbezoek aan http://www.voxfux.com, alwaar ik een ruime keuze mogelijkheden tot aanklikken had bij de balk: The New Resistance. Onder Culture Jamming trof ik de adbusters aan. Unbrand America; met logo's in plaats van sterren verscheen de Amerikaanse vlag op mijn scherm. Een ronduit prachtige afbeelding; een verklarend onderschrift vermeldde:
This July 4th, culture jammers are launching a blast of symbolic disobedience at America's corrupt power structure - by swapping the Stars and Stripes for the Corporate America flag. This flag is a symbol of what's wrong with 21st-century America, the country that has sold its soul to corporate rule. ENTER UNBRANDAMERICA.ORG.
De logo's waren keurig in vijf rijen van zes gerangschikt; je herkent er een aantal meteen: Coca Cola, de grote M van jeweetwel, IBM, Exxon, Lilly, Pepsi, Wall-Mart, en daar ook Microsoft. Afdrukken, dacht ik. Mooi gedacht! Uit de printer kwamen onberispelijke witte sterren op een blauwe achtergrond, met de rood-witte strepen. Je kent de vlag, niet verbranden, ajb. Wat nu, Pichecru? Big Brother? Censuur? Of is dat een hidden persuader van www.unbrandamerica.org? In elk geval waren de brandnamen en logo's verdwenen.
Ik dacht slim te zijn en verzond de afbeelding naar ons eigen e-mailadres: ook daar gevrijwaard van 'adbusters' spot. On the Spot; men diene te weten dat SPOT destijds bedacht werd als wachtwoord van de Society for the Protection of Truth, waarvan de doelstellingen voor zich spreken.
Genoeg belangstelling om bij www.kijkonderzoek.nl te gaan kijken, hoeveel kijkers de uitzendingen van de VillaBvD, waarin ik afgelopen dinsdag en woensdag mocht meespelen, bekeken hadden. Respectabele aantallen: 735.000 en 609.000. De laatste van gisteren, waarin wij nog eenmaal van het lieflijk Algarve-decor konden genieten, trok zelfs 818.000 kijkers. Nog eenmaal klonk het Foetsieba! en we zaten al in de eerste etappes van de Tour de France.
Via Rottend Staal, het poeziedagblad van de Epibreerders (woonachtig op een eilandje in de omgeving van Groningen) kwam ik te weten hoe de Top-200 van de Bekendste Dichters eruitziet, gemeten aan de hand van Google-hits. Mulisch kwam er als eerste uit, met 60.l00 vermeldingen; Claus stond nr.2 met 475.000 hits. Simon V. kwam met 4.650 hits op de l7e plaats te staan, tussen Huub Oosterhuis en Joost Zwagerman. Via de prachtige serie (poezie en muziek)links van Rottend Staal kwam ik bij Lionel Hampton en John Coltrane terecht. A Love Supreme. Zo is het; begin een week van jewelste. Gegroet, Simon V.


http://www.unbrandamerica.org/unbrandamerica.html


Zondag 4 juli 2004

Een brief van J.N.Reilly uit het Schotse Glasgow laat me weten, dat exemplaren van de grote bloemlezing, die hij samen met Ira Cohen heeft samengesteld, een heavyweight-uitgave in roodlinnen band plus stofomslag (Astral Body Aware van Mati Klarwein), Shamanic Warriors Now Poets, verkrijgbaar (ter inzage & te koop) ligt bij de beide Spui-boekhandelaren, Waterstone's op de hoek van de Kalverstraat, naast de bloemenkraam met de mooiste bloemschiksters van Amsterdam, en in de Athenaeum-enclave op het pleintje met (petje af) het Lieverdje, ooit het toneel van de Amsterdamse happening-scene, moeiteloos uitlopend in Provo, D'66 en wat die hoogseizoenen de mensheid nog meer te bieden hadden vanuit het magisch centrum Amsterdam, zo dicht bij de Heiligeweg (waar onlangs opnamen gemaakt werden - in de Dampkring nota bene!-voor een komende supersterfilm Ocean 12; we zagen de sterren dagelijks toegejuicht worden door hun fans - wij wonen tegenover het Amstel Hotel).
Wij leerden John tijdens het poëziefestival Vurige Tongen, de Pinksterdagen in Ruigoord kennen, nadat wij al een uitgebreide correspondentie gevoerd hadden over de Engelstalige teksten, die van mijn hand in dat boek zouden worden opgenomen. Uiteraard was ik diep onder de indruk van de uitgave zelf en op deze webstek zette ik dan ook trots de dertien mij toebedeelde pagina's, alsmede de twee pagina's die Patti Smith aan de nagedachtenis van Gregory Corso had gewijd.
Reilly zoekt meerdere outlets voor het boek in de Lage Landen, ik raad hem (bij deze) Demian in de Antwerpse Wolstraat 9 aan, waarvandaan ( véél dank!) René Franken mij een exemplaar van Kazantzakis' Ascese stuurde, na hier gelezen te hebben dat ik het mijne uit het oog had verloren.
Dank je, tot het volgende bezoek www.demian.be!
Ira Cohen ken ik, daarentegen, al heel lang. In 1964 haalde ik hem op bij het Centraal Station, nadat hij zijn komst uit België had aangekondigd, telefonisch. Hij baarde opzien; vanuit Tanger in Marokko waar hij woonde, was hij volgens de landsaard aldaar gekleed; een lange man met zwarte baard en lang haar in een djelabba was in die dagen nog een bezienswaardigheid. Hij had de drukproeven van een tijdschrift bij zich, dat hij in België (goedkoop!) had laten drukken. Alles was fout gegaan - het kwam goed, ik weet niet meer hoe; er verscheen een prachtig eerste nummer van Gnaoua, genaamd naar een Marokkaanse stam, bestaande uit zangers, drummers en musici. De Joujouka's, die andere muzieksoorten, die de rock-wereld beroerde: trance-dans, door hasjisj geheiligd.
Naderhand woonde Ira weer in New York (waar ik hem in zijn magische theater-loft bezocht), India en Kathmandu, Nepal, vanwaar hij weer de mooiste boekjes de wereld instuurde. Zijn Mylar-foto's, die het tot de pagina's van LIFE Magazine brachten, kom je her en der tegen - enkele in het boek en verder verwijs ik naar de aan hem gewijde sites: hij heeft ook in België goede vrienden; zijn foto's worden er, evenals in Londen, vaker tentoongesteld. Hij is een der meest uitgesproken personages in mijn vriendenkring, wakker werker en soulbrother, Nagameester en Tzaddik.
Notitie bij mijn Engelstalige teksten onder de Shamanic-link: News from the Hourglass heb ik geschreven en voorgelezen ter verwelkoming van de buitenlandse dichters, in Amsterdam uitgenodigd voor P 78 One World Poetry, gehouden in de Kosmos en Paradiso. In de reeds lang uitverkochte P78 Anthology, edited by Harry Hoogstraten & Jos Knipscheer werden deze zes verwelkomings-gedichten voor het eerst gepubliceerd. A Silent Manifesto verscheen nota bene voor het eerst in de Economie-blijlage van NRC Handelsblad, datum zoek ik nog eens op; vertaling van eigen hand - wat ook geldt voor andere, eerder in het Nederlands verschenen teksten.
Ik denk heel wat na over mijn eigen internetwerkverschaffing - ik houd van een intuïtieve, associatieve benadering.Als ik met en voor anderen transformaties gadesla, dan doen wij daar
de wereld een groot genoegen mee. Ik sla er de laatste pagina voor open, uit Le Matin des Magiciens, ondertiteld Introduction au Réalisme Fantastique, pagina 503 van mijn uit 1960 daterende Gallimard-uitgave:
"Une vie d'homme ne se justifie que par l'effort, même malheureux, vers le mieux comprendre. Et le mieux comprendre, c'est le mieux adhérer. Plus je comprends, plus j'aime, car tout ce qui est compris est bien."

Patti Smith op bezoek, 17 september 1978. Foto: Harry Hoogstraten

Louise Landes Levi en Ira Cohen, 2 juni 2004. Foto: Edith Ringnalda


Zaterdag 3 juli 2004

Nu mijn EK-voetbalgedicht hier is ondergebracht, kan ik lachen om het moraliserende aspect van dit DdV-gedicht. Oproepen de Oranje-gekte achter je te laten om van elke andere dag ook een feest te maken: het zijn de normen en waarden van een spirituele hedonist: gij zult genieten (tot u er bij neervalt!). Ik moest denken aan de 'leerdichten' die in mijn Wonder boven wonder, gedichten uit de jaren l965-l97l (uitgegeven bij de Bezige Bij, l972) voorkomen. Hier heb je er zo een; probeer daar maar eens naar te leven, een dekselse opgave, Simon.

Je zult liefhebben met de handen van Michelangelo -
God en Adam en alle namen daartussen
Je zult zien met de ogen van Rembrandt -
licht en duister en alle kleuren daarbuiten
Je zult proeven met de tong van Baudelaire -
bitter en zoet en alle smaken daarenboven
Je zult horen met de oren van Beethoven -
leven en dood en al het geluid daarbinnen

Je zult proeven, altijd proeven, de smaak van alles,
met alle kracht van alles in je, dat zich herinnert.
Je zult weten, altijd weten, Niets van dat alles,
met alle kracht van alles in je, dat zich herinnert

Prachtige foto van Gerard Reve en Joop Schafthuizen, genomen in oktober 2003 door Eddy Posthuma de Boer in de Volkskrant-intermezzo van vanmorgen bij een reportage van Remco Meijer over een recent bezoek aan de volksschrijver, die zich inderdaad niets meer herinnert,
niets meer van het Violet, de Dood en nog minder het Leven. Zorgzame Schafthuizen, die 29 jaar van zijn leven met Gerard Kornelis heeft gedeeld: 'Ik ben in balans hoor, geloof ik, ik heb overal vrede mee, maar het niet meer kunnen delen - dat is het moeilijkste.'

Hoe dichter ik bij het fenomeen Sport ben gekomen: een mens blijft ontdekkingen doen. De volgende gekte is op komst; in Het uur van de wolf zag ik gisteravond een prachtige documentaire over de Tour de France van 1948, met de helden Bartali, (die Italië redde van een burgeroorlog, tussen communisten en christen-democraten), Jean Robic en anderen. Een onmenselijke beklimming werd aan de hand van een oude krantenfoto nagegaan, er bleken nog medewielrenners in leven, die een indrukwekkend verhaal te vertellen hadden. Met behulp van opnamen in diapositief werd die tijd onherroepelijk teruggebracht. Knap filmwerk: de Tour 2004 is in aantocht. We zijn gewaarschuwd!
In de bundel Wonder boven wonder zelfs een Leerdicht uit Marrakesj (ondertiteld: doorzichtig, l9 juli 1968, 48°), met de beginregel: 'Sla je eigen omgeving/steeds door de ogen van een ander/gade.'
Half een, op naar de tuin: zien hoe die er bij staat, met eigen ogen te aanschouwen. Prettige dag, vrienden en vriendinnen. Blijf kijken, en je verwonderen, volgens de leerdichten van Simon V!


Vrijdag, 2 juli 2004

Terug van 40 graden Celcius - hoger dan lichaamstemperatuur - naar wat Nederland te bieden heeft: regenachtig, grijs weer, neerslagkans 70%.Villa BvD heeft ons vorstelijk ontvangen, hartelijk dank, Heren! De terugkeer gisterenavond rond middernacht bestond uit een hernieuwde kennismaking met de Power Plant uit Siberië, die mij voor het inslapen (rond vier uur) mescaliniaanse hallucinaties/visualisaties bezorgde, die ik met gesloten ogen naar hartelust kon manipuleren.Allerlei abstracte vormen in een rondedans, al naar wil te versnellen of verlangzamen, en de wetenschap de vraag of ik in kleuren droom opnieuw bevestigend te kunnen beantwoorden. Bij dit circus op het netvlies (uitdrukking van Henri Michaux) vraag ik me altijd of, of wat ik zie veruiterlijkt zou kunnen worden, via een tekening of in de pastelkleuiren waarmee ik me een paar jaren geleden naar hartelust onderhield.
Nee dus, la réalité dépasse la fiction.
Afscheid van het Foetsie Ba - voetbal? 'In harmonie en voldaan is het Nederlands elftal teruggekeerd in eigen land, na een tournee door Portugal die in meerdere opzichten verbazingwekkend was. Tevens werd weer eens aangetoond dat voetbal in de Nederlandse samenleving heftige emoties uitlokt. In de media ook, trouwens.'
Zo startte het Forum-commentaar in de Volkskrant vanochtend - van dat voldane heb ik nauwelijks iets gemerkt. Wel ziet iedereen dat er een wisseling van de wacht plaatsvindt (ik ben een van de ll miljoen Nederlanders, die dat zag) en kun je weer met de commentator concluderen: 'In het nieuwe tijdperk moet de volgende generatie de ambities gestalte gaan geven. Ofde jongeren daartoe al in staat zijn, is zeer de vraag. Bovendien zullen ook zij worden belaagd door het aloude kenmerk van het voetbal in Nederland: vaak absurd hoge verwachtingen die nauwelijks stroken met de realiteit.'
Nog even de herhaling van de Villa op RTL4 vannacht meegemaakt, na Oprah met haar freaks: volgende notities kwamen langsdrijven: bondscoach, flair, de vleugels van het eerste doelpunt, Mulder's Grote Gelijk, teleurstelling, gebrek aan stijl, Adv.'s noorderzon, Marijnissen vanavond, Daniël de Riddder's inzicht en intelligentie, de scherpzinnige actrice, de schoolmeester Frits, die bestraffend sprak over het puberaal gedrag van onvolwassen jongens - over de hecklers, spreekwoordelijk onvermijdelijk als t.v. de straat op gaat. Wat een schattig pleintje, overigens en wat een splendide locatie!
"Moe, maar voldaan kwamen zij thuis." Een tiental e-mails, drie interessante brieven - in twee ervan kwam Ferlinghetti ter sprake, die in Berlijn optreedt, dit najaar in Schotland wordt verwacht en in Antwerpen hoopt men hem volgend jaar te kunnen ontvangen.
Robbie meldde per e-mail dat hij de digitale versie van mijn boek Liefde uit l964 had gevonden; ik wist van het bestaan ervan en had de Koninklijke Bibliotheek daar twee jaar geleden toestemming voor gegeven. Vorige week kwam mij onder ogen, wat ik die dag veertig jaar geleden had geschreven; ik copieerde het en wil het hier vandaag als ANNEX aan toevoegen; gedachtenvoedsel voor het komend weekeinde...
Wel een heel ander dagboek dan ik hier blijk te zijn begonnen. Wat ik destijds ontdekte, kwam er zeer introspectief uit, overdag zei ik geen woord, zeventig dagen lang, des nachts schreef ik, d.w.z. duwde mijn gedachten/gevoelens voor mij uit. Ik was nog niet de vlinder die ik mij nu voel! Wel is het opvallend hoe actueel sommige aangelegenheden blijven.
Huub is de naam die ik Bart Huges in het boek gaf; het speelde zich af in de tijd dat hij een trepanatie op zichzelf wilde uitvoeren en dat dan ook deed: met een tandsartsboor een gat in het voorhoofd boren, tot aan het membraam dat de hersenpan omvat. Hij nam het idee van Het Derde Oog wel zeer letterlijk op; volgens mij en anderen is het derde oog een symbolisch begrip: het oog (van Shiva) dat naar binnen kijkt. Kortom, hij werd gedemoniseerd, zoals dat tegenwoordig heet; een Engelse krant schreef 'Throw this crazy Dutchman out!' toen hij in Engeland discipelen wilde maken. Julie Felix maakte en zong zelfs een lied over het Brain Blood Volume. Kortom, gek of niet? Daar ging het over: gek of niet? Vreemde vraag in een steeds krankzinniger wordende wereld.Ik ben er weer, en ik ben er nog, in Mad Master Amsterdam.
A vous de jouer.

.ANNEX 22 juni 1964.

Maandag 22 juni 1964 {de eerste dag}

Het is zo eenvoudig als maar kan. Niets is te gek. Ik heb uitgevonden dat alles kan en mogelijk is. Het idee ‘gek’ berust op een semantisch misverstand. Er bestaat geen gek, geen norm, geen maatstaf, geen regel. ‘Gek’ wordt bepaald door de maatschappij, die zich bij de grootste gemene deler ( dus tussen volwassenen) heeft neergelegd als massgebend.
Er bestaat niets tegenover de democratie, behalve de anarchie in een wereld zonder maatstaven (en dus tussen volwassenen) en de meritocratie. Misschien wordt de laatste nog eens psychedelisch teweeg gebracht; het zou een zegen zijn voor de mensheid. Men zou het idee van Joe Adams in prak tijk kunnen brengen (Psychedelic Review Issue 2) iedereen psychotische episodes te laten doormaken, zodat men ‘van binnenuit’ weet wat onder ‘gek’ te verstaan, nu er zo gesmeten wordt met woorden als psychopaat, pathologisch, hysterisch, hallucinatyoir, die een pejoratieve betekenis hebben gekregen. Ook de psychotische mens is een mens. En wie spreekt van gelijkheid moet ook de anders-denkende of-handelende een kans geven. Laat de maatschappij geregeerd, bestuurd. gehandhaafd en bedongen worden door progressieve of reactionaire, immer profiterende persoonblijkheden, die slechts dan in de herinnering blijven voortleven als er een daad van geweld gepleegd, een vrede gesloten, een wet ondertekend moet worden, de menseelijke geest bevindt zich het meest intens bij de geniale uitvinders, wetenscchapsmensen en kunstenaars, van wie er (n verschillende boekwerkjes) zo’n tweehonderdvijftig in de loop der eeuwen geteld zijn.
Heiligen, goed, vooruit, altijd Outsider elders bedacht. Het voortbestaan van de mens als bij Colin Wilson, Ingewijde als elders bedacht. Het voortbestaan van de mens heeft van hen afgehangen, van de mate waarin de mens zijn kosmos kon vatten: Euclides, Ptolemaeus, Galileï, Copernicus, Newton en Einstein. Van zijn relatie tot ‘God’ hangt zijn ontwikkeling af.
Dit is, besef ik voor iemand als ik, glad terrein. Het is tastend weten, het is een zoeken naar woorden, die niet mogen worden misverstaan. Ik zeg: er bestaat een kleinste gemene veelvoud, dat is de factor waarop dit boek getoetst kan worden, mag worden, moet worden. Het verklaart, eenmaal ondervonden (het is een practisch weten, niet een dat ik kan leren. Zoals Bart Huges zegt: ‘Ik wil ze best de spijker geven waaraan ze hun jas willen hangen, ik wil zelfs de spijker wel voor ze in de muur slaan, maar de jas zullen ze zelf moeten ophangen.’) ALLES.

{…}

Ik heb veel ‘mooie’, veel ‘lelijke’ dingen gezien Ik heb ‘goed’ ontdekt, ik heb ‘kwaad’ ontdekt. Ik heb de angst, die mij begeleid heeft, zien verdwijnen, om plaats te maken voor de titel van dit boek. Het is niet eens zo gemakkelijk als het hier, in enkele zinnen geformuleerd, zou kunnen lijken. Het is een moeizaam groeiproces geweest, het verloopt via vele weerstanden, frustraties, inhibities en andere defensieve mechanieken.
Ik ben een mechaniek, dat volmaakt wil functioneren.
Ik functioneer schrijvend, handelend, levend.
Er staat je nog veel van me te verwachten. Ik ben nog lang niet uitgepraat.
Ik durf zelfs zeggen: take it or leave it. Je sluit alleen jezelf buiten. Buiten de toekomst. Buiten het leven.
Er is geen ander leven dan een bewust vooruitziend leven. Je zult elk ogenblik zelf moeten kiezen (en weten, want je kunt elk ogenblik beginnen, al is het beter NU): dit is vooruit, en dit - helaas soms - is achteruit kijken, denken, handelen.
Er bestaat maar eén waarlijke revolutie, die dit leven kan vervolmaken en de mens van zijn angst bevrijden, dat is die van de geest. De openstaande geest.
Want de geest, die open staat, kent geen angst. Ziet vooruit.
‘You would not find out the boundaries of the psyche, even by traveling along every path, so deep is its measure and meaning.’ Heraclitus.

LIEFDE, Bezige Bij, Amsterdam l965. Fragmenten uit de pagina’s 373, 374, 376, 377, 378.
De ondertitel van dit boek luidt ‘zeventig dagen op ooghoogte’ en behelst de periode 26 februari l964 - 5 mei l964.
De Inhoud van deze boekuitgave (505 pagina’s) vermeldt tevens een aantal voorspelen (24 september l963 - 23 februari l964), alsmede tussen- en naspelen, van ll mei l964 tot 30 juni l964


Donderdag 1 juli 2004

Olhos d'Agua, Portugal. Roerei, versgebakken broodje, jus d'orange, een banaan, yoghurt - en vanavond is het over, vliegen wij terug naar het Vaderland, dat wij volkomen uit het oog verloren zijn, opgenomen als wij waren in deze kleine Nederlandse gemeenschap, die zich uitsluitend met Koning Voetbal bezig houdt. Nog altijd even stralende zon, strakke blauwe hemel, maar een briesje vanuit de Oceaan brengt enige verkoeling. Wat een teleurstelling voor de fans, die gehoopt hadden dat de Nederlandse ploeg de finale zou bereiken. De kritieken van de deskundigen rondom mij waren bijna eensluidend: ieder mens ziet een andere wedstrijd. Spannend genoeg overigens; ik had graag nog wat penalties gezien - Kamagurka opperde in een van zijn cartoons in de NRC begin deze week een wedstrijd met strafschoppen te beginnen.

Overigens was het natuurlijk een groot genoegen, en een hele eer, om een internationale voetbalwedstrijd te zien in het gezelschap van Ajax-trainer Ronald Koeman, de Moeder aller deskundigen Jan Mulder (zoals Henk van Dorp hem consequent noemt), plus Barend en Van Dorp zelf. Voor het grote scherm gezeten, zag ik dat Koeman zowel een hapje kan eten als naar een wedstrijd kijken; zoonlief Ronald jr, op z'n negende al sprekend op zijn vader lijkend, keek verontwaardigd op toen het eerste Portugese doelpunt werd gescoord en enkele aanwezige Portugezen luidkeels van hun enthousiasme blijk gaven.

Spannend was de wedstrijd wel, al verloren wij dus met 2 - l (even vastgelegd voor het nageslacht). Nu speelt vanavond Tsjechie tegen Griekenland en zondag zal dan beslist worden wie Europees kampioen 2004 wordt. Etc. - ik heb weer voor jaren voetbalkennis genoeg. En voor degenen die niet weten waarover ik het heb: ik ben door het televisieprogramma Villa BvD (RTL4) uitgenodigd om twee keer hun avondprogramma te voorzien van een gedicht, wat mij veel plezier verschafte - ik denk ook dat ik aan de verwachtingen beantwoordde. Het allerleukste is natuurlijk de vriendschappelijke omgang met mensen, allen uit 1 stuk - hartelijk en goedlachs, gedreven en geinspireerd.

Van het kunstje met de voetbal, waartoe de gasten uitgenodigd worden, bracht ik het er slecht af. Zoonlief Arthur, spits voor Ajax in de Hoofdklasse A van het zaterdagvoetbal, had me gezegd: Je zegt gewoon: "'ik leg de bal wel effe in mijn nek'', maar ik had daar niet voor getraind en deed manmoedig drie vergeefse pogingen voor het publiek op het pleintje Vivenda Apolonia, en de talloze kijkers thuis, die in elk geval wel mijn Volmondig Ja-gedicht te horen kregen, waarin ik dank zeg voor onze onvergetelijke feesten. Alle dagen feest, eens een boektitel van Remco Campert, tot levenswijze geworden. Wakker worden, de zon begroeten, je vrouw kussend doen ontwaken, en het leven in.

De intensiteit van het gebeuren hier (televisie is een continu-bedrijf) heeft ons geisoleerd van al het andere dat in de wereld aan de gang is. Morgen weer in de ruimte van het volledige leven terug. Ons wacht een julimaand vol verjaardagen. Tot morgen DV, dank je voor de overdracht, Robbie Vlasman!