Zaterdag 31 juli 2004
Zo, vanmiddag, na de
wekelijkse corvée van Edith in de tuinwinkel, op naar Deventer, waar
zich het jaarlijkse poëziefestival 'Het Tuinfeest' afspeelt. Dichters
dragen daar voor uit eigen werk op vijf podia in sfeervolle stadstuinen
rondom Theater Bouwkunde, de Kloostertuin, de Archieftuin, de Fiéveztuin,
de Jordenstuin en de Theaterzaal, die dit jaar plaats biedt aan poetry slams,
met slamdichters uit geheel Nederland. In de andere tuinen, telkens drie
keer een kwartier optredend, de falanx van hedendaagse dichters Ter Balkt,
Barnard, Enquist, Herzberg, Komrij, Kopland, Lanoye, Nasr, Oosterhoff, Pfeijffer,
Rawie, Vinkenoog, Wieg en Wigman - sorry voor degenen die ik oversloeg,
vooral Sven Ariaans, Tjitske Jansen en A.C.G.Vianen.
Het gedeelte van de binnenstad, waarbinnen deze tuinen liggen, is alleen
toegankelijk voor mensen die plaatskaarten gekocht hebben; het gebeuren
is uitverkocht. Het wordt tijd dat de media eens life verslag gaan uitbrengen
van deze, een van de meest unieke, dichtersbijeenkomsten in Nederland, nota
bene voorafgaande aan de dag waarop de grootste tweedehandsboekenmarkt van
Europa gehouden wordt
Zes A-4tjes houden mij op de hoogte, waaronder het contract met SSS, de
Stichting Schrijvers School Samenleving, die voor heel wat Nederlandse
schrijvers en dichters bemiddelt, en voor welke organisatie ik al enkele
keren de wereld rond ben geweest, wat kilometers betreft, binnen de eigen
landsgrenzen. Het instituut, onder de bezielende leiding van Margreet Ruardi,
bestaat dan ook al zo'n kwarteeuw en heeft voor veel schrijvers-in-financiële
nood, ja ze zijn er, heel wat betekend, wat wel eens gezegd mocht worden,
door mij dus nu, hier.Verder verneem ik, dat ik om 21 uur verwacht word
te signeren en dat ik optreed om 22ul5 in de Kloostertuin, om 22u45 in de
Archieftuin en om 23ul5 in de Fiéveztuin - Gute Nacht, Kinder
dus! De eerste dichters roeren zich al om vier uur smiddags (Rutger Kopland)
en een kwartier daarna Tonnus Oosterhoff en Tom Lanoye.
Morgen, zondag vieren wij in ons tuinpark Simone's vijftigste verjaardag;
zij is een lieve buurvrouw, die vriendin is geworden, très à
la mode en met een mooie tuin; dinsdag vertrekken Edith en ik voor
een tiental dagen naar Den Haag om Pa gezelschap te houden; ook in dat mooie
grote huis met tuin aan de waterpartij, vlak bij Scheveningen heb ik altijd
genoeg te doen. Als ik mij zet aan het bureau van de voormalig Secretaris-Generaal
van het Ministerie van Algemene Zaken voel ik mij een heel mannetje, dat
begrijpt men wel, natuurlijk! Ik zal me er zeker niet vervelen, er wacht
me een grote tafel om uit een leven vol foto's de meest betekenisvolle te
selecteren voor een fotobiografie.
Mijn eerstvolgende optreden daarna zal plaatsvinden, ook temidden van andere
dichters, in Fort de Hel, Willemsstad, 14 augustus. En ondertussen heb ik
mijn eigen besognes, schrijf ik over Huxley, onderhoud ik opeens onverwacht
een uitgebreide epistolaire e-mail-uitwisseling, en kom ik maar niet tot
opruimen. En dat het een plezier is deze dagelijkse pagina te schrijven,
ik hoop dat het er van afspat!
Prettig weekeinde; ik denk erover morgen geen zondagseditie uit te brengen
- kun je op andere links kijken, her en der, hier en overal. Lees en herlees:
"Wij roepen op tot het absolute. Wij stellen onbetwistbare handelingen
voor. Wij wensen wil en onafhankelijkheid te zien. Geen enkele twijfel moet
het bewustzijn van de werkers binnendringen. Wij hebben zeer veel kennis
vergaard en daarvan maken Wij niet voor het zelf maar voor de Waarheid gebruik.
En het ruwe 'ik' heeft al plaats gemaakt voor het scheppende 'Wij'. Onderricht
om de Gemeenschap te begrijpen als een kokende bron van mogelijkheden!
Hij die de Gemeenschap bekrachtigt draagt bij tot het versnellen van de
evolutie van de planeet. Iedere verstening en onbeweeglijkheid betekent
een terugkeer tot primitieve vormen."
Nieuw Tijdperk Gemeenschap, 1926, uitgegeven voor Agni Yoga Society
door Mirananda, Wassenaar, 1979, p.150/1.
'Reiziger, wees mijn vriend.' oppert het voorwoord van deze uitgave.Nous
sommes du même voyage. Simon Vinkenoog.
Vrijdag 30 juli 2004
Zo vrienden; de zon maakt plaats
voor electriciteit. Die lange zomeravonden doen een mens goed, als hij
kan terugkijken op wat ik maar noem een recuperatieve dag. Een tuin is
daarvoor de aangewezen gelegenheid; de simpele uitnodiging van je vrouw
een rondje door de tuin te maken houdt in dat je haar volgt met een heggeschaar,
die je nodig hebt om een karweitje op te knappen dat al eerder had dienen
te geschieden.
Wat gebeurt, toch nog onverwachts, je hebt de houdgreep beet en beseft
dat je met het Zen van Heggesnoeien bezig bent; je kunt het ook met de
Motor of met het Boogschieten doen, heb ik gelezen, en het Vissen, wil
daar nog wel eens aan toevoegen: meditatie op 1 dobber, je kunt
aan van alles en nog wat denken en tegelijkertijd heel stelselmatig en
zo efficiënt mogelijk (efficiënt betekent doelmatig) de handeling
verrichten.(het juiste handelen: een van de zoveel paden die je in je
leven te bewandelen krijgt), kortom overal gaan de gedachten heen en waar
ze ook gaan het is er altijd mooi weer en mensen zijn gelukkig en nuja,
wat je ervan afziet dat ze het allemaal gezellig en geweldig naar hun
zin hebben.
Met de auto moesten we bij een stoplicht wachten op het voorbij zoeven
van de wekelijkse stoet van skate-riders, een sliert mensen van enkele
honderden meters, die door een eigen ordedienst als een slang door de
binnenstad heengeleid worden, een bekijkenswaardig interactief ritueel
op de Amsterdamse vrijdagavond.
Vanavond gaan zoonlief Arthur en dochterlief Anna naar Ruigoord, waar
wij vanochtend vandaan kwamen na een welverdiende rust in het Nest
van Aja Waalwijk (boordevol art brut & objets trouvés) en welbestede
middag en avond; gesprekken met vrienden, zoals je die maar eens in de
zoveel tijd hebt, met Rudolf Stokvis over het wel en wee van het Landjuweel,
met Gerben Hellinga en zijn vrouw Jinny Thiels over de geplande Tao-tuin
en de I Tjing, het Chinese o zo actuele orakelboek, met Theo
Kley over zijn nieuwe boomgaard en de vijver die het Havenbedrijf vijf
jaar gelden voor hem uitbaggerde en moet je nu zien, foto's bij de vleet..
Ruigoord, binnen- en buitendijks. Dagjesmensen uit Amsterdam en de regio,
en degenen die al jaren verslingerd zijn aan de aldaar aanwezige creatieve
energieën, arte povera, zoals dat in de moderne kunstgeschiedenis
mocht heten: met zoveel recycling-bedrijven in de omgeving is er altijd
genoeg brandhout en een overvloed aan pallets om de vreemdste bouwsels
op te trekken, tant que cela dure, o pluk de dag en wees blij
dat je er bij bent! Trommels rond het dansvuur, eten en drinken en een
paar gedichten en gedachten over je heen gestrooid, een workshop, een
massage-mogelijkheid, Luc Sala en Boekhandel Aap, dansers en vuurvreters,
theaters en clowns, niet te vergeten tenten bij de honderden en als besluit
een beeldenroute: nog tot en met de tweede augustus: meer op de webstek
www.ruigoord.nl.
Straks, morgen, verder, over andere interessante aangelegenheden die zich
in dit, Mijn Leven, mogen voordoen. Come and join your ship!
Simon Vinkenoog, Boekanier.
Donderdag 29 juli 2004
Blijburg een grote verrassing:
zomaar uit het Niets ontstaan, een lang strand aan de noordkant, nog niet-bebouwd
van de IJburg-eilandenreeks in wording. Primitief op een heel ontspannen
manier, met het mooie weer van gisteren ('Pap, zullen we ergens heen gaan?'
vroeg zoonlief Arthur die op de etage boven ons is komen wonen) een verheugende
kennismaking. Duizenden Amsterdammers, een mooie doorsnede, hebben net als
ik nu de weg weten te vinden - en wie troffen we er, even onverwacht aan?
Een van mijn andere zoons, Alex met vrouw Dagmar en mijn kleinkinderen Marvin
en Sammy-Jean. Goedzo!
Het aug/sept.nr van BRES, nr.227, in de brievenbus; mijn portret buitenop.
Ook goedzo; na mijn tamelijk abrupte afscheid, enkele nummers geleden, toen
ik 'met pensioen' werd gestuurd, uiteraard zonder gouden handdruk, alsnog
een soort eerbetoon achteraf. Dries Langeveld, met wie ik een aantal jaren
heb samengewerkt (ik was medewerker vanaf het twaalfde nummer in 1968, toen
de oprichter Ted Klautz mij om een artikel over LSD vroeg) schrijft zeven
pagina's over mij en citeert een e-mailbericht dat ik hem een paar weken
geleden stuurde, toen ik via de zoekmachine Google een aantal interessante
ontdekkingen had gedaan; daarnaast wijdt Paul Schaaps zeven pagina's aan
mijn dit jaar verschenen Goede raad is vuur, en gaat daar dieper
op in dan ik had kunnen hopen. De tekst ervan heb ik hem opgevraagd voor
opname onder de link van die naam op deze webstek. Ondertussen ligt Bres
bij boekhandel en verkooppunt tijdschriften, neem er kennis van - of niet.
Wij zijn nog in wording; ook hier groei ik - de www.simonvinkenoog.nl is
niet bedoeld als stortbak voor mijn optredens, publicaties en andere ervaringen:
eerder geef ik duurzame ideeën van anderen door: er zijn nog zo veel
meer mogelijkheden om de toekomst te verkennen dan via de voorspelde rampen-scenario's
rondgebazuind wordt. Dat er hoognodig behoefte is aan een ingrijpende mentaliteitsverandering
in onze wereld: ik ben niet de enige die daar bij voortduring op wijst.
'In een briljante Beethoven-biografie (Lewis Lockwood, Beethoven, The
Music and the Life) uit 2003 wordt de vraag gesteld hoe het toch komt
dat deze kapotgespeelde muziek vol Grote Woorden niet kapot te krijgen is.
Het antwoord is veelzeggend. De Negende Symfonie is een appèl aan
zowel het individu als de samenleving om te blijven geloven in de gemeenschap
van mensen tegen de definitieve duisternis. Deze vonk bij jezelf laten overspringen
is een voorproefje van de duurzame duurzaamheid die we eerder aankaartten.
We leven in de boeiendste en tegelijk gevaarlijkste tijd die deze planeet
ooit heeft doorgemaakt. Maar wie vanuit een verre toekomst terugkijkt op
onze periode, komt tot de slotsom dat voldoende mensen dat uiteindelijk
beseften - en in beweging kwamen. Tòch?'
Het zijn de laatste woorden, van drs.Govert Derix (www.derixhamerslag.nl)
in de 64 pagina's tellende uitgave Ambtenaren aller omgevingen,
uitgegeven door Veldhoen + Company (Maastricht), postbus 4500, 6202 SB Maastricht,
043-363 89 89; www.veldhoen.nl.
Zo, ik heb de Wereld weer een beetje in Beweging gebracht, de zon lokt deze
middag en vanavond ben ik DV aanwezig bij de openingsceremonies van het
jaarlijkse Landjuweel in Ruigoord, preken voor eigen parochie. Vanaf het
Marnixplein in Amsterdam (naast het Hoofdbureau van politie) bus 82, richting
IJmuiden, afstappen Halte Ruigoord. Tijdelijke Autonome Zone. En over de
Autonomedia kom ik hier ook nog eens te spreken/schrijven.
Prettige dag verder, Simon V.
Woensdag 28 juli 2004
Voor vijf uurtjes, die
voorbijgleden, was ik gisteren: Candide. 'Cela est bien dit, mais il faut
cultiver notre jardin.'Juist gezegd, Voltaire! Hoe nodig het was, de vér
uitschietende wijnranken lostrekken en verwijderen van de hibiscus, waarin
ze verstrengeld raken, de druiven zien groeien, de vogels geluiden horen
maken die je met geen enkele letter van het alfabet zou kunnen opvangen.
Maar geprobeerd heb ik het wel: wat vind je van tsjp tslp tsjlp pritpritprit,
of tsk tsk tsk en kuuk kuuk kuuk palepalabo urr kwekwek aur aauar aur raur
tru trutrutru, niets natuurlijk - imiteren lukt me na afloop nauwelijks,
hoewel ik vorig jaar plichtsgetrouw de vinkenslag nadeed (op verzoek) op
een dichtersfestival, de negen bestaande versies.
Als je leest (voorpagina NRC gisteren, een flard op het Journaal) dat verwacht
wordt, dat in de komende dertig jaar 1.330 soorten zoogdieren en 1.183 vogelsoorten
het risico lopen uit te sterven, dan vind je in de eerste plaats dat de
vogeltaal en alle andere dierentalen zouden moeten worden opgenomen en vertaald,
maar hetzelfde zou je kunnen zeggen van de verdwijnende menselijke talen.
De tweede vraag die rijst zou zijn wanneer de mens uitsterft - we zijn tenslotte
zoogdieren met de wetenschap dat we nog zo'n hoeveel was het? vijf miljard
jaren zonne-energie te goed hebben. Wie dan leeft, dan niets meer te zorgen
heeft. Weg met de zwarte gaten, de apocalyptische dromen, de epidemische
paranoia: de utopieën nemen het over. Dan ontvriezen we de Ark van
Noach en het liefst zouden we alles weer tot leven willen brengen, de dodo's
voor Boudewijn Büch om mee te spelen, de eenhoorn - voor de sprookjesliefhebbers
en misschien hebben we nog ergens een verscholen schat. Een geheim dat je
te ontraadselen hebt.
Dat je de schat, het geheim, de plot zelf bent, zoveel mensen die het nog
steeds niet willen geloven. Schat zeg ik, geen chat.
Wat een onzin je overigens aantreft op dit net; dankzij Ned.Stat kan ik
nagaan hoeveel bezoekers dit scherm dagelijks trekt (hello there, you're
here for the first time? Come and have a look around) en bovendien
kan ik zien in die pikorde wie boven en onder me staat. Van de
300 best bezochte sites in de afdeling die ze voor het gemak maar 'literatuur'
genoemd hebben, sta ik op dit moment ergens tussen de 93 en de 97. Uit nieuwsgierigheid
klik ik dan wel eens iets aan; nou dan ga ik liever met Google goochelen
op zoek naar mijn favorieten, maar vandaag heb ik weer over ene Moby Dick
o.i.d.gelezen, een worm die zoekmachines aanvreet.
Op het Net herken je ook degenen, die nog niet zo lang bezig zijn - op een
der gedichtenpagina's waar je naast je tekst ook je foto kunt afdrukken,
vroeg iemand wanhopig, aan niemand in het bizonder, hoe hij ook zijn foto'tje
daar zou kunnen aanbrengen?
Wat een heerlijk Wegisweggebied - soms bestaan websteks niet meer, of hangen
ze (een Gaudi-set) sinds 1989 onbeheerd in de lucht, in de ether, of welke
benaming we deze virtuele ruimte ook willen geven.De Leegte? De Void?
Airplay noemde ik de momenten dat ik een microfoon voor me kreeg of een
camera, soms onverwacht, soms met een goedwillende of ook wel eens een kwaadaardige
vraag. Ach, het heeft allemaal zijn betekenis - als ik er nu al over nadenk
wat ik op Lowlands Paradise ga doen.
Ik herinner me, daar gaat-ie weer, niets even Nu. Ik denk na over het boekje
dat Niels Augustin's brieven bevat, waarover ik gisteren scheef, die opsommingen
van namen, opgedokenuit zijn dagboeken, al die mensen die er nog meer waren,
de figuratie, je levende tijdgenoten van toen. Hoeveel mensen zou ik hier
niet de nodige aandacht willen geven, die ze in mijn ogen verdienen? Vergeten,
pioniers, opmerkelijke mensen? Bruno Mertens en zijn vipassana-meditaties
in Haemstede, joeg zijn discipelen zomers en winters smorgens vroeg de zee
in. Ze kwamen even langs, in gedachten, onder de druiven: Madame Jodjana,
Guus Jansen van de Wereld Goede Wil, Barend van der Meer (de eerste die
tot me sprak over de Witte Broederschap), Arie Bergmans die me in Parijs
de weg wees - hoe vér inderdaad strekt zich mijn tuintje uit. En
wat je opsteekt, onderweg: van de ene inhoudsopgave naar het andere laatste
hoofdstuk, de eerste voetnoot naar de laatste webstek.En dan ben je er nóg
niet, want geen enkele weg heeft een einde. En of er van Ewige Wiederkehr
sprake is, ik laat het even aan de goden over, ik bezing het leven en besef
(een van de weinige teksten van mezelf die ik uit mijn hoofd ken):
Al wat beweegt zal in beweging blijven.
Erop en/of eronder: een keuze is er niet.
Niets dat beklijft en alles zal verdwijnen:
Je leven een Vuurwerk, of Niet.
Simon Vinkenoog
Dinsdag 27 juli 2004
Met muziek van Glenn
Miller (een film uit 1954 met James Stewart en June Allyson op SBS 6) kom
ik te schrijven over een klein uitgaafje van zo'n honderd pagina's, Lieve
Mama - Parijse brieven 1951 t/m 1953, geschreven door Niels Augustin,
die 4 april dit jaar overleed.
Hij heeft er, blijkens zijn inleiding, in maart nog aan kunnen werken. 'Hij
heeft het laatste gedeelte net niet meer af kunnen ronden. Omdat het zijn
vurige wens was dat dit boek gepubliceerd zou worden, hebben zijn erfgenamen
daar uiteraard voor gezorgd. Het resultaat ligt hier voor u. Niels wilde
erg graag dat u dit boek kreeg.' schrijven zij mij - en ik ben meer dan
verheugd, ontroerd zelfs, dat ik deze teksten tot me kon nemen - niet alleen
de vijfendertig brieven, maar ook de tussenliggende teksten die bijdragen
tot beter begrip. 'Toen ik net begonnen was aan een omvangrijke autobiografie
kreeg ik te horen dat ik leed aan een ongeneeslijke beenmergziekte (MDS)
en dat de gemiddelde levensverwachting in mijn geval twee jaar was. Ik begreep
dat ook de autobiografie niet meer af kon komen. Tot mijn verbazing en mijn
vreugde vond ik toen tussen de duizenden manuscripten en brieven die mijn
moeder heeft nagelaten, een map met de brieven die ik haar in de jaren vijftig
vanuit Parijs heb geschreven. Nu was het alleen een kwestie van overtypen
en aan de hand van mijn dagboek uit die tijd aan te vullen. Misschien dat
ik dan toch nog een stukje van mijn leven in boekvorm kan zien verschijnen.'
Zijn moeder, de in 2001 overleden Duits-Joodse schrijfster Elisabeth Augustin,
emigreerde in 1933 met haar man Felix Augustin, Nederlands leraar en redacteur,
en hun vijfjarige zoon, naar Nederland - in de eerste na-oorlogse jaren
raakten Niels en ik rond het Leidseplein (Eylders en Reynders) met elkaar
bevriend; ook in Parijs, waarheen ik september 1948 vertrok, zouden wij
elkaar meerdere malen ontmoeten. Veel vergeten of uit het oog verloren vrienden
doemen in de tekst op; bovendien komen wij opnieuw te weten op welke vindingrijke
wijzen hij zich in leven hield: als in- en verkoper van etsen en gravures,
als krantenverkoper en ophaler van oud papier (waar soms een postzegelalbum
tussen zat), zaalwacht, tolk, manusje van alles bij het Congrès de
la Culture pour la Liberté de la Culture, dat het door het Marshallplan
gefinancierde anticommunistische tijdschrift Preuves uitgaf, leesportefeuillehouder
(voor de Hollanders in Parijs) en met een perskaart van het Franse blad
Music Hall bezoeker van nachtclubs en shows - voor de gratis hapjes
en drankjes. Reizen van en naar Nederland gingen liftend; het hotelletjes
bewonen van die tijd komt uit de doeken, zoals zoveel meer... 'Er was een
lezing gepland met William Faulkner. Ik was omdat ik Engels spreek als zijn
begeleider aangewezen. Zoals je weet ben ik een groot bewonderaar van zijn
werk. Ik moest hem ophalen uit een soort sanatorium buiten Parijs waar hij
een anti-alcohol kuur onderging. Helaas ging de lezing niet door omdat hij
op het toneel in elkaar zakte en ik hem terug moest brengen. Het enige echte
Amerikaanse evenement (dat ik tot mijn vreugde achter de coulissen mocht
bijwonen) was een uitvoering van Porgy en Bess met Nat King Cole.'
Waar zijn moeder haar leven lang het gevoel had dat zij veel dingen onvoltooid
heeft moeten laten ('Heel schrijnend was het feit dat zij koffers vol met
dagboeken in steno bewaarde, maar dat dit een onbekend Duits steno was waarvan
de sleutel verloren was geraakt en dat zij zelf niet meer kon ontcijferen')
schrijft Niels in de Inleiding: 'Blijkbaar heb ik het gevoel in mijn leven
veel te veel niet te hebben afgemaakt van haar meegekregen. Ik was al vroeg
een mislukt journalist. Ook op literaiur terrein kreeg ik nauwelijks een
voet aan de grond, zodat ik in het begin van de jaren vijftig zelf maar
literaire tijdschriftjes ging uitgeven. Deze hadden maar een korte levensduur.
Zelfs mijn zelfmoordpogingen in die jaren mislukten.'
In de jaren zestig zou het met Niels beter gaan; hij werkte als copywriter,
account-executive en media-director bij het reclamebureau J. Walter Thompson,
waar hij in 1972 ontslag nam, omdat hij in verband met de oorlog in Vietnam
niet meer voor een Amerikaans bedrijf wilde werken.
In Amsterdam opende hij aan het Frederiksplein in Amsterdam een antiekmarkt
annex galerie annex museum van eigen bodemvondsten. 'Na zeven jaar zette
ik deze onderneming voort in het prachtige Oude Raadhuis van Willemstad
en weer 10 jaar later in Middelburg. Toch had ik altijd het gevoel dat ik
vooral op literair gebied teveel liet liggen en teveel niet afmaakte. Amateur-archeoloog,
museumdirecteur, organisator van tentoonstellingen, kunsthandelaar, het
was allemaal teveel tegelijk.'
'Gute Nacht Freunde / Es ist Zeit für mich zu gehn / Was ich noch zu
sagen hätte / Dauert eine Zigarette / Und ein letztes Glas im stehn.'
Servus, lieve Niels. Dankje, kinderen. Uitgeverij ICON, 's Heerenhoek, geen
adres, geen ISBN,
zie ook de link Hic Ich Chi.
Maandag 26 juli 2004
Een lofzang op de liefde
om de week mee te beginnen? Om je ermee te vermeien? Omdat het verheugde
gevoel, waarbij je hart blijft kloppen, van verwachting en zomaar verrukking
- om Niets, om Alles - omdat je dit gevoel zou willen overdragen aan iedereen
die je ontmoet? Het kost niets, het komt je ook maar niet zo aangewaaid,
je beseft dat je er iets voor hebt moeten doen (Joost mag weten wat je ervoor
hebt moeten doen; je wil het allemaal niet meer weten - achter je immers
ligt het verleden? In het heden is het nog even ruim op te vatten als aan
het begin: de wereld ligt open en je hebt woorden, gedachten en ideeën
gekregen om er mee te spelen, om je een weg door de wereld te banen, de
wereld die van iedereen is, en jij die daarbinnen je eigen weg af te leggen
hebt...O, ik ben er al vroeg van uitgegaan, dat zelfbeklag, je ergeren aan
wat je overkomen is (en wat dan nog?) uit den boze is. Zoals je steeds vaker
dat begrip, die uitspraak van Friedrich Nietzsche: Was mich nicht umbringt,
macht mich stärker aantreft? Al wat je doorstaat, doorstaan
moet, of het nu pijn is, onrecht dat je overkomt, problemen die niet uit
de weg willen, toch uiteindelijk geconfronteerd moeten worden om er als
krachtiger persoonlijkheid uit te voorschijn te komen.
Binnen het gidswerk, dat verricht werd door de Harvard-psychologen die zich
in de vroege jaren
zestig bezig hielden met LSD-experimenten, werd immer de aandacht gericht
op de re-entry, het weer terugkeren uit de trip, het visioen, de
entheogene meditatie, het gevoel van Eenheid & Vereniging, dat je ten
deel was gevallen, in de wereld van schijn, ego, macht, hebzucht en begeerte,
helaas maar al te vaak aan te treffen in de Actualiteitenrubriek, die twintigste
eeuw werd genoemd.
Het Tibetaanse Dodenboek werd door Messrs. Alpert, Leary en Metzner zelfs
omgebouwd tot leiddraad bij LSD-gebruik; de diverse bardo's, daarin
beschreven als ontmoetingen 'in de sferen', waar demonen je bespringen en
je geconfronteerd wordt met alles wat je aan eigen angsten en verschrikkingen
met je meedraagt: je dient ze niet uit de weg te gaan, maar juist confronteren.
Niet ontwijken, geen verdedigingsmechanismes in werking stellen: nee, je
openstellen en laten gebeuren. O, wat zijn we dat weinig gewend - hoe graag
willen we de touwtjes zelf in handen houden. Kortom, al dat schoons, al
dat ontwapenende, het was maar een voorproefje van wat je uiteindelijk te
wachten zou komen te staan, als je de grens zou gaan overschrijden, op de
andere oever belanden - als er al een andere oever is...
Kortom: de re-entry,
maar wel met het ingebeukte besef, dat Liefde gebiedt. Hoe die liefde zich
uiten kan? Verwrongen, mismaakt: chauvinisme, fanatisme, dogmatisme, kortom
elk --isme, weg ermee.
De verwachte eerste bezoeker van de week belt aan, onze vertrouwde vriend
die ons wegwijs maakt in deze techniek, terwijl ik bezig ben met wat heden
ten dage binnen dit jargon, deze socio-sfeer, content wordt genoemd.
Love is all you need - ach, dat weten we toch?
In de keuken zet Edith koffie; ik hoor hoe ze enthousiast over onze dag
in Antwerpen spreekt, de hernieuwde ontmoetingen met de HH Weyers &
Borms, hun dames, en de jongens en meisjes zou ik haast zeggen van Antwerpen
Open Stad - die mij de Q hebben laten bezingen, het Q Q le Q van de haan
die kraait in de voetgangerstunnel onder de Schelde, de eik (Quercus) op
het voorplein van EHA! het Ecohuis. Het was er eerst niet, het is er nu
- zoals op een gegeven ogenblik binnen dit Boekenjaar alle letters een verzelfstandigd
bestaan zullen leiden in de Scheldestad - waar we nog het staartje van de
Tall Ships Race mochten meemaken. Tot zoens!
Zondag 25 juli 2004
De op 1 april dit jaar
overleden Kees Winkler, geboren op 22 mei 1927, een beminnelijk mens, gold
als minor poet. In 1997 verschenen bij Thomas Rap zijn Verzamelde
Gedichten.
Hoezeer hij gezien kan worden als een parlando-dichter, die de spreektaal
bezigt, bewijst het volgende gedicht Nieuwe Stemmen, zojuist als
In Memoriam gepubliceerd in de gelijknamige uitgave van de Vrije Gemeente,
'Opinieblad voor bewustwording, spiritualiteit en cultuur' (jaargang 87,
2004-3):
Toen ik eenmaal het goddelijke/ervaren had en de ommekeer/ van vrijdenker
tot gelover / definitief had gemaakt // Werd ik lid van de Vrije Gemeente
/ een kleine religieuze vereniging / die Soefi, Theosofen en andere // aardige
gelovigen samenbindt // Daar luister ik iedere zondag / naar een boeddhist,
een brahmaan / een hindoe of mohammedaan / christen of Krisnamurti-adept
// Een en ander omlijst met muziek / wat kaarsen, een ogenblik stilte /
als religieuze beleving uniek / een sfeer zoals ik mij die wilde
Van die sfeer heb ook ik een aantal keren kunnen proeven, als mij gevraagd
werd een zondagmorgenlezing te verzorgen bij de Vrije Gemeente aan de Johannes
Vermeerstraat 19, waar ik altijd vrijuit kon spreken over de aangelegenheden
die mij op dat moment op het hart lagen. Van mijn laatste lezing, begin
dit jaar, is een bandje gemaakt en de tekst ervan is op deze webstek te
vinden. De lezingenserie gaat de eerste en derde zondag van september t/m
juni weer van start, aanvang ll.oo uur, bijdrage (na afloop) minimaal E
3.50 (leden gratis).
5 sept. drs Willem Beekman, 19 sept.drs. Govert J. Bach, 3 okt.drs Ko Vos,
17 okt. mw Carien Rietberg en 7 nov. prof. dr S.W.Couwenberg.
Mijn sympathie voor de Vrije Gemeente heeft niet alleen te maken met de
zondagmorgenlezingen, het blad Nieuwe Stemmen, of de aanbelevenswaardige
cursussen (vraag om Cursusgids, en check www.vrijegemeente.nl
om te zien of het iets van je gading is), maar om het feit dat het huidige
Paradiso, de poptempel aan de Weteringschans, de vorige behuizing
van de Vrije Gemeente was; nog altijd staat hoog boven het podium de spreuk
Soli Deo Gloria - tenzij die is weggezuiverd. Bovendien ben ik
in het geliefkoosde bezit van twee grote bloemlezingen, samengesteld door
de oprichters van de Vrije Gemeente, de gebroeders P.H. en Ph.R. Hugenholtz.
In een ervan Levenslicht uit vroeger eeuwen (zonder datum, uitg.Tj.van
Holkema, 470 pagina's) staat een Voorrede, gedateerd maart 1889 door P.H.Hugenholtz
jr ('Steeds levendiger werd dit verlangen, hoe meer de ervaring mij leerde,
dat de godsdienstprediking in vrijen kring zich niet tot den Bijbel heeft
te bepalen, maar overal, ook in de gewijde boeken en klassieke geschriften
der oudheid, haar uitgangspunt vinden kan.') alsmede een Naschrift,
gedateerd 13 December '89, waarin hij schrijft dat zijn broer niet meer
is. 'De laatste maanden en weken van zijn leven besteedde hij te midden
van veel lichaams-en zielelijden, aan de bewerking van menig gedicht en
prozastuk, door hem vertolkt. Ondertussen, ruim honderd jaar later, acht
ik deze 'eerste, gebrekkige proeve van een Nederlandschen "Bijbel der
menschheid"' een nog altijd uniek boek, bevattende teksten uit Veda's
en Upanishads, de Mahabharata, diverse tantra's en de Dhammapada, de Chineezen
Kongfutse, Mengtse, Lao-tse, de Egyptenaren, Babyloniërs en Assyriërs,
Perzen, Germanen, Griekse dichters en wijsgeren, Romeinse wijsgeren en dichters,
de Christelijke Kerkvaders, de Talmud, de Koran, Arabisch-Perzische poëzie,
het Middeleeuwsch Christendom. Met uiteraard een bronnenlijst.
De tweede bloemlezing, eveneens ooit opgevist uit de nalatenschap van Barend
van der Meer, heet Levenslicht uit den nieuweren tijd, Van Holkema
& Warendorf, Amsterdam 1910, 570 pagina's. De titelpagina bevat de namen
van 16 medewerkers; in deze uitgave zijn de vele teksten onderverdeeld in
hoofdstukken met namen als 's Menschen aanleg en roeping, Ontwikkelingsstrijd,
Levenstaak, Levenslot, Levenswijding, Natuur, Kunst, Wetenschap, Huisgezin,
Maatschappij en Toekomst. De bronnenlijst noemt 542 titels. De gedachte,
dat deze teksten van kansel, spreekgestoelte en katheder in de Vrije Gemeente
zijn voorgelezen, doet me goed: er bestaat een gedachtengordel Oost-West
die zich door eeuwen en culturen heen kenbaar heeft gemaakt, en dat zal
blijven doen.
In het zojuist verschenen nummer van Nieuwe Stemmen haalt
Nico Schoorl Psalm 1 van Leo Vroman aan, uit diens in 1995 bij
Querido verschenen Psalmen en andere gedichten.
Ik besluit er deze zondagse Kersvers mee. Gegroet: Simon Vinkenoog.
LEO VROMAN: PSALM 1
Systeem! Gij spitst
geen oog of baard
en draagt geen slepend kleed;
hij die in U een man ontwaart
misvormt u naar zijn eigen aard
waar hij ook niets van weet.
Systeem, ik noem U dus
geen God,
geen Heer of ander Woord
waarvan men gave en gebod
en wraak wacht en tot wiens genot
men volkeren vermoordt.
Systeem! Lijf dat op niets gelijkt,
Aard van ons hier en nu,
ik voel mij diep door U bereikt
en als daardoor mijn tijd verstrijkt
ben ik nog meer van U.
Zaterdag 24 juli 2004
Niet iedereen heeft blijkbaar behoefte aan zelfreflectie: waarschijnlijk
is het iets dat toeneemt met de jaren, als je probeert na te gaan welke
rol je gespeeld hebt, het was trouwens geen rol, maar een invuloefening.
Jezelf gadeslaan, liefst niet voor een spiegel met het jou zo bekende gezicht,
maar met een andere blik, alsof er nóg iemand achter schuilgaat,
die zich wenst te openbaren. Je weten te kunnen openstellen voor het nieuwe
en onbekende, het maar al te onzekere dat de toekomst inhoudt: het vereist
de nodige voorbereiding. Het is niet genoeg je te laten leiden door positieve
gevoelens alleen; er moet tenminste de overtuiging bestaan dat het zinvol
is, wat je doet en alsnog te doen staat.
Het frappez toujours, frappez toujours, het altijd benadrukken dat er in jou, in de mensen die je ontmoet, meer mogelijkheden bestaan dan je nú voor mogelijk houdt, is een opgave die je niet uit de weg kunt gaan. Het gaat er evenmin om, koste wat kost, anderen van je meningen te overtuigen - je weet zowel marginaal als alternatief te zijn, het zijn geen mainstream-gedachten, die je verkondigt: eerder de inspiratie dan de routine, liever de intuïtie dan de ratio. Soms neem ik een extreme positie in, maar zorg er altijd voor dat ik niet fanatiek word. In de begintijd van de metanoia, mijn ommekeer, zal ik het maar noemen, toen ik het licht zag in de beginjaren zestig, wou ik de duvel en zijn oude moer omturnen, zoals dat in het Nederlands is gaan heten.
Het turn on, tune in & drop
out, een van de lijfspreuken van dr Timothy Leary, God hebbe zijn ziel,
(ongetwijfeld, nietwaar dear Lord?) is vaak verkeerd begrepen, hoewel even
vaak ook in de praktijk toegepast. Hoeveel mensen hebben niet de levensstijl,
waaraan ze gewend waren, veranderd om zich te transformeren tot meer bewuste,
ecologisch of spiritueel geïnteresseerden, lieden die niet meer meedoen
aan de zelfdestructieve ratrace, die het onthaasten hebben ingezet, die
het wat rustiger aandoen, met wat meer aandacht voor zichzelf: ja, de introspectie.
En dan gaat het niet om 'navelstaren', maar om de ervaringen die je opdoet
als je je even binnenwaarts keert, weg van de maddening crowd,
weg van het wereldnieuws met zijn onoverkomelijk lijkende problematieken,
waar geen eind aan schijnt te komen, op de ramkoers waar de wereld terechtkwam,
door kortzichtigheid, gebrek aan visie en het overheersende denken in termen
van economie, in plaats van de duurzaamheid die wij onze kinderen en kindskinderen
verplicht zijn.
Het individuatie-proces, waarvan bij Carl Gustav Jung sprake was - en je
ziet het terug bij dr.C.J.(oom Kees, voor Edith)Schuurman en Abraham Maslow
houdt tevens in, dat je je durft bloot te stellen aan de soms weer opduikende
gevoelens van pijn, schaamte, onmacht en angst die je ooit hebt meegemaakt,
en die je nooit helemaal de baas bent geworden. Weg ermee! je doet er niemand
goed mee, anderen niet en bovenal jezelf niet, it's all in the mind!
Het is niet zomaar een uitspraak: 'War is over if you want it!'
(van John Lennon); het is een ontegenzeggelijk feit. Je kunt 'de oorlog'
winnen door het vijand-denken los te laten, de wereld zien als bewoond door
die ene bevolking - die waar dan ook, afgezien van enkele haatdragende fanatiekelingen
- niets dan Vrede wil. Welaan, die gaat stap voor stap, van mens tot mens,
Peace of Mind: gemoedsrust, waar het in paniek-omstandigheden altijd
om gaat.
Ik wens die iedereen toe, het is het enige uitgangspunt dat telt. En je
hoofd koel houden, en je hart laten spreken en nooit ergens bang voor zijn.
Als er al een vijand is, dan is het de verlammende angst, die apathie veroorzaakt,
en onverschilligheid. Als je daartegen vecht, dan ben je pas echt Mens en
kun je voor anderen een voorbeeld zijn.
Niet te hoog van de toren geblazen, Simon? Je gaat een leuke dag in Antwerpen
tegemoet; tot vanmiddag, in de voetgangerstunnel die de beide oevers van
de Schelde met elkaar verbindt. We hebben er een haan die kraait geïnstalleerd,
die kukeleku roept, of cocorico, of cock'a doodle-do, alsmede een aantal
spiegels om in te kijken: wie ben je? Question de... Leve Antwerpen
Wereldboekenstad 2004, leve de gedachte aan Leven. Simon V.
' Wat is de mens toch perfect geschapen!' (uitroep van Edith vanuit de badkamer)
- een aardig PS-je.
Vrijdag 23 juli 2004
Too much of a good
thing is wonderful! Deze uitspraak van de diva Mae West, gegraveerd
op een koperen wandbordje, kon ik tijdens een bezoek aan San Francisco,
meer dan dertig jaar geleden, niet aan mijn neus voorbij laten gaan, het
siert nu ons tuinhuis. Gisteren ben ik Edith behulpzaam geweest bij het
verpotten en ingraven van een paar planten, die zij vanuit haar ouderlijk
huis in Den Haag had meegebracht: twee zwenkgrassen, een wenteltrapvaren,
een dwerg herfstaster, een Amerikaanse sering en een winterharde roodbladige
vlier, populair bij vlinders en honingbijen.
In het zeer leesbare, 120 pagina's tellende nummer van zuurvrij (berichten
uit het AMVC-Letterenhuis, juni 2004 - Minderbroedersstraat 22, 2000 Antwerpen,
http://museum.antwerpen.be/amvc_letterenhuis)
lees ik in een artikel van Bert Van Raemdonck: Tussen kleuters en bakvissen,
Karel van de Woestijne als journalist, dat Karel van de Woestijne (1878-1929)
behalve dichter, prozaschrijver, ambtenaar en hoogleraar ook journalist
is geweest: 'bijna een kwarteeuw lang stuurde hij een paar keer per week
kopij naar de Nieuwe Rotterdamsche Courant.'
In een brief aan Emmanuel de Bom, die in het tijdschrift Dietsche Warande
en Belfort over Van de Woestijne's loopbaan als journalist had geschreven,
liet de dichter hem op 1 maart 1928 weten: 'Ik dank het aan u, dat ik journalist
ben geworden. En, in het geheim van mijn hart: het is op mijn journlisten
werk dat ik misschien nog het fierst ben.(...) Het heeft mij in het midden
van het leven geplaatst, gedwongen hard te werken, vlug te werken, opgewekt
te werken, zoals een echt mensch betaamt. Ik heb nogal veel boeken geschreven,
eenvoudig omdat ik twintig jaar en meer veel journalistiek werk
heb gemaakt. Anders zou ik mijn leven hebben verdroomd; ik zou het bij een
of twee bundeltjes hebben gelaten. Maar gij, beste vriend, gij hebt mij
in het volle leven gestampt, en geleerd te vechten, of althans, naar de
noodwendigheid het meêbracht, te handelen.'
Van Raemdonck wijst op het verrassende feit, dat de grote dichter trots
is op zijn broodschrijverij, 'terwijl ook nu nog bijna niemand hem als journalist
kent, de vijftien(!) dikke delen van het Verzameld journalistiek werk
ten spijt (ca. 10.000 bladzijden).'
In Vrij Nederland van deze week (24 juli, het nr. met Remco Campert
op het omslag) bespreekt H.M.van den Brink in zijn rubriek Oog om oog
het verschijnsel writers' block, 'een uitvinding uit de negentiende
eeuw, toen romantische dichters hun werk niet langer als een ambacht wensten
op te vatten, maar als een bezigheid die afhankelijk was van inspiratie.'
Waar de Fransen en de Duitsers niet eens een vertaling voor de term writer's
block hebben, blijkt in de Verenigde Staten het writer's block een hele
industrie te zijn, 'een onderdeel van het psycho-sociale complex. Je kunt
het studeren, je kunt er cursussen over geven, de psychiater heeft er therapieën
voor en pillen tegen, er zijn zelfhulpgroepen en communities op
internet maar ook commerciële sites over het thema. En natuurlijk
worden er boeken over geschreven.'
Nee, van writer's
block of midlife crisis nooit last gehad; misschien moet ik
me voorbereiden op de Opstand der Vijftig-plussers, waarover Bram Peper
vanochtend in de Volkskrant spreekt. En ben ik zelf al niet decennia
lang bezig met de mind-revolte, de rebellie tegen de verontrustende status
quo? Ozo! Dus even iets rechtgezet.
Een prentbriefkaart van Rudy Kousbroek bij de post: 'Vinkenoog (in VN) "Elburg,
Kousbroek, Kouwenaar en Andreus waren ouder..." e.v. Wat is dat voor
ouwemannenpraat? Ik ben jonger dan jullie allemaal! t.t. Rudy.
Je hebt volkomen gelijk, Rudy: je wordt dit jaar pas op de eerste november
vijfenzeventig. Ook nog zo nieuwsgierig naar wat de toekomst biedt? Groeten
aan Sara, gegroet vandaag iedereen. Vive la vie!
Donderdag 22 juli 2004
Gistermiddag uit een
siësta-slaapje gerukt door een telefoontje van KRO's Netwerk, een televisieprogramma.
Altijd even wakker schieten, maar het ging slechts om het adres van Remco
Campert. Ja zeg, dat is lang geleden dat bij mij werd aangeklopt voor de
telefoonnummers van zo ongeveer de hele wereld!
Dat was het geval in journalistieke dagen, en dan denk ik voornamelijk terug
aan de vijf jaren die ik bij en rond de Haagse Post doorbracht,
na mijn terugkeer uit Parijs: vanaf het voorjaar van 1957, tot eind 1961.
Toen had ik genoeg van het 'wij'-gevoel dat iedereen opdoet, die een tijdje
aan een vaste baan, een instelling of bureau verbonden is. Het is mij in
elk geval meerdere malen overkomen, dat ik van 'wij' terug moest naar het
ík, mezelf - dat was zeker zo toen ik mijn baan bij de UNESCO opzegde,
eind 1956. Mijn vrienden verklaarden me voor gek, het werk liet me genoeg
'vrije tijd' over, ik had een prachtig appartement, zeg maar penthouse-atelier
aan de Boulevard Garibaldi, vlakbij Montparnasse, het zag uit over heel
Parijs; bij wijze van spreken had ik er tot mijn pensioen kunnen blijven.
Maar ik verkoos de vrijheid, adieu Paris!
In Amsterdam werd natuurlijk
niet op mij gewacht; mijn moeder vond het leuk dat ik wat dichterbij kwam
te wonen, maar de gemeente had mij laten weten dat ik zelf voor huisvesting,
onderdak, een woning moest zorgen. Al mijn bezittingen (merendeels boeken
en papieren) zouden per vracht nagestuurd worden, ik nam een nachttrein
met slechts handbagage. Afscheid nam ik op het Gare du Nord van Han van
der Ploeg, aan wie ik mijn baan als Special Requests Documents Officer
bij de Publications & Documents-divisie van de UNESCOhad kunnen
overdragen; op de treeplank van de trein dronken we een fles cognac leeg.
In Amsterdam aangekomen,
waarom het verhaal niet nog eens verteld?, liet ik mijn tas of koffer in
het bagage-depot achter en stapte het Damrak op. (Mijn scooter had ik verkocht,
had ik nooit moeten doen, ik schafte er na korte tijd in Amsterdam dan ook
weer een aan, opnieuw een Lambretta, zaliger nagedachtenis). Uithangbord
'Woningbureau'. Ik stapte naar binnen, kreeg in ruil voor fl.50.- vijf adressen
om te bezoeken, en laat het bij de eerste raak! zijn.De familie
Meijer aan de Herengracht 292, die na een leven in de Horeca gezeten te
hebben, de bovenverdiepingen verhuurden en zelf de begane grond bewoonden,
toonde mij twee piepkleine kamertjes plus keuken-badkamer onder het dak,
en dat was ik dan ook, ruim twee jaar - midden in de grachtengordel, niet
ver van de Haagse Post aan de Nieuwezijds Voorburgwal, niet ver
ook van de uitgeverijen, en uiteraard het café Scheltema, waar journalisten
en medewerkers van de dag-en weekbladen die in de omgeving gemaakt werden,
regelmatig hun toevlucht zochten.
Het Parool, Trouw en De Telegraaf zaten nog onder
éen dak, het Algemeen Handelsblad, de Volkskrant,
dagblad De Tijd en Het Vrije Volk waren in de omgeving
gevestigd.
Bij Scheltema sprak
ik ook Hans Gabriëls aan, die ik al kende van voor mijn vertrek naar
Parijs, met de vraag of er bij de Haagse Post, waar hij redactiechef
was, voor mij niets te doen viel. Hij dacht van niet, maar een paar dagen
later nodigde hij me toch uit mevrouw Sylvia Brandts Buys te ontmoeten,
die namens G.B.J.Hiltermann, in naam Hoofdredacteur, het bewind over het
weekblad voerde. En welk bewind! haastte hij zich er met een uitroepteken
aan toe te voegen. Niet voor hier het hoe en waarom. John Jansen van Galen
en Hendrik Spiering publiceerden in 1993 bij Nijgh & Van Ditmar het
boek Rare jaren. Nederland en de Haagse Post 1914-1990, waarin
het een en ander opgerakeld wordt. Mijn exemplaar draagt een opdracht van
John JvG: Aan Simon V, steunpilaar uit Gouden Jaren. Zo mag ik het horen,
en ja toen ik eenmaal bij de Haagse Post van los medewerker, vast
medewerker, voor halve dagen, de halve week, en tenslotte totaal redacteur
geworden was (en coverstories schreef, over Mulisch, Claus, Tajiri, Appel),
wat mensen binnenboord gehaald had (Armando, Sleutelaar, Kousbroek) en samenwerkte
met een fotograaf als Eddy Posthuma de Boer en een mentor als Jan Vrijman:
het waren inderdaad gouden jaren, waaraan ik met genoegen terug denk.
Maar de telefoonnummers
van toen ben ik vergeten, lieve mensen, ik ben geen switchboard meer en
Remco Campert staat gewoon in het Amsterdamse telefoonboek. En wie wenst
Remco, die de 28e juli vijfenzeventig wordt, geen lang leven toe, gezond
en gelukkiog? Ik wel; van harte, mede namens Edith!
Het loopt tegen enen, mooi weer - op naar het Buikslotermeerplein en de
Tuin. Gegroet, van Kreeft tot Leeuw en verder, de hele dierenwereld rond.
Woensdag 21 juli 2004
Even geen zin in denkers. Geen behoefte
aan verslaggevers. Geen dwang tot schrijven. Geen minuut te verliezen. Never
a dull moment, maar sommige zijn leeg en voelen er niets voor om gevuld te
worden. Het kijken neemt over. Wat zie je? Wat zie je gebeuren? Hoe sta je
tegenover het onomstotelijke feit van je eindigheid? Waar is het inzicht gaan
toenemen? Hoe weet je wat je aan het doen bent? Over welk inzicht heb je het?
De impliciete orde? The Void, is dat 'm?
Soms is het bittere noodzaak afstand te nemen. Mentaal vasten. Geen ascese,
wel ascese. Voor wie of wat? Haast je langzaam, traag trekt de onthaasting
door je leden. Je wilde iets doen, maar wat ook weer? Hoe kwam je erbij, hoe
kom je ervan af? Wie zou het raaskallen hebben uitgevonden? Waar begint de
humbug? Wat een aanstellerij!
Kun je zomaar voor je uit meedenken met je vingers, zonder dat je iets weet
te verzinnen om aan te denken? Uit hoeveel vragen bestaat het enig echte antwoord?.
Is er nog een speld tussen te krijgen, waar zoek je de speld in de hooiberg?
Welke hooiberg? Kun je nog door het oog van de naald? De hoorn des overvloeds
is in reparatie; druppelsgewijze stromen de vruchtensappen je toe - groene
appelsap uit Oostenrijk, perziken van Danone, het eerste stickie van de dag,
de tweede kop koffie, waar beginnen met opruiming, welke ruimte sla je open
om het gat weer te dichten?
Welk gat? Waar heb je het over? Doet de grote leegte pijn, wie zit je op de
hielen, zei je?
Mag het een keer (bijna smekend) nergens over gaan?
Dan zijn we nu mooi bezig.
Mij wachten andere nadenkers: Huxley, Het Boek (een openingsgedicht) en het
verhaal van de stoofaal. Allemaal zelf ja gezegd, en wie ahaha of Ja of A
zegt, mag daar best even al het andere voor laten schieten. Deze aflevering
van Kersvers komt dus uit een leeggehaald hoekje, waar nog net plaats
voor was. Prettige dag verder; de ochtend is nog vroeg. Dikke doei. Simon
- treuzelweer buiten. Toch nog dag plukken; zie je wel?
Dinsdag 20 juli 2004
Wakker word ik met
de gedachte: ik ga me te buiten. Wat zou 'ik' bedoelen? 'Ik' ben het helemaal
niet van plan, ik blijf lekker lang op bed liggen, nadat ik hier (heerlijk:
hier is Overal) tot vannacht twee uur aan het verslag van ons bezoek aan
Gent en Antwerpen had zitten schrijven, en ik Edith moest wakker maken om
de Kersvers-tekst met de mij nog niet vertrouwde handgrepen metterdaad op
het scherm te brengen. Het regende trouwens, wat zou ik buiten te zoeken
hebben?
'Wat schrijft u vaak op uw webstek over het weer!'deelde een van de interviewsters
mij gisteren mee.. Ja, natuurlijk en vanzelfsprekend: sinds de eerste schrijfproeven
met Kersvers heb ik hier al vaker verteld dat Edith en ik in de
afgelopen veertien jaar al vanaf mei in onze 400-m2 tuin in een lommerrijk
deel van Amsterdam, Over het IJ, in Amsterdam-Noord wonen, waar wij permanent
verblijven tot eind september, vlakbij het Tuindorp Nieuwendam waar ik mijn
eerste herinneringen heb liggen (voor het oprapen). Dit jaar is dat niet
het geval, en 'het weer' heeft daar mede mee te maken: ooit zo'n slecht
begin van de zomer gezien, waarin zo weinig zonne-uren ons konden verblijden?
Heeft dat met de klimatologische veranderingen te maken, waarvoor velen
zo (terecht, denk ik) beducht zijn? Uiteraard komen wij op de tuin (slechts
tien minuten per auto daarvan verwijderd) zo vaak wij kunnen en willen en
er is ook genoeg te doen, maar dat manifesteert zich in verhevigder mate
ook hier, waar ik een voor mij baanbrekend nieuw begin maak: DIT.
Waaraan zou ik mij te buiten gaan? Ja, als ik over de nodige pecunia beschikte,
zou ik aan elk van de aangegeven links ettelijke pagina's tekst en beeld
willen toevoegen, maar ijzer valt hier niet met handen te breken - wat gebeurt,
gebeurt mondjesmaat. Zo komt er in de DvD-link (gedichten mede in mijn hoedanigheid
als ad interim-functionerende Dichter des Vaderlands
geschreven) het gedicht Dingtaal te staan, geschreven voor
het maandblad Onze Taal. 'Maandelijks ruimen we een plaats in voor
gedichten, speciaal voor Onze Taal geschreven poëzie over
taal en alles wat daarmee samenhangt. Dit keer een gedicht van Simon Vinkenoog
(1928), Dichter des Vaderlands ad interim. Zijn jongste bundel, Goede
raad is vuur, verscheen eerder dit jaar bij uitgeverij Passage.'
En ook voor de link bloemlezing heb ik nog ettelijke gedichten in petto,
maar het tikken daarvan kan ik niet overdragen aan een ICT-er in een laagloonland;
ik moet het zelf allemaal (gratis) doen. Dat is overigens het allerleukste
aan dit vak, dit beroep, deze stiel, dit métier, deze broodwinning:
je moet het allemaal zelf doen en uitvinden. Waar haalt u uw inspiratie
vandaan? Uit de ganse kosmos, mijn kind. Af en toe een woord bekijken, binnenstebuiten
keren of gewoon omkeren: dan zijn reuzen zeuren, die pielen, sappelen en
frunniken. Het scrabble-spel inspireert, de televisie, de krant, ik lees
het woord internet-columnist en dan denk je, kijk, zover heb ik het ook
al geschopt! Overal theater, overal gemengde berichten, actualiteiten, eeuwige
momenten die hervertaald willen worden, verrast zijn en blijven.
Ik neem een deel uit de Literary Pit Stop ter hand, het in 1974
bij Links Books in New York en Londen verschenen The Hog Farm and Friends
by Wavy Gravy, as told to Hugh Romney and Vice Versa, met een Foreword
by Ken Kesey. Het boek heeft een opdracht To Furthur, dus
we zijn weer thuis. On the bus, zoals dat heet: Furthur was de naam van
de oude schoolbus waarmee Kesey en zijn Merry Pranksters onstuimige tochten
door de V.S. van Amerika maakten, hilarisch beschreven in Tom Wolfe's in
1968 verschenen boek the electric kool-aid acid test, dat in 1971
in het Nederlands DE TRIP zou heten (Bert Bakker nv, toen nog Den Haag).
Wavy Gravy is ongetwijfeld een van de geestigste en meest spirituele mensen,
die ik ooit ontmoet heb. Als initiator van The Hog Farm, die een
rose varkentje als mascotte met zich meevoerden ("Pig for President!")
verrichtte hij hand-en spandiensten op feestjes en partijen, be-ins
en popconcerten. In de film over Woodstock is te zien, hoe hij zich in zijn
clownscostuum in de menigte stort om een geflipt iemand weer tot z'n positieven
te brengen. De chill-out en cool-down ruimtes bestonden
nog niet in die tijd, waren nog niet modieus en comme il faut geworden.
Als mede-dienaar van de Universal Life Church nodigde Hugh Romney,
die zich Wavy Gravy noemde, mensen ooit uit, met een pamflet Come and
suck the Light! voor een séance met n2o, laughing gas, lachgas.
Waarover ooit meer; Ken Kesey initieerde het gebruik ervan in Amsterdam,
door zich telefonisch voor te doen als geoloog, die een demonstratie moest
geven, om vervolgens een reuzefles bij Hoek & Loos te gaan halen.
Uit de oude doos. Ik ga me te buiten, buiten de perken, op het gras lopen,
het is heerlijk weer geworden, vertelt Edith, zojuist teruggekeerd van het
boodschappen doen, en zij zet de ramen wijd open. Help, ik ga me te buiten
- ik ben niet meer te stuiten - pijn in mijn kuiten - ik ga deze regels
besluiten met het serendipiteitsfeit van de dag: ik pak het langwerpige
boek van Wavy Gravy op om het een eigen plaats te geven, blader het door,
zie een interessante uitspraak van Nikos Kazantzakis, en merk tot mijn niet
geringe verbazing, dat ik het boek 20 juli 1974 heb aangeschaft, vandaag
precies dertig jaar geleden!
En nu nog even 'Kazantzakis' three prayers for three kinds of people:
1. I am a bow in Thy hands, Lord. Please bend me or I shall rot.
2. I am a bow in Thy hands, Lord. Bend me but please do not break me.
3. I am a bow in Thy hands, Lord. Bend me and who cares if I break.'
Zo, meer dan genoeg voor vandaag (eerlijk gezegd, zou ik kunnen blijven
schrijven, maar ik moet niet overdrijven). Quo vadis?!
Maandag 19 juli 2004 - nachteditie.
Het mooie van het Woord
richten tot mensen is het Onverwachte ervan; je zit op een caféterras
aan de zijkant van een steeds voller wordend plein, waar een hoog podium
is opgetrokken, tegen de kerk aan. Mensen zitten daar breeduit aan tafeltjes
en stoeltjes, luisterend en kijkend naar wat zich voor hen op het toneel
afspeelt. Daaromheen de staanden en de voorbijgaanden: een voortdurende
stroom. Je bent op de Gentse feesten, er zijn 150.000 aardige mensen op
de been, je zit rustig en gelukkig met je vrouw en vrienden op dat caféterrasje
van organisator Trefpunt v.z.w. (vereniging zonder winstoogmerk,
moet ik medelanders wel eens uitleggen).
Je zit, zogezegd, tussen de coulissen. Je staat op het programma, je bent
uitgenodigd door Trefpunt/Poéziecentrum, dank alsnog, je weet op
te treden na Kamagurka & 3 muzikanten- eerder die avond had je naar
de Brusselse wereldburger Geert van Istendael geluisterd wiens Gesproken
Woord vakkundig en swingend begeleid werd door Dirk Van Esbroeck en kompanen,
die Geerts filippica De Taalmachine 'een muziekmaatpak' gaven -
in de termen van het ruim uitgemeten programmablad, 56 pagina's (Focus Special
Promotionele Bijlage).
Je hebt ook vernomen dat de officieuze Gentse stadsdichter Coenraed de Waele,
die het programma 'Poëzie op het podium' zou presenteren, en ook zelf
zou optreden ('al jarenlang met de Arteveldestad verbonden. Als schrijver
heeft hij immers meer dan wie ook Gent beschreven, bezongen en beklaagd')
ingestort was, zozo, jaja, en zijn plaats zou worden ingenomen door niemand
anders dan Guido Lauwaert.
Nou, de Firma Binnenpret trad onmiddellijk in werking, en de sans rancuneuze
in mij werd meteen wakker, en ik stapte op hem af toen ik hem zag komen
aanschuifelen; een echte Céline-shuffle in zijn Colombo-regenjas.
Peace of Mind Prevails; ik kon het uiteraard niet nalaten toespelingen te
maken op situaties die etc.; wij lachten wat af, met van mijn kant herinneringen
aan de catacomben van de Nachten van de Poëzie van dat lugubere sportpaleis,
Vorst geheten, dacht ik, in Brussel. Of de luttele dagen dat hij het desastreuze
plan had een hotel voor kunstenaars te maken van zijn drie verdiepingen
tellende huis aan de Vlaanderenlaan. Of? En? Kortom; presenteren doet hij
goed en ik kon in elk geval merken dat de geluidsinstallatie goed was; duidelijk
verstaanbaar.
Het enige dat je weet,
volgens het programmaboekje, dat Aansluitend poëzie met Simon Vinkenoog
volgt. Heerlijk summier, een twintig woorden, korter kan niet, zij het dat
achter de DdV niet a.i. staat, maar daar was blijkbaar geen plaats voor.
Om 23u stond El Camino de Santiago op het programma; die muzikale-video-pelgrimage
moest uiteraard ook op tijd vertrekken. Dan is het zover; je hebt drie boekjes
bij je, je wacht op de laatste uithalen van wat Kamagurka doet, rock 'n
roll van de zuiverste soort; ik moest aan Jim Morrison denken, maar diens
teksten gingen tenminste nog ergens over, en K. staat bekend als absurdist.
Zet je schrap, het propgrammaboekje spreekt van geschift & gehavend.
Een meezinger blijkt: 'Ik ben zo alleen zonder mij / Zonder mezelf toch
zo alleen / Ooit was ik nochtans met één / Maar ik ging weg
/ Ik verdween.'
En dan sta je daar, op jouw verzoek is daar een tafeltje neergezet, daar
staat een microfoon; Guido zegt wat aardige dingen, ik kom erbij als hij
verklapt dat ik 76 jaar ben geworden; nee, zeg ik - vier keer negentien,
en hij verdwijnt achter het doek, dat met de wind en mij meewelft.
Daar sta je. Wat zeg je. Hoe begin je. Altijd anders. Voldongen feit. Je
hebt dan wel die drie, vier of vijf gedichten bij je, die je wilt voorlezen,
maar voordat het zover is dat je ze van het papier laat opvliegen, moet
er iets gebeuren. Je mag zomaar het Woord nemen, en wat je wilt is loud
and clear. Achteraf weet je het niet meer; oor in oor uit. Even kan het
waar worden wat de dichter Tristan Tzara vaststelde: La pensée se
fait dans la bouche, en natuurlijk wil ik even onthullen dat ik de stad
Gent al vijftig jaar ken, toen Hugo Claus en ik vanuit Parijs, waar wij
beiden woonden, een bezoek brachten aan zijn vrienden in België en
de mijne in Nederland. Jan Walravens. Jan Cox . Roger Raveel. Louis-Paul
Boon. Nee, aan die name-dropping deed ik niet, noch vertelde ik over de
eerste keer dat ik een van de mooiste schilderijen zag die ik ken, Van Eijks
Aanbidding van het Lam Gods in de Sint-Baafskathedraal (waarop
wij uitkeken vanuit het Ibis-hotel), nog op de echte, oude plaats, in een
zijkapel. Nu hangt er een armzalige kleurenreproductie; ik heb het altaarstuk
met zijn beide zijpanelen, aan beide kanten beschilderd, naderhand nog wel
eens in een glazen omlijsting aldaar gezien, maar die trof ik nu niet aan.
Ik heb niemand gevraagd, waar het nu is.
Het mooiste is die grote leegte, waaruit het woord voluit naar buiten kan
komen. Je weet dat je daar staat, je strooit dichterlijke vrijheden rond,
met een verwijzing naar de rebelse volkszanger Walter De Buck, die in 1970
de nieuwe Gentse Feesten op het Sint-Jacobsplein opstartte. 'Tot l980 was
Sint-Jacobs het feestende eiland in een verlaten stad. Na 1980 zwermden
de feesten uit over de hele binnenstad. Vandaag zijn de Gentse Feesten uitgegroeid
tot het grootste gratis culturele volksfeest van Europa, met meer dan 1,5
miljoen bezoekers per jaar.' Einde citaat; ik sta daar nog steeds in mijn
eentje, K. is immers verdwenen.
Ja, ook ik rebelleer ik fulmineer ik ga te keer ik verteer en interpreteer,
en daar komen die o zo ware regels van Paul van Ostayen naar voren: Kunst
is liefde in elke daad. En de daad bij het woord voegend, komen de woorden
vanzelf. En ik weet het, het staat in de groeven van een grammofoonplaatje
uit 196l: 'Mijn stem mag met mij een heel leven mee.' En zo is dat, in stilte
tellend mijn zegeningen.
Rustige avond, ik kijk op dit weekend terug. We wilden al vroeg in Gent
zijn, vroeg genoeg om de stad te verkennen voordat ik Bij Sint Jacob 18
verwacht werd. Met tramlijn 1 tot zover als we konden, en het eerste wat
we zagen waren kleine dansende kinderen; dat begon dus goed. 'If the Tribe
refuses to dance,/the Poet can only worry, watch and warn.' En wat mocht
ons staan te gebeuren, toen we op het Gouden Leeuwplein aan een buitenterras
gezeten (het regende niet meer) onszelf vergastten op oesters en mosselen?
Een straattheatergezelschap mengde zich in de menigte voor ons, vreemde
ijzeren karkassen van nog net niet gerecycled materiaal, boten op wielen
met zeilen van postzakken, bemand door éen Beckettiaanse figuur,
toeters, vreemde geluiden - en wie ontwaarden we? Warner & Consorten,
met Warner van Wely, de grondlegger van de Dogtroep, van welk nomadisch
locatietheatergezelschap mijn vrouw Edith zakelijk leider was, toen ik haar
in 1987 leerde kennen. Het straattheater verplaatste zich naar een tribune
tegen de Belfort, Edith had zich even laten zien, Warner gaf haar een professionele
knipoog ter herkenning en zij keerde weer naar de mosselen terug.
Wat was de Graslei mooi, later die avond, zoveel terrassen, bootjes, verlichte
gevels, sluizen vol bier uiteraard, overal muziek, gelach: een andere wereld,
een Tijdelijke Autonome Zone. In een andere, eveneens rijk geïllustreerde
brochure, free-time vzw Gentse feesten 2004, 42 blz., trof ik weer
een heel ander programma aan, bevattende kinderfestival, circus, humorfestival,
theater, muziek, wandelingen en tentoonstellingen, dans en varia. Laat mij
verklappen dat in de Gruuthusekelder van het Novotel, a.s. donderdag 22
juli, om l6u (euro 3,50) in de reeks Van Stoel tot Stoel, Gentse vertellingen,
'Jan Hoet vertelt vanuit zijn liefde voor Gent en het effect op zijn stad
van kunstprojecten, zoals Chambres d'Amis en Over the Edges.'
Nog wat nuttige websites voor mensen die voor de 27ste juli een kijkje in
Gent zouden willen nemen:
http://www.trefpuntvzw.be, http://www.exces.be, http://www.tendaysoff.be,
en http://www.cruise-control.be
In Antwerpen wachtte ons Sara Weyns, die als artistiek projectcoördinator
van Antwerpen Open vzw haar bijdrage levert aan het ambitieuze Antwerp
World Book Capital 2004 (ABC 2004), dat in mei jl.van start ging. Zesentwintig
schrijvers (merendeels Nederlanders en Vlamingen) zijn gevraagd samen met
een beeldend kunstenaar een project rond een letter uit het alfabet te bedenken,
dat in Antwerpen kan worden uitgevoerd.
Van elk boek verschijnt een Cahier, rondom het project; de A, de B en de
C. zijn al verschenen, ik signeerde de eerste vijftig exemplaren van het
Q-Cahier, waaraan ik de afgelopen maanden met het ontwerpersduo Hans Weyers
& Klaas Borms gewerkt heb. Sara zette ons neer aan een tafel op het
zonnig, parasol-overhuifd terras van het Zuiderterras aan de boorden van
de Schelde, alwaar ik in verband met de openstelling van het project aanstaande
zaterdag, met een hapje en een drankje drie interviews achtereen gaf, voor
de Gazet van Antwerpen (én Het Belang van Limburg,
werd gestipuleerd), De Standaard en De Morgen - voorwaar
een marktspreiding van jewelste - ik hoop niet drie keer hetzelfde verhaal
te hebben verteld; dat krijgen we dus te lezen.
We bleken te zijn ontkomen aan een bommelding op Antwerpen Centraal; maar
goed dat we Antwerpen Berchem hadden gekozen, vanwaar treinen naar Nederland
direct vertrekken, tijdens de verbouwing van het Centraal. En ja, ik heb
geen krant ingezien vanavond, geen televisie gekeken; ik wou dit verhaal
kwijt: ik ben blij met mijn vrienden in Vlaanderen en ik neem aan dat het
plezier wederzijds is. En over het ABC-project zal ik nog wel komen te schrijven;
daarover heb ik in de Nederlandse pers nauwelijks iets gelezen - die heeft
voor het verre buitenland meer oog dan voor het o zo wonderschone vlakbij.
Leve de Lage Landen en onze gemeenschappelijke Taal. Simon V.
Zaterdag /zondag 17/18 juli 2004
Noodweer buiten; ik
voelde het aankomen, de lucht betrok, het liep tegen zessen. We hadden een
heerlijke dag op de tuin doorgebracht, waar zo vele kleuren het netvlies
beroeren dat een regenboog niet voldoende is ze te omschrijven. Met buurman
Bill onder ons dichte wijnbladerdak gekeuveld over ons kortstondig verblijf
tussen de voetbaldeskundologen in Portugal, de aanstaande verjaardag van
zijn geliefde, in het tuinpark te vieren; wij overpeinsden het begrip 'avant-garde
en hij liet mij zijn tuin zien, die ik in jaren niet betreden had. Opnieuw
een lusthof. Bill tekende de witte tegel voor ons raam, met de tekst GOD
is een tuin.
Ons leven, en dat van anderen die ik ken of over wie ik hoor, is ingrijpend
veranderd vanaf het moment dat wij een tuin, een miniem deel van Moeder
Aarde, tot onze beschikking kregen. Misschien is dit niet het geval bij
degenen, die in een huis met tuin hun jeugdjaren doorbrachten; ik spreek
hier over Ons Soort Stedelingen, van wie Frederik van Eeden eens gezegd
heeft: "Stadsbewoners die de natuur niet kennen, leven maar half ."
Waar of niet: de wisseling der seizoenen waarmee wij zo vertrouwd waren
geraakt - ieder jaar half mei verhuizing naar de tuin, alwaar permanent
verblijf tot eind september - dit ritme (rhytme) is dit jaar doorbroken.
Op dit moment flitsen bliksemschichten mijn rechteroog langs en putten in
de straat kunnen het water niet aan; er vormen zich plassen. De donderslagen
ebben weg, rommelen nog wat na: het geluid ervan, kisten die in het luchtruim
in elkaar gesmeten worden doen mij, lieve kinderen, nog altijd denken aan
het geluid van luchtafweergeschut in de oorlogsjaren. Het mortiervuur drijft
even voorbij, auto's sissen hun baan, vreemd oplichtend avondlicht tegen
grijze wolkendekens.
Vanmiddag schreef ik (het geknetter vangt weer aan):
"Wat een prachtige zonnige dag. Als elke zaterdag in het seizoen heeft
Edith in het winkeltje van de tuin haar algemeen-werk-plicht te vervullen
tussen een en twee uur: de brombeer Henk B assisteren bij de verkoop van
potgrond, pootaarde, koemest, bamboestokken, gasflessen, en wat nog meer
Te Koop is. Miniminituincentrum, dus. Zij doet dat overigens met haar gebruikelijke
enthousiasme en overgave, en komt daarna op onze tuin terug met de laatste
Padpraat, de basic banalities van de grapevine. Na de regenbuien van de
afgelopen dagen zijn alle kleuren chemisch gereinigd, en de oorspronkelijke
geuren zoals je die kent uit je jeugd, zijn er weer. Zeker na ons eerdere
bezoek aan de markt op het Mosveld, waar ik Edith vergezelde, die een Bob
de Bouwer-outfitje wilde aanschaffen voor het jarige neefje Victor (petje
en zwembroek); een bij tweejarigen blijkbaar populaire televisiepersoonlijkheid,
van wiens bestaan ik overigens niet op de hoogte was.
Wat een frisse geuren, vers fruit, groenten, meloenen een halve kist vol,
wat een overdaad en weldadig sfeertje. Max terras was propvol etende en
drinkende mensen: pais en vree." Voel met me mee
Over verschillende opvattingen in het nummer van Parmentier, gewijd
aan dichtkunst op het podium (zie Kersvers van gisteren; ik ben uitgelezen)
zou ik diverse eigen meningen kunnen ventileren, maar windstoten buiten
(acht uur Journaal buitenwereld) van honderd km/u, stilgelegd vliegverkeer
Schiphol, weerhouden mij nu daarvan. Teveel kippenvoer (shop talk) over
'authentiek' en 'avantgarde' - alsof sinds WO2 niet alle structuren,
systemen en ideologieën voorgoed uitgebannen zijn. Nu = Nu, et tout
ce qui suit. Morgen (zondag) in elk geval zo vroeg mogelijk op weg naar
de Gentse feesten, alwaar ik des avonds optreed, na een voorstelling van
Kamagurka nota bene. Het Groot Podium bij de St-Jacobs, ik was er eerder,
maakte een enorme ruzie tussen Jules Deelder en Guido Lauwaert mee - en
hoe vaak was ik niet, buiten de feesten om, op bezoek bij mijn vriend Noud
van den Eerenbeemd, die niet meer onder ons is.
Maar wat de Gentse feesten te bieden hebben; Het Parool vandaag
in een overzicht van Feesten in Europa: "Een groter volksfeest dan
de Gentse feesten bestaat in België niet. En dat zegt wel iets. Tien
dagen lang is deze toch al buitengewoon gezellige stad één
groot terras, volgepakt met mensen. Met overal veel muziek, bier, braadworst
en frieten. Om van dat imago af te komen, groeit nog elk jaar het gehalte
kunst en cultuur. Want dat is er ook volop te vinden. Informatie http://www.gentsefeesten.be."
En worden dan ook verschaft in de Agenda van het Cultureel Supplement van
NRC Handelsblad. "Van 17 t/m 26 juli beheersen de Feesten Gent.
Wie, desgewenst tot diep in de nacht, op een terrasje gaat zitten kan de
hele wereld zien langskomen, inclusief onderdelen van de hoog aangeschreven
internationale straat- en marionettenfestivals. Op de Vrijdagmarkt is een
kermis, op ongeveer alle straathoeken in het centrum wordt muziek gemaakt.
Vanaf 21 juli gaat het vuurwerk vergezeld van live muziek van de Gentse
componisten Rik Verstrepen en Frank Nuyts. Het festival voor elektronische
muziek 10 Days Off brengt voor de tiende keer op diverse locaties
het beste uit de drum & bass-scene, electro, house, jaren '80 rock,
lounge, techno, funk en disco." Zelfde webstekvermelding, alsmede 0032
92694600. Wel zo cultureel!
Zelf hoop ik het Poëziecentrum in zijn nieuwe behuizing te bezoeken.
Samenwerking is er met het Muziek- en Theatercafé Trefpunt, op de
gevel waarvan een 'krachtige oneliner' van Lucebert is vereeuwigd: "Alles
van waarde is weerloos." Info http://www.poeziecentrum.be.
Poëzie, proza en muziek staan ook op het programma van de Honest Arts
Movement; zij voegt iedere middag van 2 tot 5 uur Ham-Accenten aan de feesten
toe, in het Stadhuis, gelijkvloers op de Botermarkt, toegang gratis.
Maandag l9: Willy Verhegghe, woensdag 2l Julien Vangansbeke, donderdag 22
Marcel van Maele, vrijdag 23 Patricia Lasoen, zaterdag 24 Bart Vonck met
vertalingen van Pablo Neruda, zondag 25 Willem M. Roggeman - dit wat betreft
de Dichtkunst, die mij na aan mijn hart ligt.
Zo na als het leven zelf, dat ik graag met geliefde, kinderen, verwanten,
vrienden en (on)bekenden deel. The eye-to-eye show. The people-show. All
around you: people come & people go. Daarover meer, veel meer, D.V.
Dit was een weekendeditie. Prettig weekeinde&begin: heb er zin in! Simon
V. 21u05.
Vrijdag 16 juli 2004
Een dossier Podium
& Papier beslaat een derde van de 120 pagina's, die het tweede
nummer van de dertiende jaargang van Parmentier biedt, juni 2004,
Ad Limina. 8 Euro, jaarabt.4 nrs 25 Euro: redactiesecretariaat,
postbus 1084, 6501 BB Nijmegen, info@hetwildeoosten.nl en http://www.hetwildeoosten.nl
en 06 48956623, ISSN 0924-1779, de streepjescode bespaar ik u.
Podium & Papier: dat wil zeggen dat aandacht wordt besteed aan de orale
dichtkunst, voornamelijk aan het fenomeen van de podiumdichter, de Poetry
Slam en de wijze waarop daar in de Nederlandse Republiek der Letteren
op wordt gereageerd. Het dossier vangt aan met een dubbelinterview door
Hanz Mirck en Floor van Renssen met Sven Ariaans, Landskampioen-Slamdichter
2004.
De Parmentier-interviewers melden: 'Festina' werd geboren in l998, toen
Gerard Beentjes door de Winston-wedstrijden op het idee werd gebracht om
Nederlandstalige poëziewedstrijden te gaan organiseren in Festina Lente.
Nog steeds spreekt men daarom in plaats van Poetry Slam ook wel van 'poëzieslag.'
Een tweede verandering van het oorspronkelijke concept was dat de winnaar
van de poëzieslag gekozen werd door een deskundige jury. In 1998 vond
de eerste 'Grande Finale' in Festina Lente plaats. Sven Ariaans won deze
finale, wat hem prompt een vaste juryplaats opleverde. Een taak waarvan
hij zich tot op de dag van vandaag met verve kwijt. In de eerste jaren oogstte
de wedstrijd wisselend succes. Het grote enthousiasme zag men niet terugkeren
in de bezoekersaantallen. Het gebrek aan animo maakte zelfs dat de organisatie
in 2001 serieus overweeg om de poëzieslagen te staken.'Volgens het
Parmentier-duo Mirck & Van Renssen moest het echte werk nog beginnen,
'zoals bleek toen de Wintertuin uit Nijmegen in 2001 haar Poetry Slam-concept
lanceerde. Deze slamwedstrijden, die in verschillende steden in het land
gehouden worden, gevolgd door een jaarlijkse landelijke finale in Nijmegen,
zijn in tegenstelling tot de slams in Festina Lente, geheel opgebouwd volgens
het Amerikaanse idee (iedere deelnemer krijgt 3 x 3 minuten de tijd om te
slammen en de winnaar wordt uitsluitend bepaald door het publiek via de
'applausmeter'). De radicale opzet bracht een grote mediahype op gang. Overal
in het land werd zelf het initiatief genomen om maandelijkse slams te organiseren.
Een enorm nieuw publiek werd aangeboord. Daardoor zag ook Festina de belangstelling
voor haar activiteiten toenemen. Sinds het succes dat de Wintertuin op gang
bracht zit het café bij iedere maandelijkse poëzieslag afgeladen
vol.'
Tuttut. Nouja. Gottegot. Pufpuf. Ja, de eerste dinsdag van de maand september
gaat het seizoen 2004-2005 weer van start, met in de jury Ike Cialona, redactrice
van het literaire tijdschrift
De Tweede Ronde, Sven Ariaans - maandelijkse juryverslagen op http://www.hotel-boekenlust.nl
- en ondergetekende, ook al weer zo'n zes jaar jurylid - ik heb heel
veel dichters langs zien trekken, veel wouldbe ook, candlelight, maar er
vindt een voortdurende selectie plaats, nieuwskomers en de huisdichters,
van wie er meerdere zijn doorgestoten: Erik Jan Harmens, Tjitske Jansen,
Maarten Das en Bernard Wesseling, die dit jaar een mooi romandebuut maakte
bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar: De Favoriet.
Wij mogen Felix von Schmidt, eigenaar van het voortreffelijke eetcafé
Festina Lente aan de Amsterdamse Looiersgracht dankbaar zijn voor de sfeer
die hij en zijn medewerk(st)ers telkenmale weten te creëren; tijdens
de voorleesrondes, van 3, 4 en 5 minuten, is het publiek muisstil, aandachtig
luisterend, een en al oor; mijn liefje, wat wil je nog meer.
Sven Ariaans legt uit dat de uitslag van een deskundige jury meer literaire
waarde krijgt. 'Het gaat niet slechts om de populariteit, gemeten door de
matig betrouwbare applausmeter, maar om een weloverwogen oordeel van een
deskundige jury. Het gevaar van Poetry Slam is dat het uit zichzelf de neiging
heeft een vergaarbak te worden van mislukte cabaretiers en stand-up comedians.'
Op de maandelijkse bijeenkomsten wordt ook een publieksprijs uitgereikt;
door middel van stembriefjes kan het publiek zijn favoriet kiezen; de maandwinnaars
treffen elkaar voor een Grande Finale - er is een zomerreces, dus Parmentier,
niet 12 keer per jaar. 'Het mooie is', meent Sven A, 'dat je de dichters
vaak door het jaar of de jaren heen ziet groeien. De competitie wordt een
leerschool in voordrachtskunst. Het wedstrijdelement prikkelt om jezelf
te verbeteren, het maakt mensen bewust van hun talenten en mogelijkheden.'
En zo is dat. Nu ga ik voor mezelf verder lezen; en mijn bezoekers laat
ik achter met de belangrijke les te trekken uit Johan Huizinga's Homo
Ludens, het vaker door mij aangehaalde
zevende hoofdstuk Spel en Poëzie; met daaraan gekoppeld Ezra Pound's
opdracht: Make It New
De rest is literatuur!
"De poëzie is in elke bloeiende, levende beschaving, en bovenal
in de archaïsche culturen, een vitale functie, een sociale en liturgische
functie. Iedere oude dichtkunst is al te zamen en tegelijkertijd cultus,
feestvermaak, kunstvaardigheid, proefstuk- of raadselopgave, wijze leering,
overreding, betoovering, waarzegging, profetie, wedkamp."J.Huizinga:
Homo Ludens. Proeve eener bepaling van het spel-element der cultuur.
l952, vierde druk, Tjeenk Willink, Haarlem, blz.122. Op naar de bloeiende,
levende beschaving. Laat duizend dichters bloeien! Een goedendag toegewenst,
Simon V. l4u25.
Donderdag 15 juli 2004
Twee trips naar België
in het vooruitzicht: aanstaande zondag 18 juli hoop ik des avonds laat op
te treden voor Trefpunt vzw, Bij Sint Jacobs l8 in Gent. Ha, de Gentse feesten
- daar heb ik goede herinneringen aan.
De 24e juli wordt om l4u bij het EHA (Het Ecohuis Antwerpen) aan de Turnhoutsebaan
l39, 2140 Borgerhout een van de poëzie-installaties gepresenteerd,
ontworpen door Hans Weyers en Klaas Borms en Simon Vinkenoog, gewijd aan
de letter Q. Het tweede deel van de installatie bevindt zich in de Sint-Anna(voetgangers-fiets)tunnel
onder de Schelde. Een bus verbindt de twee locaties in de loop van de middag.
Met plezier daaraan gewerkt/gespeeld met de idee en de uitvoering daarvan.
Een cahier legt de samenwerking vast; het vierde deel van het wereldboek
van ABC 2004 - cahiers A, B en C zijn al verschenen. Deze geheimtaal kan
ik verder hier niet uiteenzetten; houd mij ten goede. ABC2004 is gevestigd
Wapper 2, 2000 Antwerpen, http://www.abc2004.be.
Donderdag 29 juli is de eerste avond van het jaarlijkse Landjuweel in Ruigoord,
de enig echte gathering of the tribes, stamping grounds voor entheogene
feestvierders.
Het jaarlijkse poëzietuinfeest in Deventer vindt zaterdag 31 juli van
l6u tot middernacht plaats, met voordrachten in Klooster, Archieftuin, Athenaeumtuin,
Iordenstuin, Fieveztuin en de Theaterzaal van de organisatrice Stichting
Theater Bouwkunde, Klooster 2-4, 74ll NH Deventer, www.theaterbouwkunde.nl.
Ik tel zo'n veertig dichters, die ieder op drie verschillende plekken van
zich zullen laten horen. De dag erop wordt de jaarlijkse antiquarische boekenmarkt
langs de IJsselkade gehouden, zo'n vijf kilometer lang - naar men zegt de
grootste van Europa.
Zaterdag 14 augustus vindt mij, D.V., in Fort de Hel, in Willemsstad. Kaarten
te koop aan de Poorten van de Hel. Dichter bij de Hel 2004 brengt optredens
van Sven Ariaans, Gijs ter Haar, de Woorddansers, de dichters van Epibreren,
David Boelee de dichtende vuurspuwer (www.pyromancer.nl), Rijn Vogelaar,
Joz Knoop en uw dw.dr. www.fortdehel.nl
Vrijdag 20 augustus vindt het Bram Roza Festival plaats in Nieuw Beijerland,
dit jaar gewijd aan natuurbehoud. We houden U op de hoogte.
Zaterdag 21 augustus:twee optredens op het Lowlands Festival, op het evenemententerrein
Six Flags in Biddinghuizen / al drie keer eerder was ik gevraagd daar van
mij te laten horen, maar totnogtoe vielen de data samen met de Uitmarkt
in Amstetrdam, waar ik ook telkenjare literaire rondvaarten houd.Ook dit
keer weer de 28e en 29e augustus, als gelijkop met de Uitmarkt voor de 25e
keer de Amsterdamsche Boekenmarkt wordt gehouden.
Laat mij dit kleine overzicht mogen besluiten met de vermelding van een
optreden 4 september vanaf l3u in de Openbare Bibliotheek van Woerden, 0348/418354.
Dichter aan Huis komt dan weer 24/25 sept. in Den Haag, www.dichteraanhuis.nl.
Dit was het dan even / gegroet. SV.
Woensdag 14 juli 2004
Waar gaat de droomwever
dit keer heen? Niet naar een opsomming van komende poëziefestivals
- in het nieuwe Passionate Magazine staan ze niet alle vermeld
- die ik voor morgen (de Dag van Morgen) bewaar.
Waarheen voert de dromenwever ons dit keer? Waar zijn de vroegere helden
gebleven, de futurologen die ons een pikzwarte, rozerode, moeilijke dageraad
aankondigden, de Werkgroep 2000, de Kwintessens & Synthese-zoekers?
Ik hoef al gaande langs de boekenkast in de gang maar vier boeken op te
pakken om me af te vragen: wat was hun impact? Zijn de ideeën blijven
hangen, is er iets in gang gebracht? Op dit moment zelfs niet de behoefte
op het wereldwijdnet daarnaar te zoeken; ongetwijfeld ergens een onbeheerd
ruimtestation, dat sinds 1999 stuurloos in de virtuele werkelijkheid blijft.
Wie kust de schone slaapster wakker? Op wie wachten wij?
Wel ontroerend was het voor mij, die onlangs enkele oude vertalingen van
Antonin Artaud als aanvang van een nieuwe bloemlezing (link links) plaatste,
en gisteren vergeefs naar de Canto General van Pablo Neruda zocht,
dit tussen haakjes, om te ontdekken op http://www.antoninartaud.org,
dat daar hetzelfde gedicht mij aanKEEK: 'un corps neuf où vous
ne pourrez plus jamais m'oublier.' Ga dat maar eens NedStat vertellen,
lachte hij in zijn nog dooiere eendje. Derrick vertelde me gisteren via
Ray Mazurek (goed gespeld? bij leven lid van The Doors-familie)
uit een oud chinees boekje te hebben geleerd uit te vinden in je hoeveelste
leven (van de negen die je mag leiden, als elke andere cool cat) je bent.
Je telt gewoon de dagen maanden en geboortejaar numerologisch bij elkaar,
altijd terugbrengende tot een getal tussen de l en de 9, en laat ik nu in
mijn negende leven zitten! Ha, het werd tijd. Betekent zulks dat ik straks
mag kiezen tussen Nirwana (of is dat slechts een Projektie?) of terugkeren
als Boddhisattva, die zijn eigen Verlichting weigert zolang niet Iedereen
verlicht is? Vragen die om geen enkel antwoord vragen - het is maar dat
je het weet - en wat doe ik nu met die vier boeken, moet en mag ik die gaan
besnuffelen?
E.F.Schumacher: Hoe kleiner hoe beter, Ambo l979. Van Schumacher
is de kreet Small Is Beautiful. OK.
Brian Swimme: The Universe is a Green Dragon (A Cosmic Creation
Story). Bear & Company, Santa Fe, New Mexico l984, met negen sterrenevelfoto's,
om je vast thuis te brengen.
Heinz Pagels: The Dreams of Reason. The Computer and the Rise of
the Sciences of Complexity, Simon & Schuster, l988 - daar ga ik toch
eens een nader kijkje in nemen.
Michael J.Behe: De zwarte doos van Darwin (het biochemische vraagteken
bij de evolutie), Ten Have l997. Edith legt de stofzuiger neer, aber natürlich
mijn baasje! en komt deze wereldwijde droom aan de man brengen, terwijl
ik mijn bezoekers (Meer, meer!) een goede dag toewens.
Vive la Révolution! Simon V.
Dinsdag 13 juli 2004
Hij is niet meer 'onder
ons', leefde van 31 januari 1931 en overleed 8 juli jongstleden: Pieter
Brattinga,. wiens gedistingeerde verschijning en meer dan aimabele persoonlijkheid
mij altijd zullen bijblijven. In de jaren dat hij in de cantine van de Hilversumse
Steendrukkerij De Jong & Co van zijn vader, waar hij opgroeide tussen
letterkasten en inktrollen, tentoonstellingen organiseerde (onder veel meer
een geurenexpositie van Wim T.Schippers - om het uur muskus, sinaasappel
of potlood -, de Cobra-schilders, foto's van Ed van der Elsken en Eddy Posthuma
de Boer en tekeningen van Opland), werden de vernissages steevast gevolgd
door feesten in huize Groeneveld in Baarn, toen nog bewoond door Joop Colson
en zijn vrouw: memorabele feesten in park en tuin. In opdracht van de door
hem opgerichte Form Mediation International-organisatie schreef ik een Proeve
van Kommunikatie, in l967 door Uitgeverij de Bezige Bij uitgegeven,
met hand- en voetnoten van de auteur.
Ik citeerde daarin uit een redevoering, door R.Buckminster Fuller voor een
architectuurcongres in Parijs gehouden: 'Astronauten, piloten, zeelieden
en mensen van alle landen gebruiken en waarderen kleine transistors, omdat
transistors zoveel meer doen, zo veel meer betrouwbaar met zo veel minder.
Zo ook veroorzaken ontelbare onzichtbare verbindingen, chemische en elektromagnetische
apparaturen veel meer met minder. Deze onzichtbare, over de gehele wereld
wisselwerkingen veroorzakende uitvindingen werden niet door iemand gemaakt
als een goedwillende wereldrevolutie. Maar hun veel omvattende integrerende
en interversnellende meer-door-minder activiteiten vertegenwoordigen een
revolutie die over de gehele wereld zelfs politiek welkom is. Computers
en plastics zijn overal gewenst. Het eeuwenlange onbewust meer-door-minder
wordt nu bewust geaccepteerd als het begin van een verenigde wereldrevolutie
- even onverbiddelijk en alles overtreffend tegenover de wil van de mens
als een aardbeving.'
Met een tentoonstelling van Buckminster Fuller en een Kwadraat-blad
aan hem gewijd, introduceerde Pieter diens ideeën in Nederland. Mij
stelde Pieter in staat drie keer een bloemlezing met dichtershandschriften
als Kwadraatblad uit te geven, onder de titel Schrijf-taal: Collectors
items, inderdaad. (Written language, Langue écrite, Geschriebene
Sprache). Als typograaf, ontwerper - postzegels, affiches -en tentoonstellingsinrichter
(Kröller-Müllermuseum) streefde hij zelf ook naar meer-met minder,
als aanhanger van de Zwitserse school (Tsjichold) stelde hij: 'Ik houd van
orde, netheid en opgeruimdheid. Het comfort van de lezer staat bij mij altijd
voorop.'
Een overzicht van zijn werk is te vinden in de Nederlands-Japanse coproductie,
een tweetalig album van bijna 3oo pagina's De Activiteiten van Pieter
Brattinga, een Tijdsbeeld, in l989 verschenen bij SDU-Kodansha, Tokio,
verzameld, geverifieerd en verwerkt door Geneviève Waldmann. ISBN
90-12-06213-6.
Opnieuw een tijdgenoot in andere sferen dan dit ondermaanse beland; hij
zal worden gemist door vrouw en kinderen, en zijn talloze vrienden. Hij
rust, daar ben ik zeker van, in vrede. Hij was een kosmopolitisch Nederlander,
waartoe zijn vorming op een Quakerschool ongetwijfeld zal hebben bijgedragen.
Maandag 12 juli 2004
"Ik vind het belangrijk
dat een dichter rekenschap aflegt van waar hij als niet-dichter mee bezig
is. Ik zou beginnende dichters nooit aanraden achter een bureau te gaan
zitten met een blanco stuk papier, maar allereerst zeggen: zet je oren en
ogen open. Alle tentakels uit. Lezen, film, theater, maar net zo goed gesprekken
in de tram. Voor mij komt de urgentie vaak van buitenaf. Poëzie moet
nódig zijn, een deel van je leven zijn of zoals de Zuid-Afrikaanse
dichteres Antjie Krog zegt: 'om te asem haal'."
Aan het woord is Alfred Schaffer (in een interview met Elisabeth Lockhorn
in Vrij Nederland van deze week). Na een studie Nederlands en theaterwetenschappen,
vertrok hij acht jaar geleden, op zijn eenentwintigste, voor drie maanden
naar Zuid-Afrika om er uiteindelijk acht jaar te verblijven. "Men was
aan de Universiteit van Kaapstad geïnteresseerd in de scriptie die
ik schreef en stelde me voor die uit te bouwen tot een proefschrift. Twee
jaar geleden ben ik gepromoveerd en sindsdien heb ik een fellowship. Ik
geef les en in het onderzoek dat ik doe, ben ik heel vrij. Momenteel doe
ik een onderzoek naar engagement in poëzie, een gevaarlijk onderwerp
in Nederland, heb ik begrepen."(...) "Ik ben ervan overtuigd dat
de werkelijkheid niet anders kan dan doorfilteren in je werk. Je kunt toch
niet zeggen: ik ben kwaad op Bush en bang voor wat Bin Laden aan het uitspoken
is, maar als ik straks ga dichten, kijk ik naar de rozen en vertel ik hoe
het licht op tafel valt. Alleen echt grote dichters als T.S.Eliot en Wallace
Stevens kunnen dat vermengen."
Schaffer, zoon van een Nederlandse vader en een Arubaanse moeder keert,
na afloop van zijn contract met de universiteit eind dit jaar naar Nederland
terug. Welkom: wij kunnen wat engagement gebruiken - teveel mensen stoppen
hun hoofd nog in het zand, willen zich geen rekenschap geven van de plaats
van de mens in zijn omgeving, de wereld, de kosmos - maar laten we het even
dicht bij huis houden, je moet niet het gevoel krijgen - zegt ook Schaffer
- dat er een prekende dichter bezig is. In elk geval zou een gesprek ergens
anders over kunnen gaan dan uiterlijkheden: de vakantie, de auto, etc.
Mijn eigen lezers weten dat het mij daarom in de allereerste plaats gaat
(Edith zegt altijd: ik zorg voor de microkosmos, Simon voor de macrokosmos))
- de anderen dienen te weten dat ik alles wat ik te doen heb, met plezier
en uit overtuiging doe. Daar blijf je jong bij, je geest blijft lenig, al
laat het lichaam soms weten dat het je al vijfenzeventig jaar (plus ll maanden
en 6 dagen) met zich meedraagt. Maar we kunnen over enige tijd l20 jaar
oud worden, heb ik in een wetenschapsbijlage kunnen vernemen - maar daar
reken ik niet op. Ik zou nog wel de opening van de Noordzuidlijn van de
Amsterdamse metro willen meemaken, en wat is er toch met het jaar 2012?
Een prettige dag verder: dit in de voormiddag geschreven. Zomertje, kom!
Zondag 11 juli 2004
Frenk der Nederlanden
bezoekt in Het Parool van gisteren voor zijn rubriek P een optreden
van Peter Faber voor de Zomerschool van het Mozeshuis; twee keer per jaar
- al vijftien jaar - organiseert de onvermoeibare Jan Ruyter een drieweekse
'school', in de winter en de zomer, waarvoor zo'n honderdvijftig 'senior
citizens' zich intekenen: tijdens die periode worden zij geconfronteerd
met aangelegenheden, waarmee zij in hun dagelijks bestaan niet geconfronteerd
worden. Met als uitgangspunt de Mozes en Aäronkerk op het
Waterlooplein worden zij vergast op excursies, lezingen, workshops, atelierbezoeken
en muziekuitvoeringen. Peter Faber achtte de Zomerschoolbijeenkomst een
mooie gelegenheid als try-out van zijn onemanshow Goeie Zaken,
waarmee hij vanaf september door het land gaat.
"Met tomeloze energie en een stem en mimiek die een doorgewinterde
carrière in het theater verraden, dist de in zwart pak en wit overhemd
geklede Faber de ene anekdote na de andere op. Hij jongleert met sinaasappels,
brult onzinteksten in het Russisch, Swahili en Japans, zingt operafragmenten
en maakt grappen over Max Havelaar en Schatjes, twee films
waarin hij de hoofdrol speelde. Soms oogst hij een gulle lach, maar het
tempo waarin hij speelt, is voor dit publiek iets teveel van het goede.
Een man met een rood hoofd duikt in een krant, een ander dommelt in, en
een vrouw voor me zegt:'Ik versta er geen woord van.'"
Een feest der herkenning volgt pas, volgens Frenk der Nederlanden, als Faber
een pater aanhaalt die hem ooit toebeet: 'Jij komt uit Amsterdam-Noord en
uit Amsterdam-Noord is nog nooit iets goeds gekomen. Daar stonden in vroeger
tijd de galgen en die stonden er niet voor niets.' Hilariteit!
"Ook de levenswijsheden die hij te berde brengt, kunnen rekenen op
instemmend geknik. Faber zegt dingen als: 'De enige God die ik ken is leven.
Alles wat leeft is God.' En: 'Jullie zijn de hoofdrol in je eigen leven.'
Als de grijze colonne vervolgens een oefening doet 'die zo uit de oriëntatiecursus
van de Toneelschool is geplukt' en de senioren 'braaf doen wat van hen verlangd
wordt', zegt Faber: 'Nu zijn jullie klaarwakker om niks te doen. Je hoeft
niks te bewijzen, niks waar te maken, niks te vertonen, niks te verkopen.
Alles gaat gewoon door. Het hart blijft kloppen, het bloed stroomt, de hersenen
werken.'
Ik ben blij met Mensen als Faber; hij behoort in mijn gevoel tot het groeiende
aantal bewustzijnsverruimers, dat ik hier te lande en elders in de wereld
heb leren kennen. De wereld kan niet zonder. Ik dacht er even aan, hier
een aantal namen te gaan noemen, maar ik zag er van af. Zij zullen ongetwijfeld
van zich laten horen en ik zal er telkens weer op wijzen dat heel wat mensen
een eigen levensverhaal te vertellen hebben, waaruit lering voor de komende
tijden getrokken kan worden.
De bijdrage van Jan Swagerman (zie het Guesthouse) liet mij het een en ander
weten over 'narrative coaching' en een link op zijn webstek bracht me in
contact met de Societry of Storytellers - er zijn nog heel wat mensen die
verhalen te vertellen hebben; ik luister graag mee!
Laat van je horen! Nu op naar Noord, naar onze volkstuin, op het Ketjenplantsoen
in Buitenzorg zal een beeld van Aphrodite onthuld worden, gemaakt door Annetje
van Verseveld. Leve de Liefde, die leven verwekt, leve de Aarde waarop wij
leven, leve het leven zelf, leve de goddelijkheid binnen ieder mens. NAMASTE!
Zaterdag 10 juli 2004
"Ik heb een volstrekt
vertrouwen in het reservoir aan informatie dat zich vlak onder het directe
bewustzijn bevindt."
Dichter Pieter Boskma (1956) wordt in NRC Handelsblad van gisteren geïnterviewd
door Ron Rijghard, naar aanleiding van de verschijning van zijn tiende bundel
Puur (Prometheus). "Ik moet bijna in meditatieve staat zijn
voordat ik aan de slag kan. Het hoofd leeg, geen ruis. Kalm en energiek.
En dan de gedachte laten kabbelen. Dan hoor ik een regel, hardop. Die eerste
regel is volstrekt vrij. De tweede regel al niet meer. De regels passen
zich aan bij de voorafgaande. Het gedicht stuurt zichzelf in een onvermijdelijke
richting."
Over zijn betrokkenheid bij de Maximalen brengt hij enkele correcties op
de vigerende meningen aan."Al vanaf 1982 trad ik op met Dalstra, Paul
van der Steen, Arthur Lava en Jaap Blonk onder de naam HJ van der Bijl No-Nonsense
Poetry. Pas in 1988 verscheen de bloemlezing Maximaal met elf dichters,
onder wie Lava, Dalstra, Zwagerman en ik. Toen was het officieel. Op de
Maximalen is heerlijk ingehakt, er werd schitterend gescholden. Als je dat
terugleest, ongelofelijk: 'helemaal niks', 'stelletje zichzelf overschreeuwende
week gemasturbeerde puistenkoppen', 'teil met rotte vis', 'hysterische weetikwat.'
Erg agressief."
Boskma weet wat hij wil, noteert Rijghard: "Niet dichten over het wit
op de pagina, niet karig zijn, gesloten, weinig emotioneel, academisch,
geconstrueerd. Ik wil lyriek uit het volle hart, het moet stromen, over
het leven zelf gaan, het grootse niet schuwen, een flinke beeldkracht hebben,
niet bang zijn voor een woord te veel, erotisch, met engagement, zich uitspreken
over de samenleving, de wereld, de kunst."
Om het volmondig mee eens te zijn! Toen ik dit las, moest ik onwillekeurig
denken aan wat Galsan Tschinag (zanger, verteller, dichter en stamhoofd
van de Toewenen uit de Hoge Altaj, in het grensgebied van Rusland en Mongolië)
te zeggen had toen hij in 1999 voor Poetry International de jaarlijkse Defense
of Poetry-lezing hield. Over de overeenkomst tussen de dichter en de sjamaan:
"Ze lijden beiden aan grootheidswaanzin en spiegelen zich aan grote
dingen, aan de berg, aan het meer, aan de hemel en zijn donder en bliksem.
Zo komen ze, wanneer ze aan het werk gaan, gevaarlijk dicht bij de waanzin."
Vervolgens sabelde hij de 'gestoorde, verzwakte poezie' neer, die volgens
hem in het Westen wordt geschreven. Hij hekelde 'het reduceren van poezie
tot een soort decoratie, een consumptietoegift, het in stukjes gehakte proza,
het geesteloze, armzalige spelen met de uiterlijke vorm, de onbeschaamde
en zinledige humbug rondom platte gemeenplaatsen, het aan elkaar rijgen
van in het beste geval grammaticaal-correcte zinnen, die echter een kil
en doods geheel vormen - een pseudo-poezie die dagelijks in grote massa's
wordt vervaardigd, bijna net zoals schoenen, hamburgers en wegwerpflessen,
maar met een belangrijk gevolg: ze stoot de lezers af en verstikt hun gevoel
voor poezie."
En ook dat kunnen vele dichters zich aantrekken!
Galsan Tschiunag (1944) publiceerde in 1999 bij Meulenhoff de dichtbundel
en, samen met Amelie Schenk de cultuurstudie Het land van de toornige
wind.
Op naar de wind, de zon, de poezie van de Tuin. Prettig weekend; morgen
ben ik er weer, DV, voor het zondagspraatje. Stem af, in en op de poezie!
Vrijdag 9 juli 2004
Het moest er van komen,
op een goede dag, deze in aanvang zo zonnige (je kunt niets of niemand meer
vertrouwen dezer dagen, zeker niet het weer) dag; eigenlijk gisteren dus.
In Het Parool van gisteren bespreekt Adriaan Jaeggi de dichtbundel
Puur van Pieter Boskma (Prometheus, l5 Euri) met als titel Boskma
voor DiDeVa. Na de titel Dichter des Vaderlands raar en anachronistisch
te hebben genoemd (door de Anne Frank Stichting werd ik 'landsdichter' genoemd;
ook leuk: je zou er stad-en-landsdichter van kunnen maken), 'zo'n feodale
titel die je voor tweehonderd pond kunt kopen op
http://www.elitetitles.co.uk', wijst hij op het ontegenzeggelijke feit
dat de benaming DdV is afgekeken van de Engelsen, die al eeuwen een Poet
Laureate hebben, 'die in functie eigenlijk nooit iets goeds hebben geschreven'.
Hij vervolgt: 'Precies wat Komrij is overkomen. Nu was Komrij natuurlijk
een abominabel slechte keus als DiDeVa. Die titel verdraagt geen ironie,
terwijl Komrij ongeveer de meest ironische dichter van ons land is. Als
je een titel als DiDeVa wilt introduceren moet je ervoor zorgen dat de drager
het ambt bloedserieus neemt. Komrij schreef weliswaar op tijd zijn kreupelversjes
bij koninklijke geboortes en verjaardagen, maar hij kon nauweljks verbergen
dat hij het allemaal maar een opgeblazen toestand vond, een grote grap.
Je kunt het hem niet kwalijk nemen dat hij het hele circus een jaar voor
de afgesproken datum vaarwel zei, maar de titel DiDeVa is er danig door
gedevalueerd.'
De door http://www.epibreren.com
georganiseerde verkiezing voor het interbellum noemt hij overigens een lachertje.
'Als we de stemmen van familieleden van de deelnemende dichters, vriendinnen,
groupies en toevallige voorbijgangers hiervan aftrekken kunnen we gerust
stellen dat de tweede DiDeVa gekozen is door een groepje beschonken dichters
dat het een reuze grap vond om na de laatste ronde thuis op de computer
met zijn allen op Vinkenoog (eerder in het stuk uitgemergelde fox-terriër
genoemd, red.Kersvers) te gaan stemmen.'
Kortom, het wordt volgens Jaeggi tijd om die verkiezing eens serieus aan
te pakken. Nu al? In elk geval is Jaeggi zodanig onder de indruk van Boskma's
poëzie, waarvan hij twee fragmenten citeert, dat hij kan zeggen: 'Daarom
nomineer ik, zonder ironie, zonder verborgen agenda, Pieter Boskma voor
de post van Dichter des Vaderlands in 2005.'
Nu even te weten komen, of Boskma die functie ambiëert - bij de epibreren-verkiezing
zag ik een aantal dichters vermeld, die daar absoluut niets voor voelden,
terwijl ik zelf het behalve als een grote eer, ook als een grote grap zag
- waaraan ik hartelijk deelneem. Hoe meer immers de aandacht van het Nederlandse
publiek op het bestaan van een levende poëzie-scene gevestigd wordt,
hoe beter.
Ontegenzeggelijk heeft het mij verleende predicaat een stroomversnelling
bij mij teweeggebracht; het feit dat ik hier deze dagelijkse pagina kan
verversen (terwijl ik er over nadenk hoe ik op deze webstek nog in de andere
aspecten van mijn schrijversschap kan duiken) is er een direct resultaat
van. Bovendien vind ik het hoogst merkwaardig, dat ik, nog niet wetende
wat de toekomst mij brengen zou (zo uitgemergeld ben ik overigens niet,
heer Adriaan!) vorig jaar om deze tijd een boekje schreef, Goede raad
is vuur, waarin ik mijn poëtica blootlegde, onder meer mijn opvattingen
over het gelegenheidsgedicht. Mijn g-gedichten hebben, zoals de bezoeker
van www.simonvinkenoog.nl
ondertussen weet, niet alleen betrekking op het koningshuis, ook Koning
Voetbal kreeg mijn aandacht, evenals Anne Frank die dit jaar 75 zou zijn
geworden: enfin, zoek het op en sla het na.
Leuk werk, een webstek. Leuke gelegenheden waar ik mijn stem mag laten horen.
Mijn stem mag met mij een heel leven mee, schreef ik al in het eerste gedicht,
dat de poëzieminnaar met mijn stem confonteerde, geschreven voor de
serie grammofoonplaten, Stemmen van schrijvers die uitgeverij Querido
in 1961 op de markt bracht. Ik kon in dat gedicht Stem uit de groef
zingen, huilen, zuchten, met de vingers op de tafelrand slaan om een ritme
aan te geven; kortom allerlei dingen die je als papieren dichter niet kunt
doen.
Zo zag ik die boom groeien, steeds dikker worden: de orale poëzie is
niet meer uit het dichterlijk landschap weg te denken, en zolang ik mijn
mond nog kan opendoen zal ik blijven spreken en schrijven over de dichterlijke
vrijheid, die aan de oorsprong van alle andere vrijheden staat. Of je dat
nu doet als DdV, of als dichter die meer dan een halve eeuw zijn stokpaardjes
berijdt, maakt verder niets uit. En ja, ook ik ben en blijf in die race,
en stel me voor de volgende periode weer graag beschikbaar als Dichter des
Vaderlands, die al heel wat jaren, decennia, het wereldburgerschap en het
planetair bewustzijn uitdraagt. Wat zeg ik? Het kosmisch humanisme met hart
en ziel bepleit: ervaringsdeskundige en goedgeluimd mens tegelijkertijd.
En ja, ik geloof in dat vreemde wezen, dat zowel schepper als vernietiger
is, zowel paradijsvogel als hellevaarder. Ieder zijn keuze. En by the
way: Pieter Boskma is inderdaad een hele goede dichter. Pluk de dag
& vergeef deze dichter zijn persoonlijke uitstapje. Gegroet!
WATER IN DE BERGEN
Jij zult neerdalen
op de stenen,
op de dorst,
op de strijd.
En aan het eind
zal jouw vasthoudendheid de zee omarmen.
Na een lange reis langs mensheid
langs dorpen
zul je aankomen
met nieuwe liedjes,
met verhalen.
Je klopte op de deur
van de dorst
ging naar binnen,
bleef even;
daarna excuseerde je je
en ging je verder naar beneden.
Hé,
leer me die vasthoudendheid,
dat doorzettingsvermogen,
leer me om zuiver verder te gaan
na al het gepraat op de oevers,
na al het zingen,
na al het stof.
Leer me hoe je, terwijl je neerdaalt,
opstijgt.
Uit De fiets, de
vrouw en de liefde, gedichten van Al Galidi,
Uitgeverij De Arbeiderspers, 2002.
Donderdag 8 juli 2004
Actualiteiten: er zijn
er heel wat, een wereld rond, van binnen en van buiten, in micro-en macrokosmos.
Heel wat kranten, weekbladen, tijdschriften zijn nog altijd fascinerende
gedachtendragers, met hun correspondenten all over the place, hun deskundige
medewerkers, hun columnisten en ingezondenbrievenschrijvers, forum- en meningenpagina's.De
waan van de dag, de gril van het uur, de laatste seconde hartslag en hoe
lang is het nu al niet vijf voor twaalf? De feiten of gebeurtenissen, die
commentaren oproepen en analyses, de ergerlijke en wanhopige toestanden,
de hypes en controverses, er zijn er vele die vandaag alle gemoederen in
beweging brengen om over een tijdje vergeten te kunnen worden.De lange schoolvacanties,
de komende en gaande man in de Europese Unie en het Wereldvoetbal, de ruzies
binnen politie, justitie, het OM, de demonisering van de hiphop, om dicht
bij huis, in Nederland, te blijven, waar de medicinale wiet - op recept
- in de apotheken onverkoopbaar is, omdat in coffeeshops veel werkzamer
wiet voor de helft van de prijs verkocht wordt aan mensen die hun doktersrecept
laten zien. Enzovoorts, enz.
Uit de New Yorker van lang geleden blijft mij voorgoed een tekening
met onderschrift bij. Twee meisjes, typisch Amerikaanse teenagers slaan
de deur van hun klaslokaal achter zich dicht, en de ene verzucht tegen de
andere: 'I love current affairs, but there are so many of them!'
Jaja, meisje - en wat
is onze blik afhankelijk van de plek waar je woont, je zult maar alles geloven
omdat het zo in de leer-en geschiedenisboekjes van je ouders staat. Wie
eenmaal geglobetrotterd heeft wordt al spoedig van zijn Eurocentrisme verlost.
Laten we het beestje maar bij zijn naam noemen. Zolang wij niet weten, hoe
er in Azie, Afrika en Midden-Zuid-Amerika over de toestand in de wereld
gedacht wordt, hoe mensen daar leven, vaak ploeterend op een manier die
wij niet meer kennen, weten wij maar heel weinig van het leven op Aarde
af. In de eerste plaats omdat wij vaak het contact met de natuur verloren
zijn, tradities overboord gegooid hebben (en vaak heel terecht, waar die
knellend, benauwend en onderdrukkend werden) en in het algemeen in een benauwend,
louter politiek-economisch wereldbeeld terecht zijn gekomen, waar een band
met Schepper en/of Schepping, natuur, milieu, ecologie ondergeschikt is
geraakt aan het vrije markt-denken, de Economie: money, the root of all
evil.
Wie gekozen heeft voor het Zijn, en niet voor het Hebben, maakt een juiste
keuze. Het gaat er 'slechts' om anderen van die Noodzaak te overtuigen.
Hoe? Mannetje voor mannetje, het Woord breekt uit, laat de website http://www.nieuw-dennendal.nl/
mij weten. Ik had de Volkskrant naast mij liggen om pagina voor pagina met
mijn schermkijkers te delen, maar ik zou zeggen: doe het zelf, mijn verhaal
is anders gelopen dan ik gedacht had, met dingen die jullie ook allang weten.
Ik zou zeggen: het laatste nieuws is dat de zon zo nu en dan door de wolken
schijnt, dat wij ons met de trouwe Volvo een dagje naar Den Haag begeven,
waar Edith's ouders ons met graagte verwelkomen en wij weer blij zullen
zijn hen te zien. Tot morgen, unbeschrieëe, unberufe! Simon V., Bishop
Universal Life Church, Amsterdam, DdV a.i..
Niet het te zijn
of niet te zijn is de levensopgaaf,
maar het misterie van het zijn vult alles.
Het eigen zijn. Dat over alles te leggen.
Wordt eigen zijn van de omgeving.
Alles te vervormen, te martelen, te doden
tot schoonheid.
"Paul van Ostayen, uit het gedicht Vincent van Gogh, Het Sienjaal, pagina 109 Verzamelde Gedichten.)
Woensdag 7 juli 2004
Bedankt vrienden,
voor wat jullie uit betrouwbare bron (deze webstek) vernamen: Edith's halve
eeuw oversprong. Een andere herinnering bereikte mij via de brievenbus "
7 juli 2004. Alweer 40 jaar geleden dat Simon Vinkenoog (bijna 36j.) met
Reineke (net 2l j.) trouwde! (uit liefde) 7 juli 1964."
Zo is dat, uit liefde. Hoeveel liefdes zijn er? Dacht je elke keer de Ware
Grote Liefde te ontmoeten?
Wat ging er aan vooraf? Wat weet de een van de ander, na zoveel jaren nog
niets soms. Je kunt van elkaar weg groeien, en dat is me dus een aantal
keren gebeurd.
foto: Wim van der Linden, 1965, omslag, roodgedrukt, van het boek Liefde
Nu kan ik, zonder voorbehoud, zeggen zodanig naar de geliefde te zijn toegegroeid,
dat ik het leven zonder haar als een ware amputatie zou zien, het me niet
kan voorstellen, onduldbare gedachte... Ons werd een keer te kennen gegeven
door Astrid A. (waar zou zij gebleven zijn?), die zich over onze horoscopen
had gebogen- beiden Kreeft, beiden ascendant Maagd - dat ruzie maken met
de ander ruzie maken met jezelf zou betekenen. Ik mag dan ook zeggen, en
wie ongelovig Thomas wil zijn, mag dat: wij hebben nooit ruzie, onenigheid
- wel verschillen van mening (over voetbal en politiek, bijvoorbeeld), maar
een echt boos zijn en boos blijven en zwijgen en opkroppen en niet vertellen
of achterhouden, liegen en jokken en uitvluchten zoeken, smoesjes verzinnen,
jaloerse uitbarstingen delen, ontwijken, afhouden, inhouden - nee dat kennen
Edith en ik niet, loof de Heer, prijs alle engelen, roep alle goden aan,
zelfs die welke niet bestaan: feiten zijn feiten en wij laten ons leiden
door energieen en activiteiten, ware daden, weldaden. Punt uit, komma sluiten
maar en over.
Einde aan de tover. Wij waren op de tuin en werden geinterviewd. Een fotograaf
bepaalde langdurig het beste plaatje (het is allemaal even mooi, maar het
werd tussen de kamperfoelie en de oostindische kers, die zijn prachtige
kleuren weer terugtoeterde.) Bijna niemand te zien in het Dorpje van zo'n
honderd tuinen, waar wij de laatste vijftien jaar onze zomers doorbrachten.
Dit jaar is, zoals iedereen vandaag weet, de zomer nog nauwelijks begonnen
- en bovendien vonden zich in den Huize Vinkenoog-Ringnalda enkele ontwikkelingen
af, waaronder deze: onmiddellijker contact met mijn lezers, de Hele Wereld,
had ik mij niet kunnen denken mijn Hier en Nu zijn tot in het oneindige
vergroot en komen als aanslagen op mijn oor altijd weer tot mijzelf terug.
Dat weet iedereen die voor plezier passie plicht taak levensvervulling roeping
ingeving het schrift hanteert. Wie wat welk waar hoe schrift? Ik kom hier
nog ergens naar buiten met alle schrifturen ter wereld, als ik die vanuit
de Drukproef van de Franse Imprimerie Nationale naar voren weet te brengen.
Ik schreef er ooit een gedicht over, ga ik opzoeken, niet nu, nee niet Nu.
NU gaat Edith aan het werk en zet mij op het altijd meetrillende wereldwijde
web; op weg naar het Wereld Sensorium, waarover de Amerikaanse professor
Oliver
Reiser schreef. Raadpleeg het Heilige Google; de uitdrukking is van
bart c/o www.epibreren.com/rs
- . Op de vraag of ik jurylid wilde zijn van een poezieprijsvraag van dyslectische
kinderen en jong volwassenen heb ik volmondig JA gezegd; een ringband valt
binnen met zo'n honderd te lezen gedichten; ze mochten in dyslectische spelling
worden aangeleverd, wat soms onvermoede effecten oplevert. Mooi vond ik
van de l3-jarige Magda Timmers
Een nieuw jaar
De stoeptegels worden kleiner of ik word grooter / De boomen krimpen of ik groei / Ik loop met mijn buurjonetje naar de lagere school / Of ik fiets met een zwaare boeketas naar de middelbaarenschoool / Van 2003 naar 2004 een groot verchil / De vraag blijft groej ik of krimt de aarden, of word / Mijn wereld grooter totdat ik de horizon / Niet meer kan zien.
Tot morgen, DV, Kersverslezers. Simon V.
Dinsdag 6 juli 2004
Twee keer kreeg
ik het verhaal te lezen, dat gisteren vijftig jaar geleden, 5 juli l954,
de popmuziek begon, met de opname van Elvis Presley's vertolking van That's
allright Mama in de Sun Studio van Memphis. Gisteren was het ook vijftig
jaar geleden, dat Edith Ringnalda geboren werd, de tweede van de vier dochters
met wie Derk Ringnalda en Else Ringnalda-Houtsmuller de wereld verblijdden.
En mij daarbij; nimmer in mijn leven heb ik er zo'n fijne familie bij gekregen!
Wij zijn nu zeventien jaar onafscheidelijk, doen alles samen en ik ben dus
steeds meer overtuigd geraakt van de ideeën van Rian Eisler, uiteengezet
in haar boek The Chalice and the Sword, waarin zij de wereldgeschiedenis
ziet in het kader van ontwikkelingswegen, van het Matriarchaat naar het
Patriarchaat, en vervolgens naar het Partnerschap, waarbij Man en Vrouw
gelijkelijk met elkaar optrekken; manvrouw samen, twee die meer weten dan
éen, en wat zij bovendien weten is dat geluk bestaat, een gezegende
staat, waarin het eigen belang algemeen wordt: wat goed is voor jou, is
goed voor de wereld.
Die wereld
heeft uiteraard een grote opduvel nodig, al is het alleen maar omdat zoveel
mensen nauwelijks bewust zijn van de gevaren die de planeet Aarde, ons Moederschip,
bedreigen. In dat opzicht ben ik zo betrokken als maar zijn kan, zonder
dat ik geabonneerd hoef te zijn op de uitgaven van Amnesty International,
Greenpeace, X min IJ, het Wereld Natuur Fonds, of andere goede doelen. Wij
zijn ons eigen goede doel. Je hoeft nergens lid van te zijn; ik kan slechts
beamen wat de Schotse schrijver Alexander Trocchi ooit naar voren bracht,
als uitgangspunt van zijn sigmatische ideeën: 'Nu en ook in de toekomst
is ons middelpunt overal, en onze omtrek nergens. Niemand heeft de leiding.
Niemand is uitgesloten. Iemand zal zelf weten wanneer hij deelneemt, zonder
dat wij hem een insigne overhandigen.'
In zijn eigen verhaal 'De onzichtbare opstand van een miljoen geesten',
door mij opgenomen in het dubbelnummer van Randstad (ll-l2, De
Bezige Bij, l966), ondertiteld Manifesten en Manifestaties l9l6-l966
(van dada tot provo), citeert Trocchi, die ik in de vroege jaren vijftig
in Parijs ontmoette, de Franse dichter Antonin Artaud: 'En als er nog iets
hels, werkelijk vervloekt is in onze tijd, dan is het wel ons artistieke
gepriegel met vormen, in plaats van ons te gedragen als slachtoffers op
de brandstapel, die tekens geven door de vlammen heen.'
Nog niet zo
lang geleden zag ik hoe Herman van Veen zich aan het einde van een t.v.-uitzending
voorover boog naar de camera, met een priemende wijsvinger, zeggende: 'Het
lóopt zo'n vaart!'
Indrukwekkende close-up, voor mij een bevestiging van de eigen ideeën,
die niet alleen de mijne zijn, maar ook van vele anderen. Het gaat er nu,
al heel wat jaren en decennia om dat mensen zich spiritueel mobiliseren,
om voorbereid te zijn op alles wat komen gaat. Hoe dat er uit zal zien,
niemand weet het of kan het bevroeden. Extrapolatie van huidige trends is
niet voldoende, het gaat er niet om trendsetter of trendvolger te zijn;
het gaat er om dat je eigen verhaal naar vervolmaking streeft. De wereldgeschiedenis
is in de eerste plaats je eigen levensverhaal: maak er iets moois van! Leve
de human family!
Aan de link bloemlezing, links in beeld, heb ik gisteren een prachtig
gedicht van Kathleen Raine toegevoegd; als de andere links op deze webstek
groeiende, al naar innerlijke behoefte. Er is nog veel te verhalen, er zijn
nog vele werelden te ontdekken. Verslag daarvan uitbrengen is een grote
vreugde, die aan de oorsprong van mijn creativiteit (ahum) staat. 'The integrity
of the internal channels of human communication is essential to the welfare
of society.' Dixit Norbert Wiener.
Maandag 5 juli 2004
Ik wil beginnen,
denk ik, en zet de Dreamweaver aan: een goed gevonden programmanaam, kan
ik mijn eigen droomtijden instellen - en juist op dit moment laten ook de
luchtalarmsirenes de wereld horen, dat er buiten de deur ook nog het een
en ander te doen is. Open Society.
Wel heb ik weer eens, in de loop der jaren en nu weer bevestigd gezien,
wat ik eens in een astrologieboek had gelezen: rond de uurwisseling is vaak
een verandering kenbaar: opstaan, weggaan, iets anders doen, andere afspraak,
al naar de planeten, goden en andere goede geesten die de tijd regelen,
en alle ruimte voor ons open laten. Schreef niet eens Heathcote Williams,
groot dichter: Fiat lux in the unfucked flux !
Op Independence Day wilde ik weer eens uitvinden hoe het met mijn Amerikaanse
geestverwanten ging en bracht een schermbezoek aan http://www.voxfux.com,
alwaar ik een ruime keuze mogelijkheden tot aanklikken had bij de balk:
The New Resistance. Onder Culture Jamming trof
ik de adbusters aan. Unbrand America; met logo's in plaats van
sterren verscheen de Amerikaanse vlag op mijn scherm. Een ronduit prachtige
afbeelding; een verklarend onderschrift vermeldde:
This July 4th, culture jammers are launching a blast of symbolic disobedience
at America's corrupt power structure - by swapping the Stars and Stripes
for the Corporate America flag. This flag is a symbol of what's wrong with
21st-century America, the country that has sold its soul to corporate rule.
ENTER UNBRANDAMERICA.ORG.
De logo's waren keurig in vijf rijen van zes gerangschikt; je herkent er
een aantal meteen: Coca Cola, de grote M van jeweetwel, IBM, Exxon, Lilly,
Pepsi, Wall-Mart, en daar ook Microsoft. Afdrukken, dacht ik. Mooi gedacht!
Uit de printer kwamen onberispelijke witte sterren op een blauwe achtergrond,
met de rood-witte strepen. Je kent de vlag, niet verbranden, ajb. Wat nu,
Pichecru? Big Brother? Censuur? Of is dat een hidden persuader van www.unbrandamerica.org?
In elk geval waren de brandnamen en logo's verdwenen.
Ik dacht slim te zijn en verzond de afbeelding naar ons eigen e-mailadres:
ook daar gevrijwaard van 'adbusters' spot. On the Spot; men diene te weten
dat SPOT destijds bedacht werd als wachtwoord van de Society for the
Protection of Truth, waarvan de doelstellingen voor zich spreken.
Genoeg belangstelling om bij www.kijkonderzoek.nl te gaan kijken, hoeveel
kijkers de uitzendingen van de VillaBvD, waarin ik afgelopen dinsdag en
woensdag mocht meespelen, bekeken hadden. Respectabele aantallen: 735.000
en 609.000. De laatste van gisteren, waarin wij nog eenmaal van het lieflijk
Algarve-decor konden genieten, trok zelfs 818.000 kijkers. Nog eenmaal klonk
het Foetsieba! en we zaten al in de eerste etappes van de Tour de France.
Via Rottend Staal, het poeziedagblad van de Epibreerders (woonachtig op
een eilandje in de omgeving van Groningen) kwam ik te weten hoe de Top-200
van de Bekendste Dichters eruitziet, gemeten aan de hand van Google-hits.
Mulisch kwam er als eerste uit, met 60.l00 vermeldingen; Claus stond nr.2
met 475.000 hits. Simon V. kwam met 4.650 hits op de l7e plaats te staan,
tussen Huub Oosterhuis en Joost Zwagerman. Via de prachtige serie (poezie
en muziek)links van Rottend Staal kwam ik bij Lionel Hampton en John Coltrane
terecht. A Love Supreme. Zo is het; begin een week van jewelste. Gegroet,
Simon V.
Zondag 4 juli 2004
Een brief van
J.N.Reilly uit het Schotse Glasgow laat me weten, dat exemplaren van de
grote bloemlezing, die hij samen met Ira Cohen heeft samengesteld, een heavyweight-uitgave
in roodlinnen band plus stofomslag (Astral Body Aware van Mati
Klarwein), Shamanic Warriors Now Poets, verkrijgbaar (ter inzage
& te koop) ligt bij de beide Spui-boekhandelaren, Waterstone's
op de hoek van de Kalverstraat, naast de bloemenkraam met de mooiste bloemschiksters
van Amsterdam, en in de Athenaeum-enclave op het pleintje met (petje
af) het Lieverdje, ooit het toneel van de Amsterdamse happening-scene, moeiteloos
uitlopend in Provo, D'66 en wat die hoogseizoenen de mensheid nog meer te
bieden hadden vanuit het magisch centrum Amsterdam, zo dicht bij de Heiligeweg
(waar onlangs opnamen gemaakt werden - in de Dampkring nota bene!-voor
een komende supersterfilm Ocean 12; we zagen de sterren dagelijks
toegejuicht worden door hun fans - wij wonen tegenover het Amstel Hotel).
Wij leerden John tijdens het poëziefestival Vurige Tongen, de
Pinksterdagen in Ruigoord kennen, nadat wij al een uitgebreide correspondentie
gevoerd hadden over de Engelstalige teksten, die van mijn hand in dat boek
zouden worden opgenomen. Uiteraard was ik diep onder de indruk van de uitgave
zelf en op deze webstek zette ik dan ook trots de dertien mij toebedeelde
pagina's, alsmede de twee pagina's die Patti Smith aan de nagedachtenis
van Gregory Corso had gewijd.
Reilly zoekt meerdere outlets voor het boek in de Lage Landen, ik raad hem
(bij deze) Demian in de Antwerpse Wolstraat 9 aan, waarvandaan ( véél
dank!) René Franken mij een exemplaar van Kazantzakis' Ascese
stuurde, na hier gelezen te hebben dat ik het mijne uit het oog had
verloren.
Dank je, tot het volgende bezoek www.demian.be!
Ira Cohen ken ik, daarentegen, al heel lang. In 1964 haalde ik hem op bij
het Centraal Station, nadat hij zijn komst uit België had aangekondigd,
telefonisch. Hij baarde opzien; vanuit Tanger in Marokko waar hij woonde,
was hij volgens de landsaard aldaar gekleed; een lange man met zwarte baard
en lang haar in een djelabba was in die dagen nog een bezienswaardigheid.
Hij had de drukproeven van een tijdschrift bij zich, dat hij in België
(goedkoop!) had laten drukken. Alles was fout gegaan - het kwam goed, ik
weet niet meer hoe; er verscheen een prachtig eerste nummer van Gnaoua,
genaamd naar een Marokkaanse stam, bestaande uit zangers, drummers en musici.
De Joujouka's, die andere muzieksoorten, die de rock-wereld beroerde: trance-dans,
door hasjisj geheiligd.
Naderhand woonde Ira weer in New York (waar ik hem in zijn magische theater-loft
bezocht), India en Kathmandu, Nepal, vanwaar hij weer de mooiste boekjes
de wereld instuurde. Zijn Mylar-foto's, die het tot de pagina's van LIFE
Magazine brachten, kom je her en der tegen - enkele in het boek en verder
verwijs ik naar de aan hem gewijde sites: hij heeft ook in België goede
vrienden; zijn foto's worden er, evenals in Londen, vaker tentoongesteld.
Hij is een der meest uitgesproken personages in mijn vriendenkring, wakker
werker en soulbrother, Nagameester en Tzaddik.
Notitie bij mijn Engelstalige teksten onder de Shamanic-link: News from
the Hourglass heb ik geschreven en voorgelezen ter verwelkoming van
de buitenlandse dichters, in Amsterdam uitgenodigd voor P 78 One World
Poetry, gehouden in de Kosmos en Paradiso. In de reeds lang uitverkochte
P78 Anthology, edited by Harry Hoogstraten & Jos Knipscheer
werden deze zes verwelkomings-gedichten voor het eerst gepubliceerd. A
Silent Manifesto verscheen nota bene voor het eerst in de Economie-blijlage
van NRC Handelsblad, datum zoek ik nog eens op; vertaling van eigen hand
- wat ook geldt voor andere, eerder in het Nederlands verschenen teksten.
Ik denk heel wat na over mijn eigen internetwerkverschaffing - ik houd van
een intuïtieve, associatieve benadering.Als ik met en voor anderen
transformaties gadesla, dan doen wij daar
de wereld een groot genoegen mee. Ik sla er de laatste pagina voor open,
uit Le Matin des Magiciens, ondertiteld Introduction au Réalisme
Fantastique, pagina 503 van mijn uit 1960 daterende Gallimard-uitgave:
"Une vie d'homme ne se justifie que par l'effort, même malheureux,
vers le mieux comprendre. Et le mieux comprendre, c'est le mieux adhérer.
Plus je comprends, plus j'aime, car tout ce qui est compris est bien."
Patti Smith op bezoek, 17 september 1978. Foto: Harry Hoogstraten
Louise Landes Levi en Ira Cohen, 2 juni 2004. Foto: Edith Ringnalda
Zaterdag 3 juli 2004
Nu mijn EK-voetbalgedicht hier is ondergebracht, kan ik lachen om het moraliserende aspect van dit DdV-gedicht. Oproepen de Oranje-gekte achter je te laten om van elke andere dag ook een feest te maken: het zijn de normen en waarden van een spirituele hedonist: gij zult genieten (tot u er bij neervalt!). Ik moest denken aan de 'leerdichten' die in mijn Wonder boven wonder, gedichten uit de jaren l965-l97l (uitgegeven bij de Bezige Bij, l972) voorkomen. Hier heb je er zo een; probeer daar maar eens naar te leven, een dekselse opgave, Simon.
Je zult liefhebben
met de handen van Michelangelo -
God en Adam en alle namen daartussen
Je zult zien met de ogen van Rembrandt -
licht en duister en alle kleuren daarbuiten
Je zult proeven met de tong van Baudelaire -
bitter en zoet en alle smaken daarenboven
Je zult horen met de oren van Beethoven -
leven en dood en al het geluid daarbinnen
Je zult proeven, altijd proeven, de smaak van alles,
met alle kracht van alles in je, dat zich herinnert.
Je zult weten, altijd weten, Niets van dat alles,
met alle kracht van alles in je, dat zich herinnert
Prachtige foto van Gerard Reve en Joop Schafthuizen, genomen in oktober 2003
door Eddy Posthuma de Boer in de Volkskrant-intermezzo van vanmorgen
bij een reportage van Remco Meijer over een recent bezoek aan de volksschrijver,
die zich inderdaad niets meer herinnert,
niets meer van het Violet, de Dood en nog minder het Leven. Zorgzame Schafthuizen,
die 29 jaar van zijn leven met Gerard Kornelis heeft gedeeld: 'Ik ben in balans
hoor, geloof ik, ik heb overal vrede mee, maar het niet meer kunnen delen
- dat is het moeilijkste.'
Hoe dichter ik
bij het fenomeen Sport ben gekomen: een mens blijft ontdekkingen doen. De
volgende gekte is op komst; in Het uur van de wolf zag ik gisteravond
een prachtige documentaire over de Tour de France van 1948, met de helden
Bartali, (die Italië redde van een burgeroorlog, tussen communisten en
christen-democraten), Jean Robic en anderen. Een onmenselijke beklimming werd
aan de hand van een oude krantenfoto nagegaan, er bleken nog medewielrenners
in leven, die een indrukwekkend verhaal te vertellen hadden. Met behulp van
opnamen in diapositief werd die tijd onherroepelijk teruggebracht. Knap filmwerk:
de Tour 2004 is in aantocht. We zijn gewaarschuwd!
In de bundel Wonder boven wonder zelfs een Leerdicht uit Marrakesj
(ondertiteld: doorzichtig, l9 juli 1968, 48°), met de beginregel: 'Sla
je eigen omgeving/steeds door de ogen van een ander/gade.'
Half een, op naar de tuin: zien hoe die er bij staat, met eigen ogen te aanschouwen.
Prettige dag, vrienden en vriendinnen. Blijf kijken, en je verwonderen, volgens
de leerdichten van Simon V!
Vrijdag, 2 juli 2004
Terug van 40
graden Celcius - hoger dan lichaamstemperatuur - naar wat Nederland te bieden
heeft: regenachtig, grijs weer, neerslagkans 70%.Villa BvD heeft ons vorstelijk
ontvangen, hartelijk dank, Heren! De terugkeer gisterenavond rond middernacht
bestond uit een hernieuwde kennismaking met de Power Plant uit Siberië,
die mij voor het inslapen (rond vier uur) mescaliniaanse hallucinaties/visualisaties
bezorgde, die ik met gesloten ogen naar hartelust kon manipuleren.Allerlei
abstracte vormen in een rondedans, al naar wil te versnellen of verlangzamen,
en de wetenschap de vraag of ik in kleuren droom opnieuw bevestigend te
kunnen beantwoorden. Bij dit circus op het netvlies (uitdrukking van Henri
Michaux) vraag ik me altijd of, of wat ik zie veruiterlijkt zou kunnen worden,
via een tekening of in de pastelkleuiren waarmee ik me een paar jaren geleden
naar hartelust onderhield.
Nee dus, la réalité dépasse la fiction.
Afscheid van het Foetsie Ba - voetbal? 'In harmonie en voldaan is het Nederlands
elftal teruggekeerd in eigen land, na een tournee door Portugal die in meerdere
opzichten verbazingwekkend was. Tevens werd weer eens aangetoond dat voetbal
in de Nederlandse samenleving heftige emoties uitlokt. In de media ook,
trouwens.'
Zo startte het Forum-commentaar in de Volkskrant vanochtend -
van dat voldane heb ik nauwelijks iets gemerkt. Wel ziet iedereen dat er
een wisseling van de wacht plaatsvindt (ik ben een van de ll miljoen Nederlanders,
die dat zag) en kun je weer met de commentator concluderen: 'In het nieuwe
tijdperk moet de volgende generatie de ambities gestalte gaan geven. Ofde
jongeren daartoe al in staat zijn, is zeer de vraag. Bovendien zullen ook
zij worden belaagd door het aloude kenmerk van het voetbal in Nederland:
vaak absurd hoge verwachtingen die nauwelijks stroken met de realiteit.'
Nog even de herhaling van de Villa op RTL4 vannacht meegemaakt, na Oprah
met haar freaks: volgende notities kwamen langsdrijven: bondscoach, flair,
de vleugels van het eerste doelpunt, Mulder's Grote Gelijk, teleurstelling,
gebrek aan stijl, Adv.'s noorderzon, Marijnissen vanavond, Daniël de
Riddder's inzicht en intelligentie, de scherpzinnige actrice, de schoolmeester
Frits, die bestraffend sprak over het puberaal gedrag van onvolwassen jongens
- over de hecklers, spreekwoordelijk onvermijdelijk als t.v. de straat op
gaat. Wat een schattig pleintje, overigens en wat een splendide locatie!
"Moe, maar voldaan kwamen zij thuis." Een tiental e-mails, drie
interessante brieven - in twee ervan kwam Ferlinghetti ter sprake, die in
Berlijn optreedt, dit najaar in Schotland wordt verwacht en in Antwerpen
hoopt men hem volgend jaar te kunnen ontvangen.
Robbie meldde per e-mail dat hij de digitale versie van mijn boek Liefde
uit l964 had gevonden; ik wist van het bestaan ervan en had de Koninklijke
Bibliotheek daar twee jaar geleden toestemming voor gegeven. Vorige week
kwam mij onder ogen, wat ik die dag veertig jaar geleden had geschreven;
ik copieerde het en wil het hier vandaag als ANNEX aan toevoegen; gedachtenvoedsel
voor het komend weekeinde...
Wel een heel ander dagboek dan ik hier blijk te zijn begonnen. Wat ik destijds
ontdekte, kwam er zeer introspectief uit, overdag zei ik geen woord, zeventig
dagen lang, des nachts schreef ik, d.w.z. duwde mijn gedachten/gevoelens
voor mij uit. Ik was nog niet de vlinder die ik mij nu voel! Wel is het
opvallend hoe actueel sommige aangelegenheden blijven.
Huub is de naam die ik Bart Huges in het boek gaf; het speelde zich af in
de tijd dat hij een trepanatie op zichzelf wilde uitvoeren en dat dan ook
deed: met een tandsartsboor een gat in het voorhoofd boren, tot aan het
membraam dat de hersenpan omvat. Hij nam het idee van Het Derde Oog wel
zeer letterlijk op; volgens mij en anderen is het derde oog een symbolisch
begrip: het oog (van Shiva) dat naar binnen kijkt. Kortom, hij werd gedemoniseerd,
zoals dat tegenwoordig heet; een Engelse krant schreef 'Throw this crazy
Dutchman out!' toen hij in Engeland discipelen wilde maken. Julie Felix
maakte en zong zelfs een lied over het Brain Blood Volume. Kortom, gek of
niet? Daar ging het over: gek of niet? Vreemde vraag in een steeds krankzinniger
wordende wereld.Ik ben er weer, en ik ben er nog, in Mad Master Amsterdam.
A vous de jouer.
.ANNEX 22 juni 1964.
Maandag 22 juni 1964 {de eerste dag}
Het is zo eenvoudig
als maar kan. Niets is te gek. Ik heb uitgevonden dat alles kan en mogelijk
is. Het idee ‘gek’ berust op een semantisch misverstand. Er
bestaat geen gek, geen norm, geen maatstaf, geen regel. ‘Gek’
wordt bepaald door de maatschappij, die zich bij de grootste gemene deler
( dus tussen volwassenen) heeft neergelegd als massgebend.
Er bestaat niets tegenover de democratie, behalve de anarchie in een wereld
zonder maatstaven (en dus tussen volwassenen) en de meritocratie. Misschien
wordt de laatste nog eens psychedelisch teweeg gebracht; het zou een zegen
zijn voor de mensheid. Men zou het idee van Joe Adams in prak tijk kunnen
brengen (Psychedelic Review Issue 2) iedereen psychotische episodes te laten
doormaken, zodat men ‘van binnenuit’ weet wat onder ‘gek’
te verstaan, nu er zo gesmeten wordt met woorden als psychopaat, pathologisch,
hysterisch, hallucinatyoir, die een pejoratieve betekenis hebben gekregen.
Ook de psychotische mens is een mens. En wie spreekt van gelijkheid moet
ook de anders-denkende of-handelende een kans geven. Laat de maatschappij
geregeerd, bestuurd. gehandhaafd en bedongen worden door progressieve of
reactionaire, immer profiterende persoonblijkheden, die slechts dan in de
herinnering blijven voortleven als er een daad van geweld gepleegd, een
vrede gesloten, een wet ondertekend moet worden, de menseelijke geest bevindt
zich het meest intens bij de geniale uitvinders, wetenscchapsmensen en kunstenaars,
van wie er (n verschillende boekwerkjes) zo’n tweehonderdvijftig in
de loop der eeuwen geteld zijn.
Heiligen, goed, vooruit, altijd Outsider elders bedacht. Het voortbestaan
van de mens als bij Colin Wilson, Ingewijde als elders bedacht. Het voortbestaan
van de mens heeft van hen afgehangen, van de mate waarin de mens zijn kosmos
kon vatten: Euclides, Ptolemaeus, Galileï, Copernicus, Newton en Einstein.
Van zijn relatie tot ‘God’ hangt zijn ontwikkeling af.
Dit is, besef ik voor iemand als ik, glad terrein. Het is tastend weten,
het is een zoeken naar woorden, die niet mogen worden misverstaan. Ik zeg:
er bestaat een kleinste gemene veelvoud, dat is de factor waarop dit boek
getoetst kan worden, mag worden, moet worden. Het verklaart, eenmaal ondervonden
(het is een practisch weten, niet een dat ik kan leren. Zoals Bart Huges
zegt: ‘Ik wil ze best de spijker geven waaraan ze hun jas willen hangen,
ik wil zelfs de spijker wel voor ze in de muur slaan, maar de jas zullen
ze zelf moeten ophangen.’) ALLES.
{…}
Ik heb veel
‘mooie’, veel ‘lelijke’ dingen gezien Ik heb ‘goed’
ontdekt, ik heb ‘kwaad’ ontdekt. Ik heb de angst, die mij begeleid
heeft, zien verdwijnen, om plaats te maken voor de titel van dit boek. Het
is niet eens zo gemakkelijk als het hier, in enkele zinnen geformuleerd,
zou kunnen lijken. Het is een moeizaam groeiproces geweest, het verloopt
via vele weerstanden, frustraties, inhibities en andere defensieve mechanieken.
Ik ben een mechaniek, dat volmaakt wil functioneren.
Ik functioneer schrijvend, handelend, levend.
Er staat je nog veel van me te verwachten. Ik ben nog lang niet uitgepraat.
Ik durf zelfs zeggen: take it or leave it. Je sluit alleen jezelf buiten.
Buiten de toekomst. Buiten het leven.
Er is geen ander leven dan een bewust vooruitziend leven. Je zult elk ogenblik
zelf moeten kiezen (en weten, want je kunt elk ogenblik beginnen, al is
het beter NU): dit is vooruit, en dit - helaas soms - is achteruit kijken,
denken, handelen.
Er bestaat maar eén waarlijke revolutie, die dit leven kan vervolmaken
en de mens van zijn angst bevrijden, dat is die van de geest. De openstaande
geest.
Want de geest, die open staat, kent geen angst. Ziet vooruit.
‘You would not find out the boundaries of the psyche, even by traveling
along every path, so deep is its measure and meaning.’ Heraclitus.
LIEFDE, Bezige
Bij, Amsterdam l965. Fragmenten uit de pagina’s 373, 374, 376, 377,
378.
De ondertitel van dit boek luidt ‘zeventig dagen op ooghoogte’
en behelst de periode 26 februari l964 - 5 mei l964.
De Inhoud van deze boekuitgave (505 pagina’s) vermeldt tevens een
aantal voorspelen (24 september l963 - 23 februari l964), alsmede tussen-
en naspelen, van ll mei l964 tot 30 juni l964
Donderdag 1 juli 2004
Olhos d'Agua, Portugal. Roerei, versgebakken broodje, jus d'orange, een banaan, yoghurt - en vanavond is het over, vliegen wij terug naar het Vaderland, dat wij volkomen uit het oog verloren zijn, opgenomen als wij waren in deze kleine Nederlandse gemeenschap, die zich uitsluitend met Koning Voetbal bezig houdt. Nog altijd even stralende zon, strakke blauwe hemel, maar een briesje vanuit de Oceaan brengt enige verkoeling. Wat een teleurstelling voor de fans, die gehoopt hadden dat de Nederlandse ploeg de finale zou bereiken. De kritieken van de deskundigen rondom mij waren bijna eensluidend: ieder mens ziet een andere wedstrijd. Spannend genoeg overigens; ik had graag nog wat penalties gezien - Kamagurka opperde in een van zijn cartoons in de NRC begin deze week een wedstrijd met strafschoppen te beginnen.
Overigens was het natuurlijk een groot genoegen, en een hele eer, om een internationale voetbalwedstrijd te zien in het gezelschap van Ajax-trainer Ronald Koeman, de Moeder aller deskundigen Jan Mulder (zoals Henk van Dorp hem consequent noemt), plus Barend en Van Dorp zelf. Voor het grote scherm gezeten, zag ik dat Koeman zowel een hapje kan eten als naar een wedstrijd kijken; zoonlief Ronald jr, op z'n negende al sprekend op zijn vader lijkend, keek verontwaardigd op toen het eerste Portugese doelpunt werd gescoord en enkele aanwezige Portugezen luidkeels van hun enthousiasme blijk gaven.
Spannend was de wedstrijd wel, al verloren wij dus met 2 - l (even vastgelegd voor het nageslacht). Nu speelt vanavond Tsjechie tegen Griekenland en zondag zal dan beslist worden wie Europees kampioen 2004 wordt. Etc. - ik heb weer voor jaren voetbalkennis genoeg. En voor degenen die niet weten waarover ik het heb: ik ben door het televisieprogramma Villa BvD (RTL4) uitgenodigd om twee keer hun avondprogramma te voorzien van een gedicht, wat mij veel plezier verschafte - ik denk ook dat ik aan de verwachtingen beantwoordde. Het allerleukste is natuurlijk de vriendschappelijke omgang met mensen, allen uit 1 stuk - hartelijk en goedlachs, gedreven en geinspireerd.
Van het kunstje met de voetbal, waartoe de gasten uitgenodigd worden, bracht ik het er slecht af. Zoonlief Arthur, spits voor Ajax in de Hoofdklasse A van het zaterdagvoetbal, had me gezegd: Je zegt gewoon: "'ik leg de bal wel effe in mijn nek'', maar ik had daar niet voor getraind en deed manmoedig drie vergeefse pogingen voor het publiek op het pleintje Vivenda Apolonia, en de talloze kijkers thuis, die in elk geval wel mijn Volmondig Ja-gedicht te horen kregen, waarin ik dank zeg voor onze onvergetelijke feesten. Alle dagen feest, eens een boektitel van Remco Campert, tot levenswijze geworden. Wakker worden, de zon begroeten, je vrouw kussend doen ontwaken, en het leven in.
De intensiteit van het gebeuren hier (televisie is een continu-bedrijf) heeft ons geisoleerd van al het andere dat in de wereld aan de gang is. Morgen weer in de ruimte van het volledige leven terug. Ons wacht een julimaand vol verjaardagen. Tot morgen DV, dank je voor de overdracht, Robbie Vlasman!